Op 27 april besliste de Poolse Lerarenbond ZNP de wekenlange staking van de leerkrachten op te schorten tot in september. Toch blijft het interessant om op deze historische staking terug te blikken. (redactie SAP-Rood)

Op 8 april ging 74% van de scholen en kleuterscholen in Polen in staking. De organisator van de staking is de Poolse Lerarenbond (ZNP), die dicht bij de sociaaldemocraten staat, maar er zijn ook stakers die lid zijn van de regeringsgezinde vakbond Solidarność (Solidariteit) en stakers die niet bij een vakbond zijn aangesloten. Het is de grootste lerarenstaking sinds 1993 en mogelijk de grootste in de geschiedenis van Polen. Er is sprake van een indrukwekkende solidariteit en de mobilisatie van een voornamelijk vrouwelijke beroepsgroep aan de basis. Ook zijn er schooloverstijgende stakingscomités opgericht.

De staking heeft een breed maatschappelijk draagvlak. Veel academische instellingen en gemeentehuizen hebben bijvoorbeeld aangekondigd dat hun werknemers, als ouders, hun kinderen mee kunnen nemen naar het werk. Anderen organiseren speciale evenementen voor kinderen.

Overal in het land worden bijeenkomsten georganiseerd in solidariteit met de leerkrachten, ook door de leerlingen. De staking wordt ondersteund door andere beroepsgroepen, zoals de onlangs protesterende beginnende artsen en medewerkers van de Poolse Luchtvaart Maatschappij LOT. De staking wordt ook gesteund door kringen die normaal gesproken de strijd van arbeiders niet steunen, waaronder de liberale mainstream media die zich verzetten tegen de rechts-radicale partij Recht en Rechtvaardigheid (PiS), zoals het grote dagblad Gazeta Wyborcza en de grootste particuliere televisiezender. De parlementaire oppositie steunt de leraren ook.

Tegelijkertijd staan de leraren onder grote druk van de regering, die de staking op verschillende manieren probeert te breken. Persoonlijke gegevens van stakende leraren worden illegaal verzameld. Op internet en op de publieke televisie wordt hevig propaganda tegen stakingen gevoerd en pro regeringspropaganda uitgezonden, waarin de staking als communistisch en antinationaal wordt afgekeurd en waarin leraren worden beschuldigd van het schaden van kinderen.

De staking brak vlak voor het eindexamen van de middelbare scholen uit. Er werden echter wel examens gehouden, omdat stakende leraren werden vervangen door willekeurige personen, zoals kantoormedewerkers, religieuze instructeurs, waaronder priesters en nonnen, gevangenispersoneel en brandweerlieden.

‘Vanaf het allereerste begin vernedert de regering ons de hele tijd’, vertelt een stakende leraar aan Left East. ‘Ook vandaag hebben we weer een klap in het gezicht gekregen. Ze behandelen ons alsof we niet bestaan. De regering heeft haar positie verhard en probeert de leraren uit te hongeren – we zullen niet betaald worden voor de stakingsdagen. Sommigen zijn gestopt met de staking vanwege de economische druk, anderen vanwege de propagandadruk – de pro regeringspropaganda zegt dat we kinderen gegijzeld houden. Ik veroordeel ze niet. Het is moeilijk – we denken nog steeds aan de leerlingen. Hoewel de sfeer op mijn school goed is, is deze staking niet leuk. Maar we staken niet alleen maar om geld, maar ook om de waardigheid van ons beroep.’

De ZNP eist een salarisverhoging van 1000 PLN (250 euro) voor leerkrachten. De koopkracht van leerkrachten daalt al jaren systematisch. Momenteel bedraagt het basissalaris van een gediplomeerde leraar (het hoogste niveau in de loopbaan van de leraar) 3484 PLN (870 euro) – 70% van het nationale gemiddelde. Een beginnende leerkracht verdient 50% van het nationale gemiddelde.

Maar het gaat niet alleen om de verdiensten. In 2017 heeft de regering van de Recht en Rechtvaardigheidspartij een onderwijshervorming ingevoerd: een terugkeer naar een eerder schoolsysteem met twee niveaus (lagere school, middelbare school) na een paar decennia van drie niveaus (basisschool, lagere school, middelbare school). Hoewel het idee zelf populair was, werd de hervorming door velen als onvoorbereid beschouwd. Vanwege de uitvoering van de hervorming werd ze niet alleen bekritiseerd door leerkrachten, maar ook door ouders en lokale autoriteiten, die de kosten ervan moesten dragen. De ZNP verzamelde 910.000 handtekeningen van burgers (bijna twee keer zoveel als de wet vereist) ter ondersteuning van een referendum over de onderwijshervorming, maar dat werd verworpen door het parlement, waar de Partij voor Recht en Rechtvaardigheid de meerderheid heeft.

De uitvoering van de hervorming heeft de groeiende ontevredenheid onder leraren, die elke dag van de ene school naar de andere moeten rennen om fulltime te kunnen werken, aangewakkerd. Een ander ‘neveneffect’ van de hervorming is dat middelbare scholen in 2019 met twee keer zoveel examenkandidaten worden geconfronteerd als voorheen, wat bijzonder belastend is voor leerlingen en ouders.

‘De hervorming van [minister van Onderwijs] Anna Zalewska betekent voor de leerkrachten niet alleen nieuwe taken, verslechterende werkomstandigheden en lagere inkomens, maar ook dagelijkse ontevredenheid van de ouders, die de negatieve gevolgen van de hervorming ondervinden. Daarom besluiten leerkrachten steeds vaker om hun baan bij scholen en kleuterscholen op te zeggen… Zalewska is hiervoor verantwoordelijk,’ legt Sławomir Broniarz, voorzitter van de Poolse Lerarenbond, in september 2018 uit.

Vanwege de groeiende ontevredenheid van de leraren aan de basis, organiseerde de pro regeringsvakbond Solidarność hun eigen protesten, maar de leiding van de vakbond was tegen de staking. Bovendien tekende Solidarność vlak voor de staking een aparte overeenkomst met de regering, waarin het regeringsvoorstel werd geaccepteerd. Dat werd niet alleen door de ZNP en haar leden, maar ook door de Solidarność-leden en niet in een vakbond georganiseerde docenten als volstrekt onaanvaardbaar beschouwd: de leraren begonnen de vakbond te verlaten en de regionale en lokale leiders van Solidarność steunden de staking en riepen op tot het aftreden van de nationale voorzitter.

‘Deze staking is uiterst belangrijk en had al vele jaren geleden georganiseerd moeten worden. Leerkrachten worden, net als verpleegkundigen, gechanteerd door de massamedia. Echter, zoals socioloog Beverly Silver schrijft, zijn leraren proletariërs. De publieke opinie moet geconfronteerd worden met het feit dat leraren niet alleen een vertrouwenspositie hebben of de ‘missie’ uitvoeren om toekomstige generaties op te voeden, maar ook een beroepsgroep zijn, die haar eigen collectieve belangen heeft’, legt Dr. Marcin Starnawski, een sociaal wetenschapper en een onderwijsspecialist, uit aan LeftEast. ‘Persoonlijk vind ik dat het van het begin af aan een sit-in staking had moeten zijn, er hadden geen examens moeten worden afgenomen. Deze staking zou het dagelijks leven moeten reorganiseren. Publieke steunacties, zoals de oprichting van het nationale stakingsfonds, zijn prachtig, maar we hebben er meer van nodig, misschien ook een aantal vormen van dagelijks informeel gemeenschapsonderwijs en zorg om ouders van schoolkinderen te helpen. Laten we hopen dat de stakende leraren zullen overwinnen,’ voegt hij eraan toe.

Na de ineenstorting van het ‘reëel bestaande’ socialisme, begin jaren negentig, toen neoliberale hervormingen werden doorgevoerd, organiseerden leerkrachten stakingen en protesten met het hoogtepunt in 1993 – de grootste staking van leerkrachten in de geschiedenis van Polen tot nu toe, waarbij de eindexamens van de middelbare school niet werden afgenomen. Die staking was niet succesvol. Laten we hopen dat de leraren in 2019 wel zullen slagen.

Dit artikel verscheen oorspronkelijk op Left East. Nederlandse vertaling: redactie Grenzeloos.