Minder dan een jaar na de klinkende verkiezingsoverwinning op Labour is de regering van de conservatieve premier Boris Johnson in beroering – en drijft ze het land in de richting van een sociale, gezondheids- en economische ramp van ongekende proporties. Door incompetentie te combineren met neoliberale bijziendheid laat Johnson een tweede golf van covid-19 exploderen. De daaropvolgende economische ramp gaat samen met de rampzalige gevolgen van het vertrek van Groot-Brittannië uit de Europese Unie (Brexit) en er dreigt met Kerstmis een economische en sociale ineenstorting. Politiek gezien reageren de hard-rechtse conservatieven door te proberen de anti-migranten- en anti-Europese vreemdelingenhaat op te voeren.

Om te begrijpen hoe de crisis zich ontvouwt, moeten we kijken naar de virusramp, Brexit en de politieke naschokken van de verkiezingen van december 2019 – waaronder de crisis en daarna de ineenstorting van het linkse Labour-project rond voormalig leider Jeremy Corbyn.

Covid-19 ramp

De Britse gegevens over het coronavirus zijn schokkend. Volgens officiële cijfers zijn er op het moment van schrijven (september 2020) officieel 42.000 covid-19 doden gevallen, wat bijna zeker een onderschatting is. Een derde van die sterfgevallen heeft plaatsgevonden in verzorgingstehuizen voor ouderen. Om dit in perspectief te plaatsen: Groot-Brittannië heeft bijna precies 20 procent van de bevolking van de Verenigde Staten en ongeveer 21 procent van het aantal doden. Met andere woorden, het resultaat is tot nu toe net zo slecht als dat van Trump in de Verenigde Staten, waarschijnlijk iets slechter, maar wel in dezelfde orde van grootte. Het is opvallend hoe de meest hardnekkige neoliberale regeringen – de VS, Groot-Brittannië, Brazilië –  de slechtste resultaten hebben behaald op covid-19.

De onderliggende redenen voor deze Britse resultaten zijn dezelfde als in de Verenigde Staten – een lockdown die te laat begon, een versoepeling van de lockdown die te vroeg was, een volledig inadequaat geprivatiseerd bron-en contact onderzoek, en een gebrek aan duidelijk advies over het dragen van mondkapjes en afstand houden.

Groot-Brittannië ging op 23 maart in lockdown. Rond die tijd verdubbelde het aantal infecties om de vier of vijf dagen. Toen het virus de ziekenhuizen overspoelde, met 120 sterfgevallen onder gezondheidswerkers, zei de regering tegen de ziekenhuizen dat ze ruimte moesten maken door oudere covid-19-patiënten die ogenschijnlijk ‘herstellend’. waren, terug te sturen naar hun verzorgingstehuizen. De voorspelbare uitkomst was een slachtpartij onder ouderen en zieken. De sterfgevallen bereikten een alarmerend niveau onder werknemers in essentiële beroepen, vooral in de sector van het openbaar vervoer – bijvoorbeeld 29 sterfgevallen onder buschauffeurs in Londen.

De lockdown had een verwoestend effect op de economie in Groot-Brittannië die enorm afhankelijk is van de horeca. de toeristische sector en de detailhandel. En als mensen niet naar winkels en kantoren gaan, kopen ze ook niet bij broodjeszaken, cafés en hamburgerketens. Pubs en restaurants hebben een enorme klap gekregen.

In maart besloot de minister van financiën Rishi Sunak om zo’n 500 miljard pond in de ondersteuning van grote en kleine bedrijven te pompen en in een verlofregeling die 80% van de lonen van miljoenen werknemers in de wacht betaalde. Toch heeft de lockdown een explosie van ontslagen veroorzaakt, van op dit moment in de honderdduizenden. Naar verwachting zal de werkloosheid, als de verlofregeling volgende maand afloopt, oplopen tot ongeveer vijf miljoen. Tijdens de lockdown heeft de regering een verbod ingesteld op huisuitzettingen wegens het niet betalen van huur. Deze beperking wordt nu opgeheven en tienduizenden mensen lopen het risico hun huis te verliezen. Massale armoede is een reëel vooruitzicht.

Maar in elk stadium zijn de belangrijkste lockdownmaatregelen door conservatief rechts tegengewerkt, waaronder de rabiaat reactionaire Sun en Daily Mail. Ze werden afgeschilderd als een schending van de persoonlijke vrijheden die het bedrijfsleven aan het wankelen bracht. Duizenden profiteerden van een gedeeltelijke versoepeling van de lockdown in de zonneschijn van augustus om zich naar de stranden te begeven waar weinig fysieke afstand tussen mensen zichtbaar was. Vele duizenden mensen gingen in de late zomer op vakantie naar Griekenland en Spanje, waar het virus door Britse toeristen weer naartoe werd geëxporteerd.

Nu de scholen en universiteiten weer open mogen en de mensen worden aangemoedigd om weer aan het werk te gaan, verdubbelen de infecties weer elke vier of vijf dagen. Het idee dat schoolkinderen het virus niet verspreiden, is absurd gebleken – alleen al in Greater Manchester meldden meer dan 100 scholen positieve tests en werden hele klassen naar huis gestuurd. De overheid reageert met lokale lockdowns, maar probeert wanhopig een volgende nationale lockdown te voorkomen.

Zoals in de meeste landen is de sociale geografie van het virus een kaart van de armoede. Steden in het noordwesten rond Manchester zijn zwaar getroffen, omdat ze centra van armoede zijn, met veel mensen in kleine woningen. Dit treft vooral de Aziatische gemeenschappen, die vaak met meerdere generaties in kleine huizen wonen. Hetzelfde geldt voor andere grote agglomeraties.

Brexit-onrust op komst

Hoe gaat Brexit de crisis verergeren? Groot-Brittannië heeft de Europese Unie begin 2020 verlaten, maar er is weinig veranderd. Het land ging een overgangsjaar in, waarin een handelsovereenkomst zou worden gesloten en het grensoverschrijdende verkeer zou worden geregeld, om het zo soepel mogelijk te maken. Het ziet er nu naar uit dat er vóór de deadline van 31 december geen overeenkomst zal zijn, aangezien van Britse zijde steeds meer bezwaren worden gemaakt, zodat de economische betrekkingen tussen Groot-Brittannië en de EU net zo zullen zijn als die met de rest van de wereld – dat wil zeggen met flinke nieuwe tarieven. Op het eerste gezicht lijkt het alsof je in je eigen vlees snijdt, en voor veel sectoren van het Britse kapitaal is dat zeker het geval. Maar het Brexit-nationalisme en de xenofobie hebben een niveau bereikt dat zelfs de kapitalistische rationaliteit tenietdoet. Hoezo?

Om in een handelsblok met de EU te blijven, zou Groot-Brittannië gedwongen zijn veel van de regelgeving van de Unie op het gebied van het milieu en de arbeidsomstandigheden te accepteren, regelgeving waar ultra-neoliberale rechtse Tories zich van willen ontdoen. Misschien nog wel belangrijker is dat conservatief rechts zich sterk pro-Amerikaans opstelt en een handelsakkoord met de Verenigde Staten wil, waardoor er een soort Noord-Atlantische vrijhandelszone ontstaat. Dat betekent natuurlijk dat niet de EU-regels moeten worden geaccepteerd, maar de regels die door de onderhandelaars van de Amerikaanse regering worden geëist en die in een verbazingwekkend Amerikaans overheidsdocument worden uitgelegd.(1) Office of the United States Trade Representative February 2019 United States-United Kingdom Negotiations – Summary of Specific Negotiating Objectives.

Groot-Brittannië zal zijn National Health Service (NHS), en zelfs alle door de overheid gefinancierde instanties, open moeten stellen voor biedingen van Amerikaanse bedrijven en de resultaten moeten alleen op basis van commerciële criteria worden bepaald. Er moeten gezamenlijke toezichtcomités worden opgericht om te zorgen voor ‘eerlijke toegang’ tot de hele Britse economie. Voor een regering die geobsedeerd is om de ‘volledige soevereiniteit’ van Groot-Brittannië te doen gelden, lijkt het duidelijk dat veel van deze soevereiniteit zal worden weggegeven aan het Amerikaanse kapitalisme.

Na eind 2020, met een ‘no deal’ Brexit, zal er chaos ontstaan. Veel bedrijven zijn afhankelijk van EU-werknemers, die niet zullen kunnen komen. Er staan waarschijnlijk enorme rijen vrachtwagens in Dover en andere belangrijke havens omdat de douanedocumenten worden gecontroleerd. Groot-Brittannië is afhankelijk van honderden vrachtwagens per dag die voedsel en andere belangrijke goederen uit de EU leveren, en er zijn tekorten aan bepaalde levensmiddelen.

Problemen aan de grenzen

Maar een ‘no deal’ Brexit heeft nog veel meer gevolgen, vooral in Ierland. Noord-Ierland maakt natuurlijk deel uit van het Verenigd Koninkrijk, maar is economisch gezien sterk geïntegreerd met de Ierse Republiek. Reizen over de grens is onbeperkt en op veel plaatsen is het moeilijk te ontdekken waar de grens eigenlijk ligt. Maar de Ierse Republiek is een stevig lid van de Europese Unie, wat voor Brexit een netelig probleem vormt als goederen en diensten vrij over de grens kunnen stromen en vervolgens over de Ierse Zee naar Groot-Brittannië.

De afspraak die tot nu toe is gemaakt, is dat Noord-Ierland economisch gezien in de EU blijft, maar dat goederen en diensten die tussen het noorden en de rest van het Verenigd Koninkrijk gaan, moeten worden gecontroleerd en dat de goederen van de EU het juiste tarief krijgen. Voor de hard-core Brexiteers is dit een schande, aangezien dit betekent dat Groot-Brittannië niet langer de volledige soevereiniteit over Noord-Ierland heeft. In een no-deal Brexit wordt een ‘harde’ grens met de Ierse Republiek hersteld, met grensposten en douanecontroles.

De verwachte conclusie: grote problemen en een massale heropleving van de Ierse nationale kwestie, waardoor het Ierse vredesakkoord van 1998 op losse schroeven komt te staan. Zoals de historicus uit Derry, de socialist Eamon McCann, zegt: ‘Als ze de grensposten weer instellen, zullen er binnen zes weken mensen op hen schieten’. De grens zal wijd en zijd worden getrotseerd door lokale zakenmensen, grensarbeiders en winkelend publiek in Dublin die allemaal informele routes vinden om de grens te omzeilen.

Brexit veroorzaakt ook een golf van steun voor de gematigde sociaal-democratische Scottish National Party (SNP), die de  decentrale Schotse regering leidt, en voor haar voorstel voor een nieuw referendum over Schotse onafhankelijkheid. De politiek van de SNP is gematigd sociaaldemocratisch, niet rechts-nationalistisch. Van de eerste minister van Schotland, SNP leider Nicola Sturgeon, wordt gezegd dat ze de pandemie ten noorden van de grens veel beter heeft aangepakt dan Boris Johnson in Londen. Maar eigenlijk is het sterftecijfer in Schotland slechts marginaal beter dan dat van Engeland, maar Sturgeon wordt gezien als opener en eerlijker dan de ontwijkende en blunderende Johnson.

Voorlopig heeft de decentrale regering slechts een beperkte soevereiniteit over enkele Schotse kwesties. Een nieuw referendum voor volledige onafhankelijkheid zou door de Britse regering moeten worden goedgekeurd en dat lijkt vooralsnog onwaarschijnlijk.

Op het eerste gezicht lijkt het onwaarschijnlijk dat het verlaten van de Europese Unie het belangrijkste mechanisme zou zijn geweest voor hard-rechts om controle over de Conservatieve Partij te krijgen, of zelfs maar de Britse politiek in het algemeen scherp naar rechts zou hebben geduwd. De sleutel tot het lange offensief van de Brexiteers was het verbinden van de Europese Unie met immigratie, samengevat in de leuze van de Brexiteers bij het referendum van 2016 ’take back control’. Door delen van Brits links opzettelijk en duidelijk verkeerd geïnterpreteerd als het terugnemen van de controle over het Europese kapitalisme, werd het in feite (terecht) door de kiezers opgevat als ’terugname van de controle over onze grenzen’, dat wil zeggen het buiten de deur houden van immigranten.

Anti-immigratie racisme

Vijftien jaar geleden was Brexit een minderheidsstandpunt binnen de Conservatieve Partij, maar het werd naar voren geschoven door een coalitie van de United Kingdom Independence Party (UKIP) en haar toenmalige leider Nigel Farage. Farage werd sterk gesteund door de kranten van Rupert Murdoch en de hele rechtse pers. Farage werd de leider van een soort ‘externe factie’ van de Conservatieve Partij, die zeer effectief was in het verschuiven van het krachtenveld binnen de partij en het onder druk zetten van de publieke opinie, vooral na de financiële crisis van 2007/8 en de daaropvolgende jaren van bezuinigingen.

Vandaag de dag richt de anti-immigrantenhysterie zich op de vermeende golf – in werkelijkheid een druppeltje – van ‘illegale’ migranten die profiteren van de milde zomerzeeën om vanuit Frankrijk het Kanaal over te steken met rubberboten en geïmproviseerde vlotten, de zogenaamde ‘dodenweg’.(2)The Local, 18 September 2020 The death route’: How migrants make the perilous Channel crossing from France to Britain. Staatssecretaris Priti Patel heeft de marine gemobiliseerd om de grenspolitie te helpen hen terug te duwen naar Franse wateren. Groot-Brittannië en Frankrijk beschuldigen elkaar ervan verantwoordelijk te zijn. Patel heeft ook een nieuw programma aangekondigd om snel duizenden asielzoekers waarvan de verzoeken zijn afgewezen uit te zetten.

De zwakke reactie van Labour

De wanorde van de regering blijft vooral onbestraft omdat de oppositiepartij, die nu onder leiding staat van Jeremy Corbyn’s vervanger, Keir Starmer, er niet in slaagt zich er in het parlement effectief tegen te verzetten. Dat is het gevolg van  de verkiezingsnederlaag van Labour in december 2019 en de ineenstorting van het Corbyn-project. Er waren belangrijke beleidskwesties waar Corbyn en zijn team mee zaten te klungelen, en hun hele aanpak was vanaf het begin gebrekkig, ondermijnd door structurele zwakheden die vermomd waren in de linkse euforie na zijn verkiezing tot partijleider in 2015.

In de eerste plaats was de verkiezing van Corbyn deels een ongeluk. In 2014 stemde de rechtsgeoriënteerde partijbureaucratie in met een nieuwe methode van verkiezing van de leider, waarbij iedereen zich online kon registreren als partijlid voor £3, en vervolgens kon stemmen in de leiderschapsverkiezing. Honderdduizenden deden dat, en de meesten van hen stemden voor Corbyn. Dit betekende natuurlijk de radicalisering van veel jongeren in het licht van de schrijnende bezuinigingen, de andere kant van de polarisatie die radicaal-rechts versterkt. Maar de rechtervleugel van Labour, die enorm dominant is in de parlementaire fractie van Labour, heeft de leiding van Corbyn nooit geaccepteerd en was vastbesloten om er alles aan te doen om van hem af te komen.

Het Corbyn-team richtte een campagne-organisatie binnen de partij op, Momentum, die snel meer dan 40.000 leden won. Maar ze deden er niets nuttigs mee en beperkten zich vooral tot het mobiliseren van steun bij de interne partij-verkiezingen en het uitbrengen van stemmen bij de nationale verkiezingen. Corbyn en zijn team zagen niet de noodzaak  om oorlog te voeren tegen de rechtervleugel van de partij in het parlement en te proberen rechtsgeoriënteerde parlementsleden bij verkiezingen op lokaal niveau door anderen te laten vervangen. Hoewel het vervangen van alle rechtse parlementsleden een onmogelijke taak was, zou dit rechts binnen de partij in het defensief hebben gedrongen en hen minder bereid hebben gemaakt om de nationale leiding aan te vallen.

Maar meer in het algemeen baseerden Corbyn en zijn belangrijkste medestanders zoals parlementslid John McDonnell en communicatiechef Seumas Milne hun strategie op een fataal gebrekkige veronderstelling – dat een compromis zou kunnen worden bereikt met de rechtervleugel van de partij, die gedwongen zou kunnen worden tot steun aan de bestaande leiding en het radicale beleid. Dat kon niet, en zou ook niet gebeuren. Er was nooit enige hoop op een Corbyn-regering die radicaal links beleid doordrukt tegen een rechts gedomineerde parlementaire fractie van de partij, die op haar beurt wordt gesteund door in de nationale bureaucratie verschanste rechtse leden en veel lokale partijfunctionarissen.

Een eerste poging tot een nieuwe leiderschapsverkiezing werd in 2016 gemakkelijk afgeslagen; daarna vestigden rechtse parlementsleden en vakbondsleiders hun hoop op een vernederende nederlaag van Corbyn in de onverwachte verkiezingen waartoe toenmalig premier Theresa in mei 2017 had opgeroepen. Tot hun ergernis, en die van de rechtse pers, verloor hij niet. Hoewel de Tories de grootste parlementaire partij bleven, maakte Labour aanzienlijke winst en de Conservatieven verloren hun absolute meerderheid, zodat ze moesten vertrouwen op een parlementair akkoord met de Noord-Ierse Democratische Unionistische Partij om hun maatregelen door het parlement te krijgen. Het vooruitzicht dat Corbyn de volgende premier zou worden, werd uitgebreid besproken.

Dat was het grote keerpunt. Vanaf dat moment werd er een grote politieke lastercampagne gelanceerd tegen Corbyn, waarin hij werd beschuldigd van antisemitisme, een campagne die werd gecoördineerd door de Conservatieve Partij, rechts in Labour en de Joodse Raad van Afgevaardigden, met sterke banden met Israël. Wat al degenen die Corbyn belasterden verenigde, was de steun voor Israël en verzet tegen Palestijnse rechten, maar ook de eenvoudige wens om alles te zeggen wat links in Labour zou ondermijnen. In 2018 bijvoorbeeld beschuldigden de rechtse kranten Corbyn ervan in de jaren tachtig een Russische agent te zijn geweest, maar in een smaadproces gaf de conservatieve vice-voorzitter Ben Bradley toe dat het een eenvoudige uitvinding van het Centraal Bureau van de Conservatieve Partij was geweest.

Het aantal leden van Labour steeg na 2015  tot meer dan een half miljoen, en ze hadden allemaal toegang tot het internet. Er waren, zo bleek, enkele tientallen mensen in de partij die antisemitisch sentiment hadden geuit op sociale media. Maar daarmee was nog lang niet gezegd dat de partij als geheel, links of Corbyn zelf antisemitisch was, of leiding gaf aan een antisemitische partij. De leiding van Labour maakte een fatale fout. In plaats van de laster krachtig te verwerpen, verontschuldigde ze zich – het ergste wat je kunt doen als je wordt beschuldigd van een schandelijke overtreding. Dit was een tactische zet die op zich rampzalig was, maar onverantwoordelijk tegenover heel links en de Palestijnse solidariteitsbeweging, die allemaal met de antisemitische laster worden opgezadeld.

Een tweede misser was het totale onbegrip van Labour voor de nationale kwestie in Schotland, die werd aangewakkerd door een opstand tegen de neoliberale bezuinigingen, die gezien werden als afkomstig uit Londen. Omdat Labour sterk gekant was tegen onafhankelijkheid of een aanzienlijke grotere autonomie, stortte de partij ten noorden van de grens in. Twintig jaar geleden werden er 71 Labour-parlementsleden gekozen in Schotland. Nu is dat aantal gedaald tot één. Geen enkele Labour-regering is ooit verkozen zonder een sterk aandeel van Schotse parlementsleden. Nu wordt de linkervleugel gedomineerd door de SNP, ook in Glasgow, een van de meest radicale steden van Groot-Brittannië. Corbyn is er niet in geslaagd om het imago van Labour als een ‘unionistische’ partij te doorbreken.

Ten derde was de leiding van Labour niet in staat om de Brexit-kwestie aan te pakken, net als een groot deel van links ter linkerzijde van Labour. Gevangen tussen oudere blanke arbeidersgemeenschappen die sterk pro-Brexit waren, en veel multi-etnische gemeenschappen in de binnensteden met grote aantallen jonge mensen die sterk anti-Brexit waren, ging de leiding van Labour twijfelen. In de verkiezingscampagne van 2019 kwam Corbyn met het absurde standpunt dat Labour nieuwe onderhandelingen met Europa zou voeren en vervolgens een nieuw referendum zou organiseren, maar weigerde op voorhand te zeggen hoe  hij zou stemmen, wat afhankelijk zou zijn van de ‘omstandigheden’.

In werkelijkheid waren veel oudere sympathisanten van Corbyn in de partij en de vakbonden voor Brexit. De oppositie tegen de EU – het ‘Europa van de bazen’ – heeft een lange traditie in Brits links sinds het referendum van 1975, waarin het lidmaatschap van Groot-Brittannië werd bevestigd. De EU is inderdaad een kapitalistische alliantie, maar een linkse exit (‘Lexit’) was niet beschikbaar. Lexiteers, waaronder de Communistische Partij en de grootste uiterst linkse organisatie, de Socialist Workers Party (SWP), begrepen niet dat Brexit het belangrijkste vaandel van rechts in Tory was, dat het Groot-Brittannië zou helpen bij de verdere politieke en economische overheersing door de Verenigde Staten en dat het vooral gerechtvaardigd werd door het anti-immigratie racisme, met name de immigratie uit landen als Polen en Roemenië, die in Groot-Brittannië mochten wonen en werken op grond van de voorwaarden van het vrije verkeer van personen in de EU.(3)Voor een briljante kritiek op de steun van links voor Brexit vanuiuit een minderheidspositie binnen de SWP zie International Socialism, 2 januari 2019 In a hole and still digging: the left and Brexit.

En dat verzet tegen de EU-regelgeving van rechts in Tory richtte zich op de meest vooruitstrevende aspecten van de EU-regelgeving op het gebied van het milieu en de rechten van werknemers. Het was onmogelijk om van Brexit een linkse Brexit te maken, en de relatief kleine stem van links werd overstemd door de lawine van anti-immigratie racisme. Als gevolg van de veranderingen in de etniciteit en de beroepsstructuur van de arbeidersklasse hebben alle grote steden, met uitzondering van Birmingham, in 2016 grote anti-Brexit-meerderheden laten zien.

Voormalige industriesteden in het noorden en de Midlands, veel minder etnisch divers en net als de Amerikaanse oude industrieregio’s met inbegrip van veel gebieden waar er sprake is van wanhopige economische en sociale onzekerheid, stemden massaal voor Brexit net als veel landelijke gebieden en middenklasse voorsteden. Brexit heeft de arbeidersklasse met succes verdeeld en veel oudere blanke arbeiders gepolariseerd in de richting van racisme. Drie dagen voor het Brexit referendum karakteriseerde SNP leider Nicola Sturgeon het scherpzinnig als ‘een poging tot staatsgreep door de rechtervleugel van de Conservatieve Partij’.

In ieder geval zou Labour het bij de verkiezingen van 2019 beter hebben gedaan met een duidelijke visie op Brexit; Corbyn’s twijfel maakte zijn leiderschap zwak en incompetent en stond in schril contrast met de eenvoudige ‘Get Brexit done’ slogan van de Conservatieven.

Omdat de linkerzijde na de verkiezingsnederlaag in 2019 verzwakt was, werd een veel gematigder sociaaldemocraat, Keir Starmer, tot leider gekozen. Zijn besluit om alleen ‘constructieve’ kritiek op de regering te leveren heeft Johnson in zijn vele mislukkingen vrij spel gegeven.

Links, dat voor een groot deel in Labour is gebleven, wordt geconfronteerd met een lange periode van politieke en organisatorische vernieuwing en een deel van links is duidelijk ernstig aangeslagen. Links zal campagnes moeten voeren om de NHS en andere openbare diensten te verdedigen en zich te verzetten tegen anti-immigratie racisme en nieuwe tekenen van fascistische mobilisatie in anti-lockdown bijeenkomsten die door anti-vax en samenzweringstheorie-groepen worden georganiseerd.(4)Zie Mutiny, The face of Creeping Fascism. En links zal de centrale strategische les van de laatste periode moeten begrijpen: een gematigde sociaaldemocratische partij kan niet door links worden overgenomen en worden gebruikt als een instrument voor radicale sociale verandering zonder een scherpe interne burgeroorlog. Een dergelijke strijd voor verandering kan alleen succesvol zijn in een periode van opleving van de arbeidersstrijd en massaal radicalisme.

Dit artikel verscheen oorspronkelijk op International Viewpoint. Nederlandse vertaling: redactie Grenzeloos.

Voetnoten

Voetnoten
1  Office of the United States Trade Representative February 2019 United States-United Kingdom Negotiations – Summary of Specific Negotiating Objectives.
2 The Local, 18 September 2020 The death route’: How migrants make the perilous Channel crossing from France to Britain.
3 Voor een briljante kritiek op de steun van links voor Brexit vanuiuit een minderheidspositie binnen de SWP zie International Socialism, 2 januari 2019 In a hole and still digging: the left and Brexit.
4 Zie Mutiny, The face of Creeping Fascism.