De Europese Commissie maakte onlangs nieuwe cijfers bekend over de verwachte economische krimp in de Europese Unie. Het valt op hoe sterk deze cijfers in ons ‘verenigd Europa’ uiteenlopen, ook binnen de eurozone. Zo wordt dit jaar in Italië een krimp verwacht van 11,2 procent, in Spanje 10,9 procent, en in Frankrijk 10,6 procent. Dat kan je vergelijken met Nederland (6,8 procent), Duitsland (6,3 procent) of Finland (ook 6,3 procent). België ligt zoals het hoort ergens tussenin (8,8 procent).

Die aanzienlijke verschillen deden me denken aan een recent artikel van Michel Husson, die benadrukt hoe door de aard van de crisis (‘een grote lockdown’) de gevolgen sterk verschillen tussen economische sectoren, landen en regio’s. Sommige sectoren worden erg hard getroffen (restaurants, de luchtvaart,…) terwijl andere sectoren integendeel een boost kregen (Amazon, Zoom,…) of relatief weinig getroffen werden (de overheidsadministratie bijvoorbeeld).

Ook het herstel (de zogenaamde v-curve waarop wordt gerekend) zal ongelijk zijn. We hoeven ons niet te verwachten aan een harmonieus herstel waarin de verschillende economische sectoren en regio’s zich aan elkaar optrekken. Het wordt eerder een keihard gevecht met winnaars en verliezers. Amazon zal zich niet vrijwillig terugtrekken om de winkelstraten weer zuurstof te geven. De strijd voor de toerist (transport en verblijf) is amper begonnen.

Dat geldt ook voor regio’s en landen. Internationale waardeketens worden gereorganiseerd. Ook daar zullen er verliezers zijn die dieper in een economisch dal storten. Tegelijk is de economie internationaal vervlochten. Het herstel zal dus in het beste geval ongelijk, hectisch en tegenstrijdig zijn. Drukken van de loonkosten om zich te handhaven wordt de orde van de dag.

Dat heeft zo zijn gevolgen voor de Europese Unie. Welke landen, sectoren en bedrijven gaan hun gewicht vergroten, en welke worden verder in de economische rand gedrukt?

Naar verluidt gunnen Louis Michel en Ursula von der Leyen elkaar het licht in de ogen niet. Spektakel gegarandeerd dus. Maar op de achtergrond van het spektakel in de Brusselse bubbel zullen harde economische belangen spelen.

Aan heikele punten geen gebrek. Enkele voorbeelden. Duitsland is nu overtuigd dat het concurrentiebeleid moet worden aangepast om ‘Europese kampioenen’ te vormen, die wereldwijd de concurrentie aankunnen. Maar schept de fusie van een Frans en een Duits bedrijf een Europese of een Frans-Duitse kampioen? Italianen zullen daar hun eigen visie op hebben. Staatsinterventie zal meer worden gedoogd als het helpt de klimaatdoelstellingen te halen, maar wie wordt de Europese waterstofkampioen, waar komt de hoofdzetel en waar komen de banen? Gaat het herstelfonds de Italiaanse concurrentiekracht versterken of zal het Noord-Italië verder ombouwen tot een Duits filiaal? Enzovoort. Het ‘Europees belang’ dat nu even doorweegt om de boel samen te houden zal snel moeten wijken voor de vele belangen van de lidstaten. Het gebrek aan democratische legitimiteit van de EU maakt politieke arbitrages dan moeilijk.

Het weinig verheffend spektakel waar we ons aan kunnen verwachten kan wel de nodige ruimte scheppen voor een alternatieve boodschap van waarachtige Europese solidariteit.

Dit artikel verscheen oorspronkelijk op Ander Europa.