De Turkse lira staat de laatste maanden onder flinke druk. Sinds begin dit jaar daalde de munt met 50 procent ten opzichte van de dollar. De openlijke conflicten tussen Trump en Erdogan krijgen veel aandacht. Maar een blik op bredere ontwikkelingen laat zien dat er meer aan de hand is.

In de nasleep van de crisis van 2008 verkondigde de Turkse elite met trots dat haar economie de storm goed had doorstaan en ondertussen de snelst groeiende was van Europa. Maar in feite werd er een nieuwe bubbel opgeblazen.

In reactie op de crisis verlaagden Amerikaanse en Europese banken de rentes. Turkse en buitenlandse kapitalisten investeerden op grote schaal in de Turkse economie op basis van de goedkope en soms zelfs gratis leningen uit het buitenland. Vaak waren dit kortetermijnkredieten, die voortdurend moeten worden geherfinancierd. Dat is makkelijk zolang de munt stabiel is en buitenlandse rentes laag blijven.

Maar nu de lira verzwakt, kunnen de problemen voor de Turkse economie acuut worden. Investeringen in de verschillende megaprojecten, voornamelijk infrastructuur en vastgoed, komen nog verder onder druk te staan. Nieuwe financiering wordt steeds moeilijker nu meer en meer lira’s nodig zijn om de in dollar en euro afgesloten leningen terug te betalen. Door middel van enorme infrastructurele werken als de grootste luchthaven ter wereld heeft Erdogan de economie weten te stimuleren.

Turkije heeft verder een negatieve handelsbalans, weinig eigen energievoorraden en de binnenlandse markt is opgekrikt met consumentenleningen. De val van de lira heeft geleid tot een massale verkoop van de munt (en vice versa), wat maakt dat ook de Turkse staat meer moeite zal hebben met het oplossen van tekorten op de budgetten. Bovendien zien investeerders de bui al een tijdje hangen en trekken zich terug.

Europa

Vanuit Europa wordt er verschillend gekeken naar de situatie in Turkije. Opnieuw blijkt dat Europese banken de meest risicovolle leningen hebben uitstaan. Het gaat vooral om het Spaanse BBVA, Italiaanse UniCredit en het Franse BNP Paribas.

Hoewel economen stellen dat het totale effect van een Turkse crisis op de Europese markten zal meevallen, heeft Merkel al van Erdogan geëist de rentes via de centrale bank te verhogen om de lira te beschermen: ‘Niemand heeft belang bij een economische destabilisatie van Turkije. Maar alles moet in het werk worden gesteld om de onafhankelijkheid van de centrale bank te waarborgen’.

Ondertussen wordt er al voorgesorteerd op ingrijpen door het IMF en de Europese Unie. Bij monde van de Duitse journalist en neoliberale hardliner Von Marschall: ‘Duitsland moet samen met de EU, de VS en het IMF bereid zijn om financiële hulp te verlenen… één ding is zeker: financiële steun kan niet worden verleend zonder voorwaarden’.

Eerder sprak de Duitse sociaaldemocraat Andrea Nahles zich ook al uit voor Duitse ‘steun’: ‘Turkije is een NAVO-partner. Een economisch stabiel Turkije zonder monetaire turbulentie is in ons eigen belang’. De EU-commissaris voor Begroting Günther Oettinger stelde dat het ‘niet Duitslands taak is’, maar ‘die van het IMF’. De Duitse regering liet weten momenteel niet te overwegen een voorstel te doen aan Ankara.

Economisch complot

Het is onwaarschijnlijk dat Erdogan zit te wachten op ‘hulp’. De vervroegde verkiezingen in juni hadden alles te maken met de economische instabiliteit. Een herverkiezing zou veel moeilijker zijn op het moment dat problemen voelbaar zouden worden voor de kiezers.

Na zijn herverkiezing is Erdogan aan de slag gegaan met het verstevigen van zijn grip, ook op het vlak van financiën. Hij benoemde in juli zijn schoonzoon Albayrak als Minister van Financiën, gaf zichzelf het recht de president van de centrale bank te benoemen en hij oefent druk uit om de rentes laag te houden. Vooral dit laatste schijnt nogal pijn te doen bij veel commentatoren en politici buiten Turkije, gegeven de reeks oproepen om ‘de onafhankelijkheid van de centrale bank te waarborgen.’

Volgens Erdogan is er sprake van een ‘economisch complot’, geregisseerd vanuit de VS: ‘Er is geen economische reden. Het is een operatie tegen Turkije. We zullen ons niet overgeven.’ Maar de kans is groot dat het Erdogan heet wordt onder de voeten. Hij heeft onder zijn leiderschap voornamelijk economisch succes kunnen claimen, een van de pijlers van zijn populariteit. Nu stuit het ‘succes’ op zijn grenzen en wordt Erdogan ermee geconfronteerd dat ook hij onderhevig is aan de grillen van het wereldkapitalisme.

Conflict met de VS

Tegelijkertijd wordt veel nadruk gelegd op het diplomatieke haantjesgevecht tussen Erdogan en Trump. Zo zit een Amerikaanse pastoor – lid van de kerk van vicepresident Mike Pence – al tijden vast in Turkije op verdenking van terrorisme en de VS eist zijn vrijlating. Het is het topje van de ijsberg. De twee landen zijn op meer vlakken met elkaar in conflict. De VS wil Fethulla Gülen – die volgens Erdogan vanuit de VS de mislukte coup van 2016 organiseerde – niet uitleveren. In Syrië verleent de VS steun aan de Syrisch-Koerdische YPG, een groep die Turkije als ‘terroristisch’ heeft gekwalificeerd.

Ondertussen zijn er tekenen dat Rusland en Turkije elkaar beginnen op te zoeken. Eind vorig jaar kocht Turkije – lid van de NAVO – voor 2,5 miljard dollar een Russisch raketsysteem. Ook inzake Syrië richt Turkije zich op een voorzichtige samenwerking met Rusland en Iran. Turkije begint nu ook voor financiering elders te kijken. Het ontving een pakket van 3,6 miljard van China en Qatar heeft 15 miljard aan investeringen toegezegd.

Maar het totaal aan schulden loopt in de honderden miljarden. De tarieven die Trump in augustus oplegde aan de Turkse staal- en aluminiumindustrie lijken onderdeel van het gevecht om de positie van Turkije in de wereld.

Het idee dat de VS bewust de Turkse munt de nek om wil draaien werd gevoed door het feit dat de sancties direct volgden op het moment dat Albayrak de val van de lira enigszins had getemperd. De claim van Erdogan dat Turkije slachtoffer is van een complot is echter geen zinnige verklaring voor de problemen waarmee het nu kampt. Turkije is namelijk niet het enige land waar onder andere de verhoging van de rente door de Amerikaanse centrale bank (FED) heeft geleid tot inflatie, kapitaalvlucht en een daling van de munt. Het uiteindelijke resultaat: schulden waar nationale economieën niet meer uitkomen.

Nieuwe schuldencrisis

Brazilië, Indonesië, Zuid-Afrika, India en andere zogeheten ‘opkomende economieën’ ondervinden de laatste maanden ook de effecten van dit proces. Crises zijn er uitgesteld door jarenlange goedkope investeringen door staat en kapitaal. Dat de problematische gevolgen zich nu opdringen is een teken van de instabiliteit van de wereldeconomie. In Argentinië verhoogde de centrale bank de rente tot 45 procent om uiteindelijk alsnog het grootste hulppakket ooit te moeten aannemen van het IMF. Desondanks is de rente nu verder verhoogd naar 60 procent.

Hoewel elk van deze landen een eigen unieke politieke dynamiek, geopolitieke positie en economische ontwikkeling kent, heeft de verhouding tot het wereldkapitalisme sterke overeenkomsten en zullen de gevolgen veelal hetzelfde zijn. Een nieuwe schuldencrisis lijkt op handen.

Bij gebrek aan echte oplossingen in Turkije slaat Erdogan nog harder op de nationalistische trom dan tevoren. Hij heeft de Turkse bevolking opgeroepen tot een reeks kansloze acties die hen vooral het gevoel moeten geven van Turkse weerstand tegen het imperialisme. Ook zijn religieuze achterban moet hij alle zorgen hebben ontnomen toen hij zei: ‘Zij hebben dollars, maar wij hebben god’.

Het zijn de gebruikelijke manieren om de illusie van nationale eenheid te creëren. Maar de combinatie van economische crisis en autoritaire nationalisten is giftig. Grote delen van de Turkse bevolking lijden al onder hevige repressie, oorlog en onderling wantrouwen. En de enorme kosten die crises met zich meebrengen zullen onherroepelijk op de schouders van werkende Turken worden gelegd.

Dit artikel verscheen oorspronkelijk op socialisme.nu.