In de Ierse parlementsverkiezingen van februari 2020 haalden Fianna Fail en Fine Gael samen minder dan de helft van de stemmen. Dat gaf een schok, want sinds de Ierse onafhankelijkheid hadden deze centrumrechtse partijen elkaar afgewisseld aan de macht. Ditmaal kwam het linkse Sinn Fein als grootste partij uit de stembus.

Toch gaan Fianna Fail en Fine Gael nu samen de regering vormen, en wel dank zij de steun van de Green Party. In de Green Party was hier discussie over, maar uiteindelijk stemde 76 procent van de leden voor regeringsdeelname. Ondanks de electorale ruk naar links, onder meer te verklaren door de wooncrisis, de crisis van het gezondheidssysteem, en de plannen de pensioenleeftijd te verhogen van 66 naar 67 jaar, krijgt Ierland dus opnieuw een regering met een duidelijk neoliberaal programma.

De groenen argumenteren dat zij geen keuze hebben: de klimaatcrisis eist dat zij snel regeringsverantwoordelijkheid opnemen. Het regeringsprogramma voorziet dat tot 2030 de CO2-uitstoot gemiddeld per jaar met zeven procent moet dalen. Jammer genoeg gaat het hier om een gemiddelde, en wordt het zwaartepunt van de vermindering in de tweede helft van het decennium gelegd, wanneer de nieuwe regering alweer geschiedenis is. Het is ook maar de vraag hoe een ingrijpend klimaatplan kan werken als het niet sociaal rechtvaardig is. Zoals tegenstanders van regeringsdeelname schreven: to be fast climate action must be fair. Een gedetailleerd overzicht van de recente politieke ontwikkelingen in Ierland in het Engels  vind je in dit artikel.

Dit artikel verscheen oorspronkelijk op Ander Europa.