Komende dagen willen we op deze website ook een forum bieden aan activisten en sociale bewegingen om hun kijk op de nieuwe regering en het regeerakkoord te geven. We nodigen al onze lezers graag uit zich mee in het debat te storten. Dat kan door met lezersbrieven te reageren op de stukken, maar ook langere bijdragen zijn zeker welkom. Deze mogen bezorgd worden via info@sap-rood.org.

Vandaag geven we het woord aan Peter Veltmans, militant van ACOD-Financiën. Hij trekt een aantal lessen voor de opstelling tegenover de regering De Croo vanuit vroegere Antwerpse ervaringen.

Vlak na het aantreden van de nieuwe regering werd er onder vakbondskameraden in mijn omgeving van gedachten gewisseld over de nieuwe federale regering. Iedereen is natuurlijk opgelucht dat de ultra-neoliberalen en nationalisten van de N-VA er niet meer bij zijn. Iedereen is ook blij dat de regering belooft in de toekomst terug plaats in te ruimen voor het sociaal overleg tussen werkgevers en werknemers. Uiteraard hopen we ook allemaal dat de sociale beloften (minimumpensioen van 1500 € netto, bv.) ook waargemaakt zullen worden.

Maar hoe moet de vakbeweging zich precies verhouden tot deze regering? Eén kameraad meende dat “we voorzichtig moeten zijn, want elke actie van onze kant uit kan in de kaart spelen van de rechtse en extreemrechtse oppositie.”

Deze stelling bezorgt mij, als Antwerpenaar, een sterk déjà vu-gevoel. In 1994 werd bij de gemeenteraadsverkiezingen het Vlaams Blok de grootste partij van ’t Stad. Om die racisten en fascisten van de macht te houden, werd een zogenaamde ‘monstercoalitie’ opgetuigd. In zo goed als alle sociale bewegingen — bij de vakbonden, de vrouwenbeweging, de antiracistische beweging, de vredesbeweging, enz. — werd van de ene dag op de andere beslist dat er een soort van Union Sacrée nodig was; een ‘godsvrede’; een algemene, eenzijdige wapenstilstand, “om niet in de kaart te spelen van de fascisten”.

Waar in september 1993 (net voor de gemeenteraadsverkiezingen) nog 2000 Antwerpenaren betoogden voor een echt sociaal beleid in Antwerpen, viel deze zichtbare druk vanuit het zogenaamde ‘middenveld’ vanaf 1994 helemaal weg. Er waren nauwelijks nog manifestaties. Als (zoals na de ‘murder spree’ door Hans Vanthemsche) er toch nog eens betoogd werd, dan was het de burgemeester (en dus niet de betogers) die de slogans van de betoging vastlegde.

De monstercoalitie verlengde na verloop van tijd de arbeidsduur van het stedelijk personeel; een hoofddoekverbod voor loketpersoneel werd ingevoerd; de voormalige stadsdiensten werden omgevormd tot ‘agentschappen’, die gemanaged werden als privébedrijven, waarmee de deur werd opengezet voor de latere ‘verzelfstandiging’ en zelfs privatisering ervan.

De zelfopgelegde passiviteit van de sociale bewegingen heeft Antwerpen daarmee niet democratischer en ook niet socialer gemaakt. Integendeel. Een hele generatie linkse en progressieve activisten werd veroordeeld tot passiviteit. Wat bij velen ook heeft geleid tot ontmoediging.

Alle partijen die deel uitmaakten van die ‘monstercoalitie’ verloren door dit alles zelf ook grote delen van hun electoraat. Het is eigenlijk die zelfopgelegde passiviteit, die gezorgd heeft voor de latere overwinning van de N-VA en voor het burgemeesterschap van Bart De Wever.

Beste vrienden, wij mogen vandaag niet dezelfde fout maken. We moeten de nieuwe federale regering vanaf dag één onder druk zetten vanuit het maatschappelijk middenveld. Geen passiviteit dus, maar activiteit en mobilisatie — voor onze sociale eisen, voor het zelfbeschikkingsrecht van de vrouwen, voor de rechten van mensen zonder papieren en andere migranten, tegen de aankoop van bommenwerpers terwijl er niet genoeg geld is voor alle sociale noden, voor de versterking en herfinanciering van de sociale zekerheid en van de openbare diensten, voor een échte vermogensbelasting! Want we moeten de druk op de ketel houden!

Daarom heeft Vincent Scheltiens gelijk wanneer hij in De Standaard schrijft dat “de vakbonden hun autonomie moeten behouden en zich niet mogen identificeren met dit kabinet. Daarnaast moeten zij mensen blijven mobiliseren voor hun eisen, kwestie van Vivaldi vanuit de juiste hoek onder druk te zetten en die druk niet aan de racistische rattenvangers van Hamelen over te laten.”(1)Zie https://www.standaard.be/cnt/dmf20201001_97954032

Kortom: niet de regering is het allerbelangrijkste; wel onze eigen actie voor onze eigen, gerechtvaardigde eisen!