De Verenigde Staten kennen tal van uitgevers van comics, Marvel en DC-comics zijn de grootste. Die strips overspoelen ook de bioscopen, denk Batman & Co. Ze vormen een apart filmgenre, net als de western, de griezelfilm en de film noir.

Regisseur Martin Scorsese vindt die reeksen superheldenfilms — Marvelfilms — maar niets. Cinema is, zegt Scorsese, een kunstvorm. De visie van een kunstenaar hoort daarin centraal te staan. Bij dat soort producties is dat geenszins het geval: ‘Vele zijn goed gemaakt door teams van getalenteerde individuen. Ze missen echter iets wezenlijks voor cinema: de verenigende visie van een individuele kunstenaar. Omdat de individuele kunstenaar natuurlijk de meest risicovolle factor is.’

Ken Loach is het daarmee eens: ‘Ik vind ze saai. Ze zijn gemaakt als handelswaar… zoals hamburgers… Het gaat om (…) handelswaar die winst oplevert voor een groot bedrijf – het is een cynische oefening. Ze zijn een oefening op de markt en het heeft niets te maken met de kunst van de cinema.’ Ook Francis Coppola is die mening toegedaan: ‘Wanneer Martin Scorsese zegt dat de Marvelfilms geen cinema zijn, heeft hij gelijk, omdat we iets van de cinema verwachten te leren, we verwachten iets te bereiken, enige verlichting, enige kennis, enige inspiratie.’

Tot voor kort ben ik er nooit in geslaagd zo’n ‘Marvelfilm’ uit te kijken; saai, inderdaad. Maar nu heb ik Joker gezien, de prent die ons toont hoe Batmans aartsvijand de slechterik geworden is die hij is.(1)Strict genomen is Joker (2019) geen ‘Marvelfilm’. Joker is een vileine figuur die voorkomt in de Batmanstrips van DC-comics, naast Marvel een van de grootste spelers in het veld. We mogen er, denk ik, van uitgaan dat de kritiek van Scorsese & C° evengoed op de verfilmingen van die DC-strips slaan. En ik heb waarlijk genoten. Misschien is ‘t geen kunst in de visie van Scorsese, maar Scorsese kan toch niet ontkennen dat het een product van de verbeelding is. Het mag de makers alleenlijk om de dollars te doen zijn, toch heeft ook hun verbeelding — zoals elke verbeelding — een intuïtief kantje dat aan het kapitalisme ontsnapt. Waardoor de film waarheden belicht die misschien niet door de makers bedoeld zijn, en zeker niet door de financiers.

Wat de film ons toont, is dit. Arthur Fleck wordt niet als Joker geboren, hij bezit niet de supernatuurlijke macht die helden uit de comics eigen is, hij is evenmin in een vat met chemicaliën gevallen, zoals dat in een van de papieren strips wel het geval is. Wat gebeurt er dan wel? Een mens, Arthur Fleck, verandert in de Joker door de maatschappij waarin hij gedijt. Hij ontspoort niet door een kwalijke insectenbeet of door enige planetaire straling; neen, hij ontspoort door de uitzichtloze maatschappelijke situatie.

In het concrete geval van Arthur Fleck gebeurt het ook doordat zijn medicatie hem ontnomen wordt. Hij is overduiidelijk het product van de besparingspolitiek die hoe langer hoe meer ons deel wordt. De sociale assistente die hem begeleidt wordt ontslagen: besparingen. Ze zegt: ‘They don’t give a shit about people like you, Arthur.’ En daar voegt ze meteen aan toe: ‘And they don’t give a shit about people like me either.

De film toont ons in talrijke scènes hoe het neoliberalisme opstandige figuren als de Joker creëert: ‘They think that we’ll just sit there and take it, like good little boys! That we won’t werewolf and go wild!’ Dat dacht ik ook niet, neen.

Dit artikel verscheen oorspronkelijk op De Laatste Vuurtorenwachter.

Voetnoten

Voetnoten
1 Strict genomen is Joker (2019) geen ‘Marvelfilm’. Joker is een vileine figuur die voorkomt in de Batmanstrips van DC-comics, naast Marvel een van de grootste spelers in het veld. We mogen er, denk ik, van uitgaan dat de kritiek van Scorsese & C° evengoed op de verfilmingen van die DC-strips slaan.