In de krant stond een foto van Ecolo-covoorzitster Zakia Khattabi en Défi-baas Olivier Maingain, die het allebei goed doen in de opiniepeilingen. Ze kijken elkaar aan met een grote glimlach, zoals vrienden dat plegen te doen. Dat parlementsleden die tegengestelde belangen verdedigen (of althans beweren te verdedigen) en in het halfrond vinnige tegen elkaar te keer gaan, daarbuiten kameraadschappelijk met elkaar omgaan, is schering en inslag in ons bestel.

In een parlementaire democratie hebben ze namelijk dezelfde belangen: macht uitoefenen of juister, de illusie koesteren dat ze allemaal samen de staat besturen. Je bekampt elkaar om stemmen te ronselen voor de volgende verkiezingen en verder blijft alles min of meer bij het oude. Dat gedoe wordt de laatste tijd betaald met de opgang van het rechts populisme en verzwakt zo niet alleen de burgerlijke parlementaire democratie maar de democratie als zodanig.

De groenen zagen het licht in het begin van de zeventiger jaren. Ze gingen anders aan politiek doen en dat klonk veelbelovend. Ze hadden een progressief, links imago. Maar wie het systeem niet globaal betwist moet uiteindelijk deel gaan uitmaken van het systeem.

Het Duitse model

In Duitsland waren de Grünen verdeeld in Fundis en Realos. De Realos wonnen het pleit.  Joschka Fischer, hun welbespraakte voorman, werd in 1998 minister van Buitenlandse Zaken in het rood-groene cabinet. Een jaar later liet Fischer zijn pacifisme varen toen hij besliste deel te nemen aan de Nato-interventie in Kosovo. Diezelfde groen-rode regering voerde, zij het met enige moeite, de Reformstau door: het afslanken van de verzorgingsstaat om de concurrentiepositie van het land en zijn ondernemers te versterken.

In 2010 zaten de groenen alweer mee aan het roer van de staat en namen gretig deel aan de Agenda 2000 van de SPD-kanselier Schröder, met het beruchte Hartz IV plan, dat een groot deel van de bevolking in de armoede heeft gestort. Het merkwaardige is dat deze collaboratie de Grünen niet zwart maakte in de ogen van vele kiezers. Maar blijkbaar gaat het om sociaal bevoorrechte kiezers. De populistische successen stoelen op een ander bevolkingsdeel. Een ding moet ik toegeven: de Grünen hebben bijgedragen aan de (voorlopige?) afbouw van de kernenergie. Maar daarmee is de ecologische kwestie nog helemaal niet uit de Duitse wereld geholpen.

En bij ons?

Hoe zit het nu met de Groenen in België en meer bepaald in Vlaanderen? Ondanks het feit dat Agalev flink gestraft werd voor haar deelname aan de regering Verhofstadt I, zijn de Groenen er in geslaagd om zich de laatste jaren een eerbiedwaardig imago aan te meten. Ze profiteren van het halfslachtig geknoei van de van de regeringspartijen in verband met de klimaatproblematiek, duurzame mobiliteit, enz. Ze hebben, aldus De Standaard, “al die tijd hun principes kunnen verdedigen zonder die aan de politieke werkelijkheid te moeten aftoetsen”, en daarom “liggen de verleidingen van de macht op de loer”.

Het Antwerps samenwerkingsakkoord met sp.a wordt een test. En die verleidingen dreigen het linkse imago van de Groenen aan te tasten. Zo verklaart partijvoorzitter Meyrem Almaci in een interview aan Knack dat “op dit moment Groen dichter staat bij Open VLD dan bij de PVDA, toch bij de Open VLD van Bart Somers in Mechelen”.

We lachen groen en slaan blauw uit. Mevrouw Almaci beweert verder dat de “KMO’s risico durven nemen en daarbij moeten worden gesteund met een lagere vennootschapsbelasting, met een activering van het spaargeld en lagere dividenden”, wat de regering niet doet. Ze beweert zelfs dat “veel ondernemers voor een groene koers gaan maar dat de federale regering niet luistert”. Groen kiest dus voor het totaal onmogelijke, illusoire groene kapitalisme.

Schijn en zijn, het beeld en de realiteit, zijn twee onafscheidbare dingen in onze politieke wereld. Een progressief imago bedekt een regressieve inhoud en doet het zelfs goed bij de potentiële kiezers. Maar niet altijd…

Het groene staatshoofd van Oostenrijk is er aan voor de moeite. De kiezers stemden massaal voor rechts. In Nederland heeft Jesse Klaver van Groen Links dan weer blijkbaar begrepen dat hij beter afzag van regeringsdeelname, anders was het gedachtegoed van zijn partij binnen de kortste keren naar de haaien.