Het Trump tijdperk heeft de wereld nieuwe begrippen gebracht; fake news, alternative facts en ‘Alt-Right’, kort voor Alternative Right. Na de onverwachte verkiezingsoverwinning van Trump en de sterk gegroeide zichtbaarheid van allerlei vormen van extreem-rechts in de Verenigde Staten raakte de term snel ingeburgerd, vaak als containerbegrip voor de meest extreme groepen onder de achterban van Trump. Maar wat deze groepen dan anders maakte dan traditioneel extreem-rechts, dat bleef onduidelijk.

Angela Nagle’s Kill All Normies. Online Culture Wars from 4Chan and Tumblr to Trump and the Alt-Right kwam op het goede moment. Al voordat het boek verscheen, was er behoorlijke aandacht voor. Mensen waren op zoek naar een boek dat de oorsprong van Alt-Right beschreef en zou helpen het karakter van die beweging te begrijpen. Kill All Normies blijkt dit boek helaas niet te zijn.

Het geeft nuttige informatie maar de geschiedenis die het presenteert vertoont gaten en de analyse schiet te kort of is zelfs misleidend.

Nagle beschrijft verschillende stromingen die ze ziet als voorlopers van de Alt-Right. De meest invloedrijke daarvan is een Europese intellectueel-politieke stroming die vorm kreeg in de jaren zeventig, de Nouvelle Droite. Dit was een los netwerk van intellectuelen die na de schokgolf van 1968 een nieuwe vorm van extreem-rechtse politiek probeerde te formuleren.

Waar (extreem-)rechts zich voor 1968 beriep op de volksziel, op het gesundes Volksempfinden, als basis voor zijn politiek, kwamen Nouvelle Droite kopstukken als Alain de Benoist na 1968 tot de conclusie dat dit niet langer meer mogelijk was. Ideeën van feminisme, seksuele bevrijding, anti-racisme en democratie, kortom egalitaire principes, waren daar te wijdverspreid en te diep voor geworteld.

Om steun te krijgen voor het doel van de Nouvelle Droite, een op traditie gerichte, hiërarchische samenleving, zou eerst de cultuur veranderd moeten worden, en weer naar rechts worden gebogen. De Nouvelle Droite richtte zich daarom op het propageren en ontwikkelen van extreem-rechtse ideeën voor een intellectuele  elite – de groep die in hun hiërarchische wereldbeeld uiteindelijk bepalend was.

Dit betekende dat politiek activisme in de zin van partijen en deelname aan verkiezingen minder belangrijk was. Soms kozen aanhangers van de Nouvelle Droite er nog wel voor om samen te werken met rechtse partijen, als zij die als een nuttig middel zagen om de gewenste cultuuromslag te bewerkstelligen. De Nouvelle Droite heeft een sterke invloed gehad op delen van het Front National en op het Vlaams Belang. In andere gevallen werd er geprobeerd om via meer traditioneel rechtse partijen invloed te verwerven.

Nagle presenteert deze stroming als een die vaak (indirecte) invloed heeft op wat wel de Alt-Light genoemd wordt. Die term verwijst naar individuen en media die vaak afkomstig zijn uit meer mainstream rechtse kringen, maar  die in contact staan met de harde kern van racisten en fascisten in de Alt-Right. Alt-Right ziet dergelijke mensen en media als bruggen naar een groter publiek. Voorbeelden zijn Breitbart, de website van Stephen Bannon , Milo Yannipoulus, en Gavin McInnes, mede-oprichter van de nieuws- en popcultuur site Vice, en zo nog een reeks media-figuren die hun faam te danken hebben aan het internet.

Zoals de ondertitel van het boek aangeeft, concentreert Angela Nagle zich op subculturen en netwerken die vorm kregen op het internet. Dat is het meest informatieve deel van het boek. Nagle beschrijft verschillende subculturen die vaak buiten het zicht van de reguliere media vorm kregen. Tijdens de Amerikaanse presidentiële verkiezingen werden deze subculturen zichtbaar als delen van Alt-Right in brede zin.

Nagle beschrijft hoe op delen van internetfora als 4chan en Reddit zich subculturen hebben gevormd van jonge, witte, heteroseksuele mannen. Die waren aanvankelijk apolitiek en draaiden rondom gedeelde interesses in popcultuur; computerspelletjes, comics, manga en anime, en het internet zelf.

Deze vormen van popcultuur waren altijd bolwerken van witte mannen, en de politisering die Nagle beschrijft komt voor een groot deel voort uit een backlash tegen de groeiende invloed en zichtbaarheid van vrouwen en etnische en seksuele minderheden.

Voor mensen die niet bekend zijn met deze milieus zal het misschien vreemd klinken dat een internet-rel rond computerspelletjes, bekend als ‘Gamergate’, een keerpunt was. In 2012 begon de media-criticus en journalist Anita Sarkeesian met het publiceren van korte video’s waarin de seksistische stereotypering van vrouwen in veel games tegen het licht gehouden werd.

Dit lokte een reactie uit die Sarkeesian’s oorspronkelijke, voorzichtige en genuanceerde claim dat in kringen van gamers seksisme een probleem is, overweldigend bevestigde. Sarkeesian ontving karrenvrachten aan dreigementen, vaak met seksueel geweld, haar adres werd openbaar gemaakt, et cetera. Ook andere feministen als Zoë Quinn, een ontwerpster van computerspelletjes, werden het mikpunt van vergelijkbare campagnes van haatmail en dreigementen omdat ze het gewaagd hadden een mannenbolwerk te betreden.

Nagle observeert met enige verbazing deze schuimbekkende vrouwenhaat. ‘Feminisme’ werd de vijand, de zondebok voor alle frustraties en dat Donald Trump opschepte over het aanranden van vrouwen werd voor de Gamergaters een pluspunt.

Vrouwenhaat speelt ook een hoofdrol in een andere online subcultuur die Nagle beschrijft: de zogenaamde ‘manosphere’. Dit is een verzamelterm voor fora en websites waar mannen hun beklag doen over hun onderdrukking door vrouwen en feminisme. Een deel van dit milieu ontwikkelt pseudowetenschappelijke theorieën over de biologische superioriteit van mannen, zogenaamde ‘pick up artists’ schrijven boeken vol over het manipuleren van vrouwen voor seks, anderen bejammeren de teloorgang van de cultuur als gevolg van het ’tegennatuurlijke’ feminisme.

Nagle beschrijft ook wat zij ziet als de tegenhanger van deze subculturen; ‘Tumblr-links’, ook wel bekend als ‘Social Justice Warriors’ (SJW’s). Hier gaat het om mensen die vooral aandacht hebben voor wat zij zien als onderdrukking van verschillende identiteiten op basis van afkomst, seksuele voorkeur of gender. Nagle beschrijft dit milieu als gekenmerkt door gevoelens van morele superioriteit. Tumblr-links zou liever mensen aan de schandpaal nagelen wegens politiek incorrect gedrag dan hen overtuigen. Volgens Nagle speelde boosheid hierover een belangrijke rol in het naar rechts drijven van internetgebruikers.   Dit is weinig overtuigend.

Het is erg makkelijk om voorbeelden te vinden van absurd gedrag in het milieu dat Nagle samenvat onder Tumblr-links. Allerlei vormen van identiteiten worden hier vaak opgevat als statisch en gesloten; je bent iets – of je bent het niet. Dat de visie op identiteiten en de fixatie op cultuur in deze kringen tot absurde discussies leiden over bijvoorbeeld culturele toe-eigening klopt. Hebben Afro-Amerikanen bijvoorbeeld het ‘recht’ om uit Afrika afkomstige traditionele kleding te dragen? Of is dat ook ongeoorloofde ‘culturele toe-eigening’? Nagle gebruikt dit gedrag echter om veel te snel allerlei kritiek op reële vormen van onderdrukking weg te wuiven.

De pretenties van morele superioriteit zijn echt; in een soort wedijver die vaker voorkomt in subculturen, proberen mensen krediet te verwerven door de eerste en de felste te zijn in het bespeuren en veroordelen van ongewenst gedrag. De recente dood van de antifascistische demonstrant Heather Heyer was aanleiding  voor een bijzonder misselijk staaltje daarvan. Een schrijver uit dit milieu verklaarde met klem dat haar dood hem koud liet: Heyer zou helemaal niks bijzonders gedaan hebben, en de woede en verdriet om haar dood was slechts een voorbeeld van hoe witte levens meer gewaardeerd worden dan zwarte levens.

Nagle maakt echter niet aannemelijk dat dit verschijnsel een meer dan marginale rol speelde in het naar rechts drijven van internetgebruikers. En waarom zou dergelijke onzin iemand er toe drijven om, bijvoorbeeld, het voorstel van Alt-Right voorman Richard Spencer voor de ‘vreedzame’ etnische zuivering van de VS, te omarmen?

Een ander voorbeeld van een rammelende interpretatie door Nagle is een paragraaf over de vrouwenhaat in de manosphere. Volgens haar heeft feminisme ertoe geleid dat een grote groep mannen ongewild alleenstaand zijn, omdat ze niet meekomen in de wedijver om het vinden van een partner. Ze zouden worden gedreven door frustratie hierover. Oftewel; het zijn vrouwenhatende klojo’s omdat ze geen vriendin kunnen vinden. Waarschijnlijker is het andersom; omdat ze vrouwenhatende klojo’s zijn, wil geen enkele vrouw ze.

Een van de minst overtuigende delen van het boek is Nagle’s beschrijving van de ontwikkeling van deze online subculturen tot een politieke stroming in de echte wereld. Voor Nagle is Alt-Right een breuk met traditioneel rechts. Oud rechts was, volgens Nagle, een verzameling stoffige moraalridders, gemotiveerd door traditie en religie. Alt-Right ziet zichzelf als subversief, is bedreven in de sarcastische en spottende internethumor en schept er genoegen in te schelden, te beledigen en taboes te doorbreken.

Volgens Nagle is dit een erfenis van de jaren zestig; in deze culturele revolutie werd ’transgressie’, het doorbreken van taboes en het overschrijden van grenzen, een doel op zichzelf en omarmt door de culturele elite. Daarom, aldus  Nagle, werd er niet kritischer gekeken naar de subculturen die vorm kregen via het internet en is de agressieve stijl van Alt-Right zo aantrekkelijk. Deze interpretatie miskent het karakter van fascistische bewegingen als de Alt-Right. Fascistische bewegingen zagen zichzelf altijd al als revolutionair en waren vol van minachting voor mainstream rechts dat in hun ogen te zwak was. De ’transgressie’ van Alt-Right past in een fascistische traditie die door Nagle vrijwel genegeerd wordt.

Het is ook opvallend hoe weinig aandacht Nagle, die zegt er naar te streven een materialistische verklaring te willen geven, heeft voor heel materiële zaken als geld en de economie. Nagle’s lezing van de groei van Alt-Right van online subcultuur tot beweging op straat echoot de interpretatie van deze geschiedenis van Spencer zelf; namelijk dat het een grassroots beweging is die op natuurlijke wijze groeide van online meningsvorming tot politiek activisme.

Er wordt totaal aan voorbij gegaan hoe rechtse miljardairs bijgedragen hebben aan de infrastructuur van Alt-Right en zijn voorlopers. Een van de geldschieters van Breitbart was bijvoorbeeld Robert Mercer die een fortuin verdiende in de IT, de Zweedse mijnbouw-tycoon Daniel Friberg financiert denktanks, websites en publicaties, en zo zijn er nog veel meer voorbeelden. Dat Nagle hieraan voorbij gaat, zou geen probleem zijn als het boek duidelijk maakte dat het niet meer wil doen dan het beschrijven van online-subculturen – maar Nagle gaat regelmatig verder dan dit kader.

Nagle schrijft alsof haar publiek de ‘normies’ uit de titel zijn; ‘normale mensen’ met niet meer dan zeer oppervlakkige kennis van subculturen en daar ook weinig interesse in hebben. Voor dit publiek zal haar boek vast ook nieuwe informatie bieden, maar het boek maakt de pretenties niet waar en de analyses die het biedt zijn verre van bevredigend. Kill All Normies is al met al een gefaalde poging.

Angela Nagle, Kill All Normies. Online Culture Wars from 4Chan and Tumblr to Trump and the Alt-Right, 120 pagina’s, Zero Books.

Dit artikel verscheen oorspronkelijk op Grenzeloos.