Fractievoorzitter Sahra Wagenknecht geldt al jaren als het boegbeeld van de Duitse partij Die Linke. Sinds 2015 heeft zij geprobeerd om de partij op een nationalistische koers te brengen zonder zich iets aan te trekken van democratische besluitvorming. Inmiddels is haar solo-project pijnlijk geflopt.

In 2015 werd Wagenknecht samen met Dietmar Bartsch co-fractievoorzitter – eigenlijk als vertegenwoordigster van de linkervleugel van de partij. In hetzelfde jaar brak de discussie over de toestroom van vluchtelingen uit. Wagenknecht pleitte samen met haar echtgenoot en voormalig fractie- en partijvoorzitter Oskar Lafontaine voor een restrictief migratiebeleid. Daarmee kwam ze steeds duidelijker in conflict met grote delen van de eigen partij.

Vluchtelingendebat

In December 2015 eiste Lafontaine een beperking van de ‘vluchtelingeninstroom’, zodat gezinshereniging mogelijk zou blijven – exact de toenmalige positie van de CDU. Kort na de aanrandingen tijdens Oud en Nieuw in Keulen in 2015/2016 zei Wagenknecht dat ‘wie zijn gastrecht misbruikt, zijn gastrecht verbeurt’. Daarmee versterkte ze de ophef in de media over mannelijke, islamitische vluchtelingen die witte vrouwen massaal zouden aanranden.

In januari 2017 legde ze een deel van de verantwoordelijkheid voor de terroristische aanslag op een kerstmarkt in Berlijn bij bondskanselier Angela Merkel: ‘Naast de ongecontroleerde grensopening is er de kapotbezuinigde politie, die zowel qua personeel als technisch onvoldoende uitgerust is.’ Zo legde ze niet alleen een verband tussen terrorisme en migratie, ze impliceerde ook direct een oplossing voor het probleem: meer geld en personeel voor de politie.

Wagenknecht en Lafontaine zagen in het partijstandpunt over vluchtelingen de hoofdoorzaak van de gebrekkige aantrekkingskracht van Die Linke op teleurgestelde SPD-kiezers. Op de avond van de verkiezingen voor de Bondsdag in 2017, toen Die Linke maar marginaal aan stemmen won, stelde Wagenknecht dat deze ‘fout’ de partij parten zou hebben gespeeld.

Ze gaan uit van de fatalistische gedachte dat de opmars van rechts een noodzakelijk product is van de angst voor sociale achteruitgang en de komst van grote aantallen van vluchtelingen. Daarom hebben ze de strijd tegen racisme ten opzichte van sociale vraagstukken geen ruimte gegund. In plaats van de racistische duiding van rechts tegen te spreken, houden ze zelfs een pleidooi voor beperking van migratie.

Geen meerderheid in de partij

Binnen de partij kon Wagenknecht geen meerderheid vinden. Op het laatste landelijke partijcongres werd de motie van het partijbestuur vóór veilige toegangswegen en open grenzen voor alle vluchtelingen aangenomen. Tijdens een urenlange discussie maakten meer dan honderd leden duidelijk dat Wagenknecht het partijprogramma met voeten heeft getreden en dat functiebekleders zich aan het programma en fractiebesluiten hebben te houden.

In reactie daarop heeft de Wagenknecht-vleugel Aufstehen opgericht. Deze ‘verzamelbeweging’ zou druk op SPD, Groenen en Die Linke moeten uitoefenen om tot een linkse samenwerking te komen voor een nieuwe sociale ommekeer, bij voorkeur door een regering-Wagenknecht. Aanvankelijk meldden zich 170.000 mensen voor de nieuwsbrief aan.

Het was typerend dat de ‘verzamelbeweging’  tijdens haar oprichting in de zomer van 2018 de grote antiracistische mobiliseringen (#ausgehetzt, #seebrücke) links lieten liggen en dat Sahra Wagenknecht zich in de herfst afstand nam van het #unteilbar-verbond, dat in Berlijn 250.000 mensen de straat op wist te krijgen tegen fascisme. Zo isoleerde Aufstehen zich van de bestaande vooruitstrevende bewegingen op straat.

Inmiddels is Aufstehen geflopt. Enkele dagen nadat Wagenknecht zich had teruggetrokken uit het bestuur, gooiden de overige bestuursleden de handdoek in de ring. Ze heeft ook aangekondigd zich niet meer kandidaat te willen stellen als fractievoorzitter. Met haar aftreden wordt duidelijk dat haar omstreden koers zowel binnen als buiten de partij is mislukt.

Een fatalistische denkfout

Het is Wagenknecht niet gelukt om door middel van de opbouw van Aufstehen haar koers op het gebied van migratie en anti-racisme aan Die Linke op te leggen. Dat is maar goed ook, want die houding zou Die Linke in de strijd tegen rechts hebben ontwapend. Begrip tonen voor AfD-stemmers en het duiden van de steun voor de AfD als slechts verkeerd gekanaliseerd sociaal protest loopt uit op capituleren voor racistisch en toenemend ook fascistisch rechts. Het verschil tussen ‘begrip hebben’ en ‘begrijpen’ is essentieel.

We moeten geen er begrip voor hebben als arbeiders op een partij stemmen, die in de toestroom van moslims de ondergang van het Duitse volk ziet. Zulke mensen steunen de AfD niet omdat die partij hun klassenbelangen uitdrukt, maar omdat zij een zondebok zoeken en de AfD er één in de aanbieding heeft. Als socialist kan je dat niet accepteren.

In plaats van migratie tot probleem te verklaren, moeten we de AfD juist vastberaden tegenspreken en hun hetze tegen migranten als zondebokpolitiek ontmaskeren. De belangen van vluchtelingen en arbeiders mogen we niet tegen elkaar laten uitspelen. Juist nu moet links de gezamenlijke strijd voor herverdeling van de welvaart en tegen de heersende maatschappelijke verhoudingen aangaan.

Dit artikel verscheen oorspronkelijk op socialisme.nu.