Ik herinner me nog de woorden van toenmalig justitieminister Bekir Bozdag, die een paar weken na de mislukte staatsgreep stelde dat de noodtoestand zo’n zes weken zou duren. Intussen duurt de noodtoestand bijna anderhalf jaar en is de justitieminister gepromoveerd tot spreekbuis van de regering.

De zuiveringen blijven doorgaan, vandaag zijn het parlementairen, morgen journalisten, overmorgen weer wat legerofficieren, de rij is eindeloos, net als de procedures. In vele gevallen is er zelfs geen akte van beschuldiging en raken de gevangenissen overvol. Om daaraan te verhelpen worden er de komende vijf jaar nog meer dan 250 bijgebouwd. Zo groeit de Turkse economie weer een stukje.

Vrijheidsberoving is een erge zaak. Daarom is het belangrijk dat justitie hierin een centrale rol kan spelen. Maar dan heb je een justitie nodig die onafhankelijk onderzoek laat voeren en pas in laatste instantie tot vrijheidsberoving overgaat, tenzij de aangehaalde feiten zo zwaarwichtig zijn dat aangehoudenen een gevaar voor de samenleving kunnen betekenen. Juridische bijstand en inzage van het dossier zijn in een rechtsstaat essentiële elementen. In vele gevallen ontbreekt dit en zitten mensen vast op basis van vage beschuldigingen die zij dikwijls zelf niet eens kennen.

Naast het aantal opgesloten mensen groeit ook het aantal mensen die hun job, sociale zekerheid of pensioen zijn verloren. Er is weliswaar een commissie opgericht om dit te onderzoeken maar die werkt tergend langzaam. Het gaat immers niet om enkele honderden maar om meer dan honderdduizend mensen. Intussen zitten deze mensen, noem ze maar paria’s van de samenleving, in een uitzichtloze positie. Het EHRM (Europees Hof van de Rechten van de Mens) reageert enkel wanneer alle rechtsmiddelen in eigen land zijn uitgeput. De meeste klachten zijn dus onontvankelijk, want er bestaat immers een commissie. En zo is de cirkel rond.

Bij voorrang behandelt het EHRM nu de kwestie van opgesloten parlementairen. Tot driemaal toe heeft de Turkse staat uitstel gekregen om haar beslissing te motiveren. Na de derde keer vroeg de Turkse staat wederom uitstel, het EHRM weigerde. In feite niet meer als normaal, als je iemand opsluit, zeker als het een parlementair is, moet je toch een sluitend dossier hebben.

Intussen zijn er de Paradise papers, waarbij de zonen van de eerste minister zijn betrokkenen, de rekeningen die de nauwe familie van de president op het eiland Man zou hebben geopend en de zaak Reza Zarrab, het ontduiken van sancties tegen Iran en omkoping van ministers en topfunctionarissen bij staatsbanken. Al die zaken worden  nauwelijks nog aangeraakt in de pers. Wel de enorme economische groei en de erkenning door Trump van Jeruzalem als hoofdstad van Israël. Toen de president een paar weken geleden op officieel bezoek ging naar Griekenland, stelde hij het ‘verdrag van Lausanne’ in vraag. Ook dat was natuurlijk voorpaginanieuws.

Er gebeurt zoveel dat sommige verhalen, ook hier, het daglicht niet zien. Niet omdat ze onbelangrijk zijn, maar omdat je dan van ’s morgens tot ’s avonds moet schrijven.

De zaak Camus en co

Een kleine honderdvijftigduizend boeken zijn verbannen uit bibliotheken in Turkije. De bedoeling was om boeken gelinkt aan Gülen, door Turkije aanzien als de man die de staatsgreep van juli 2016 heeft gepland, weg te halen.

Censuur is niet nieuw in Turkije. Toen de militairen de macht grepen in 1980 bestond er ook een lijst met verboden boeken. Het ging in die tijd wel over linkse literatuur. Net als over linkse en Koerdische muziek. Zelfs Nazim Hikmet, niet alleen de bekendste dichter van Turkije, ook één van de beste ter wereld, heeft altijd met censuur, en dit tot op heden, te maken gehad. Wereldliteratuur met een erotische inslag verdween regelmatig uit Turkse bibliotheken.

Het is tekenend voor dictaturen dat zij schrik hebben van de pen. Voor zover ik weet, ik kan natuurlijk verkeerd zijn, is dit niet direct het wapen waar ’terroristische’ organisaties zich van bedienen. Censuur op het internet is trouwens schering en inslag in Turkije. Zo is het hier bijvoorbeeld onmogelijk (tenzij met VPN) om Wikipedia nog te openen, in alle talen overigens, net als bijvoorbeeld NOS.NL, ja inderdaad, de Nederlandse officiële omroep. Het gaat hem over meer dan 140.000 websites.

Maar tijdens de laatste zuiveringen vielen ook een aantal bekende filosofen onder de censuur. Albert Camus (een vrijzinnige filosoof, o.a. auteur van ‘La Peste’), Spinoza (ken die man zo goed als niet, naar het schijnt toch een subversieve filosoof) en Althusser (een marxist, o.a. auteur van Lire le capital) worden ervan beschuldigd deel uit te maken van een ’terroristische’ samenzwering. Ter informatie, Spinoza leefde in de zeventiende eeuw (sic), Camus is overleden in 1960 en Althusser in 1990. Kafka kwam dit keer onderuit aan de zuiveringen, hoewel zijn boek Het proces in de huidige Turkse samenleving zeker waard is om opnieuw gelezen te worden.

Dit is het eerste voorbeeld van een situatie waar paranoia het wint van het gezond verstand.

1100 dokters wachten op hun aanstelling

Er is een tekort aan dokters in Turkije. Dat geeft zelfs de regering toe. In het verleden kregen dokters, na hun afstuderen, binnen de twee maanden een plaats toegewezen. Zij werken dan twee jaar voor de staat, in hetzij een saglik oca (gezondheidscentrum) of een openbaar ziekenhuis (dat is meestal voor de specialisten). Daarna ligt de mogelijkheid ook open om te gaan werken in een privaat ziekenhuis of een eigen praktijk te openen.

Van de meer dan zesduizend afgestudeerde dokters dit jaar, zijn er nog steeds elfhonderd, die NA ZES MAANDEN, nog geen arbeidsplaats kregen toegewezen (het gaat zowel over specialisten als huisdokters).

Om vandaag als dokter te kunnen werken, heb je immers een verklaring nodig, dat je een onbesproken verleden hebt. Het heeft niks te maken met een ‘bewijs van goed gedrag en zeden’. Iedere dokter wordt onderzocht of hij/zij in het verleden geen contacten had met (voor Turkije) terroristische organisaties, dat zijn dan de Gülenisten of de PKK (misschien ook diegenen die boeken van Camus, Spinoza of Althusser hebben gelezen).

Deze jonge mensen, wiens ouders dikwijls extreme inspanningen moesten doen om hun kinderen te laten voortstuderen (het zijn immers niet alleen kinderen uit rijke families die voor dokter studeren), zitten tussen hamer en aambeeld. Waarom krijgen zij hun aanstelling niet, waarom duurt het onderzoek zo lang. Intussen kunnen zij niet aan de slag. Toch niet als dokter.

Een beginnende huisdokter verdient 6.000 tl per maand, aan de huidige koers, zo’n dertienhonderd euro per maand, een specialist iets meer, zo’n vijftienhonderd euro per maand. Vandaag verdienen zij niks! Als dokter kunnen zij niet aan het werk, bovendien worden zij gebrandmerkt. Want waarom kunnen zij als dokter niet aan de slag? Ook in de private sector kunnen zij nauwelijks aan de slag. Want, als zij niet als dokter kunnen werken, dan zal er wel iets mis met hen zijn.

Dit is een tweede voorbeeld waar paranoia het wint van het gezond verstand. Een vijfde van de afgestudeerde dokters zit met de vingers te draaien!

Moet er nog zand zijn?

Het zijn slechts twee kleine voorbeelden die aantonen dat er iets grondig misloopt in dit land. Intussen heeft men ook de kieswet aangepast, bij de volgende verkiezingen zal het aantal waarnemers flink slinken en zal het risico op fraude nog toenemen. Waarom doet men dit?

Angst. Want om angst draait het in dit land. De oppositie is bang, parlementairen zijn bang, de bevolking die niet op de AKP stemt is bang. Tegelijk is de AKP bang, want ondanks alle heilsberichten, gaat het niet goed in Turkije. De werkloosheid blijft enorm hoog (10,6 procent), de inflatie is torenhoog (12,9 procent), het tekort op de handelsbalans stijgt maand na maand, de Turkse lira blijft zwak. Iedereen met notities van economie, weet dat de economische groei kunstmatig is, dat er kapitaal blijft wegvloeien uit Turkije, dat de intrestvoeten hoog moeten blijven om kapitaal aan te trekken.

Maar… men is bang. Turkije is af aan het glijden naar een dictatuur en tegelijk neemt de polarisatie toe. Ook ik ben bang. Het is een ketel die elk moment kan ontploffen. Daar heeft niemand belang bij. Want dan is de uitkomst totaal onzeker. Angst is echter een slechte raadgever. Het is niet door problemen te begraven in het zand, dat ze niet meer bestaan. Het is door de problemen aan te pakken en er oplossingen voor te zoeken.

Dat kan echter enkel en alleen door meer openheid, door meer democratie, door het opheffen van de noodtoestand, maar daar zijn we verder af dan ooit.