Foto: Demonstratie tijdens de nationale glasstaking in 1974.

Op donderdag 10 augustus 2023 hebben we afscheid genomen van onze kameraad André Henry. Als strijdbaar vakbondsman en revolutionair activist was André een trots lid van de 4e Internationale en haar Belgische organisatie, SAP – Antikapitalisten. Wij van onze kant zijn nog trotser dat hij een van de onzen was. We publiceren hieronder de tekst van de toespraak van Daniel Tanuro tijdens de afscheidsceremonie. André’s familie en kameraden waren in groten getale aanwezig om hem de laatste eer te bewijzen. André Henry vertrok op dezelfde manier als hij al zijn stakingen eindigde: met applaus en met het zingen van de Internationale.

Op het einde van de 19e eeuw werd in de Verenigde Staten een vereniging van arbeiders opgericht die de “Knights of Labour” werd genoemd. Deze verspreidde zich internationaal. De glaswerkersbond van Charleroi (Union verrière de Charleroi) was erbij aangesloten. Deze Ridders hadden een erecode: het bevorderen van solidariteit en broederschap tegenover het kapitaal. Dit is wat André Henry zijn hele leven heeft gedaan. Hij weigerde onrecht te accepteren. Hij was een soort moderne Ridder van de Arbeid (Chevalier du Travail). Onzelfzuchtig, nobel van hart, welwillend, bescheiden, trouw aan zijn woord, aan zijn vrienden, aan zijn principes. De baas van Glaverbel probeerde hem ooit om te kopen met tien miljoen Belgische frank, maar André was onomkoopbaar. Hij was een groot man van de klassenstrijd, een “working class hero”.

André begon op 14-jarige leeftijd te werken. Op zijn 16e ging hij werken in de glasblazerij in de Rue de la Discipline in Gilly. Hij begon zijn vakbondsactiviteit bij de jonge metaalarbeiders van het ABVV. De staking van 60-61 was zijn vuurdoop. Een generatie jonge arbeiders wilde de strijd aangaan met de dictatuur van de bazen. Ze steunden de linkse vakbondsleider André Renard tegen de sociaaldemocratie, maar wilden verder gaan en antikapitalistische structuurhervormingen opleggen. Na de staking in Gilly richtten enkele van deze kameraden een linkse vakbondsgroep op – “La Nouvelle Défense” (de ‘Nieuwe Verdediging’).

André had het temperament van een organisator van onderdrukten en uitgebuitenen. Zijn reflexen lieten hem nooit in de steek. In het tehuis waar hij zijn laatste twee jaar doorbracht, leek onze kameraad bij het minste probleem iedereen te willen organiseren. De bewoners worden erg goed verzorgd in deze instelling en men is er erg vriendelijk. Als dit zo was geweest, zou de directie misschien geconfronteerd zijn geworden met de bezetting van het gebouw door een protestcomité, bestaande uit bewoners en personeel…

André en zijn kameraden in Gilly hebben zoveel gevechten gestreden en gewonnen dat er een boek over geschreven zou moeten worden. Gelukkig bestaat dat boek al: L’épopée des verriers du Pays Noir (Het epos van de glasmakers van het Zwarte Land).(1)Uitgegeven in 2014 door Éditions Luc Pire en mede bewerkt door Formation Léon Lesoil. Het boek is nu uitverkocht bij de uitgever, maar blijft te koop bij de stand van boekhandel Formation Léon Lesoil. Met de hulp van Denis Horman en Céline Caudron reconstrueert André daarin de gebeurtenissen uit zijn militante leven.

Hier zijn een paar hoogtepunten:

1963: Oprichting van “La Nouvelle Défense”.

1967: Afdwingen van de mogelijkheid tot vervroegd pensioen, op 63-jarige leeftijd met 75% van het salaris, daarna op 60-jarige leeftijd met 85% van het salaris, met compenserende aanwerving. Een primeur!

1970: Vertrouwensstemming. Het team van De Nieuwe Verdediging vervangt de bureaucratische delegatie van de klassensamenwerking. André wordt hoofdafgevaardigde.

1973: Bezetting van de fabriek, verkiezing van een stakingscomité en ondergoud van het fabrieksmateriaal onder arbeiderscontrole. De arbeiders verzetten zich tegen het ontslag van een manager (een psycholoog van de personeelsafdeling) die “te verzoenend” is tegenover de arbeiders. Het was een principekwestie: ze wilden alle aspecten van het management controleren en alles wat hen niet beviel aanvechten.

1974: Regionale glasstaking met bezetting, onderhoud van het fabrieksmateriaal, verkiezing van stakingscomités in 13 fabrieken en centralisatie van de comités in een regionaal stakingscomité. Dagelijkse vergaderingen van dit comité. Overwinning op basis van de eisenbundel voor het akkoord. Voorafgaand hieraan werd Maurice Carrota, afgevaardigde bij Multipane-Gosselies, die was ontslagen wegens een stakingsactie, in ere hersteld. Ondertussen volgden de arbeiders van Roux het voorbeeld van de arbeiders van Gilly: een vertrouwensstemming en de verkiezing van een strijddelegatie. Het voorbeeld van Gilly was besmettelijk.

Januari 1975: de Franse multinational BSN-Gervais-Danone kondigt de sluiting van Glaverbel-Gilly aan. Het wilde de kop van de strijdende vakbond afhakken om zijn vensterglassector te liquideren. Zeven weken staking. Bezetting, stakingscomité, dagelijkse vergaderingen en natuurlijk het behoud van de fabriek. ‘Wilde’ verkoop van glas om geld in te zamelen voor het strijdfonds van de stakers. Ontmoeting met Piaget, van LIP. Internationale demonstratie op initiatief van de vakbondsbasis. Bezetting van het hoofdkantoor van BSN in Parijs. De arbeiders dwingen de CEO, Antoine Riboud, tot een ongelooflijk debat met André Henry, die het kapitalisme aanklaagt.

Februari 1975: Een historisch akkoord: de sluiting wordt gehandhaafd, maar er vallen geen ontslagen. Sommige arbeiders werden heringedeeld in andere fabrieken, terwijl anderen zouden worden aangenomen in een nieuwe fabriek die door BSN zou worden gebouwd; de ‘overtollige’ arbeiders zouden worden omgeschoold in isolatie en renovatie. Ondertussen zullen ze hun volledige inkomen (salaris en bonussen) voor onbepaalde tijd blijven ontvangen, betaald door het bedrijf via een ‘sociaal fonds’. Zoiets hebben we nooit eerder gezien en sindsdien ook niet meer. Als andere sectoren in de bres waren gesprongen, zou de arbeidersklasse er in dit land beter voor staan.

1975-1983: De overtollige arbeiders vochten met hand en tand om ervoor te zorgen dat de overeenkomst werd nageleefd. André en zijn kameraden legden het principe van collectieve omscholing en zeggenschap van de arbeiders over hun opleiding op. Ze eisten een zuiver overheidsbedrijf. Er werd een wetsontwerp opgesteld. Het bedrijf – SETIR – werd opgericht door de Waalse regering, maar het kapitaal was zo klein dat de minister van Economie het snel kon wurgen, in naam van de ‘markwetten’.

1983: Het bezuinigingsoffensief is in volle gang. De bazen, de regering en de vakbondsbureaucratieën wilden af van de overtollige arbeiders, de ‘stakers’, de ‘opruiers’. De media gingen tekeer tegen deze ‘profiteurs’ van het sociaal fonds. Het fonds wordt afgeschaft. De genadeklap wordt uitgedeeld door het apparaat van de Algemene Centrale (ABVV) in de regio Charleroi: André wordt uit de vakbondsinstanties gezet. Jaren later zou hij gerehabiliteerd worden. Ondertussen was de schade aangericht: een corrupte bureaucraat had een mes in de rug gestoken van degenen die de glasindustrie in het Zwarte Land hadden gered…

In deze onophoudelijke, uitputtende wervelwind vond André nog steeds tijd om betrokken te raken bij de strijd van verschillende industrieën. Slechts één voorbeeld. Een vrijdag in 1982. De arbeiders in de Borinage waren al vijf dagen in algemene staking tegen de speciale volmachtsdecreten van de regering Martens-Gol. Het ABVV van Charleroi hield een interprofessionele vergadering. Een grote delegatie van de arbeiders van de Borinage kwam naar de vergadering. Met uitzondering van 2-3 vertegenwoordigers moesten ze buiten de zaal blijven. Binnen belemmerde Ernest Davister, de voorzitter van het ABVV van Charleroi, de stemming over een stakingsvoorstel. André baande zich een weg naar het podium, nam het woord en organiseerde een handopsteking. De motie werd aangenomen. Er werd echter niet naar geluisterd. De maandag daarop riep Davister nog een vergadering bijeen waar hij verzekerd was van een meerderheid. Om de bureaucratie te overwinnen was een krachtige, alle bedrijfstakken overkoepelende ‘Nieuwe Verdediging’ nodig geweest. Helaas, die bestond niet.

André stond de arbeiders bij in de strijd. Die van AGC Fleurus, voorheen Splintex, herineren het zich nog. Het bedrijf kwam voort uit de historische overeenkomst van 1975. In 2005 kondigde het management 300 gedwongen ontslagen aan. Er werd meer dan honderd dagen gestaakt. André, op de piket, herinnert zich de geschiedenis en pleit voor bezetting. De stakers durfden de sprong niet te wagen. Maar ik herinner me een demonstratie in Charleroi, waarbij ze zijn naam scandeerden! “André Henry, André Henry, André Henry!” Dertig jaar na de grote staking van Gilly bleef de ‘rebel van de Discipline’ een symbool van verzet en waardigheid.

Over deze buitengewone ervaring horen we mensen vaak zeggen: “Toen was dat mogelijk, de vakbonden waren strijdbaarder, democratischer, de mensen waren zich meer bewust; vandaag de dag zouden we dat niet kunnen.”

Er is inderdaad veel veranderd, ja. De bolwerken van de Arbeid zijn weggesmolten, het individualisme richt een ravage aan en extreemrechts verspreidt zijn gif. Maar we moeten het verleden niet mooier maken dan het was. Het einde van de staking van 60-61 was een zware nederlaag voor de glasblazers. De oven raakte beschadigd doordat het gereedschap werd achtergelaten. De werkgevers maakten van de situatie gebruik om selectieve, vernederende overplaatsingen op te leggen, met loonsverlagingen en opgelegde sociale vrede. Het sociaaldemocratische en christendemocratische apparaat hield de vakbonden in een wurggreep. Racisme en seksisme waren niet minder wijdverbreid dan nu. André en zijn kameraden hebben niet meegedreven op een revolutionaire golf waar alles gemakkelijk was, nee! Door hun moed en vasthoudendheid bouwden ze een machtsevenwicht op. Tegen de stroom in.

Het geheim van André Henry? Het ligt in een bekende zin van Karl Marx: “De emancipatie van de arbeiders zal het werk zijn van de arbeiders zelf”. Wij voegen daaraan toe: en van de vrouwelijke arbeiders zelf. André citeerde deze zin graag. Bovenal bracht hij hem heel goed in de praktijk. Voor hem vatte deze zin het antikapitalistische programma, de strategie en de tactiek samen.

André was veel meer dan een afgevaardigde die zich inzette voor vakbondsdemocratie: hij was een arbeidersintellectueel, een praktisch denker over de lijn die getrokken moest worden om het kapitalisme omver te werpen door middel van verenigde arbeidersactie en een werkelijk democratische socialistische maatschappij te stichten. Dit is wat hij uitlegde in 1975, in zijn toespraak aan het einde van de staking, die we zo dadelijk zullen bekijken.(2)Zie https://youtu.be/hYsKQ3vSSO0 Dit is wat hij twee jaar later in detail uitlegt in zijn boekje Strijdsyndicalisme en Revolutionaire Partij.

Het denken van onze kameraad was geworteld in de beste ervaringen van de arbeidersbeweging, zoals de Parijse Commune en de Russische Revolutie in haar korte, echte sovjet-periode. André was opgeleid door zijn vader Arthur, die lid was van een groep internationalistische communistische vakbondsleden die als ‘trotskisten’ werden gestigmatiseerd. Een lid van deze groep had de mijnwerkersstaking van 1932 geleid, met – oh jee! – bezetting van de mijnen, verkiezing van stakingscomités en centralisatie ervan in een regionaal stakingscomité. Zijn naam was Pierre Wouvermans. Hij had een brochure geschreven, Le secret des victoires ouvrières (Het Geheim van de Overwinningen van de Arbeiders). Je hoeft het maar te lezen om de stevige wortels te voelen die André verbonden met de vroegere emancipatiestrijd.

Dat was het geheim. Daarom was André niet zomaar een arbeidersleider. Voor hem betekende leiderschap het creëren van mechanismen en organen die arbeiders in staat stelden hun eigen strijd te leiden en zich voor te bereiden op het besturen van de maatschappij als geheel.

André was er trots op lid te zijn van de 4e Internationale en haar Belgische organisatie, SAP – Antikapitalisten. Wij zijn nog trotser dat hij een van de onzen was. Vaarwel kameraad, vaarwel nobel hart. Vaarwel en bedankt. We zullen niet vergeten wat je hebt gedaan. We zullen je boek ‘Strijdsyndicalisme en Revolutionaire Partij’ opnieuw uitgeven. We zullen een pluralistische bijeenkomst organiseren met de getuigen van jouw strijd. Het kapitalisme sleurt ons mee naar een barbaarse afgrond. Dit absurde en wrede systeem vernietigt steeds meer de samenleving, de natuur en onze democratische rechten. Duizend gevaren bedreigen ons en wij hebben duizend redenen om jouw strijd voort te zetten. Mogen we jouw voorbeeld waardig zijn.

Daniel Tanuro

(ook gekend als Alain Tondeur)

10 augustus 2023

 

Voetnoten

Voetnoten
1 Uitgegeven in 2014 door Éditions Luc Pire en mede bewerkt door Formation Léon Lesoil. Het boek is nu uitverkocht bij de uitgever, maar blijft te koop bij de stand van boekhandel Formation Léon Lesoil.
2 Zie https://youtu.be/hYsKQ3vSSO0