Voor het uitbreken van de huidige Koreaanse crisis waren de politieke en militaire spanningen in Oost Azië tussen China, Japan en de Verenigde Staten al hoog. Met het conflict tussen Washington en Pyongyang hebben ze een niveau bereikt dat vergaande implicaties heeft in de regio. Ze versterken de dynamiek van militarisering, moedigen de nationalistische rechtse stromingen en regeringen aan (vooral in Japan), beperken de autonome diplomatieke capaciteit van de nieuwe Zuid Koreaanse president, en zetten de antimilitaristische en pacifistische basisbewegingen onder druk.

Het VS-imperialisme is in staat gebleken het initiatief tegen China in Oost Azië te hernemen. Het stuurt zo een boodschap naar alle landen in de regio. Met name herinnert het Manila eraan dat bondgenootschappen niet zo maar ingewisseld kunnen worden. En dit terwijl het Pentagon, in overeenstemming met de bestaande overeenkomsten, uitgebreide steun heeft gegeven aan het Filipijnse leger in de strijd met de jihadistische groepen in Marawi.

De drie grote machten, Verenigde Staten, China en Rusland, zijn direct betrokken bij de Koreaanse crisis, die een nieuwe impuls geeft aan de nucleaire bewapeningswedloop. Het VS-imperialisme bevestigt haar intentie om haar hegemonie in dit deel van de wereld te herstellen.

Historische verantwoordelijkheid

De Verenigde Staten dragen een historische verantwoordelijkheid voor deze crisis. De Koreaanse oorlog (1950 – 1953) was vooral bedoeld om de Koreaanse volksbeweging te breken en maoïstisch China tegen te werken. Door te weigeren een vredesovereenkomst te tekenen, houden de VS de permanente dreiging van herovering boven het hoofd van Noord Korea. Toen de overeenkomsten om Noord Korea’s nucleaire programma te bevriezen met Pyongyang waren getekend, respecteerde Washington deze niet.

Washington heeft een zeer agressieve politiek tegen Noord Korea voortgezet. Van cyberoorlog tot economische sancties en gezamenlijke militaire manoeuvres met Seoul.

Donald Trump’s apocalyptische verklaringen dragen bij tot groeiende spanningen. Bij de VN dreigde hij zelfs om Noord Korea ‘volledig te vernietigen’. Er is hier meer aan de hand dan het buitensporig taalgebruik dat zo kenmerkend is voor deze president. De Koreaanse crisis helpt het Amerikaanse leger om een aanzienlijke verhoging van haar budget te eisen. Het doel is niet alleen de Amerikaanse hegemonie in Oost Azië te herstellen. Als de gevestigde grootmacht wil Amerika ook de opkomende macht van China blokkeren. Het conflict tussen Washington en Pyongyang heeft een wereldwijde dimensie.

Kim Jong-un kiest voor confrontatie

De politiek van Kim Jong-un heeft desastreuze gevolgen. Het is waar dat het land bedreigd wordt en dat het Noord Koreaanse regime zichzelf wil beschermen tegen deze dreiging. Uit het lot van Sadam Hussein en Gaddafi concludeerde het dat alleen het bezit van een operationeel nucleair wapen haar overleving kan garanderen. Door dit te doen voedt ze echter de eindeloze spiraal van militarisering van de regio en de nucleaire escalatie.

Pyongynag had voor een andere politiek kunnen kiezen: door te reageren op het aanbod tot dialoog van de nieuwe president van Zuid Korea, Moon Jae-in; de Amerikaanse diplomatie op internationaal niveau bestrijden; te vertrouwen op het pacifistische sentiment van de Japanse en Zuid Koreaanse bevolking en op het bestaan in Azië van talrijke antimilitaristische en antinucleaire bewegingen; om zo te voorkomend dat het door Washington geïsoleerd werd.

In plaats daarvan koos Kim Jong-un voor de politiek van de krachtproef en confrontatie tussen Pyongyang en Washington. Deze keuze heeft bijgedragen aan haar eigen isolement en dwingt haar om in toenemende mate middelen in te zetten om haar bewapeningsprogramma te financieren ten koste van de Noord Koreaanse werkende bevolking.

Deze politieke keuzes komen voort uit de aard van het Noord Koreaanse regime: hyper repressief, etno-nationalistisch, dynastiek en dictatoriaal. Haar buitenlandse politiek weerspiegelt haar binnenlandse politiek. Het is erg moeilijk voor dit regime om zich een beleid voor te stellen van internationale diplomatieke strijd of een beroep te doen op solidaire volksmobilisaties.

Situatie kritiek

Deskundigen vrezen dat de escalatie van ‘provocaties’ en ‘tegen-provocaties’ uit kan lopen op meer of minder gecontroleerde oorlogshandelingen waar de grootmachten bij betrokken zijn. De ontwikkeling van de situatie is echter moeilijk te voorspellen ten gevolge van verschillende onbekende factoren.

Donald Trump heeft voldoende steun gekregen om zijn politiek tot het huidige niveau van de spanning op te voeren. Maar in de Verenigde Staten lijken belangrijke sectoren van de bourgeoisie ook de voorkeur te geven aan diplomatieke actie om een begin te maken met een de-escalatie. Welke politiek zal morgen nodig zijn?

Het Noord Koreaanse regime heeft veel meer veerkracht getoond dan Washington verwachtte, maar zal het bestand zijn tegen de druk, met name de economische dwang van de nieuwe serie sancties?

Hoe zal de Chinese leiding proberen het initiatief in Oost Azië te hernemen op een moment dat haar invloed op Pyongyang erg beperkt is?

In ieder geval is de situatie reeds zo kritiek dat progressieve krachten op dit onderwerp moeten gaan mobiliseren.

Nood aan de-escalatie

Er is de dringende noodzaak om het spiraal van spanningen te blokkeren en een begin te maken met de-escalatie. Washington moet een einde maken aan haar bedreigingen en militaire operaties, inclusief de VS-Zuid Koreaanse marine manoeuvres. Pyongyang moet haar nucleaire tests en raket lanceringen opschorten. Gesprekken moeten beginnen om de-escalatie te verzekeren.

De rol van de bewegingen tegen oorlog en kernwapens

De verantwoordelijkheden van de anti-oorlogsbeweging zijn groot. Van Zuid Korea tot Pakistan staan Aziatische bewegingen nu in de voorste linie, maar zijn hebben steun nodig van hun zusterorganisaties in de rest van de wereld. De Koreaanse crisis moet op de agenda van iedereen worden gezet.

Dat geldt ook voor de bewegingen die specifiek gericht zijn op de strijd voor de afschaffing van nucleaire wapens. De bewapeningswedloop is hervat. China bijvoorbeeld wil reageren op de plaatsing van Thaad anti-raket installaties in Zuid Korea door het ontwikkelen van een vloot van strategische onderzeeërs, die het, in tegenstelling tot Rusland, nog niet bezit. Het nucleaire non-proliferatie verdrag is een mislukking. Het alternatief is simpel: of nucleaire ontwapening wordt opgelegd of nucleaire wapens zullen weer worden gebruikt, zoals ze in 1945 gebruikt werden tegen de bevolkingen van Hiroshima en Nagasaki, en als het Pentagon haar zin had gehad in de Koreaanse oorlog van 1950-1953.

De aanname van een verdrag ter verbanning van alle nucleaire wapens in de VN op initiatief van 122 landen laat zien aan dat de strijd kan worden gevoerd, zoals ook het toekennen van de Nobel Prijs voor de Vrede aan de Internationale Campagne voor de Afschaffing van de Nucleaire Wapen (ICAN) laat zien.

Op basis van deze groei in het bewustzijn moet iedere ‘normalisering’ van nucleaire wapens worden bestreden. Een massale preventieve afwijzing van het gebruik van deze wapens moet tegenover alle landen staan die overwegen ze te gebruiken.

In sommige landen zijn radicale linkse stromingen, waaronder die van de Vierde Internationale, al sterk betrokken bij de bewegingen voor nucleaire ontwapening (India, Pakistan, Japan, de Filippijnen en elders). Het versterken van deze bewegingen is nu een belangrijke taak voor alle progressieve krachten.

15 oktober 2017,

Het Uitvoerend Bureau van de Vierde Internationale.