Het artikel van Jon Cruddas in de Guardian heeft een eenvoudige boodschap, die breed wordt gesteund door linkse Brexiteers, namelijk dat Labour zijn traditionele arbeidersbasis zal verliezen als het een remain standpunt over Brexit steunt. Bovendien, zo stelt hij, is er een groeiende en onjuiste neiging om te stellen dat Labour niet langer een partij moet zijn die gebaseerd is op de traditionele arbeidersklasse en zich moet ontwikkelen in de richting van een minder klassenspecifieke stedelijke basis in ‘Remania’ – de duidelijke implicatie hiervan is dat dit een capitulatie is voor de belangen en waarden van de middenklasse.

Cruddas neemt als een belangrijk voorbeeld van deze in zijn ogen onjuiste stellingname artikelen van de journalist Paul Mason. Hij zegt: ‘… recentelijk hebben zowel sociaaldemocratische als radicaal-linkse partijen gezocht naar een nieuwe progressieve ‘basis’. Paul Mason: ‘een vooraanstaand pleitbezorger van deze historische heroverweging, suggereerde onlangs dat ‘een nieuwe strategie gebaseerd moet zijn op het besef dat het hart van Labour zich nu in de grote steden bevindt, onder loonafhankelijken en onder het internationaal georiënteerde, hoger opgeleide deel van de beroepsbevolking’. Hij noemt dit de ‘nieuwe kern van het Labourproject’, ver weg van het proletariaat van klassiek links. De nieuwe ‘basis’ moet worden gevormd rond ‘genetwerkte individuen’ die in ‘Remainia’ wonen.

We komen later terug op het bloemrijke taalgebruik van Paul Mason, maar laten we hier eens kijken naar het tegenargument van Cruddas. Hij beweert dat Labour alleen kan winnen door zich stevig te baseren op de traditionele (en pro-Brexit) steun van de arbeidersklasse, die zich vastklampt aan ouderwetse ideeën, zoals het belang van werk – in tegenstelling tot al die mensen in de sociale klassen ABC1 (middenklasse), waar Labour in 2017 een grote voorsprong had.

In het artikel van Cruddas is er geen duidelijke uitleg wat de arbeidersklasse en haar sociale en beroepsmatige diversiteit vandaag de dag eigenlijk is. Zijn artikel leest alsof zijn concept van de arbeidersklasse is dat het een voornamelijk blanke sociale groepering is die werkt in fabrieken, mijnen, staalfabrieken en bij de spoorwegen. Dit druist in tegen alle bekende feiten over de sociale en beroepsmatige diversiteit van de huidige arbeidersklasse.

Linkse Brexiteers brachten naar voren dat de liberaal-democratische meerderheid in Jeremy Corbyn’s kiesdistrict Islington North bij de Europese verkiezingen een middenklasse stem was, omdat de ABC1-kiezers daar de meerderheid vormen.

Maar dit zijn geen marxistische klassencategorieën, maar marketingdoelgroepen. C1 omvat namelijk de meeste administratieve werknemers en een grote meerderheid van de niet-handarbeiders. Zo zitten medische secretaresses, schooladministrateurs, laagbetaalde ambtenaren, bibliotheekmedewerkers, veel laagbetaalde lokale overheidsarbeiders, leraren en vele anderen bijvoorbeeld in C1 en maken dus deel uit van de arbeidersklasse; en deze groep bestaat waarschijnlijk in meerderheid uit vrouwen en miljoenen mensen uit etnische minderheden. Dit is de realiteit van een groot deel van de arbeidersklasse in de stedelijke centra van vandaag de dag.

Het zijn geen eigenaren van trendy infotechnische start-ups die verbonden zijn met geglobaliseerde netwerken die £100.000 per jaar verdienen. Verre van dat, veel van hen zijn zeer slecht betaald, ook al hebben ze vaak een universitair diploma. En zij zijn precies het deel van de arbeidersklasse dat bij de verkiezingen in 2017 samen met studenten massaal op Corbyn en Labour hebben gestemd.

Er is één opvallende omissie in het artikel van Jon Cruddas die iedereen zal opvallen, ongeacht het standpunt over Brexit: er is geen enkele discussie over de sociale en politieke inhoud van Brexit en er wordt bijvoorbeeld niet gesproken over Engels nationalisme, xenofobie, anti-immigrantenvooroordelen of het racisme dat na het referendum van 2016 is toegenomen. Er wordt met geen woord gerept over het feit dat Brexit al meer dan twee decennia een project is van uiterst rechts in de Tory Party, een project dat ze met succes hebben gebruikt om de controle over die partij te veroveren. Jon Cruddas zegt dat we natuurlijk niet alleen maar verkiezingen kunnen winnen, maar dat we ons moeten houden aan onze kernbeginselen en -waarden.

Dus: ‘Politieke partijen zijn er in ieder geval niet alleen maar om op stemmen te jagen. Het zijn tradities die opgebouwd zijn rond elkaar bestrijdende theorieën over rechtvaardigheid en democratie; alternatieve benaderingen over hoe de samenleving georganiseerd moet worden. Voor Labour gaat het Brexit-dilemma over een spanning in het hart van de partij wat betreft haar karakter, doel en zelfs bestaan.’

Alles goed en wel, maar de kerntradities van rechtvaardigheid en democratie omvatten toch ook de strijd tegen racisme en voor multiculturalisme, het verzet tegen xenofoob nationalisme en de steun voor de rechten van immigranten en arbeidsmigranten? De kwesties van racisme en immigratie worden in het artikel van Cruddas niet aan de orde gesteld. Dit is inderdaad een symptomatisch stilzwijgen, een oorverdovende stilte. En waarom zou een toewijding aan sociale rechtvaardigheid trouwens betekenen dat we ons verzetten tegen Remain?

Cruddas heeft het over een arbeidersbasis van Labour zonder verwijzing naar het feit dat, zoals Wayne Asher stelt dat: ‘Het algemeen aanvaarde idee dat de volkswijken massaal voor Leave stemden, slechts gedeeltelijk juist is; velen hebben dat wel gedaan, maar de traditionele volkswijken in Londen hadden het hoogste aantal Remain-stemmen (met een piek van 75 procent in Haringey en 78 procent in Hackney en Lambeth). Remain won in de meeste grote regionale hoofdsteden van de arbeidersklasse (Bristol, Cardiff, Leicester, Liverpool, Manchester, Leeds, Newcastle-upon-Tyne). Slechts drie steden van vergelijkbaar belang stemden voor Leave en zelfs dan nog deden ze dat met kleine marges (Birmingham, Sheffield, Nottingham). De Schotse arbeidersklasse stemde natuurlijk massaal voor Remain.’

Bovendien: ‘Twee van de drie Labourkiezers stemden voor Remain. (Ik ga er van uit  dat stemmen op Labour in plaats van op Tory’s als minimale voorwaarde voor klassenbewustzijn geldt.) De meerderheid van de werkenden stemde voor Remain, ongeacht of ze in deeltijd of voltijds werkten. Tweederde (67%) van degenen die zichzelf beschrijven als Aziatisch en stemgerechtigd, stemde Remain. Vier van de vijf zwarte kiezers (73 procent) stemden Remain en 70 procent van de moslimkiezers deed dat ook. Deze kiezers begrijpen duidelijk de ware boodschap tijdens de referendumcampagne’.

Dit ontkent niet dat miljoenen arbeiders in feite voor Leave kozen, of dat velen van hen een harde Brexit zouden steunen. Maar het relativeert het idee van echte arbeiders die Leave steunen en de geglobaliseerde stedelijke kleinburgers die Remain stemmen.

Er is nog iets anders dat even verontrustend is. Proberen om een klassenlijn te trekken tussen de Leavers van de arbeidersklasse en de Remainers van de geglobaliseerde Remainers-elite – zoals niet alleen Cruddas, maar ook andere linkse Brexiteers doen – is een karikatuur die een nare weerklank is van wat de UKIP en de Brexit-partij bepleiten (om nog maar te zwijgen van de Daily Mail). Het zijn de globalisten, de elites, die in de EU willen blijven.

Jon Cruddas zegt dat het waar is dat Labour bij de Europese verkiezingen meer kiezers aan de Liberaal Democraten en de Groenen dan aan pro-Brexit partijen verloor, maar dat als je naar een langere periode kijkt, Labour meer kiezers verliest in Leave-achtige gebieden – vermoedelijk heeft hij een aantal steden in Zuid-Wales en Zuid-Yorkshire en in zijn eigen kiesdistrict van Dagenham in gedachten, waar de laatste tijd raadsleden van de (racistische) British National Party BNP zijn gekozen.

De langdurige daling van de steun voor Labour in deze plaatsen heeft veel te maken met de ineenstorting van traditionele industrieën en de nederlagen die de arbeidersbeweging heeft geleden en de daaropvolgende neergang van de arbeidersbeweging als geheel. De linkervleugel heeft volkomen gelijk in haar boosheid over het falen van opeenvolgende regeringen en in het bijzonder de Labourregering van 1997-2010, om de radicale maatregelen te nemen die nodig zijn om deze gebieden van schrijnende sociale ellende te redden. Deze mislukking opende inderdaad de deur voor een politieke reactie.

De houding dat ‘niemand van hen om ons geeft’ is wijdverbreid in de ‘achtergebleven’ gebieden en is genadeloos gebruikt door extreemrechts. Maar hoe? Niet alleen met de bewering dat zowel de linkse als de rechtse elite zich niet bekommert om de arbeidersklasse, maar ook dat de armoede en de ellende van deze gebieden het directe gevolg is van immigratie en de prioriteit van hulp aan immigrantengebieden boven ‘onze mensen’ (hetzelfde argument wordt aangevoerd over ontwikkelingshulp). Praat met pro-Leave mensen in de achtergebleven steden en ga na hoeveel van hen het eens zijn met de formulering ‘er zijn te veel immigranten hier’. Een zeer hoog percentage.

Vraag dezelfde mensen naar hun houding ten opzichte van Donald Trump of de doodstraf. Dat is een elementaire procedure om te scheiden waarom mensen een politiek standpunt innemen en de sociale inhoud van dat standpunt. Stemmen op Donald Trump in de oude industriële gebieden in het Midden-Westen van de VS was in veel gevallen zeker een kwestie van wantrouwen en haat tegen de neoliberale elite die Hilary Clinton belichaamde. Maar het was nog steeds een volstrekt reactionaire stem. En die vele middenklasse- en sommige kiezers uit de arbeidersklasse die bij de Europese verkiezingen op de Brexit-partij stemden, brachten ook een reactionaire stem uit.

De langdurige daling van het stemmen op Labour in sommige armere gebieden dateert van vóór het Brexit-referendum. Het is natuurlijk een belangrijk probleem en het is waar dat het de leiding van Labour voor een aantal moeilijke tactische keuzes stelt. Maar het gedraal zal nergens toe leiden. Bij de Europese verkiezingen meldden vele analisten dat Remainers dachten dat Labour voor Leave was en Leavers dachten dat Labour voor Remain was. Labour moet zijn basis onder de sociaal progressieve kiezers die dit keer voor de Liberaal-Democraten en de Groenen kozen, versterken. De leiding van Corbyn moet bij voortduring wijzen op de verantwoordelijkheid van de liberalen voor de bezuinigingen en er op wijzen dat de enige manier om het milieubeleid van de Groene Partij ten uitvoer te brengen is door Labour te stemmen.

Eigenlijk is de kwestie van een tweede referendum niet het centrale punt. De sleutel is No Tory Brexit! In feite lost dit zichzelf op in No Hard Brexit! En de logica daarvan is glashelder: Beter Remain dan een harde Brexit.

En dat is het punt dat de echte xenofobe kern zal afstoten. Het heeft absoluut geen zin om hier diplomatiek te zijn. We erkennen absoluut dat racisme in sommige delen van de arbeidersklasse wijdverbreid is: het punt is om het te bestrijden.

Paul Mason gebruikt een bloemrijke en speculatieve taal over de nieuwere arbeidersklasse in de grote stedelijke centra. Maar de rationele kern van Mason’s speculaties kan er eenvoudig uit worden gehaald. De nieuwe arbeidersklasse is jonger, vrouwelijker en etnisch diverser. De meesten van hen hebben Remain gestemd, niet omdat ze van de instellingen van de EU houden, maar omdat ze pro multiculturalisme, pro feministisch, internationalistisch ingesteld zijn en omdat ze Nigel Farage en alles waar hij voor staat, haten. Zij vormen ook de basis van de groeiende beweging voor klimaatrechtvaardigheid. Door voor deze waarden te strijden, kan de basis van Labour en links verbreed worden.

Dit artikel verscheen oorspronkelijk op International Viewpoint. Nederlandse vertaling: redactie Grenzeloos.