Vorige week konden jullie in het artikel Engie forceert het einde van kernenergie lezen hoe het debat over de kernuitstap in ons land momenteel verloopt. Maar ook in onze buurlanden kreeg de discussie over kernenergie (en de beweging tegen de kerncentrales) afgelopen jaren een nieuw elan. Zo ook in Nederland. We publiceren hieronder het gesprek dat Ron Blom, in de jaren 1980 actief in de beweging tegen kernenergie, had met Kirsten Sleven, directeur van de Nederlandse milieu- en antikernenergieorganisatie WISE.

Steeds vaker wordt kernenergie naar voren geschoven als oplossing voor de CO2-uitstoot. Kernenergie zou nodig zijn om de klimaatdoelen van het akkoord van Parijs te halen. Rechtse partijen zijn vóór een onderzoek naar kernenergie.(1)In België blijven N-VA en Vlaams Belang ook halsstarrig vasthouden aan kernenergie.

 Ron Blom: Waarom komt de discussie over kernenergie nu weer op?
Kirsten Sleven: Kernenergie maakte eerder rond de eeuwwisseling een theoretische comeback, na jarenlang in het verdomhoekje te hebben gezeten. Daarmee bedoel ik: kernenergie was slechts theoretisch in opkomst, in werkelijkheid gebeurde er niet veel. Dit was vooral te danken aan de stijgende olieprijzen door de oplopende spanningen in het Midden-Oosten en klimaatverandering. De atoomlobby presenteerde kernenergie als ‘schoon’ en ‘veilig’ alternatief voor fossiele brandstoffen en in Europa werd kernenergie dan ook steeds vaker als klimaatmaatregel bepleit. De ramp in Fukushima in 2011 leek het tij te hebben gekeerd, maar het publieke geheugen is kort.

Het energiedebat wordt nog meer dan twintig jaar geleden beheerst door de urgentie van klimaatverandering. Alles draait om reductie van onze CO2-uitstoot. Andere (milieu) problemen verdwijnen naar de achtergrond, worden stelselmatig gebagatelliseerd óf afgedaan als ideologisch ingegeven stokpaardjes. Ondertussen groeit er een nieuwe generatie op, die wordt geconfronteerd met de klimaatcrisis en daarom wellicht vatbaarder is voor de beloften van de nucleaire industrie.

Voor deze industrie is dit dé window of opportunity. Na decennia van maatschappelijke druk bevindt het aantal kernreactoreenheden dat wereldwijd actief is zich op het laagste punt in 30 jaar. De nucleaire industrie worstelt met nieuwe investeringen, mede door toenemende concurrentie van zonne- en windenergieprojecten die de afgelopen jaren exponentieel in prijs zijn gedaald. Omdat wereldwijd veel kerncentrales tegen het einde van hun officiële levensduur aanzitten en er weinig nieuwe centrales worden bijgebouwd, is de kans op het verdwijnen van de industrie zoals we die kennen reëel. De sector bevindt zich in een strijd op leven en dood. Maar door de klimaatcrisis zijn er dus nieuwe kansen om te lobbyen.

Wat zijn de gevaren en nadelen van kernenergie?

Kernenergie is geen schone, veilige of duurzame manier van energie opwekken. Het zadelt toekomstige generaties op met een enorme last; denk alleen al aan het onopgeloste probleem van de opslag van radioactief afval. Vanaf de start roept de industrie dat er ‘snel’ een oplossing zal komen. Nog steeds is er nergens ter wereld een ondergrondse opslagplaats voor warmte-producerend hoogradioactief afval in bedrijf. Nederland slaat het afval ‘tijdelijk’ voor honderd jaar bovengronds op. Pas in het jaar 2100 valt er een beslissing wat ermee moet gebeuren. Op dit moment ligt wereldwijd 380.000 ton hoogradioactief afval te wachten op een oplossing. De financiële lasten verschuiven jaar in jaar uit van de exploitanten van de kerncentrales naar belastingbetalers van de toekomst: regeringen onderschatten stelselmatig de kosten van de afvalberging en de ontmanteling van reactoren.

Hoewel alle vormen van energieopwekking nadelen kennen, zijn de bedreigingen die uitgaan van de splijtstofcyclus niet te vergelijken met andere energiebronnen. Kernrampen gebeuren niet vaak, maar iedere nucleaire ramp van omvang betekent een enorme catastrofe. De relatie met kernwapens en de uraniumwinning in politiek instabiele gebieden – waarbij hele landstreken buiten Europa worden verwoest – komt daar nog eens bovenop. Dat ontkennen is de ogen sluiten voor de risico’s van kernenergie. Kernenergie vereist honderden jaren stabiel beleid en dat is uiteraard door niemand te garanderen. We willen het klimaatprobleem oplossen, juist vanwege het milieu en de leefbaarheid op de aarde voor de komende generaties. Met het omarmen van kernenergie nemen we een riskante hypotheek op de planeet.

Waarom vormt kernenergie geen oplossing voor de klimaattransitie?

Kernenergie is een afleiding van de veranderingen die nu nodig zijn om een klimaatcatastrofe tegen te gaan. Om het klimaat te beschermen, moeten we de meeste broeikasgassen reduceren tegen de laagste kosten en de minste tijd. Kernenergie is te marginaal, want de bijdrage van kernenergie is zowel in absolute als in relatieve termen aan het dalen. Het blijft dus rommelen in de marge. Daar komt nog eens bij dat kernenergie schreeuwend duur is en de implementatie van kernenergie veel tijd kost.

De kosten van kernenergie zijn structureel hoger dan die van wind en zonne-energie. Zelfs bestaande kerncentrales ‘kunnen niet uit’: de 47-jaar oude kerncentrale in Borssele draait al jaren verlies. Kernenergie is door alle onopgeloste problemen stomweg te duur geworden. Daar komt bij dat de bouw van een nieuwe kerncentrale minimaal 10 jaar kost. Als we nu besluiten om in te zetten op het bouwen van nieuwe kerncentrales, zijn deze echt niet voor 2030 klaar. Zelfs 2040 is optimistisch. Kortom – voor dat geld en in die tijd kun je een veelvoud aan capaciteit in hernieuwbare bronnen bouwen, die al CO2-uitstoot voorkomt vanaf het tweede jaar nadat je met je plannen bent begonnen.

Met de sterke groei van wind en zon (70 procent in 2030) wordt de elektriciteitsproductie steeds meer bepaald door weersomstandigheden. We hebben behoefte aan zogenaamd regelbaar vermogen, voor windstille en donkere periodes. Dat maakt de prijs per kWh van kerncentrales nóg hoger dan dat die al is. Recent onderzoek in opdracht van het ministerie van Economische Zaken en Klimaat toont aan dat kernenergie alleen ‘uit kan’ als het voorrang krijgt op wind en zon en wanneer de overheid een groot deel van de financiële risico’s op zich neemt. De keuze voor kernenergie heeft dus negatieve gevolgen voor schone technieken, die wereldwijd steeds goedkoper worden. Het is veel verstandiger om in te zetten op een combinatie van duurzame technieken: zon, wind, aquathermie, geothermie, groene waterstof, energie uit reststromen én niet te vergeten: energiebesparing.

In Nederland zijn de rechtse partijen voor een onderzoek naar een nieuwe kerncentrale. De populistisch rechtse partijen FvD en PVV ook. Opvallend is de opstelling van de Zweden Democraten die zich in het parlement tevergeefs uitspraken tegen de sluiting van een kerncentrale. Zie je parallellen tussen de opstelling van extreemrechts in Europa?

Klimaatverandering maakt pijnlijk duidelijk dat de logica van oneindige groei en expansie niet vol te houden is. Dat is in de eerste plaats de reden dat we in deze puinhoop terecht zijn gekomen. Wie klimaatverandering echt serieus neemt, weet ook dat er concrete stappen moeten worden genomen. We moeten werken aan een geloofwaardig landbouw- en mobiliteitsbeleid, bouwbeleid, industriebeleid, consumptiebeleid en aan een rechtvaardiger internationale verdeling van lusten en lasten.

Het eerlijke verhaal is dat de energietransitie – naast alle kansen die het ons biedt – traditionele sectoren ook pijn gaat doen, maar dat is een moeilijk verhaal om aan kiezers en de eigen machtsbasis uit te leggen. De discussie over kernenergie (net nu we het klimaatakkoord moeten gaan uitvoeren), dient mijns inziens maar één strategisch doel: proberen om ambitieuze klimaatactie te frustreren. En de discussie over de problemen met ons huidige systeem te omzeilen en zo veel mogelijk met business-as-usual verder te kunnen gaan.

De benodigde uranium als brandstof voor kerncentrales zal onder andere uit het globale zuiden moeten komen. Nucleaire energieopwekking is vaak ook nauw verbonden met de productie en proliferatie van kernwapens. Zal dit niet bijdragen aan de groeiende ongelijkheid en militaire conflicten om grondstoffen?

De wereldwijde voorraad van uranium is eindig. Er zijn onvoldoende reserves voor een langdurige en grootschalige uitbreiding. De nucleaire industrie kijkt daarom al jaren naar uitbreiding van uraniummijnen in meer en meer instabiele landen, zoals in Centraal-Afrika. Dit terwijl bekend is dat Al Qaida al jaren toegang probeert te bemachtigen tot de uraniummijn in Niger. En dat is niet voor niets. Van mijnbouw tot verrijking, van fabricage van splijtstof tot opwerking: alle stappen, materialen, technologieën zijn hetzelfde. Er is maar één extra stap nodig: de productie van het kernwapen zelf. De ‘civiele’ kernindustrie blijft beweren dat het opwekken van kernenergie geen invloed heeft op kernwapenproliferatie. We weten dat in het verleden de uitbreiding van de ‘civiele’ nucleaire industrie gepaard ging met de ontwikkeling van kernwapens.

Een belangrijke drijfveer om het ‘civiele’ programma in stand te houden en nieuwe kerncentrales te bouwen is het ondersteunen van het kernwapenprogramma. Dat was bijvoorbeeld het geval in de Verenigde Staten, China en Groot-Brittannië. Vrijwel alle grote internationale conflicten van de laatste decennia hadden te maken met kernenergie en kernwapens. Denk aan Noord-Korea, Irak, Iran, India-Pakistan. Hoezeer we ook ons best doen via internationale (non-proliferatie) verdragen de gevaren in te dammen: de expansie van de kernenergie-industrie vergroot de mogelijkheid dat verrijkt uranium of plutonium zijn weg zal vinden naar kernwapens.

Hoe ziet voor Wise de noodzakelijke en gewenste energietransitie eruit? Welke rol is hierbij weggelegd voor de bevolking? Met andere woorden hoe kan de energieopwekking gedemocratiseerd worden? En wat vinden jullie van de ambities op dit vlak van Nederland en de Europese Unie?

De energietransitie is naast een grootschalige technische operatie vooral ook een sociale uitdaging. Een breed draagvlak is nodig om de transitie te kunnen versnellen. Burgers worden steeds mondiger, willen inspraak en eisen terecht een plek aan de tafel. Je kunt dat lastig vinden, maar ook zien als een positieve ontwikkeling. Er wordt namelijk ook plezier beleefd aan de energietransitie. Dat blijkt uit de snelle groei van lokale energiecoöperaties: zeker 85.000 Nederlanders nemen deel aan een energiecoöperatie.

In 2030 moet volgens het klimaatakkoord in Nederland de helft van de energie die op land wordt opgewekt in handen zijn van lokale initiatiefnemers. Dat is een mooi begin, maar niet voldoende. Want als je het samen wilt doen, dan moet iedereen mee kunnen doen. Dat geldt zowel voor kwetsbare burgers als kleine bedrijven. Brede betrokkenheid uit alle lagen van de bevolking en het bedrijfsleven is een randvoorwaarde om te slagen. Voor kwetsbare groepen vraagt de energietransitie extra ondersteuning en een aanpak op maat.

Gelukkig komen hier steeds meer initiatieven van de grond, nu nog de echte structurele veranderingen. Daarmee bedoel ik dat de klimaatlasten eerlijker worden verdeeld. Juist gezien de sterk toegenomen ongelijkheid is het onaanvaardbaar dat de meest kwetsbaren in onze samenleving de zwaarste lasten dragen. Nederland en Europa zouden de transitie juist moeten aangrijpen als kans om ongelijkheid aan te pakken, zodat duurzaamheid iets wordt van ons allemaal en niet enkel van de happy few. Zowel in Nederland als in Europa valt hier nog een wereld te winnen.

Dit artikel verscheen oorspronkelijk op socialisme.nu.

Voetnoten

Voetnoten
1 In België blijven N-VA en Vlaams Belang ook halsstarrig vasthouden aan kernenergie.