Marielle Franco en Anderson Pedro Gomes zijn in Rio de Janeiro koelbloedig geëxecuteerd. Door wie? Franco had veel vijanden, ze was militante van de linkse partij PSOL (Partij voor Socialisme en Vrijheid), ze verzette zich tegen de militarisering van Rio, ze was een zwarte vrouw en militante voor de rechten van homoseksuelen.

“Dat komt ervan als je criminelen verdedigt”, was bij rechts te horen. De massa’s mensen die na de moord van 14 maart op straat kwamen, twijfelen eraan of de rechtse regeerders en hun politie echt naar de moordenaars zullen zoeken. Omdat ze ervan overtuigd zijn dat de opdrachtgevers daar te zoeken zijn.

Arm en zwart

De twee werden vermoord met politiekogels, aldus een eerste onderzoek. Marielle Franco had zich dan ook de haat van de politietop op de hals gehaald door haar aanklachten tegen het politiegeweld in de favelas van Rio waar ze zelf uitkomt. Dat geweld is nodig in de strijd tegen de drughandel, luidt het, maar dat levert alleszins op dat vlak geen resultaat op, er wordt bijzonder snel geschoten op al wie jong, zwart en man is. De dag voor de moord had Franco zelf nog na de moord op de jonge zwarte Matthew Manu getwitterd “Alweer een jongeman op de kerfstok van de militaire politie. Matthew Manu kwam de kerk buiten toen hij werd neergekogeld. Hoeveel moeten er nog sterven eer deze oorlog eindigt?”

Franco en haar partij, de PSOL, voerden heftig campagne tegen de recente militarisering van Rio. Omdat de toestand na de rechtse coup – de afzetting van president Dilma Rousseff in augustus 2016 – vooral in Rio volledig uit de hand liep, besliste de corrupte president Michel Temer zonder enig overleg de orde in Rio toe te vertrouwen aan het leger. Vanuit de favelas werd gewaarschuwd dat dit voor de militaire politie groen licht was om nog gewelddadiger tekeer te gaan – en zo gebeurde.

Wonder

Het is vooral de militaire politie die beschuldigd wordt van wild geweld en corruptie. Geweld dat volgens Franco en vele anderen zeer racistisch is. Jaarlijks komen er in Brazilië ongeveer 30.000 jongeren gewelddadig om, meer dan drie kwart van hen zijn zwarten. Veel van die doden vallen in een van de 763 favelas van Rio, illustraties van het feit dat Brazilië ondanks de “economische wonderen” nog altijd een land is van enorme ongelijkheden. Racisme is nog altijd schering en inslag.

Amnesty International publiceerde in 2015 een rapport over de 1.275 geregistreerde doden die in Rio vielen tijdens de periode 2010-2013 en die het werk waren van de militaire politie. Het ging in 79 % van de gevallen om zwarten, drie kwart van hen tussen 15 en 29. Amnesty noteerde dat er in Brazilië een “racistische cultuur”s waarbij het doden van arme zwarten als legitiem wordt beschouwd, arm en zwart zijn gecriminaliseerde termen.

PSOL

Sinds de coup van augustus 2016 zijn de tegenstellingen in Brazilië op alle vlakken toegenomen. Rousseff werd beschuldigd van het vervalsen van begrotingscijfers – een klein vergrijp vergeleken met de beschuldigingen tegen haar opvolger Temer en zoveel andere politici die – eufemistisch uitgedrukt – erg nauwe banden hebben met de zaken- en onderwereld.

Franco behoorde tot de PSOL, de enige partij in het parlement die bij de verkiezingen geen cent uit de zakenwereld betrekt. Franco zelf was in 2016 op 36 jaar met glans verkozen tot gemeenteraadslid van Rio. Haar partijgenoot Marcello Freixo had het als kandidaat-burgemeester in de tweede ronde moeten afleggen tegen een zeer rechtse Evangelist, Marcelo Crivella. De evangelistas staan erg sterk in Rio en hun gelovigen zijn trouwe kiezers voor geloofsgenoten.

Het is een van de grote problemen voor links. De PSOL komt op voor recht op abortus, voor vrouwenrechten en homorechten. Vaak verwijten andere linkse groepen de PSOL “elitair” te zijn, “ver van het volk” te staan. Niettemin was Marielle Franco, zelf uit een favela, met haar radicale standpunten in 2016 in Rio de vijfde populairste kandidaat bij de gemeenteraadsverkiezingen.

De PSOL ontstond in 2004 toen enkele parlementsleden van de PT (Arbeiderspartij) van toenmalig president Luis Ignacio Lula tegen zijn pensioenhervorming stemden en daarop werden uitgesloten. Zij vonden dat Lula teveel toegevingen aan zijn rechtse partners deed. In 2006 droeg de PSOL een eigen kandidaatr voor, senator Heloisa Helelan (7 % van de stemmen). De PSOL heeft vooral aanhang in Rio en het noordelijke Belem.

Schrik aanjagen

De moord op Franco en haar chauffeur en de afzetting van Rousseff maken deel uit van éénzelfde proces, aldus de PT, namelijk het terugdraaien van wat onder Lula en Rousseff was  verworven. Met de executie van Franco willen de daders alle verzet tegen de rechtse coup schrik aanjagen. De aanloop naar de presidentsverkiezingen van oktober dreigt nog gewelddadiger te worden.

Indien de kandidatuur van Lula deze zomer juridisch onmogelijk wordt gemaakt, dreigt de ontmoediging bij links nog toe te nemen. Intussen ontpopt de uiterst-rechtse Jair Bolsonaro zich tot een ernstig kanshebber. Dat is de man die in 2014 tegen een vrouwelijk parlementslid zei dat hij haar nooit zou verkrachten omdat ze het niet waard is. In Brazilië wordt gemiddeld om de 11 minuten een vrouw verkracht en om de twee uur wordt een vrouw vermoord. Franco was een van de twaalf op 14 maart. Mensen als Bolsonaro vinden dat ze kreeg wat ze heeft gezocht. Trump achterna.

Dit artikel verscheen oorspronkelijk op Uitpers