Op zondag 26 mei zal het politiek landschap in België en Europa grondig worden door elkaar geschud. De lange periode van verkiezingscampagne die begon met de gemeenteraadsverkiezingen in oktober 2018, loopt op haar einde. Voor de sociale meerderheid in dit land zal 26 mei het moment worden om in het stemhokje de boodschap te laten horen die de sociale bewegingen, de vakbeweging voorop, niet konden doordrukken sinds 2014.

De vreselijke balans van de as Michel-De Wever

Laat ons snel even terugblikken: de afgelopen jaren onder de regering Michel, tot haar val in december 2018, werden gekenmerkt door veel sociale achteruitgang, een reeks belangrijke breuken en recenter door enkele heuse lichtstralen. In termen van sociale achteruitgang waren er onder meer de niet-indexering van de lonen en het opleggen van een loonbevriezing voor de komende jaren, het optrekken van de pensioengerechtigde leeftijd naar 67 jaar, de miljarden besparingen op het gezondheidsbudget, een nieuwe lading cadeaus aan het patronaat met 2 miljard bijkomende vermindering van de patronale bijdragen aan de Sociale Zekerheid, de wet Peeters die leidde tot een explosie van onzekere banen en andere ‘mini-jobs’, de beperkingen op de inkomensgarantieuitkeringen die vooral vrouwen troffen, de minimale dienstverlening die het stakingsrecht bij de NMBS raakte, enz.

Uiteraard had geen enkele van deze maatregelen echt tot doel om tot een begroting in evenwicht te komen of om iedereen aan kwaliteitsvol werk te helpen. Dit programma van sociale afbraak heeft daarentegen alles te maken met de wil om steeds meer af te romen voor de kapitaalbezitters in dit land, voor de aandeelhouders en de grote patroons en met de wil hoge winsten te garanderen aan de grote bedrijven in een kapitalisme dat naar een nieuwe adem snakt.

De elementen van continuiteit en van breuk zijn beide aanwezig wanneer we de regering Michel-De Wever vergelijken met regering Di Rupo die haar voorafging. Alle parameters gingen er op achteruit onder de liberaal-nationalistische regering, maar de driepartijenregering onder leiding van de PS was al met het vuile werk begonnen, zowel op het vlak van het bevriezen van de lonen, de besparingen op de openbare diensten, de jacht op werklozen en de precarisering van jongeren met ondermeer de afschaffing van de wachttijdvergoeding na drie jaar. Di Rupo opende de weg voor Michel en De Wever. Op het einde van de rit leidt de verder zetting van het neoliberale en autoritaire beleid ons naar de rand van een omslag naar een steeds brutalere samenleving en politiek regime op een onleefbare Aarde.

Nochtans staat niets in steen gebeiteld: die van bovenaf controleren noch de kapitalistische wanorde, noch de mobilisaties van onderuit. Afgelopen 5 jaar zagen we eerst de creatie van Hart Boven Hard en het syndicaal actieplan in crescendo in de herfst van 2014 die uitliepen op massale manifestaties en stakingen. De acties brachten toen de ‘kamikazeregering’ serieus in gevaar. De leidingen van de vakbonden kondigden een wapenstilstand af op het hoogtepunt van de beweging, zonder iets te hebben gewonnen, met als enige objectieven de plaats van de vakbondsleidingen veilig te stellen in een sociaal overleg dat al jaren klinisch dood is en de val van de regering te vermijden. Dit stil leggen van de strijd en de syndicale zigzags van de jaren erna lieten hun sporen na.

Zo werd de periode na de aanslagen in Parijs en Brussel voluit gebruikt door de rechtse coalities om een sprong voorwaarts te maken in het autoritaire veiligheidsbeleid en het staatsracisme. We kregen de invoering van de mogelijkheid om de Belgische nationaliteit af te nemen zonder enige tegenstand in het parlement (zelfs niet van de PVDA of de groenen), de vier dagen durende ‘lockdown’ van Brussel in 2015, de massale en zeer zichtbare aanwezigheid van het leger in de straten, enz. Van het opnieuw opsluiten van kinderen in gesloten centra, wat we ook al kenden onder de liberaal-socialistische regering tussen 2004 et 2008 tot de dood van de kleine Mawda door een politiekogel, is ‘onmenselijk’ het woord dat het beste de balans samenvat van de racistische politiek tegenover migranten en vluchtelingen van België en de Europese Unie.

Het ergste is nooit zeker

Toen de N-VA uit de regering Michel stapte afgelopen winter waren we met niet weinigen die het ergste vreesden, in een context van massale hernieuwde mobilisatie van extreemrechts op straat en van de globale opkomst van deze stromingen. van de VS tot Brazilië, van Zweden tot Spanje. Maar gelukkig gooide ook nu de sociale strijd roet in het eten van De Wever en co. Het ergste is nooit zeker. We zagen sinds januari de terugkeer van onze kracht met een historische massabeweging van de jeugd, met de wekelijkse klimaatstakingen, versterkt door enorme betogingen en acties van burgerlijke ongehoorzaamheid. Ook de feministische beweging kende een heropleving die we de afgelopen 20 jaar niet meer zagen, met een geslaagde 8 maart met betogingen en veelvormige stakingsacties, gedragen door een dynamiek van collectieve en pluralistische zelforganisatie rond het Collecti.e.f 8 maars. Op enkele dagen van de verkiezingen blijft de campagne grotendeels gekenmerkt door sociale en ecologische thema’s, ondanks pogingen van liberalen, N-VA en Vlaams Belang de campagne opnieuw op hun gedroomde terrein te brengen.

De verkiezingen van 2018 lieten al een sterke vooruitgang zien voor de groenen en de PVDA-PTB, maar helaas ook voor het Vlaams Belang in Vlaanderen. Het verlies aan invloed en de blijvende achteruitgang van het stemmenaantal van de drie politieke families die historisch de Belgische staat domineerden (christendemocraten, liberalen en sociaaldemocraten) wordt elke dag een beetje meer bevestigd. De veelvormige crises die door het kapitalisme worden veroorzaakt, het onvermogen van de traditionele partijen om de bevolking iets anders te bieden dan de langzame achteruitgang van onze levensvoorwaarden en -kwaliteit en dan de concentratie van rijkdommen in de handen van een piepkleine minderheid van de bourgeoisie, de atomisering en het verlies aan zingeving in het neoliberaal tijdperk, dit alles speelt in de kaart van het uiteenspatten van zekerheden, instabiliteit en politieke polarisatie op lange termijn.

De sociale bewegingen plaatsten de fundamentele maatschappelijke inzet op de tafel. In de eerste plaats de eenvoudige noodzaak om een menswaardige toekomst te hebben op de Aarde, in het vooruitzicht van drievoudige verkiezingen die een debat over de grond van de zaak zouden moeten toelaten, zonder gehakketak over op welk niveau van de macht eventuele beslissingen moeten genomen worden. Toch passioneert de verkiezingscampagne allesbehalve.

Ook al veranderen verkiezingen op zich ons leven niet, toch betekenen ze een onvermijdbaar moment in de opbouw van de politieke krachtsverhoudingen en laten ze hun sporen na in het bewustzijn van de overgrote meerderheid van de bevolking en bijgevolg in de dynamiek van de sociale strijd. Het komt er dus op aan ons stembiljet te gebruiken zonder illusies in het parlement noch in onthoudingen, beide in laatste instantie maar twee manieren om een buitensporig belang toe te kennen aan het (niet-)stemmen. Laat ons tenslotte ook niet vergeten dat een miljoen inwoners van ons land zonder de Belgische nationaliteit (waaronder 150 000 mensen zonder papieren) evenals tienduizenden jongeren tussen 16 en 18 jaar, zelfs geen stemrecht hebben in de regionale, federale en (in vele gevallen) Europese verkiezingen. Meer dan 1 mogelijke kiezer op 8 in België en bijna de helft van de mensen in Brussel!

Rechts een nederlaag toebrengen, zonder illusies in sociaaldemocraten en groenen

Het spreekt vanzelf dat de eerste prioriteit in deze verkiezingen is een zo groot mogelijk klap toe te brengen aan rechts en extreemrechts. De porositeit tussen bepaalde stromingen van de MR en de N-VA en de neofascisten in maatpak van het Vlaams Belang, de PP of de lijst Destexhe, samen met de extreemrechtse manifestaties van afgelopen winter, moeten ons alert houden. Na 5 jaar verstikt te worden, hebben we geen enkel belang een politiek van het ergste te verdedigen. De kwestie stelt zich natuurlijk het sterkste in Vlaanderen waar de rechtse partijen samen nog steeds meer dan 70% van de stemmen halen. Bij centrumrechts staat de Cdh al klaar om een coalitie MR-N-VA bis te depanneren en de CD&V is meer dan ooit een pro-patronale partij, net als Défi.

Wat dan te denken van de PS, SP.a, Ecolo en Groen? Er zijn zeker nuances tussen deze partijen, maar allen zijn ze gekenmerkt door hun wil om loyaal de kapitalistische en neoliberale staat te beheren, binnen het kader van een economie die in handen wordt gelaten van de grote kapitaalbezitters en binnen het kader van de eurozone en de Europese besparingsverdragen. Niet alleen weigeren deze partijen dus elke confrontatie, laat staan een duidelijke breuk, met het kapitalistische en neoliberale kader, maar bovendien is de balans van hun vorige regeringsdeelnames enorm negatief voor de werkende bevolking en voor de planeet. Natuurlijk kennen we allemaal eerlijke leden van deze formaties die proberen tegen de stroom in te roeien. Sommigen noemen zichzelf zelfs ‘antikapitalisten’ of ‘ecosocialisten’ (de PS durft alles, daaraan kan je die partij zelfs herkennen).

Het probleem is dat antikapitalisme of ecosocialisme geen holle labels zijn of magische woorden, waarvan het volstaat dat je ze inroept om te komen tot wat ook op maatschappijverandering lijkt. Het zijn engagementen die strategische keuzes inhouden gebaseerd op de klassenstrijd, de massale en radicale mobilisatie van onderuit door alle mensen die er belang bij hebben de wereld te veranderen, op de zelforganisatie van de werkende klasse en de onteigening van de kapitalistische klasse die onze levens vernietigt. Het antikapitalisme als vertrekpunt en het ecosocialisme als objectief, veronderstelt het categorisch in vraag stellen van de regels van de kapitalistische staat en economie. Dat betekent dat we moeten proberen een politiek instrument op te bouwen dat de ambitie om de maatschappij radicaal om te vormen door een revolutionaire breuk, serieus neemt.

Er bestaat geen ‘softe’ strategie voor antikapitalisten. Pogingen om het systeem van binnenin te veranderen en daarbij elke radicale optie en elke maatregel tot zelfverdediging van het proces te ontwijken, zijn ofwel in een tragedie, zoals in het Chili van Allende in 1973 ofwel in een neoliberaal-autoritaire degeneratie, zoals in het Griekenland van Tsipras in 2015, geëindigd. Een consequent antikapitalisme en ecosocialisme zijn onverenigbaar met de programma-assen van de sociaaldemocraten en groenen, gebaseerd op verlaging van de patronale bijdragen aan de Sociale Zekerheid, behoud van het privé-bezit van de financiële en energiesector en op de balans en praktijken van hun loyaal mee beheren in coalities met rechtse partijen.

Kandidaten van deze formaties die eerlijk zijn met hun eigen bestempeling als antikapitalisten of ecosocialisten zullen zeer snel voor beslissende keuzes komen te staan, vermits alles er op wijst dat groenen en sociaaldemocraten opnieuw mee zullen regeren op een of meerdere niveaus. Wat ons betreft, wij roepen op het grootste wantrouwen bij en volledige onafhankelijkheid van de sociale bewegingen en de vakbeweging tegenover beide politieke families. De sociale bewegingen en de vakbonden moeten elke wapenstilstand of elke ‘staat van gratie’, ook tegenover hen, afwijzen als ze in een regeringscoalitie of -coalities stappen.

Stem voor de PVDA

Na logische eliminatie van de sociaal-liberale of eco-liberale opties, blijft de enige mogelijkheid om op 26 mei een linkse stem uit te brengen tegen het besparingsbeleid een stem voor de PVDA. Daarom zullen de meesten onder ons dan ook stemmen voor kandidaten op de lijsten van de PVDA. Toch vallen er ook dingen te zeggen over de evolutie van de PVDA sinds 2014.

De balans van de tussenkomsten van Raoul Hedebouw en Marco Van Hees in het Parlement is positief in termen van aanmoediging van een reeks syndicale acties en tegen de besparingen, of recent nog ter ondersteuning van de klimaatjongeren. De PVDA is er ook in geslaagd zich in te planten in de volkswijken van de grote steden en in de grote bedrijven. De PVDA haalt ook proteststemmen binnen waarvan onderzoek uitwijst dat ze anders naar extreemrechts zouden gaan.

Dat zijn belangrijke verworvenheden. Maar anderzijds moeten we ook de problematische signalen vanuit deze partij vast stellen. Zo stelde de PTB-PVDA na de verkiezingen van 2014 onmiddellijk een einde aan de ervaring van Go-Gauche d’ouverture, nochtans mee tot stand gebracht door het ABVV van Charleroi en de CNE (Franstalige bediendencentrale van het ACV). De les is duidelijk: de partij heeft geen enkele zin om een pluralistische en diverse radicale linkerzijde op te bouwen. Ze heeft ook geen enkele aandrang om het ‘Belgisch model’, waarbij de bureaucratische apparaten van de arbeidersbeweging acties van de werkende klasse inperken doorheen het overleg met hun ‘politieke vrienden’ en het patronaat, fundamenteel in vraag te stellen. Hoopt de PVDA op termijn de plaats van de PS en sp.a in te nemen in deze rol?

De PVDA heeft zich zo teruggeplooid op zichzelf en haar eigen opbouw als enige echte prioriteit. Dit komt onder meer tot uiting in de afwezigheid van verruimingskandidaten op haar lijsten, zeker in vergelijking met 2014, maar ook bijvoorbeeld in vergelijking met Ecolo dat er op handige manier in slaagde verschillende activisten op haar lijsten te krijgen. De PVDA-PTB weigerde ook om verruimingskandidaten van de SAP-Gauche anticapitaliste op haar lijsten te plaatsen, zowel in Franstalig België als in Oost-Vlaanderen.

De partij behoudt ook een erg ’top-down’ en autoritair intern regime, waarbij elk openlijk of gestructureerd pluralistisch debat wordt geweigerd. Zolang de partij vooruitgaat in termen van leden en kiezers lijken de cijfers gelijk te geven vast te houden aan zulke manier van werken, ondanks de velen die vertrekken uit de organisatie. Nochtans is er geen betere garantie op verse zuurstof en op collectief leren voor ons sociaal kamp dan de breedst mogelijke democratie.

Met groot succes komen grote vragen en grote verantwoordelijkheden. De PVDA is heel wat sterker geworden en beschikt over een uitgewerkt links verkiezingsprogramma. Helaas worden ook heel wat centrale vraagstukken in haar programma uit de weg gegaan. Zo vinden we er noch de eis van onteigening van de banken noch van de energiesector in terug (‘een openbare bank’ en ‘een openbare energiesector’ vragen, is niet hetzelfde als de onteigening van deze grote kapitaalsectoren naar voor schuiven).

Evenmin vinden we er het schrappen van schadelijke of nutteloze productie in terug. Er is geen sprake van terugroepbaarheid en herverkiesbaar stellen van verkozenen. Geen sprake ook van het afschaffen, laat staan terugvorderen, van de 16 miljard cadeaus aan het patronaat in de vorm van de verlaging van de patronale bijdragen aan de Sociale Zekerheid, van de nationalisering van de farmaceutische sector. Tenslotte is ook geen sprake van de uitbreiding van het passief en actief kiesrecht, van decentralisering, grondwetgevende vergadering of republiek, van vrijheid van verkeer en vestiging voor iedereen… Evenveel maatregelen die deel uit maken van ons antikapitalistisch overgangsprogramma.

Meer verontrustend: de PVDA blijft ambigue over de Europese verdragen en de euro. De partij heeft het over een recht op ongehoorzaamheid aan de Europese regels maar zwijgt over wat noodzakelijk zal zijn in het geval de EU een linkse regering wil breken die zich opstelt tegen het besparingsbeleid. Bovendien probeert de PVDA ook regelmatig ’te plakken’ op wat het als de meerderheidsopinie beschouwt binnen haar elektoraat rond kwesties als repressie: haar onthouding rond de mogelijkheid de Belgische nationaliteit af te nemen, haar steun aan de ‘antiterroristische’ maatregelen en aan meer middelen voor de politie in het algemeen, de uitsluiting van rechter Christian Panier nadat hij Michèle Martin opving, de veroordeling van Tanguy Fourez na zijn confrontatie met de Brusselse politiecommissaris Vandersmissen, de afwezigheid van eisen zoals de ontwapening van de politie of nog de geringe aandacht die de woordvoerders van de PVDA besteedden aan antiracisme en feminisme, al deze zaken wijzen op een malaise binnen de PVDA rond deze kwesties.

Ook heeft de PVDA nog steeds niet volledig gebroken met haar inschikkelijkheid tegenover verschillende dictatoriale en criminele regimes, waarvan sommige zelfs misdaden tegen de mensheid beginnen, zoals het Syrië van Assad, Het Rusland van Poetin of het Nicaragua van Daniel Ortega. Vanuit dit oogpunt is het voor ons onverdedigbaar dat de PVDA Marc Botenga heeft aangeduid als lijsttrekker van de Europese lijst in Franstalig België. Dit terwijl hij jarenlang de pen vast hield voor de artikels van de PVDA waarin de activiteiten van deze regimes werden goed gepraat of waarin hun oorlogspropaganda quasi werd overgenomen… Ook de aanwezigheid van Nabil Boukili als tweede kandidaat op de lijst voor de Kamer in Brussel, terwijl hij deelnam aan een reis ter ondersteuning van het Syrische regime in 2012, stelt ons voor grote problemen.

Om te besluiten: wij weten perfect dat het sociale programma van de PVDA met haar opstelling tegen het besparingsbeleid vandaag de dag onaanvaardbaar is voor de burgerij. Het programma is veel strijdbaarder en samenhangender dan dat van de PS, sp.a of de groenen. Het bevat een ganse reeks zeer positieve maatregelen, zoals de algemene arbeidsduurvermindering, de miljonairstaks, het terugbrengen van de pensioengerechtigde leeftijd naar 65 jaar, het verbod op collectieve ontslagen in bedrijven die winst maken, de audit van de openbare schuld, de kernuitstap en het verlaten van de NATO, enz. Om al deze redenen roepen we dus op om op 26 mei te stemmen voor kandidaten op de lijsten van PVDA die actief betrokken zijn bij de sociale bewegingen en zo mee te zorgen voor een sterke linkse oppositie in de verschillende parlementen.

In Franstalig België nemen ook enkele kleine onafhankelijke linkse lijsten deel aan de verkiezingen maar zij bieden geen solide politiek alternatief. In de provincie Antwerpen roepen wij vanzelfsprekend op om een voorkeurstem uit te brengen voor onze kameraad Peter Veltmans die als verruimingskandidaat voor de SAP op de PVDA-lijst voor de Kamer staat (op de 6e plaats bij de opvolgers). Peter verdedigt er ons progamma en de aanpak zoals we die hier uiteen zetten. Het is buitengewoon belangrijk dat de radicale linkerzijde ook in Vlaanderen doorbreekt en zo ruimte opent en kracht geeft aan iedereen die in het Noorden van het land voor een sociaal alternatief opkomt.

Steunen op collectieve strijd en een antikapitalistische pool opbouwen

De resultaten van de verkiezingen van 26 mei mogen ons allesbehalve onverschillig laten. We hebben er alle belang bij ons in de beste posities te brengen voor de vele gevechten die zullen volgen, om de contradicties van de reformistische organisaties te overstijgen en opnieuw vertrouwen te krijgen in onze eigen kracht. De regeringscoalities die zullen gevormd worden, zelfs als de sociaaldemocraten of groenen er deel van uitmaken, zullen weinig goeds beloven, in een kapitalistisch België, binnen een kader dat steeds nauwer bepaald wordt door de euro en de Europese verdragen.

Wij steunen de weigering van de PVDA om deel uit te maken van coalities die weigeren het besparingsbeleid in vraag te stellen. Maar het is zeker dat noch mogelijke coalities van PS-Ecolo, sp.a-Groen, noch ‘de PVDA versterken’ in de parlementen, voldoende zal zijn om een radicale koerswijziging in onze samenleving af te dwingen. Nochtans is dit de echte, gigantische, politieke inzet van de periode: een machtige collectieve kracht opbouwen, van onderuit, van samenvloeiende sociale strijdbewegingen om de wereld volledig te veranderen en te beletten dat het slechtste plaats vindt.

Een consequent links alternatief opbouwen, betekent dat we de politieke herschikking moeten verankeren in de herschikking van de sociale bewegingen. Zo geven de militante basissen – en niet de apparaten – de toon aan, vertrekkende van de acties op het terrein. Het was vertrekkende vanuit zulke aanpak dat in 2014 het ABVV van Charleroi en de CNE zich hadden geëngageerd. De Gauche d’Ouverture was een stap in de goede richting en de PVDA-PTB beging een grote vergissing door er een einde aan te maken. De toekomst zal volgens ons uitwijzen dat er geen andere weg is.

We roepen dan ook alle militanten van de vakbonden, van de feministische, antiracistische, LGBTQI+ en ecologische strijd op om de conclusie te trekken die zich opdringt: het is hoog tijd om ons samen te organiseren, in volledige onafhankelijkheid van onze klasse tegenover de instellingen en de bedrijven evenzeer als van de traditionele bureaucratieën (van vakbonden of verenigingen). Het is vandaag noodzakelijk een antikapitalistische, radicaal democratische en internationalistische pool op te bouwen. Als we deze taak niet serieus nemen, kunnen noch doctrinaire puurheid, noch identitaire zelfbevestiging, noch dogmatische terugplooi, noch activisme van de hak op de tak, de politieke leegte compenseren.

De SAP-Gauche anticapitaliste neemt oprecht deel aan deze inspanning: onze leden spelen een actieve rol in de feministische, antiracistische, syndicale en ecologische strijd. Als je je kan herkennen in deze oriëntatie, aarzel niet om ons te ondersteunen, om lid te worden en actief met ons mee te werken. Om dit noodzakelijk werk te doen, laat ons het voorbeeld volgen van de klimaatbeweging, van de vakbondsstrijd. van de feministische en antifascistische acties en werken aan de opbouw van brede en strijdbare sociale fronten en samen werken aan een democratische, open en inclusieve aanpak. Laat ons de basis leggen voor het samenvloeien en het onderling steunen van de verschillende strijdbewegingen, om samen hard uit te halen en de krachtsverhoudingen om te buigen. Samen schrijven we nieuwe hoofdstukken in de geschiedenis van de strijd voor de emancipatie van de werkende klasse en de mensheid!