De ambassade van de Volksrepubliek China in Parijs loofde onlangs de linkse politicus Jean-Luc Mélenchon omdat hij het bezoek van VS-politica Nancy Pelosi aan Taiwan, een provocatie noemde. Die uitspraak leidde wel tot de zoveelste onenigheid binnen de linkse alliantie Nupes, maar Mélenchon hield vol en beklemtoonde volledig achter Peking te staan. Mélenchon is een van de vele linksen in Europa die zeer zuinig zijn met kritiek op Peking.

Volgzaamheid

Bij links wordt terecht steen en been geklaagd over de volgzaamheid van zoveel media tegenover “het Westen”, tegenover het neoliberale beleid en denken. Maar tegelijk bezondigt een deeltje van links zich aan volgzaamheid tegenover het beleid van de Volksrepubliek China. Of nu Mao, dan wel Deng of Xi de grote roergangers waren, toch blijft voor dat deel China de baken van de menselijke ontplooiing.

Er komt meestal wel een verontschuldigende melding dat er natuurlijk kritiek is – “Quels que soient l’ampleur et le niveau des critiques qui peuvent être adressées au gouvernement chinois…” aldus Mélenchon (wat ook de omvang en het niveau van de kritieken op de Chinese regering mogen zijn…). De volgzaamheid van de ‘mainstream media’ wordt ook wel eens genuanceerd. Maar de essentie is dat de Volksrepubliek China onze steun verdient.

Daar valt natuurlijk veel voor te zeggen. Het bewind van de Chinese Communistische Partij heeft in relatief korte tijd de extreme armoede uitgeroeid en de meerderheid werk, ontwikkeling, opvoeding, gezondheidszorg, degelijke woonst en transport gebracht en van China weer een machtige mogendheid gemaakt. Verantwoordt dat de volgzaamheid van een stuk linkerzijde?

Soepel

Dergelijke volgzaamheid vergt veel soepelheid. De oudere generatie China-getrouwen liep warm voor de zogenaamde Grote Proletarische Culturele Revolutie van 1965-66. Ze slikte het neerslaan ervan door het leger in 1968. Ze slikte al evenzeer het obscurantisme van Mao’s Bende van Vier en het opdoeken ervan. Ze moest een zware pil verteren toen Deng Xiaping kort daarop uitpakte met de leuze “Rijk zijn is geen schande” om de kapitalistische contrarevolutie in te luiden.

“Vertel uw publiek dat westerse investeerders nergens anders ter wereld zo een gunstig investeringsklimaat vinden als hier”, zei de grote baas van de Speciale Economische Zone Shenzhen ons in 1982. “Uitvoer van de winst, gratis terrein, een enorm reservoir aan goedkope arbeidskrachten, geen vakbonden”.

Dat alles werd toegedekt met het argument, tot vandaag, dat de staat er een centrale rol in blijft spelen (alsof dat in vele andere Aziatische kapitalistische landen anders is geweest, of zelfs in Frankrijk …). Datzelfde links ‘begreep’ het neerslaan van de massabewegingen van arbeiders, studenten en andere sociale groepen op 4 juni 1989 op het Tiananmen-plein in Peking – door Deng om de kapitalistische ontwikkeling te vrijwaren.

Peking heeft zich begin deze eeuw moeiteloos ingeschakeld in de neoliberale wereldorde. Met superrijke kapitalisten, meestal partijleden, die met gemak de weg naar de offshore paradijzen vonden. Op de beruchte Kaaimaneilanden steken ze de VS, het Verenigd Koninkrijk en Taiwan naar de kroon. Tot daar het internationalisme’ van de Volksrepubliek?

Nee, toch niet, er was onlangs een online ‘Wereld Forum van marxistische partijen’ over “Het marxisme aanpassen aan de nationale omstandigheden en de 21ste eeuw). Met o.m. deelname van de PTB/PVDA, maar ook de Turkse Vatan, partij van maoïstische origine die is geëvolueerd tot een ultranationalistische groep die de operaties van Erdogan tegen Rojava in Noord-Syrië volop steunt (maar tegelijk ook het regime Assad).  En deelname van de Franse sekte ‘Solidarité et Progrès’ die aanleunt bij de beruchte uiterst-rechtse beweging van wijlen Lyndon LaRouche.(1)Zie Report: CPC and World Marxist Political Parties Forum – Friends of Socialist China en Leaders laud China’s progress – Chinadaily.com.cn

Imperialisme

China wordt vooral geprezen als de uitdager van dat machtige VS-imperialisme dat inderdaad de ergste bron blijft van wereldwijde militarisering, van oorlogen en instabiliteit.  Het is een imperialisme in crisis. Het debacle van een jaar geleden in Kaboel, de recente mislukte reis van Joe Biden in het Nabije Oosten, het onvermogen om het grootste deel van de wereld mee te trekken in de sancties tegen Moskou… het zijn enkele illustraties van die crisis.

De VS zetten nu alles op alles om vooral in de “Indian-Pacific” hun posities te handhaven tegen grote concurrent China. Er zijn al de Quad (met India, Japan, Australië), de Aukus (met Australië en Verenigd Koninkrijk), terwijl de NAVO zich ondanks het Afghaans debacle geroepen voelt om er actiever te worden.

Patriotten

Tegenover de Amerikaanse dreiging had China onder Mao een defensieve strategie ontwikkeld rond het leger en volksverzet tegen een mogelijke indringer. Met de kapitalistische ontwikkeling van de Volksrepubliek, is het alsmaar belangrijker geworden invloed in de rest van de wereld te winnen. Geen invloed in de zin van het “proletarisch internationalisme” zoals dat nog onder Mao luidde, maar economische belangen binnen de neoliberale wereldorde. Met succes. Al zijn er onheilspellende tekenen aan de wand, zoals de kapitalistische overproductie in de immobiliënsector illustreert.

Er is ondanks die kapitalistische ontwikkeling nooit een ideologische leegte gekomen. Met de ontplooiing van het kapitalisme, is de kolonisatie verstevigd in de’ indertijd door de keizers veroverde gebieden. Oost-Turkestan, de provincie Xinjiang, kent een bevolkingskolonisatie, Tibet idem. Dat de Volksrepubliek die gebieden economische en sociale ontwikkeling heeft gebracht, is geen reden om hier niet over een vorm van kolonialisme te spreken.

Idem voor de kwestie Taiwan. De aanspraken van Peking, in theorie gedeeld door de rest van de wereld, worden zonder verder discussie ondersteund, ook al gaat het hier om louter machtspolitiek. Idem voor de aanspraken op allerlei eilandengroepen in de Zuid-Chinese, hier wel tot ongenoegen van de andere landen die daar ook aanspraken op hebben.

Waaronder Vietnam waar nog de herinnering leeft aan de Chinese militaire invasie van 1979 waarmee Peking Vietnam wou straffen omdat het als antwoord op de provocaties van de Cambodjaanse Rode Khmer, het regime van Pol Pot uit Phnom Penh had verdreven. Het regime van de Rode Khmer dat toen niet alleen door de linkse China-sympathisanten werd ondersteund, maar ook door het VS-imperialisme en door de Belgische diplomatie die eigenhandig Chinese wapenleveringen aan de verdreven Rode Khmers begeleidde. Het was een mooi gezelschap, van AMADA tot Leo Tindemans.

Ongelijkheid

Daar staat voor sommige linksen tegenover dat de Volksrepubliek wordt geleid door een Communistische Partij die het land heeft bevrijd van een corrupte maffieuze kliek, die een einde maakte aan feodale uitbuiting, die de vrouwen gelijke rechten schond en sociale zekerheden bracht. Evenwel onderbroken door zware beproevingen als de Grote Sprong Voorwaarts en zijn hongersnood, de beruchte Culturele (sic) Revolutie, Tiananmen 1989 en de kapitalistische draai.

Die kapitalistische draai bracht welvaart, maar tegelijk – zoals in de oude kapitalistische wereld – groeiende ongelijkheid.

De statistiek van WID (2)Zie World Inequality Database: https://wid.world/country/china/ heeft het over:

Inkomensongelijkheid van 1980 tot 2019

De top 1 %: van 6,6 naar 14 %

Top 10 %: van 27,8 naar 41,7 %

De 50 % onderaan: van 25,2 naar 14 %

Eigendomsverhoudingen

De top 1 %: van 16,6 naar 31 %

De top 10: van 41,4 naar 68 %

De 50 % onderaan van 15,8 naar 6,3 %

Bij die 50 % onderaan zitten onder andere de meer dan 250 miljoen interne migrantenarbeiders en gezinsleden – 292 miljoen volgens het China Labour Bulletin (CLB). Dat is meer dan een derde van het aantal arbeiders. Het gaat vooral om bewoners van het platteland die naar de zones met veel en beter betaald werk trekken. Volgens CLB blijven die arbeiders gediscrimineerd, hebben ze minder rechten dan de anderen en hebben hun kinderen beperktere toegang tot onderwijs en gezondheidszorg.(3)Zie https://clb.org.hk/con…/migrant-workers-and-their-children

De “vrienden van China” geven meestal wel toe dat er nog een en ander aan het ‘model’ hapert. Het gaat om meer dan haperingen, al is een groot deel van de economie in handen van staat (plus partij en leger), het beleid staat ten dienste van een kapitalistische ontwikkeling en voert een imperialistisch beleid, met een opgedreven nationalisme als verpakking.

Links mag natuurlijk niet blind zijn voor de realisaties. Maar China is verdorie geen baken voor links, noch hier noch in de rest van de wereld. Een andere wereld is mogelijk? Zeker, maar dan liefst niet zoals de Chinese CP die ziet.

Foto: Het Centraal Comité van de Chinese CP, zoek de vrouw.

Dit artikel verscheen oorspronkelijk op de FB-pagina van Freddy De Pauw.