Hoofdstuk 1: Turkije vandaag – een overzicht

1. De economie groeit niet meer

Na jaren van sterke economische groei, vooral gebaseerd op de constructiesector, goedkope buitenlandse leningen en lage loonkosten, is het sprookje ten einde. Onverkochte appartementen, tolbruggen die hun rendement niet opbrengen, bedrijven op de rand van het faillissement, enorme projecten die luchtkastelen blijken te zijn.

Nochtans is daar in het verleden meermaals voor gewaarschuwd. Het ontbreken van geschoolde werknemers, de afbouw van het onderwijs, het stiefmoederlijk behandelen van andere sectoren van de economie, de totale verwaarlozing van de landbouw, de afhankelijkheid van half afgewerkte producten uit het buitenland.

Zelfs de vroegere economische tsaren, zoals de voormalige AKP-ministers Babacan en Şimşek, nu op een zijspoor gezet, waarschuwden hiervoor. Luchtkastelen mogen dan mooi lijken, ze hebben het nadeel in elkaar te stuiken.

2. Het staatsapparaat is totaal ontredderd

De voortdurende zuiveringen in het leger, de jandarma (gendarmerie), de politie, het gerecht, de ministeries, het onderwijs, de ziekenhuizen, … en het piloteren van gezagstrouwe, versta daaronder Erdogan-getrouwen, op de vrijgekomen posities, is een totale ramp.

Bij de Nato in Brussel bijvoorbeeld spreken de meeste Turken die er gepiloteerd zijn zelfs geen Engels, zij durven geen enkele beslissing nemen zonder voorafgaand fiat van Ankara. De rectoren van universiteiten, nu benoemd door de president, beschikken dikwijls niet over de minimale kwalificaties. Directeurs in scholen en hospitalen worden aangesteld zonder attest of voldoende beroepsbekwaamheid. Diplomaten hoeven niet meer een diploma in diplomatieke wetenschappen te beschikken.

Politieke benoemingen komen in elk land voor, politieke benoemingen zonder kwalificaties zijn een ramp, want hun enige kwalificatie is gebaseerd op loyauteit aan de president.

Het grondwettelijk hof, toch het hoogste orgaan in een rechtsstaat, is voor het grootste deel benoemd door de president. De zeldzame keren dat zij een uitspraak deden die de president niet zinde, voerde men de beslissing niet uit. Zelfs de uitspraken van het EHRM (Europees Hof van de Rechten van de Mens) worden niet uitgevoerd, hoewel Turkije daar deel van uitmaakt. Als de uitspraken van het grondwettelijk hof niet worden uitgevoerd door een lagere rechtbank, dan zitten we met een diepgaande crisis in de rechtelijke macht.

Intussen blijkt dat de stadsbesturen, voorheen in handen van de AKP, een wedde uitkeren aan personen die er niet werken. In Istanboell alleen zijn dat er 60.000, in Ankara 32.000. Dit is niet alleen onzorgvuldig omgaan met openbare gelden, dit is pure corruptie, tenzij je er een ander woord voor hebt.

Bovendien komen er heel regelmatig nieuwe procedures of dienstorders voor het personeel. Die moeten worden doorgevoerd zonder enige vorm van opleiding, wat tot hoofdbrekens leidt bij de werkende personeelsleden. Daarom zijn de overheidsadministraties overal verschillend in de toepassing van regels en reglementen. Dit op zich geeft ook rechtsonzekerheid.

Het personeel is bang. Collega’s controleren elkaar. Ik kan me best voorstellen hoe het eraan toeging in nazi Duitsland in de dertiger jaren. Overdrijf ik? Helaas, ik denk het niet.

3. Vrijheid van manifestatie

Turkije beschikt over een sterke vrouwenbeweging, zeker in de grootsteden, net als een sterke LGBTI-beweging. Voorheen konden deze organisaties hun manifestaties houden, overigens, telkens zonder problemen. Nu echter, onder druk van extreemrechtse bewegingen, is dat quasi onmogelijk geworden en worden deze manifestaties, weliswaar niet overal, verboden.

De gouverneurs, allen van AKP-signatuur, verbieden deze bijeenkomsten en ieder jaar zijn er rellen. Toma’s (waterkanonnen), gasgranaten en rubberkogels zijn het antwoord op legitieme eisen. Klein links, de CHP en de HDP steunen deze manifestaties, maar zelfs parlementairen worden slachtoffer van brutaal geweld.

Ook de milieubeweging heeft hieronder te lijden. Niet overal, maar bij belangrijke onteigeningen voor een zoveelste nieuw project, aarzelen de ordestrijdkrachten er niet voor om geweld te gebruiken tegen de dorpsvrouwen, dikwijls met een hoofddoek. De ironie wil dat de slachtoffers dikwijls hun stem uitbrachten voor diezelfde AKP, die hun nu het recht ontzegt om te manifesteren.

4. De Koerden

Na het stopzetten van het vredesproces in 2014 is hun situatie enkel verslechterd. Eerlijk gezegd, ik blijf erbij, het was een zware fout van jonge Koerden, dikwijls gelinkt met de PKK, die in delen van de Koerdisch etnische steden de autonomie uitriepen. Maar het geweld van de Turkse ordediensten stond niet in verhouding. Het uitroepen van de noodtoestand en daarna, het afzetten van Koerdische burgemeesters, is in een democratie onaanvaardbaar. Net als het opsluiten van parlementairen.

Ook na deze gemeenteraadsverkiezingen is dit weer gebeurd. De YSK, zegt maar de Nationale Verkiezingscommissie, controleert iedere kandidaat, en pas na goedkeuring door de YSK krijg je het recht om op te komen. In zes steden waar de HDP meer dan 70% van de stemmen haalt, weigerde men de verkozen burgemeesters te benoemen en gaf men de burgemeesters-zetels aan niet verkozen AKP-burgemeesters met minder dan een derde van de stemmen. Geen enkele klacht van de HDP werd weerhouden. Terecht stelt de voorzitter van de CHP, Kilicdaroglu, dat de verkiezingsuitslag moet gerespecteerd worden.

5. De vakbonden

Staken in Turkije is niet vanzelfsprekend. Bovendien is er een verbod om in openbare diensten te staken. Maar zelfs als, na lange procedures, onafhankelijke vakbonden de staking uitroepen, worden de stakingen – zeker als zij een grotere omvang hebben, bv. in de metaalsector – verboden door de regering.

De president is er trots op, onder zijn bewind zijn stakingen zo goed als verboden. Maar laat ons eerlijk zijn, geen enkele vakbond in België weigert Turkse delegees zelfs als zij de doodstraf of de dictatuur van Erdogan verdedigen. Als syndicalist ben ik daar razend om, hoe kan je als vakbond opkomen voor mensen als je dictatoriale principes verdedigt? Hiermee wil ik niet alle AKP-ers over dezelfde kam scheren, dat zou een verdraaiing van de werkelijkheid zijn. Voor aanhangers van de Grijze Wolven geldt dat echter niet.

Als de Belgische vakbonden Vlaams Belangers uitsluiten, dan zouden ze minstens even rigoureus moeten zijn tegenover mensen die zonder schaamte anti-democratische standpunten in Turkije verdedigen. Een syndicalist pleit voor stakingsrecht, voor democratie en voor mensenrechten, waar ook ter wereld. Zo denk ik erover.

6. De persvrijheid

De media staan voor 90 % onder controle van de AKP. Dat geldt zowel voor de staatsmedia als de ‘vrije’ media die meestal deel uitmaken van grote multinationals die lucratieve contracten krijgen van de overheid. Tegelijk zitten volgens de journalistenbond 175 journalisten in de gevangenis, waarmee Turkije aan de kop staat van onderdrukking van de persvrijheid. En dan heb ik niet over de honderden of duizenden journalisten die hun job hebben verloren omdat zij hun job als journalist(e) deden, noch over de honderden media die zijn gesloten.

7. Criminalisering van de oppositie

De oppositiepartijen worden afgeschilderd als ’terroristen’, ofwel zijn ze aanhangers van Fetö (de aanhangers van Gülen), ofwel zijn ze aanhangers van de PKK, ofwel is het een combinatie van beide. Dat is natuurlijk absurd. Nochtans heeft de AKP haar macht geconsolideerd dankzij de Gülenisten en onderhandelde de AKP voor 2014 via Fidan, het hoofd van de Binnen-andse Veiligheidsdienst, met Ocalan. Iedere kritiek op de president duwt je echter automatisch in een van beide kampen. En wees gerust, de president beheerst de media, op dat vlak is er weinig verschil met Noord-Korea.

8. Islamofobie

De president van Turkije werpt zich op als tegenstander van de islamofobie, maar omdat hij zichzelf uitroept als een soort kalief van de islam werkt hij islamofobie in de hand. Waar hij in eigen land niet aarzelt om musea om te vormen tot moskeeen, ik denk aan de Aya Sofia in Trabzon, zijn oproep om de Aya Sofia in Istanboel om te vormen tot een moskee, wat allemaal getuigt van een – vergeef me het woord – fundamentalistische benadering van religie, beperkt hij de islam tot zijn conservatieve visie. Dat werkt helaas islamofobie in de hand. Zelfs de Alevieten wachten nu al jaren op erkenning die er niet komt.

Vele moslims, ook in Turkije, zijn liberale moslims die in tegenstelling tot de president duidelijk een scheiding van religie en staat willen. De president is geen kalief volgens de grondwet, de progressieve islam, die ook bestaat, ontkent hij totaal. Islamofobie is verwerpelijk, net als antisemitisme. Maar je eigen interpretatie van de islam opdringen als de enige juiste, leidt tot islamofobie.

9. De buitenlandse politiek

De buitenlandse politiek van Turkije kan in een zin exact worden samengevat, ‘van problemen met niemand naar problemen met iedereen’.

Atatürk was op het vlak van buitenlandse politiek heel voorzichtig. Hij wilde het overleven van de Turkse republiek en besefte dat de ‘Ottomaanse droom’ een ramp zou betekend hebben voor de republiek. Daarom bleef hij neutraal in de buitenlandse politiek.

De huidige president heeft echter andere ambities. Hij wil, zoals ze dat noemen, Turkije op de wereldkaart plaatsen en probeert de Ottomaanse droom tot leven te wekken, daarom stelt hij bijvoorbeeld het verdrag van Lausanne (noodzakelijk voor de nieuwe republiek) in vraag. Tevens probeert hij de droom van hem als kalief, geestelijke leider van de islam, tot leven te wekken en is hij een aanhanger van de Moslimbroedersschap.

Internationale politiek is echter een wespennest. Bondgenootschappen komen tot stand om daarna weer te breken. De flaters stapelen zich op. Syrie is daarvan het beste voorbeeld. De president mag dan al de illusie hebben dat hij de VS en Rusland tegen elkaar kan uitspelen om zelf aan macht te winnen, het is en blijft een illusie. In dit spel ben je een marionet.

Ondanks de penibele situatie van de Turkse economie aarzelt de president er niet voor om de Europese bondgenoten tegen de schenen te stampen, de Turkse diplomatie moet achteraf de gebroken scherven opruimen. Of dit verstandig is, daar kan je grote vraagtekens bij plaatsen. De president mag dan al troeven in handen hebben, hij kan evengoed zijn kaart overspelen. De aankoop van de Russische S-400, zou wel eens opnieuw Turkije naar de rand van economische afgrond kunnen leiden.

Hoofdstuk 2: De president heeft een probleem

Hoewel de president van de lokale verkiezingen een verkiezingsshow maakte om zijn beleid goed te keuren, is hij daar in mislukt, los van het feit dat hij over de media beschikte.

Nu kan je zeggen dat de Volksalliantie (AKP-MHP) over geheel Turkije nog altijd de absolute meerderheid haalt, met ongeveer 52%. Dat klopt, maar de economisch belangrijke grootsteden, die instaan voor 70% van het BNP, zijn in handen van de oppositie.

Wie echt gedetailleerd de uitslagen nagaat, stelt vast dat ook Bursa, de enige nog overgebleven economische grootstad van belang die in handen is gebleven van de AKP, het verschil tussen meerderheid en oppositie van meer dan 15% in 2014 is teruggevallen op nauwelijks 2%. Tevens verliest de AKP stemmen in conservatieve gebieden aan de MHP, waardoor deze extreem nationalistische, zeg maar fascistische partij, meer druk zal kunnen uitoefenen op de AKP.

In de etnisch Koerdische gebieden is er overigens wat gefoefeld met de opdeling van de kiesdistricten, voorbeelden hiervan zijn Sirnak en Mus. (1)Zie https://secim.haberler.com/2019/yerel-secimler/sirnak-secim-sonuclari/ en https://secim.haberler.com/2019/yerel-secimler/mus-secim-sonuclari/

In feite heeft de AKP zichzelf in de voet geschoten. Zonder verkiezingsallianties had de AKP meer steden kunnen veiligstellen (het is immers de kandidaat met de meeste stemmen die de sjerp grijpt) maar omdat men telkens de verkiezingswetgeving à la tête du AKP, heeft gewijzigd, is het resultaat anders uitgedraaid. Dit leidt tot spanningen binnen de AKP. De president mag dan zijn partij al hebben omgevormd tot slaafse volgelingen, zijn economisch beleid en zijn alliantie met de MHP schiet zeker bij een deel van de AKP in het verkeerde keelgat.

Een voorzichtige, denk niet onterechte, conclusie die men mag trekken is dat in de ‘industriegebieden’ de hegemonie van de AKP voorbij is. Op zich trouwens niet te verwonderen als men de economische achteruitgang van de bevolking ziet. Maar juist in de industriële gebieden bestaat er, miniem weliswaar, ook een georgani-seerde arbeidersbeweging.

Hoofdstuk 3: De rebellie van Davotuglu

Toen de AKP werd opgericht had je verschillende strekkingen. Een ding hadden ze gemeen. Het waren conservatieve politici die het Kemalistische systeem wilden bre-ken. Voor alle duidelijkheid, zonder op de details in te gaan, het sociaal-politieke en economische systeem waar Atatürk voor stond, verschilde wel wezenlijk van politici die zich later op zijn erfenis beriepen.

Waar Atatürk stond voor een door de staat geleide economie, wat overigens Turkije van een feodale naar een moderne staat heeft gebracht, gold dit veel minder voor zijn volgelingen die over verschillende partijen verspreid zaten.

Erdogan is een populist. Sommigen zeggen, hij is dom, ik heb het voorheen al geschreven, hij is een machtspoliticus die vrij goed sentimenten in de maatschappij kan aanvoelen. Hij is een handige politicus. En door zijn populisme werd hij binnen de AKP steeds sterker.

De stichters van de AKP mochten dan wel conservatief zijn, zij wilden een economisch liberale conservatieve samenleving uitbouwen. Zij gingen mee toen Erdogan steeds autoritairder werd, want ze konden enkel over-leven dankzij Erdogan. Het waren communicerende vaten. Hun politiek liberalisme schoven zij aan de kant.

Vandaag zij ze afgeslacht. Erdogan heeft ze ge- en misbruikt en omdat zij nooit enige noemenswaardige oppositie vertegenwoordigden binnen de AKP, maar altijd de partijlijn volgden, was dat makkelijk. Wie ooit Animal Farm van George Orwell heeft gelezen, herkent in de uitgerangeerde AKP-politici het paard Bokser, de getrouwe partijmilitant die uiteindelijk wordt afgeslacht, vandaar gebruik ik het woord ‘afgeslacht’ bewust.

Vandaag beseffen zij dat de klok te ver is doorgeslagen, maar hun machtspositie die zij dankzij Erdogan hadden, is nu verloren.

Davutoglu, hij is kritisch geworden, maar hij slachtoffert zichzelf. De vraag is, hoe gaat de almachtige president reageren. En hier kan hij zich weer in de voet schieten, door Davutoglu te vernederen kan hij weerstand opwekken bij de oude stichters van de AKP.

Het ideeëngoed van Gül, Arinç, Davutoglu – zeg maar medestichters van de AKP – verschilt in feite weinig van Erdogan. Het zijn conservatief islamitische politici. Maar binnen hun ideologie, pleitten zij voor democratische spelregels. Ik vergelijk ze dikwijls met Willem de Zwijger, ‘ze praatten als ze moesten zwijgen en ze zwegen als ze moesten praten’.

Veel belangrijker is de figuur van Babacan. Net als Şimşek is hij een politicus die het vertrouwen van de financiële markten en – hoewel ze het niet expliciet durven zeggen – ook van de TUSIAD, de Turkse patroonsorganisatie geniet. Hoewel ze het nu niet zeggen, willen zij dat Turkije aanklopt bij het IMF.

Hoofdstuk 4: Een andere economische politiek

Het Turkse patronaat, gebonden aan de Erdo-politiek, beseft maar al te goed dat de huidige politiek tot een catastrofe leidt. Maar waar voorheen de TUSIAD kritisch was, hebben zij vandaag hun kritiek terzijde geschoven want in het Turkije van vandaag overleef je nog enkel als je de president steunt. De zoveelste flater van de TUSIAD die in 1980 de staatsgreep steunde en nu als een hondsvod de president steunt. Althans in theorie.

En voor alle duidelijkheid, de vrouwen van de TUSIAD zijn NIET onderdrukt, rijkdom overschrijdt blijkbaar alle conservatieve normen in Turkije. Zij zijn vrij, enkel gebonden aan hun onmetelijke rijkdom. Dat moet ook eens gezegd worden. Wat eens te meer bewijst dat onderdrukking van vrouwen niet is los te koppelen van hun sociaal economische status. Zelfs de MUSIAD (zeg maar de vereniging van het klein- en middelgroot bedrijf in Turkije, conservatief, supporters van de president) opent champagne en zet raki op de tafel als deze dames op bezoek komen, dat is geen roddel, dat heb ik uit eerste hand. Tegelijk zit de patroonsorganisatie (TUSIAD) verveeld met de schoonzoon van Erdogan, die niet alleen de beginselen van de kapitalistische economie niet kent, maar zich bovendien gedraagt als een olifant in de porseleinkast van de financiële markten, en wereldwijd volgens financiële analisten de grootste klungel is die zij ooit hebben meegemaakt.

De kunstmatige ondersteuning van de Turkse lira, waarover de Turkse Centrale Bank, weigert uitleg te geven, maakt het momenteel tot de zwakste munt van de opkomende economieën. Een ineenstorting zit er aan te komen. De reserves van de TCB zijn opgedreven door swaps, kortlopende leningen bij commerciële banken, voor een termijn van een week, bij commerciële banken, die gebruikt worden om de TL te ondersteunen. Een politiek die niet houdbaar is. Om die redenen wenst het patronaat een uitverkoop van Turkije aan het IMF.

Hoofdstuk 5: Hoe ik erover denk

Ik ben een verslaggever. Ik schrijf over Turkije, over de tegenstellingen, over de economie, over het leven van de mensen. Ik schrijf erover hoe Turkije in deze miserie is beland.

Om iets te kunnen veranderen, moet je goed de sterktes en zwaktes van je tegenstander kennen. Eén zaak is duidelijk, de miserie van de bevolking is sociaal econo-mische politiek van de AKP. Wie een wolf in schapenstal binnen laat moet achteraf niet komen klagen dat er lammeren zijn doodgebeten. En dit is exact wat de AKP heeft gedaan de laatste jaren, kortzichtig politiek denken enkel en alleen om de laatste resten van de democratie op te offeren op het slagveld van de president.

Dit ligt aan een deel van politici van de AKP zelf, maar ook aan de oppositie die veel te laks heeft gereageerd, dit ligt aan Europa dat behoudens het vingertje opheffen, nooit effectief heeft ingegrepen.

Los daarvan, als er een akkoord komt met het IMF, dan zal de bevolking nog harder bloeden dan vandaag de dag. De uitslag van de gemeenteraadsverkiezingen heeft duidelijk gemaakt dat er in de industriële centra, het kloppend hart van de Turkse economie, een keuze is gemaakt voor een andere politiek.

De CHP en de HDP, toch partijen die in hun programma sociaaldemocratische eisen stellen, moeten beseffen dat zij steun hebben in die industriële centra, en samen met de onafhankelijke vakbonden de strijd aangaan. Een adalet mars, voor een hoger minimumloon, voor sociale bescherming voor iedereen, voor opnieuw een ondersteuning van de landbouwsector zodat de voedselprijzen kunnen zakken, voor uitroeiing van de corruptie,… zou een enorme dynamiek kunnen veroorzaken. Sektarisme moet worden opzijgeschoven, democratie kan enkel door sociale dynamiek hersteld worden. Nou goed, zo denk ik erover.

Hoofdstuk 6: Toch zal Europa Turkije blijven steunen

Als de Turkse economie ineenstort dan heeft dat waarschijnlijk gevolgen voor alle opkomende economieën, wat op termijn kan leiden tot een ineenstorting van de wereldeconomie.

In een artikel – gepubliceerd in Daily Sabah, een regeringskrant – las ik dat onze minister van Buitenlandse Zaken, Didier Reynders, toen hij sprak voor de Turkse patroonsorganisatie in Belgie – betere samenwerking beloofde in de strijd tegen het terrorisme en zich zou inzetten om Turkije binnen de EU te brengen. (2)Zie https://www.dailysabah.com/war-on-ter-ror/2019/04/26/belgian-fm-calls-on-turkey-for-joint-fight-against-terrorism Volgens mij is de minister van buitenlandse zaken de spreekbuis van de Belgische regering. Dan heb ik toch een paar vragen…

België is een rechtsstaat. Maar als je de strijd aangaat tegen het terrorisme, moet je wel weten over welke organisaties je het hebt. En voor zover ik weet is het begrip ’terrorisme’ of ’terroristische organisatie’ in Turkije of België wel degelijk verschillend, zeker als men rekening houdt met uitspraken van Belgische rechtbanken. Ik weet, zou het ook niet mogen zeggen, maar het is wel zo, dat de Belgische politie zowel federaal als nationaal, zeer nauw samenwerkt met de ordediensten van Turkije. Op zich is daar niks mis mee als het gaat over echte criminelen. Maar is een journalist een crimineel? Is een opposant van de Turkse president een crimineel?

Daarnaast vraag ik me af of de Belgische regering echt voorstander is om Turkije binnen de EU te integreren. Dat laatste stuk in het artikel was waarschijnlijk in Reynders eigen naam, maar zo wordt het niet gebracht in de Turkse pers. Het is in strijd met de vooruitgangsrapporten van de EU. Maar, zoals steeds, zal ik een brief schrijven aan de minister van Buitenlandse Zaken. Nou ja, ben een briefschrijver, dat zijn democratische middelen. Ofwel is het artikel in Daily Sabah een vertekening van de werkelijkheid, wat best mogelijk is, ofwel is het waar,wat nog veel erger is.

Zowel Duitsland, Nederland als ons eigen Belgenlandje bakken zoete broodjes met Turkije. Geen woord over mensenrechten, geen woord over dictatuur. Zoals steeds primeert de economie. Vijftig procent van de Turkse export gaat naar de EU. Tegelijk staat de EU in voor twee derde van de buitenlandse investeringen in Turkije. Turkije kan dus niet zonder de EU, en dat weten ze maar al te best, zelfs de adviseurs van de president.

Tegelijk hebben een aantal private banken forse investeringen gedaan in Turkije en die zijn bang dat bij een ineenstorting van de Turkse economie, zij hun gelden niet kunnen recupereren. De vraag is of de EU zich zorgen moet maken over speculaties van private banken? De Europese Investeringsbank heeft al beloofd de ‘slechte’ leningen over te nemen.

De grootste schrik is echter dat de vluchtelingen plots Europa gaan overspoelen. Turkije heeft er 4 miljoen. Dus de knieval voor de Turkse president is snel gemaakt. Het probleem is overigens niet dat Europa zijn grenzen niet kan beveiligen. Het probleem is dat de EU niet tot een akkoord kan raken over de opvang van vluchtelingen. En dus tolereren we dat tienduizenden vluchtelingen in de meest erbarmelijke omstandigheden op de Griekse eilanden vastzitten.

Sorry voor de dierenliefhebbers, ben dat ook, we voeden hier een massa straatkatten, maar mensen die hun land ontvluchtten omwille van oorlog, iets wat wij zelf ook zouden doen, hebben recht op opvang. En voor alle duidelijkheid, wie mijn artikels volgt weet het: ik ben natuurlijk links, maar als ik hetzelfde moest schrijven in de Turkse media dan zat ik waarschijnlijk voor jaren opgesloten. Zouden jullie, of sommigen onder jullie, dan ook de poorten van Europa voor mij sluiten?

Tenslotte: democratie – vergeet het!

Er bestaat geen democratie, er bestaat enkel economie. Daarvoor doet men alles. En neen, in dit Europa geloof ik allang niet meer. Wij zullen het zelf moeten doen. Net zoals de Turkse economie gebouwd was op luchtkastelen, is de EU gebouwd op normen en waarden die men zelf weigert te respecteren. Ik ben voor samenwerking binnen Europa. Maar ik aanvaard de regels van de EU niet, die zijn mooi in theorie, slecht in de praktijk. Zij leiden tot sociale dumping, ondermijnen onze sociale zekerheid. De sociale rechten van Europa, daarover is het zo moeilijk een akkoord te bereiken.

Ik geloof in het socialisme. Dat wil zeggen: stop de armoede, rechtvaardige lonen en pensioenen voor iedereen, betere sociale zekerheid. Internationalisme, dat wil zeggen geen racisme. Daarom zal ik op 1 mei fier mijn rode vlag dragen in Izmir. Samen met de onafhankelijke vakbonden, met klein links. Dat is internationalisme, dat is socialisme.

Leve een mei! Yasasin bir mayis!

Voetnoten

Voetnoten
1 Zie https://secim.haberler.com/2019/yerel-secimler/sirnak-secim-sonuclari/ en https://secim.haberler.com/2019/yerel-secimler/mus-secim-sonuclari/
2 Zie https://www.dailysabah.com/war-on-ter-ror/2019/04/26/belgian-fm-calls-on-turkey-for-joint-fight-against-terrorism