Dringend eengemaakte strijd nodig voor een ecosocialistich alternatief

Deze week vindt in Madrid de 25ste Conferentie van partijen (COP – conference of parties) van de Kaderconventie van de Verenigde Naties over het klimaat plaats. Oorspronkelijk was deze top gepland in Santiago, maar de Chileense president verkoos hiervan af te zien. Op zo’n COP komen er vaak 10.000 mensen. Men wou vermijden dat zij getuigen zouden zijn van de brutale repressie door de politie van de opstand tegen de ultraliberale politiek van de regering Pinera.

Ter herinnering, de Kader Conventie van de Verenigde Naties werd aangenomen op de wereldtop van de Aarde in Rio in 1992. Het doel van de Conventie is “een gevaarlijke antropische verstoring” (zo noemt men de factoren van de opwarming die deze nog versnellen) van het klimaat tegen te houden. De COP’s moesten deze verbintenis opvolgen en komen sinds 1995 elk jaar samen. Madrid wordt zo de 25ste COP.

Een negatieve balans van A tot Z

De balans van het hele verhaal is totaal negatief, van A tot Z. Tussen de COP1 en de COP24 hebben de regeringen alles gedaan om hun uitstoot niet te verminderen of die daling te laten realiseren door anderen, te doen alsof ze de uitstoot zouden verminderen door ze te delokaliseren, of ook nog door nieuwe markten te verkrijgen als compensatie voor hun zeer magere inzet inzake uitstoot of het absurde idee op tafel te leggen dat het niet kappen van een boom hetzelfde is als het niet verbranden van fossiele brandstof.

Resultaat van al dit gedoe is dat de uitstoot van het belangrijkste broeikasgas, CO2, nu 60% groter is dan in 1990 en sneller stijgt dan in de 20ste eeuw. De concentratie van CO2 in de atmosfeer bedroeg in 1990 350 ppm en heeft nu de 414ppm bereikt (de parts per million (ppm) is de eenheid van concentratie. 350 PPM CO2 betekent dat er op één miljoen moleculen 350 molecules CO2 zijn). Tijdens de laatste 800.000 jaren voor de 20ste eeuw schommelde die concentratie van CO2 tussen de 220 en 280 ppm. Dit is ongezien sedert het Plioceen, 1,8 miljoen jaar geleden. In dat tijdperk was het zeewaterpeil 20 tot 30 meter hoger dan vandaag…

Misdaad tegen de mensheid en tegen de natuur

De tekst die in Rio gestemd werd, gaf geen definitie van het niveau van een “gevaarlijke antropische verstoring”. Deze lacune was het gevolg van de druk door de multinationals van de olie, de steenkool en het gas en van de talrijke sectoren van de kapitalistische economie die rechtstreeks afhankelijk zijn van die fossiele brandstoffen (autonijverheid, petrochemie, scheepsbouw, vliegtuigbouw, enz.). Die druk werd getrouw doorgegeven door de Staten die hun ten dienst staan. De grote olie- en steenkoolconcerns hebben inderdaad meerdere miljoenen dollars betaald aan pseudowetenschappers. Ze moesten de grove leugens van het klimaatnegationisme in de publieke opinie verspreiden.

Alles werd zonder enige scrupule vanaf 1992 in het werk gesteld om de voorraden aan fossiele brandstof zo lang mogelijk te ontginnen om een uiteenspatten van de “koolstofbubbel” te vermijden. Degenen die voor deze manoeuvres verantwoordelijk waren en hun politieke medeplichtigen, zouden voor het gerecht moeten gedaagd worden en veroordeeld voor misdaden tegen de mensheid en tegen de natuur.

Maximaal 2°C of 1,5°C?

Men heeft tot de COP21 moeten wachten, een kwart eeuw na Rio, voor er een beslissing werd genomen over het niveau van opwarming dat niet mag overstegen worden. Het akkoord in Parijs stelt dat het doel van de klimaatpolitiek moet zijn “de stijging van de temperatuur te beperken tot 2°C en tegelijk de inspanningen verder te zetten om de 1,5°C niet te overstijgen”. De tekst is dus dubbelzinnig, is het doel nu 2°C of 1,5°C? Hij geeft geen actiemiddelen aan en ook is er geen sprake van sancties tegen landen die hun deel van de inspanning niet leveren. De fossiele brandstoffen worden zelfs niet vernoemd terwijl zij toch de hoofdoorzaak zijn van de toename van het broeikaseffect!

Het speciaal rapport van het IPCC van oktober 2018 laat geen enkele twijfel bestaan over het gevaar van 2°C. In tegenstelling tot wat de grote media en de politici ons al meer dan twintig jaar willen doen geloven, zou een opwarming van 2°C veel gevaarlijker zijn voor mens en natuur. Om één voorbeeld te geven, de ijskap van Groenland bevat genoeg ijs om het zeewaterpeil met 7 meter te doen stijgen. En specialisten schatten dat het punt van een onomkeerbaar uiteenvallen ervan zich ergens tussen de 1,5°C en de 2°C situeert…

De dreiging van de “broeikasplaneet”

Er bestaat geen diepvries om de planeet af te koelen. M.a.w., het uiteenvallen van het Groenlandse ijs of van een andere ijskap, kan onmogelijk gestopt worden voordat een nieuw energetisch evenwicht van de aarde wordt bereikt. Ondertussen dreigt dit uiteenvallen een aaneenschakeling van “positieve terugkoppelingen” te veroorzaken (1)Een destabilisatie van de Thwaites en Totten gletsjers ( op West en op Zuid Antarctica) die genoeg water bevatten om het zeeniveau met ongeveer 7,5 m te doen stijgen.: de Amazone wordt een savanne, de reusachtige gletsjers van de Zuidpool vallen uit elkaar (2)IPCC, speciaal rapport 1,5°C, samenvatting voor het beleid., de permafrost smelt definitief,… Dit gigantisch klimaat domino effect kan snel uitmonden in een stijging van de gemiddelde temperatuur van de aarde met 4 à 5°C.

Specialisten vrezen dat deze versnelling van de opwarming kan leiden tot een nieuw regime vergeleken met wat de aarde de laatste 1,5 miljoen jaar heeft gekend (alterneren van ijstijden en interglaciale periodes). Dat lijkt sterk op het klimaat tijdens het Plioceen: een “broeikasplaneet”. We kunnen ons een dergelijke kanteling niet voorstellen maar één zaak staat vast, als onze soort dit overleeft, dan zullen dat geen 7 of 8 miljard mensen zijn en de armen zullen ongetwijfeld de belangrijkste slachtoffers zijn – de zogenaamde aanpassingsvariabele (dat liedje is gekend)… De walgelijke onmenselijke politiek tegen vluchtelingen vandaag schetst de contouren van deze komende barbarij.

Kunnen we nog beneden de 1,5°C blijven?

Ten opzichte van het pre-industriële tijdperk, zitten we nu bij ongeveer 1,1°C opwarming. Met het huidig ritme van emissies zal de kaap van de 1,5°C overstegen worden rond 2040. Dat moet kost wat kost vermeden worden. Maar is dat nog mogelijk? Helaas, niets is hierin zeker. In het rapport over de 1,5°C van het IPCC worden vier scenario’s voorgesteld om een stabilisatie onder die gevarengrens te bereiken (met slechts één kans op drie voor succes!).(3)De meest gevorderde technologie van negatieve uitstoot is die van de bio-energie met opvang en opslag van koolstof. Om op die manier 10% van de jaarlijkse uitstoot van CO2 op te vangen, zou ongeveer 20% van het huidig land oppervlak voor het kweken van biomassa moeten gebruikt worden… Drie van die vier scenario’s moeten we verwerpen. Omdat ze steunen op het waanzinnig idee van een “tijdelijk overschrijden” van de 1,5°C met daarna een afkoeling door het gebruik van bepaalde technologieën.

Die technologieën ”met negatieve uitstoot” zouden koolstof aan de atmosfeer moeten onttrekken. Maar dat is in de veronderstelling dat ze werken (op voldoende grote schaal)(4)Om de “gedifferentieerde verantwoordelijkheid” tussen Noord en Zuid te eerbiedigen, moet de daling van 58% op wereldvlak, een daling in de “ontwikkelde” landen van 65% bedragen. en ook op voorwaarde dat de koolstof dan veilig kan worden opgeborgen en niet kan ontsnappen. De toestand is nu zo gespannen dat een “tijdelijke overschrijding” onomkeerbare ongevallen kan veroorzaken. Zoals het opbreken van de ijskap op Groenland wat de domino’s kan doen omvallen en ons naar de “broeikasplaneet” kan leiden!

Met het vierde scenario blijven we beneden de 1,5°C zonder tijdelijke overschrijding dus en zonder “technologieën met negatieve uitstoot”. Het houdt in dat er een drastische daling is van de netto werelduitstoot van CO2 – 58% tegen 2030 en -100% in 2050 en negatieve uitstoot tussen 2050 en 2100.(5)Inzake energieverbruik geeft het IPCC cijfers van -15% in 2030 en van -32% in 2050. Dit is een onderschatting omdat het steunt op een sterke toename van kernenergie in de “energiemix” (+ 59% in 2030 en +150% in 2050 of ongeveer 200 bijkomende kerncentrales).

Wanneer men kernenergie uitsluit (en dat moeten we!) zou de daling van de wereldconsumptie waarschijnlijk rond de 20% moeten zijn in 2030 en 40% in 2050. ((In ieder geval is hiervoor een sterke vermindering van het transport nodig.
Dat scenario kan in zijn huidige vorm niet aanvaard worden omdat het, net als de andere, rekent op de ontwikkeling van kernenergie (+50 % in 2030 en +150% in 2050, wat 200 bijkomende kerncentrales betekent met daarbij ook een verhoogde risico van een atoomoorlog).

We kunnen in ieder geval besluiten dat de daling van de uitstoot alleen maar kan verwezenlijkt worden door een sterke daling van het wereld energieverbruik (met 20% in 2030 en met 40% of meer in 2050). Die daling kan er alleen maar komen wanneer er een belangrijke daling is van de productie en het transport.(6)Bij onveranderde voorwaarden is het maximum aantal werkuren dat compatibel is met het resterende koolstofbudget, zo’n 16u per week in de OESO landen ( voor een koolstofbudget van 2°C).

Dringendheid van een urgentieplan


Het is te laat om de catastrofe te vermijden, we zien ze overal groter worden. Kijk maar naar de steeds ergere hittegolven, de steeds meer intense cyclonen en tyfoons, het versneld afsmelten van de gletsjers op Groenland en op de Zuidpool, het sneller dan voorzien stijgen van het zeewaterpeil, de toegenomen kracht van stormen en hevige neerslag, de verstoring van de moesson, de dodelijke bosbranden en vele andere verschijnselen die in de media worden beschreven. Dan hebben we het nog niet over de versnelde achteruitgang van de biodiversiteit (ten dele veroorzaakt door de klimaatsverandering) zonder ook nog andere facetten van de milieucrisis te vergeten zoals de vervuiling door synthetische chemicaliën en radioactieve nucliden.

Voor het meest elementaire gezond verstand – of liever het overlevingsinstinct! – moeten we zo vlug mogelijk en zo democratisch mogelijk een wereld noodplan opstellen om het klimaat en de biodiversiteit te redden, rekening houdend met sociale en klimaat rechtvaardigheid, dus gepaard aan een radicale vermindering van de sociale ongelijkheid die het neoliberalisme heeft gecreëerd. Binnen dat plan moeten de energiesector en de financiële sector gesocialiseerd worden zonder schadeloosstelling. Dat is de enige manier om de klimaat toekomst veilig te stellen. Elke nutteloze en schadelijke productie (wapens bijvoorbeeld!) moet stoppen en ook alle overbodig vervoer. Het is de meest eenvoudige manier om de uitstoot snel en drastisch te verminderen. De marge die zo vrij komt kan geïnvesteerd worden in energie-efficiëntie (met name door renovatie en isoleren van gebouwen) en in een nieuw energiesysteem dat voor 100% steunt op hernieuwbare energie.

Het paradigma veranderen: zorg in plaats van productie, de noden in plaats van winst


In het kader van zo’n plan moeten de agrobusiness, de vleesindustrie, de industriële visvangst en industriële bosbouw vervangen worden door agro-ecologie, kleinschalige visvangst, veeteelt in de weide en ecologische bosbouw. Deze diepgaande veranderingen in het perspectief van voedsel- en energetische soevereiniteit zullen het mogelijk maken om tegelijkertijd de uitstoot sterk te doen dalen, de biodiversiteit te beschermen, de gezondheid te verbeteren en honderdduizenden nuttige en zinvolle banen te creëren.

Voor dit plan is een totaal ander paradigma nodig. De winst moet vervangen worden door de echte behoeften, het productivisme moet plaats maken voor zorg voor de mensen en de niet-menselijke natuur. De schade die door het kapitalisme, het kolonialisme en het patriarchaat werd veroorzaakt, moet hersteld worden. Dat houdt in dat het Globale Zuiden de middelen moet krijgen voor een ontwikkeling zonder koolstof, met een goede sociale zekerheid voor iedereen, met garanties voor gelijke rechten voor de vrouwen en controle op hun vruchtbaarheid, met een sterke uitbreiding van de publieke, para-publieke en non-profit sectoren. Volledige tewerkstelling wordt tegelijk een ecologische en een sociale eis die gerealiseerd kan worden dank zij een zeer radicale werktijdverkorting tot een vijftien uren werkweek (zonder loonverlies en met een lager werkritme)9. Een verdeling van de noodzakelijke arbeid is trouwens nodig opdat iedereen zou kunnen deelnemen aan de democratische uitwerking en realisatie van zo’n plan en ook zou meewerken aan de huishoudelijk taken.

Alleen een antikapitalistisch alternatief kan een uitweg bieden uit de crisis. Om de catastrofe te stoppen en het cataclysme te verhinderen moeten we dringend minder produceren (produceren voor echte behoeften), minder transporteren ( het grootste deel van het vervoer heeft tot doel de winst van de multinationals zo groot mogelijk te maken) en meer verdelen (prioritair moet de rijkdom en de noodzakelijke arbeid herverdeeld worden). Dit ecosocialistisch perspectief is nodig om een uitweg te vinden uit de beschavingscrisis die door het kapitaal wordt veroorzaakt. Er is immers geen vrijheid mogelijk met een illusoire en ongebreidelde consumptie die steunt op een onbeperkte exploitatie van de limieten van de Aarde en de mensen. De consumptie is niets anders dan een trieste compensatie van een miserabel bestaan.

Van de COP’s valt niets te verwachten


Uiteraard moeten we van de COP’s dit alternatief niet verwachten. De regeringen doen – in het beste geval! – pogingen om het onverzoenlijke te verzoenen. Een cataclysme vermijden maar tegelijkertijd borg staan voor het verderzetten van de accumulatie van kapitaal en van het neoliberaal regime (dat nodig is voor de accumulatie in een situatie waarin de winstvoet daalt en er veralgemeende overproductie is). En dus blijft, ondanks de protocollen, de koolstoftaksen, de uitwisselbare emissiequota, de “schone ontwikkeling”, de “klimaat financiering”, de jaarlijkse COP’s en het hele santenkraam, de kapitalistische accumulatie als een automaat verder draaien en voert ze de hele mensheid naar een “broeikasplaneet”

Meer dan een kwart eeuw na Rio, van COP naar COP, nadert het cataclysme. Deze COP25 zal de trend niet keren. Een van de voornaamste discussiepunten gaat over de “marktmechanismen” in het akkoord van Parijs artikel 6. Dit zou de grotendeels fake- mechanismen van koolstofcompensaties zoals ze waren opgezet vanaf het protocol van Kyoto (“mechanismen van schone ontwikkeling” en ”gezamenlijk toepassen” en ook nog de programma’s REDD en REDD+), moeten omvatten en uitbreiden. Het onvoltooide debat over de concrete toepassing van artikel 6 van Parijs op de COP24 (Katowice), hebben aangetoond dat de inzet altijd dezelfde is, wat als verbintenis door de ene hand werd ondertekend, wordt door de andere hand teniet gedaan.

Mislukking van het groen kapitalisme, impasse van het systeem


De media hebben het succes van de COP21 gevierd. In werkelijkheid zijn de regeringen mislukt rond de beslissende kwestie waarop de klimaatuitdaging moet antwoorden: het vastleggen van een mondiale koolstofprijs. Die mislukking is moeilijk goed te maken. Vier jaar na Parijs, toont een publicatie van het IMP deze impasse. De auteurs schrijven dat klimaatsverandering “in het uiterste geval het uitsterven van de mensheid” kan veroorzaken. Spijtig genoeg, zo gaan zij verder, “zal het belangrijke verschil tussen het privé en het sociale rendement van investeringen met weinig CO2 uitstoot in de toekomst waarschijnlijk verder voortduren, de weg van toekomstige taksen en tarieven voor koolstof blijft zeer onzeker, met name om redenen van politieke economie (sic). Dat betekent dat er niet alleen een markt ontbreekt voor het inperken van de klimaatdreiging omdat er geen prijs staat op de koolstofuitstoot, maar dat ook de toekomstige markten voor het inperken iet aanwezig zijn, wat van belang is voor het rendement van privé investeringen in de technologieën, de infrastructuur en het kapitaal voor die inperking.”((IMF WP/19/185, Sept 2019

In mensentaal betekent deze technocratische blabla: om het verdwijnen van de mensheid te verhinderen, moeten we snel handelen, maar dit rendeert niet; het verschil tussen het overleven van de 99% en de winsten voor de 1% “zal waarschijnlijk blijven bestaan” omdat er geen wereldmacht is die en prijs voor koolstof kan afdwingen, waardoor alle kapitalisten gelijk behandeld zouden worden in de wedloop naar winst. Dus wordt er niets gedaan. Dit toont opnieuw overduidelijk dat het kapitalisme niets anders te bieden heeft dat vernieling en dood.

Het onvermogen van de regeringen tegenover de milieucrisis en de klimaatcrisis in het bijzonder, is niet het gevolg van een geheimzinnig noodlot of van de perversiteit van de menselijke natuur, maar van vijf structurele factoren: het diepgeworteld productivisme dat belet dat het kapitalisme minder gaat produceren; het neoliberaal regime van accumulatie dat onmogelijk een openbaar plan kan uitwerken; de tegenstelling tussen de internationalisatie van het kapitaal en het nationaal karakter van de Staten waardoor de uitdaging niet globaal kan worden aangepakt; de crisis van de leiding van het imperialisme die belet dat er een minimale orde komt in de kapitalistische wanorde ( wat bovendien nog wordt verergerd door het klimaat negationisme van Trump); en tenslotte de crisis van de burgerlijke democratie gesteund op electorale demagogie die niet verder kan zien dan een periode van drie jaar. Dat alles is het resultaat van het kapitalistisch systeem in zijn eindfase dat, zoals Marx reeds stelde, “alle bronnen van rijkdom uitbuit: de Aarde en de werkenden”.

Einde van de wereld, einde van de maand: zelfde ecosocialistische strijd

Het is absurd te denken dat een maatschappij die zich baseert op de uitbuiting van de arbeid, het racisme, het patriarchaat, de homofobie, de koloniale arrogantie, de (nog resterende) natuur relaties van respect, vredelievendheid, zorg en samenwerking zou kunnen uitbouwen. Kunnen we nog geloven dat we in staat zouden zijn de andere levende wezens niet aan te doen wat we met ons laten gebeuren? Hoe kunnen we een systeem bedenken dat dagelijks de arbeid uitbuit zonder roofbouw op de natuurlijke hulpbronnen? Hoe kunnen we veronderstellen dat een maatschappij de “diensten” van de natuur zou eerbiedigen terwijl ze de gratis diensten misprijst die door de helft van de mensheid, door de vrouwen, worden gepresteerd in het kader van de sociale reproductie?

We zullen de relaties tussen de mensheid en de natuur niet grondig veranderen zonder de relaties tussen de mensen te veranderen. Zorg dragen voor onszelf op een manier die de mensheid waardig is, is de noodzakelijke voorwaarde om zorg te dragen voor de natuur waarvan we deel uitmaken. “Eind van de wereld, eind van de maand, eenzelfde strijd”: deze slogan werd gelanceerd bij het samenkomen van de gele hesjes en de klimaatbetogers in Frankrijk en hij drukt de grond van de zaak uit. De strijd tegen sociale afbraak en tegen milieuvernietiging zijn de twee dimensies van de ecosocialistische strijd. Druk uitoefenen op de COP, heeft geen zin. Wat nodig is, is het samenvloeien van de strijd van al wie uitgebuit en onderdrukt is, voor een andere wereld die mogelijk en wenselijk is.

Voetnoten

Voetnoten
1 Een destabilisatie van de Thwaites en Totten gletsjers ( op West en op Zuid Antarctica) die genoeg water bevatten om het zeeniveau met ongeveer 7,5 m te doen stijgen.
2 IPCC, speciaal rapport 1,5°C, samenvatting voor het beleid.
3 De meest gevorderde technologie van negatieve uitstoot is die van de bio-energie met opvang en opslag van koolstof. Om op die manier 10% van de jaarlijkse uitstoot van CO2 op te vangen, zou ongeveer 20% van het huidig land oppervlak voor het kweken van biomassa moeten gebruikt worden…
4 Om de “gedifferentieerde verantwoordelijkheid” tussen Noord en Zuid te eerbiedigen, moet de daling van 58% op wereldvlak, een daling in de “ontwikkelde” landen van 65% bedragen.
5 Inzake energieverbruik geeft het IPCC cijfers van -15% in 2030 en van -32% in 2050. Dit is een onderschatting omdat het steunt op een sterke toename van kernenergie in de “energiemix” (+ 59% in 2030 en +150% in 2050 of ongeveer 200 bijkomende kerncentrales).

Wanneer men kernenergie uitsluit (en dat moeten we!) zou de daling van de wereldconsumptie waarschijnlijk rond de 20% moeten zijn in 2030 en 40% in 2050. ((In ieder geval is hiervoor een sterke vermindering van het transport nodig.

6 Bij onveranderde voorwaarden is het maximum aantal werkuren dat compatibel is met het resterende koolstofbudget, zo’n 16u per week in de OESO landen ( voor een koolstofbudget van 2°C).

Dringendheid van een urgentieplan

Het is te laat om de catastrofe te vermijden, we zien ze overal groter worden. Kijk maar naar de steeds ergere hittegolven, de steeds meer intense cyclonen en tyfoons, het versneld afsmelten van de gletsjers op Groenland en op de Zuidpool, het sneller dan voorzien stijgen van het zeewaterpeil, de toegenomen kracht van stormen en hevige neerslag, de verstoring van de moesson, de dodelijke bosbranden en vele andere verschijnselen die in de media worden beschreven. Dan hebben we het nog niet over de versnelde achteruitgang van de biodiversiteit (ten dele veroorzaakt door de klimaatsverandering) zonder ook nog andere facetten van de milieucrisis te vergeten zoals de vervuiling door synthetische chemicaliën en radioactieve nucliden.

Voor het meest elementaire gezond verstand – of liever het overlevingsinstinct! – moeten we zo vlug mogelijk en zo democratisch mogelijk een wereld noodplan opstellen om het klimaat en de biodiversiteit te redden, rekening houdend met sociale en klimaat rechtvaardigheid, dus gepaard aan een radicale vermindering van de sociale ongelijkheid die het neoliberalisme heeft gecreëerd. Binnen dat plan moeten de energiesector en de financiële sector gesocialiseerd worden zonder schadeloosstelling. Dat is de enige manier om de klimaat toekomst veilig te stellen. Elke nutteloze en schadelijke productie (wapens bijvoorbeeld!) moet stoppen en ook alle overbodig vervoer. Het is de meest eenvoudige manier om de uitstoot snel en drastisch te verminderen. De marge die zo vrij komt kan geïnvesteerd worden in energie-efficiëntie (met name door renovatie en isoleren van gebouwen) en in een nieuw energiesysteem dat voor 100% steunt op hernieuwbare energie.

Het paradigma veranderen: zorg in plaats van productie, de noden in plaats van winst

In het kader van zo’n plan moeten de agrobusiness, de vleesindustrie, de industriële visvangst en industriële bosbouw vervangen worden door agro-ecologie, kleinschalige visvangst, veeteelt in de weide en ecologische bosbouw. Deze diepgaande veranderingen in het perspectief van voedsel- en energetische soevereiniteit zullen het mogelijk maken om tegelijkertijd de uitstoot sterk te doen dalen, de biodiversiteit te beschermen, de gezondheid te verbeteren en honderdduizenden nuttige en zinvolle banen te creëren.

Voor dit plan is een totaal ander paradigma nodig. De winst moet vervangen worden door de echte behoeften, het productivisme moet plaats maken voor zorg voor de mensen en de niet-menselijke natuur. De schade die door het kapitalisme, het kolonialisme en het patriarchaat werd veroorzaakt, moet hersteld worden. Dat houdt in dat het Globale Zuiden de middelen moet krijgen voor een ontwikkeling zonder koolstof, met een goede sociale zekerheid voor iedereen, met garanties voor gelijke rechten voor de vrouwen en controle op hun vruchtbaarheid, met een sterke uitbreiding van de publieke, para-publieke en non-profit sectoren. Volledige tewerkstelling wordt tegelijk een ecologische en een sociale eis die gerealiseerd kan worden dank zij een zeer radicale werktijdverkorting tot een vijftien uren werkweek (zonder loonverlies en met een lager werkritme)9. Een verdeling van de noodzakelijke arbeid is trouwens nodig opdat iedereen zou kunnen deelnemen aan de democratische uitwerking en realisatie van zo’n plan en ook zou meewerken aan de huishoudelijk taken.

Alleen een antikapitalistisch alternatief kan een uitweg bieden uit de crisis. Om de catastrofe te stoppen en het cataclysme te verhinderen moeten we dringend minder produceren (produceren voor echte behoeften), minder transporteren ( het grootste deel van het vervoer heeft tot doel de winst van de multinationals zo groot mogelijk te maken) en meer verdelen (prioritair moet de rijkdom en de noodzakelijke arbeid herverdeeld worden). Dit ecosocialistisch perspectief is nodig om een uitweg te vinden uit de beschavingscrisis die door het kapitaal wordt veroorzaakt. Er is immers geen vrijheid mogelijk met een illusoire en ongebreidelde consumptie die steunt op een onbeperkte exploitatie van de limieten van de Aarde en de mensen. De consumptie is niets anders dan een trieste compensatie van een miserabel bestaan.

Van de COP’s valt niets te verwachten

Uiteraard moeten we van de COP’s dit alternatief niet verwachten. De regeringen doen – in het beste geval! – pogingen om het onverzoenlijke te verzoenen. Een cataclysme vermijden maar tegelijkertijd borg staan voor het verderzetten van de accumulatie van kapitaal en van het neoliberaal regime (dat nodig is voor de accumulatie in een situatie waarin de winstvoet daalt en er veralgemeende overproductie is). En dus blijft, ondanks de protocollen, de koolstoftaksen, de uitwisselbare emissiequota, de “schone ontwikkeling”, de “klimaat financiering”, de jaarlijkse COP’s en het hele santenkraam, de kapitalistische accumulatie als een automaat verder draaien en voert ze de hele mensheid naar een “broeikasplaneet”

Meer dan een kwart eeuw na Rio, van COP naar COP, nadert het cataclysme. Deze COP25 zal de trend niet keren. Een van de voornaamste discussiepunten gaat over de “marktmechanismen” in het akkoord van Parijs artikel 6. Dit zou de grotendeels fake- mechanismen van koolstofcompensaties zoals ze waren opgezet vanaf het protocol van Kyoto (“mechanismen van schone ontwikkeling” en ”gezamenlijk toepassen” en ook nog de programma’s REDD en REDD+), moeten omvatten en uitbreiden. Het onvoltooide debat over de concrete toepassing van artikel 6 van Parijs op de COP24 (Katowice), hebben aangetoond dat de inzet altijd dezelfde is, wat als verbintenis door de ene hand werd ondertekend, wordt door de andere hand teniet gedaan.

Mislukking van het groen kapitalisme, impasse van het systeem

De media hebben het succes van de COP21 gevierd. In werkelijkheid zijn de regeringen mislukt rond de beslissende kwestie waarop de klimaatuitdaging moet antwoorden: het vastleggen van een mondiale koolstofprijs. Die mislukking is moeilijk goed te maken. Vier jaar na Parijs, toont een publicatie van het IMP deze impasse. De auteurs schrijven dat klimaatsverandering “in het uiterste geval het uitsterven van de mensheid” kan veroorzaken. Spijtig genoeg, zo gaan zij verder, “zal het belangrijke verschil tussen het privé en het sociale rendement van investeringen met weinig CO2 uitstoot in de toekomst waarschijnlijk verder voortduren, de weg van toekomstige taksen en tarieven voor koolstof blijft zeer onzeker, met name om redenen van politieke economie (sic). Dat betekent dat er niet alleen een markt ontbreekt voor het inperken van de klimaatdreiging omdat er geen prijs staat op de koolstofuitstoot, maar dat ook de toekomstige markten voor het inperken iet aanwezig zijn, wat van belang is voor het rendement van privé investeringen in de technologieën, de infrastructuur en het kapitaal voor die inperking.”((IMF WP/19/185, Sept 2019