Sinds 23 mei zijn 475 migranten zonder papieren in Brussel in hongerstaking. Zij hopen de aandacht van de Belgische autoriteiten te vestigen op hun situatie en een Belgische verblijfsvergunning te krijgen die hun al 5, 10, 15 of zelfs – voor sommigen – meer dan 20 jaar geweigerd wordt. Hoewel de gezondheidstoestand van de hongerstakers volgens de NGO Médecins du Monde sinds eind juni ‘kritiek’ is, blijft de Belgische regering doof voor hun roep om hulp. De stakers zeggen dat ze bereid zijn om ‘tot het uiterste te gaan’.

Deze mannen en vrouwen komen hoofdzakelijk uit Noord-Afrika, maar ook uit Afghanistan, Pakistan en Nepal. Zij wonen al vele jaren in België en hebben grotendeels voor lage lonen gewerkt en bijgedragen aan de rijkdom van het land. Zij omschrijven zichzelf dan ook als ‘niet-geregistreerde burgers’. Hun precaire situatie, nog verergerd door de COVID-19 pandemie, heeft hen er in januari 2021 toe aangezet zich te organiseren in een collectief, USPR, (Union des Sans Papiers pour la Régularisation). Het collectief besloot al snel om verschillende symbolische plaatsen in Brussel te bezetten om hun strijd zichtbaar te maken en hun rechten te doen gelden en begon drie keer per week in de straten van de hoofdstad te demonstreren.

De bezette gebouwen – de Begijnhofkerk in het hart van het centrum en de gebouwen van de Université Libre de Bruxelles (ULB – Franstalig) en de Vrije Universiteit Brussel (VUB – Nederlandstalig) – zijn regelmatige plaatsen van protest van de migranten zonder papieren. De ondersteunende netwerken van de migranten zijn snel in actie gekomen om de eisen van de migranten zonder papieren op grote schaal bekend te maken en logistieke steun te verlenen aan de bezettingen. De organisatiecomités van elk van de bezettingen zijn samengesteld uit studenten, activisten, onderzoekers en academici, solidaire burgers, kerkmensen, enzovoort. De twee grote vakbonden van België – ABVV en CSC – en verschillende linkse organisaties nemen ook deel. De vertegenwoordigers van de ongedocumenteerde migranten uit de verschillende bezettingen beslissen samen over de richting van de beweging en bespreken die regelmatig in grotere vergaderingen met hun achterban.

Ondanks deze krachtige mobilisatie bleven de Belgische politici de oproepen van de ongedocumenteerden negeren, waardoor de 475 bezetters tot een hongerstaking werden gedwongen. De staking heeft de directeuren van de twee universiteiten en tal van politieke en culturele persoonlijkheden ertoe aangezet de regularisatie van ongedocumenteerden te steunen – maar de regering blijft onbewogen. Bijna 50 dagen hongerstaking, zes zelfmoordpogingen, vier stakers met dichtgenaaide lippen en de weigering van sommigen om water en suiker tot zich te nemen, hebben niets veranderd. Hoe is deze situatie van wanhoop ontstaan? En waarom is er geen politieke oplossing in zicht?

Een bijzonder restrictief beleid

Algemeen wordt geschat dat er in België tussen de 100.000 en 150.000 mensen wonen die geen toegang hebben tot een legaal verblijfsstatuut. Deze cijfers, die waarschijnlijk worden onderschat, maken nu al 1 tot 1,5% van de Belgische bevolking uit. De mechanismen die leiden tot migranten zonder papieren zijn in België dezelfde als elders in Europa: ontoereikende legale migratiekanalen die leiden tot het overschrijden van de visumduur en een uitsluitend asielbeleid. In vergelijking met andere Europese landen heeft België echter een bijzonder restrictieve wetgeving inzake de regularisatie van het verblijf van mensen zonder papieren. De wet op het statuut van vreemdelingen voorziet weliswaar in twee mechanismen – ten eerste om medische redenen en ten tweede om zogenaamde ‘humanitaire’ redenen – maar de bewoordingen ervan blijven vaag. De reikwijdte van de medische regularisatie is tot een minimum beperkt, terwijl de humanitaire optie geheel aan de discretionaire bevoegdheid van de regering is overgelaten. Gevallen die op deze basis worden ingediend, hebben dan ook zeer zelden succes, waardoor de huidige wettelijke kanalen voor regularisatie in de praktijk niet werken. Bovendien bepaalt de wet betreffende de tewerkstelling van buitenlandse werknemers dat een persoon zonder papieren die in België verblijft, eenvoudigweg niet in aanmerking komt voor een werkvergunning die hem toegang zou kunnen geven tot een verblijfsvergunning. België heeft de EU-richtlijn op grond waarvan slachtoffers van uitbuiting die een klacht willen indienen tegen een misleidende werkgever een tijdelijke verblijfsvergunning kunnen krijgen (artikel 13, lid 4, van de EU-richtlijn inzake sancties tegen werkgevers), niet in nationaal recht omgezet.

Geconfronteerd met de bureaucratische machine die illegaliteit produceert, begonnen eind jaren negentig in België zelfgeorganiseerde collectieven van migranten zonder papieren op te duiken. Door hun mobilisatie hebben ze de autoriteiten tot twee keer toe, in 1999-2000 en in 2009-2010, gedwongen om in één keer massale regularisatieoperaties uit te voeren op basis van een lijst met criteria.

Terwijl de eerste operatie over het algemeen als een succes wordt beschouwd (ongeveer 40.000 mensen werden permanent gelegaliseerd van de 50.000 aanvragen), blijft de regularisatie van 2009 in het geheugen gegrift als een bittere mislukking. De lange en dubbelzinnige procedure werd gekenmerkt door vele valkuilen. Het belangrijkste criterium voor regularisatie, het bezit van een arbeidscontract, was zeer restrictief en gaf aanleiding tot allerlei vormen van misbruik en fraude door oneerlijke werkgevers. Uiteindelijk heeft de campagne slechts een klein deel van het kleine aantal aanvragers geregulariseerd, meestal op tijdelijke basis.

De mislukking van de legaliseringsoperatie van 2009 heeft in de daaropvolgende jaren noodzakelijkerwijs geleid tot een reorganisatie van de beweging van migranten zonder papieren. Een nieuwe en dynamische fase van de strijd vanaf 2014 heeft de verschillende collectieven samengebracht rond een eis tot structurele verandering die al in de vorige periode was gesteld. Deze bestond uit het eisen van de opname van duidelijke en permanente criteria voor regularisatie in de vreemdelingenwet en de oprichting van een onafhankelijke commissie voor de behandeling van de dossiers, om de willekeur en ondoorzichtigheid van administratieve beslissingen tegen te gaan. Deze eis werd echter van tafel geveegd door de coalitieregering die tussen 2014 en eind 2018 aan de macht was en bekend staat als de meest rechtse in de recente geschiedenis van België. De weigering van elke zogenaamde ‘collectieve’ regularisatieoperatie werd in het regeerakkoord opgenomen en er werd op gehamerd door de staatssecretaris voor Asiel en Migratie, Theo Francken, die uit de hardste gelederen van Vlaams nationalistisch rechts (NV-A) komt. In die periode had hij vrij spel om een zeer repressief beleid te voeren, gevoed door een discours van racisme en criminalisering.

Ongedocumenteerde migranten tijdens de COVID-19 pandemie

Zoals hierboven al is gezegd, is de onzekerheid waarin ongedocumenteerden in België verkeren, nog verergerd door de COVID-19-pandemie. Velen van hen zijn het werk kwijtgeraakt dat hen in staat stelde te overleven. Omdat ze geen vangnet meer hebben, zijn ze vaak ook hun huis kwijtgeraakt, waardoor steeds meer mensen hun toevlucht hebben moeten nemen tot kraken. Omgekeerd hebben anderen ongeacht hun gezondheidstoestand moeten blijven werken, met name in de schoonmaak en de persoonlijke verzorging, waardoor ze nog kwetsbaarder zijn voor gezondheidsrisico’s en politiecontroles wanneer ze reizen. De sluiting van de grenzen, de sluiting en/of afslanking van bepaalde overheidsdiensten, met name de vreemdelingendienst en bepaalde eerstelijnsdiensten voor sociale bijstand, hebben de toegang tot bepaalde rechten, zoals gezondheidszorg, eveneens bemoeilijkt. Terwijl de meeste werknemers in België konden profiteren van overheidssteun, kwamen migranten zonder papieren niet in aanmerking voor deze steun.

Als reactie op deze onzichtbaarheid zijn de mensen zonder papieren de eersten geweest die de sociale strijd in België hebben ontketend. Vanaf de eerste lockdown werden online campagnes gevoerd om de regering ertoe aan te zetten in het kader van de pandemie een legaliseringscampagne te voeren, naar het voorbeeld van wat in andere Europese landen is gedaan (met name Portugal, Spanje en Italië). Deze mobilisaties gingen vanaf het voorjaar van 2020 op straat door tot de onderhandelingen over de vorming van een nieuwe Belgische regering in september 2020 naderden. Maar de nieuwe Vivaldi-regering, die op 1 oktober 2020 werd beëdigd, is de eisen van migranten zonder papieren over het algemeen blijven negeren. Bovendien heeft zij op 2 november een tweede lockdown in België afgekondigd, waardoor de economische en psychologische situatie van ongedocumenteerden nog verder is verslechterd. Hun aanhoudende mobilisaties in deze context hebben geleid tot de oprichting van de USPR, waarvan sommige leden al tot de zogenaamde ‘slachtoffers’ van de regularisatie van 2009 behoorden.

De USPR had aanvankelijk de historische eis van de beweging van ongedocumenteerden opgepakt, namelijk de opname van duidelijke en permanente criteria voor regularisatie in de vreemdelingenwet en de oprichting van een onafhankelijke commissie. Nu de gezondheidstoestand van haar leden verslechtert, eist het collectief dat er onmiddellijk een oplossing voor hen wordt gevonden en dat er een echt maatschappelijk debat over het vraagstuk van de regularisatie op gang wordt gebracht.

Politieke blokkades

Hoe valt het te verklaren dat de Belgische regering doof, blind en ongevoelig blijft voor de eisen van de hongerstakers? Zoals gezegd heeft de vorige regeringscoalitie sterk bijgedragen aan de polarisatie van het publieke debat over migratie. Ze was bovendien gevallen na de terugtrekking van de Vlaams-nationalistische rechtse partij NV-A, die een meerderheid in de coalitie had, onder het zeer opportune voorwendsel dat de partij in december 2018 weigerde het Wereldpact voor migratie, bekend als het ‘Pact van Marrakesh’, te ratificeren. Nadat de Belgische parlementsverkiezingen in het voorjaar van 2019, waarbij de NV-A als grote winnaar uit de bus kwam, tot een politieke impasse leidden, werd vervolgens in maart 2020 een voorlopige regering benoemd om de pandemie het hoofd te bieden die voornamelijk bestond uit de restanten van de voormalige coalitie.

De coalitie die uit de onderhandelingen van september 2020 naar voren kwam, had tot doel de NV-A en de extreemrechtse Vlaamse partij Vlaams Belang (VB), die sinds 2019 in de peilingen aan de leiding gaan, te isoleren. Dit heterogene conglomeraat van partijen dat schommelt tussen Franstalig en Vlaams centrum-links en rechts, is een bijzonder fragiel evenwicht. Hoewel een aantal van de betrokken partijen in meer of mindere mate voorstander is van de regularisatie van migranten zonder papieren (met name de Franstalige Socialistische Partij en de groene partijen), is de kwestie geofferd op het altaar van het medebeheer door de regering. In wat steeds meer een traditie wordt, heeft de regering asiel- en migratiezaken toevertrouwd aan een partij van Vlaams rechts, in dit geval de Vlaamse Christen-Democraten (CD&V), in de persoon van staatssecretaris Sammy Mahdi. Hoewel dit nieuwe gezicht, met zelf een vluchtelingenvader, een afkoeling van het ‘discours’ over migratie zou moeten belichamen, blijven de recepten voor het migratiebeleid grotendeels hetzelfde. De regering, die nu gedwongen is te onderhandelen in het licht van de tragedie die zich voor haar ogen afspeelt, heeft ook de staatssecretaris aangewezen als het enige contactpunt voor de stakers – en hij is onbuigzaam en halstarrig. Sammy Mahdi is zo de waakhond geworden van een regering die weigert verantwoordelijkheid te nemen voor de situatie, met als argument dat ze moet reageren op de opkomst van extreem-rechts in Vlaanderen.

Jaren van restrictief migratiebeleid hebben duidelijk niet verhinderd dat Vlaams extreem-rechts vleugels kreeg. Zoals Andrea Rea, hoogleraar migratiesociologie en lid van het steuncomité voor mensen zonder papieren van de ULB-VUB, onlangs op de Belgische radio opmerkte: ‘De ideeën van het Vlaams Belang zitten al in de hoofden van iedereen die regeert, wat iedereen immobiliseert.’ De hongerstakers, die nu bijzonder verzwakt zijn, hebben dus behoefte aan een zo breed mogelijke solidariteit van onderop, in België en daarbuiten, om hun stem te laten horen en de wereld hun dramatische situatie te laten zien en de Belgische regering eraan te herinneren dat men extreem-rechts niet met eigen recepten kan bestrijden.

Charlotte Fichefet is doctoraatsstudente aan de ULB en lid van het steuncomité voor de ‘sans-papiers’ aan de ULB-VUB.

Nederlandse vertaling: redactie Grenzeloos.

Doe mee met de solidariteitsacties in Antwerpen en Gent op 21 juli!

Op woensdag 21 juli vinden zowel in Antwerpen als in Gent opnieuw acties plaats met de hongerstakers en voor de regularisatie van mensen zonder papieren. Met SAP – Antikapitalisten ondersteunen wij ten volle deze manifestaties. We roepen dan ook al onze leden, sympathisanten, vrienden en vriendinnen op om deel te nemen aan de acties.