Sinds de technische vooruitgang niet meer samenvalt met sociale vooruitgang doen zich ideologische verschuivingen voor in het linkse denken. Kernenergie, de milieucrisis, de nakende klimaatverandering hebben het vooruitgangsdenken gekortwiekt. Vroeger dacht links als volgt: sociale mankementen konden worden aangepakt met technische middelen, maar het kapitalisme verhinderde de ontplooiing van de daarvoor nodige productiekrachten. Het socialisme moest die ontplooiing mogelijk maken. Eenzijdig opgevat hield deze manier van denken een “productivistische” ideologie in, en beantwoordde ze onbewust aan de accumulatiedwang van de winsteconomie: de onderneming moet zich stelselmatig uitbreiden om de strijd tegen de concurrentie aan te kunnen en de winst te verzekeren.

Maar welke argumenten moet men aanvoeren tegen de vernietigende accumulatiedrift van het kapitaal als men twijfelt aan het vermogen van de mensheid om sociaal vooruit te gaan, dat wil zeggen om te kiezen voor een socialistische oplossing?

Naturalisme of historisch materialisme?

Het onvermogen om de grondslag van het kapitalisme aan te duiden als de ware oorzaak van de huidige problemen, dus om het politieke systeem fundamenteel te betwisten, maakt dat moraliserende en naturalistische ideeën hun intrede doen in het linkse denken. Voorbeelden hiervan komen we tegen in de kwestie van de klimaatwijziging. Met naturalisme bedoel ik hier denkwijzen die veranderingen in de samenleving verklaren vanuit “natuurlijke eigenschappen” (eigen aan de natuur in het algemeen en de menselijke natuur in het bijzonder), en niet aan de maatschappelijke verhoudingen waarin de mensen leven. Zo verklaart men bijvoorbeeld sociale ongelijkheid aan de hand van erfelijkheid. Een naturalistische sociobiologie bestrijdt een historisch – materialistische sociologie. Niet de samenleving is een probleem, maar de mens.

Anthropoceen of socialisme?

Deze ideologische veranderingen in het linkse denken hebben in verband met de nakende klimaatverandering twee nieuwe begrippen gebaard: antropoceen en antropogeen. Het eerste begrip veronderstelt een nieuw geologisch tijdperk, een tijdperk dat essentieel wordt gekenmerkt door de invloed van de activiteiten van de mensheid op het aardse leven. Tot nu toe leefden we in het holoceen dat zo’n 11.700 jaar geleden begon, een relatief warme periode waarin bijvoorbeeld onze lage landen hun huidige vorm hebben gekregen. De naam van het veronderstelde antropoceen is gevormd uit het Griekse woorden voor mens (antropos) en voor nieuw (kainos). Het woord antropogeen dat in het kielzog van het vorige begrip meevaart, betekent “door de mens gemaakt of veroorzaakt”.

Vanuit wetenschappelijk standpunt is er geen bezwaar om te gewagen van een essentieel door de mens bepaald tijdperk. In de natuur komen vandaag elementen voor als aluminium en plutonium, louter producten van de menselijke activiteit. Maar zoals gewoonlijk hebben begrippen ideologische connotaties. Welke kritiek op de mensheid schuilt er in het begrip antropoceen zoals het gebruikt wordt in een bepaald ecologisch vertoog? Het geleerd klinkend begrip heeft het voordeel om de menselijke activiteiten te herleiden tot biologische, waarbij de maatschappelijke structuren waarin die activiteiten gebeuren verwaarloosd, of bewust genegeerd worden.

De menselijke samenleving die zo’n honderdduizend jaar oud is heeft niet alleen een geologische maar ook een sociale en politieke geschiedenis. Tienduizend jaar geleden vond de mens de landbouw uit en begon hij/zij zich te onderscheiden van de andere dieren. Maar in de diverse landbouwmaatschappijen die elkaar opvolgden of naast elkaar bestonden, bleef de verhouding met de natuur tamelijk harmonisch. Deep ecology en andere vormen van milieufundamentalisme slaan de plank mis als ze beweren dat de landbouw aan de oorsprong ligt van de verloedering van de planeet. De echte oorzaak van de nakende milieucatastrofe heeft te maken met de brutale breuk met de natuur door een industriële revolutie die gehoorzaamde aan de onbegrensde accumulatie van het kapitaal in al zijn vormen.

Marx ondanks alles

In het Kapitaal heeft Karl Marx beschreven hoe pijnlijk de vorming van het moderne proletariaat was: “een gewelddadige schepping gepaard aan verschrikkelijk leed en bloedige discipline, heeft de boeren van hun land verdreven, onder dwang werden ze omgevormd tot een klasse van loonarbeiders, terwijl de staat de accumulatie van kapitaal verhoogde met een verscherpte uitbuiting van de arbeid.”

Het kapitaal heeft zijn oorsprong in geweld, dwang en de onteigening van hen die arbeiders moesten worden. Het kapitalisme werd door een sociale minderheid revolutionair en brutaal opgelegd aan de mensheid; het lange en heftige verzet tegen de vestiging van de winsteconomie wordt ideologisch verdonkeremaand door het voor te stellen als het product van een natuurlijke evolutie: kapitalisme is eigen aan de mens. Dit naturalisme, dit afwijzen van de sociale oorzaken, past in een visie die de oorsprong van maatschappelijke kwalen in een vage menselijke natuur zoekt. De huidige depolitiserende neoliberale ideologie is bovendien zeer pessimistisch over de veronderstelde menselijke natuur.

Niet de abstracte mensheid produceert de milieucatastrofe en de klimaatverandering, maar het concrete maatschappelijk systeem waarin de mensheid leeft en politiek gedwongen wordt om te leven. Marx merkt op: “In het kapitalistische bestel wordt de mens gedomineerd door de productiewijze in plaats van haar te domineren”.

De wedergeboorte van de erfzonde

Een bepaald links publiek geeft toe aan het maatschappelijk pessimisme. We krijgen zelfs te maken met een heruitgave van de erfzonde. De Kerkvaders verklaarden de mens fundamenteel slecht als gevolg van de zondeval van Adam en Eva toen ze van de boom der kennis van goed en kwaad aten. Kennis is slecht. Vervang de Bijbelse “kennis” door “wetenschap of technologie” en de religieuze antropologie wordt een sociobiologische antropologie. Het kwaad zit nu eenmaal ons. Maatschappelijke kritiek wijkt voor moraliserende kritiek op het mens-zijn.

De Angelsaksische cultuur beschouwt bovendien het kwaad (Evil) als een op zichzelf bestaand ding, zonder maatschappelijke grondslag (Satan), zoals u kunt merken in vele Engelse misdaadromans. Dergelijke opvattingen die de maatschappelijke, politieke oorzaken van sociale misstanden ontkennen, maken dat de klassenstrijd verdwijnt achter een moraliserend gordijn. Verder hoeft men niet te denken in Davos en op de andere heilige plaatsen van de ondernemerswereld.

Antropogeen

In deze denkwereld past het woord antropogeen. Het heeft het voordeel geleerd te klinken, maar is in feite een leeg begrip: al wat de mens produceert, de hele cultuur dus, is antropogeen, tenminste als men er niet van uitgaat dat God, of de Idee, de Voorzienigheid of desgevallend Satan de schepper is van dieselmotoren, James Bond-Films, Kentucky Fried Chicken, toiletpapier, Rapmuziek en kerncentrales. Als de milieucrisis antropogeen is, dan is het weer de mens, Homo sapiens sapiens, die schuldig is. Niet structuren waarin hij/zij leeft moeten veranderen, maar de mens en zijn zieltje. Allen naar de zondagsschool en met Pasen biechten!

Verdwaald links go back to basics: het goede oude historisch materialisme!