Onze vriend en kameraad Jan Ploem overleed op 11 mei 2025. Jan werd slechts 61 jaar oud. Hij noemde zichzelf wel eens “een zondagskind”. Volgens Wikipedia menen psychologen dat “een zondagskind iemand is, die altijd het positieve van alles inziet, die ervan houdt om mensen te leren kennen en die met iedereen kan opschieten. Het lijkt dan alsof een zondagskind altijd geluk heeft, maar dat is eigenlijk omdat deze persoon met iedereen goed op kan schieten, waardoor iedereen hem alles gunt.” In deze omschrijving herkennen we inderdaad aspecten van Jans persoonlijkheid. Toch is dat maar een deel van Jans verhaal.

How does it feel
To be on your own
With no direction home
A complete unknown
Like a rolling stone?
– Bob Dylan

Verlatenheid

Op erg jonge leeftijd verloor Jan zijn moeder Jacqueline bij een ongeluk op een Duitse autobaan. Bij datzelfde ongeluk werd Jan zelf ook zwaar gewond. Hij moest daardoor lange tijd revalideren in een Duits hospitaal. Zijn vader – die hij later ook te vroeg verloor – moest de kost verdienen en kon daardoor niet bij hem blijven. Deze ervaring van noodgedwongen verlatenheid heeft zijn persoonlijkheid mee getekend. Het is geen toeval dat zijn lievelingsnummer Bob Dylans ‘Like a Rolling Stone’ was.

Talenkennis

Op de middelbare school (op het Sint-Jan Berchmanscollege te Merksem en op het Sint-Michielscollege in Brasschaat) volgde Jan de Grieks-Latijnse richting. Vanuit het inzicht in die talen kon hij zich vrij makkelijk ook het Duits machtig maken. Jan kon dan ook regelmatig uitpakken met soms grappige taalkundige weetjes. Zo herinner ik me dat hij zich op een dag vrolijk maakte over het ‘officiële’ Duitse woord voor een mobiele telefoon: in de dagelijkse omgang ‘ein Handy’, maar formeel dus ‘ein Fernsprechgerät’. Logisch, toch? Aan de Rijksuniversiteit van Gent studeerde Jan psychologie. Die studie sloot hij af, maar een licentiaatsverhandeling schreef hij toen niet. Daardoor bleef Jan diplomaloos. Rond deze tijd overleed ook zijn vader Theo.

Linkse middens

Jan ontmoette inderdaad graag mensen. Dat deed hij in het nachtleven (waar hij van hield) en in linkse middens, waar hij sparringpartners vond voor eindeloze discussies. Die linkse middens waren vrij uiteenlopend van aard. In het Gentse studentenmilieu ging het vooral om radicaal-linkse mensen en groepen. Er kon bij wijze van spreken ‘gekozen’ worden tussen de anarchisten, de ‘maoïsten’ van Amada (later PVDA), de ‘trotskisten’ van de RAL (later SAP, vandaag SAP – Antikapitalisten), de Moskou-getrouwe communisten van de KPB of de (eveneens trotskistische) groep Vonk, die actief was binnen de sociaaldemocratische SP (vandaag Vooruit). De anarchisten waren voor Jan te vrijblijvend om er geborgenheid bij te vinden. De ‘maoïsten’ waren dan weer te rigide voor de vrije vogel, die Jan toen al was. De trotskisten van alle slag waren naar Jans smaak waarschijnlijk te intellectualistisch en daardoor in zijn ogen ook wat elitair.

De KPB

Daardoor kwam Jan uiteindelijk terecht bij de Kommunistische Partij van België (KPB), waarvan hij lid werd in 1990, net toen de Sovjet-Unie op instorten stond. In een interview in de Gazet van Antwerpen verklaarde Jan zijn keuze als volgt: “Het lijkt misschien vreemd, maar het ging me over het idee. Ik had trouwens wel sympathie voor het marxisme, maar niet voor een dictatuur waar mensenrechten als ‘bourgeois’ werden beschouwd.” Om het verdwijnen van de USSR liet Jan dan ook  geen traan. Net zomin trouwens als zijn betreurde vriend en kameraad, de filosoof Jaak Perquy, die het als volgt uitdrukt in Recto/Verso: “Ik ben bewust na de val van het communisme toegetreden tot de KP, niet ondanks maar dankzij de val. De KP was toen niet meer het bastion van de verdedigers van het ‘reëel bestaande socialisme’, het was gedaan met de ‘russenpoepers’.”

Haaienvijver

Voor wie het wou zien, stond de KP er toen absoluut niet goed voor. Wijlen Koen Calliauw beschreef dit op Indymedia zo: “In een periode van neergang en het uiteindelijk verdwijnen van de KP, worden persoonlijke vetes belangrijk. Oppervlakkigheid troef, de drie laatste decennia. Slaan onder de gordel was toegestaan, van de meest intieme zwakheden werd gebruik gemaakt om mensen via roddel uit te sluiten, te liquideren. Dat had al lang niets meer te maken met een KP, met marxisme-leninisme, met politiek. Niemand was intern nog veilig voor de haaien die de prooi roken van een partij in ontbinding.” Toch besloot Jan zich in die ‘haaienvijver’ te engageren.

Renault Vilvoorde

Naar mijn mening was Jans drang naar geborgenheid daar een belangrijke drijfveer toe. Jan wou altijd behoren tot ‘iets groot’ en de KP behoorde (ondanks haar neergang) tot een (minstens potentieel) groot netwerk: dat van de internationale communistische beweging. Toen in 1997 de fabriek van Renault in Vilvoorde gesloten werd, wendde Jan zijn contacten met de Franse communisten van de PCF aan om de solidariteit met de arbeiders van Renault vooruit te helpen. Aan het lot van de fabriek heeft dat helaas niet veel verholpen, maar Jans poging werd wel geapprecieerd bij de leiding van het ABVV.

Een heikele kwestie

In 1995 werd Jan door de KPB aangesteld tot politiek secretaris. Twee jaar lang zal hij een betaalde militant blijven. Zijn kantoor bevond zich op het Antwerpse Sint-Jansplein, boven de Club Jef Van Extergem (waar vandaag het café-restaurant Rode Zeven gevestigd is). Als kersvers politiek secretaris kreeg Jan meteen een heikele kwestie voorgelegd. De vraag waar het om draaide was het al dan niet meegaan met de eerder gevormde Beweging voor Sociale Vernieuwing (BSV). Die beweging was een samenwerkingsverband, opgericht rond het (destijds dissidente) SP-gemeenteraadslid Patsy Sørensen. Misnoegde socialisten, syndicalisten, activisten uit het verenigingsleven en ook militanten van de trotskistische SAP verzamelden zich in dit samenwerkingsverband, dat met een sociaal-radicaal programma wilde deelnemen aan de gemeenteraadsverkiezingen. De vraag was of de KPB zich daarbij zou aansluiten. Sommige leden van de KP wilden dat inderdaad doen. Anderen verkozen het plaatsen van KP-kandidaten op de lijsten van de sociaaldemocratie. Nog anderen wilden helemaal niets weten van verkiezingsdeelname. Een en ander diende bediscussieerd te worden op een vergadering waarop ook ikzelf uitgenodigd werd. Die bijeenkomst was (alles wel beschouwd) een ramp, die de hierboven vermelde mening van Koen Calliauw weerspiegelde. In plaats van in te gaan op de inhoudelijke ideeën van de BSV, werd het een regelrechte onderlinge scheldpartij. De ene communist richtte zich tegen de andere, vaak met aanvallen ad hominem. Ikzelf zat erbij en keek ernaar, met stijgende verbazing. Ook Jan had het er zichtbaar moeilijk mee.

BSV

Uiteindelijk zouden een aantal kameraden van de KP inderdaad de BSV vervoegen en enkelen hebben zich ook kandidaat gesteld op de verkiezingslijst. Jan echter kandideerde op de lijst van de SP, ongetwijfeld mee onder impuls van zijn drang deel uit te maken van ‘iets groot’. De BSV boekte – via een kartel met de ecologisten van Agalev – met drie verkozenen een verkiezingsoverwinning. De SP van haar kant ging… achteruit. Later viel de BSV wel uit elkaar, vooral ten gevolge van meningsverschillen over het al dan niet deelnemen aan de ‘monstercoalitie’ van socialisten, christendemocraten, vlaams-nationalisten en liberalen. De KP-ers in de BSV waren  uitdrukkelijk voorstander van die machtsdeelname (ook al viel er inhoudelijk maar weinig eer mee te behalen). Andere leden van de BSV (voornamelijk syndicalisten, jongeren en leden van de SAP) zagen dat dan weer niet zitten (omwille van het wel erg neoliberale bestuursakkoord, maar vooral ook omdat er door zo’n machtsdeelname maar een enkele oppositiepartij zou overblijven: het Vlaams Blok). Over het pro en contra van deze balans werd soms hevig gediscussieerd, ook met Jan.

Robbertje ruziemaken

In feite mogen we zeggen dat niet de KPB, maar wel enkele van haar leden, hiermee een laatste keer konden interveniëren als (bescheiden) politieke factor, tenminste toch in Antwerpen. Er werd nog een tijd intern gebakkeleid, maar uiteindelijk werd de KP ontbonden. In de woorden van Jan: “Na een langdurig robbertje ruziemaken hebben we onszelf omgevormd tot een bredere beweging. Pas in 2009 werd de partij ontbonden.”

Radio Centraal

Op die ontbinding heeft Jan wel niet gewacht. Hij zocht andere oorden op. In 1998 werd Jan medewerker van de Antwerpse vrije zender Radio Centraal. Zoals wijlen Peter De Ceulaer (een goede vriend van Jan én de voorzitter van Radio Centraal) het uitdrukte “Aanvankelijk kwamen de pioniers uit traditioneel linkse hoek, uit de vakbond, de RAL, linkse socialisten, mensen met engagementen rond kansarmoede, migranten, buurtwerk, milieu e.d. Ze wilden veeleer traditionele radio maken, maar door toevallige omstandigheden is deze groep geradicaliseerd en is niet enkel de inhoud, maar ook de vorm radicaal geworden en werden de mogelijkheden van het medium geëxploreerd. Daarnaast is Centraal een sovjet, een radenrepubliek. Jaarlijks kiest de Algemene Vergadering het Dagelijks Bestuur. De vergaderingen ervan staan open voor alle leden van de radio en daar wordt ook duchtig gebruik van gemaakt.”

Dylan en journalistiek

Deze zender – en misschien vooral het ‘milieu’ ervan – werd een vruchtbare vijver voor Jans talenten. Een van die talenten betrof zijn uitgebreide kennis van het werk van Bob Dylan. Lange tijd had Jan dan ook zijn eigen Dylan-programma, want, zo zei Jan, “je kunt nooit genoeg naar Dylan luisteren.” Daarnaast had Jan talent voor journalistiek. Nog tijdens zijn periode bij de KPB deed hij journalistieke ervaring op, onder andere bij het Vlaams Marxistisch Tijdschrift. Het is daar ook dat hij de vriendschap met wijlen Jaak Perquy verder kon uitdiepen. Zo schreef Jan samen met Jaak bijvoorbeeld een redactioneel artikel over de periode van de ‘Witte Beweging’. Bij Radio Centraal werd Jan een actief medewerker aan het redactieprogramma, waarvoor hij meerdere bijdragen leverde. Naar eigen zeggen behandelde dit redactieprogramma “zowel maatschappelijke thema’s (media, multiculturaliteit, binnenlands en buitenlands politiek beleid, andersglobalisme), een kolfje naar de hand van ‘dé Redactie’, gekend om hun meer dan kritische visie, naast cultuurhistorische onderwerpen, poëzie of literatuur zonder meer.” Zelf heb ik meerdere malen mogen aanschuiven bij debatten over politieke onderwerpen, dikwijls mee geanimeerd door Jan.

Bij de SAP

Nadat Jan de KP verlaten had, sloot hij zich aan bij de SAP, vandaag SAP – Antikapitalisten. Die SAP richtte begin jaren 2000 een niet-gouvernementele organisatie of NGO op: Socialisme Zonder Grenzen. In de jaren 2002 – 2003 heeft Jan voor deze NGO gewerkt als vormingsmedewerker en journalist. Toenmalig verantwoordelijke David Dessers herinnert zich dat Jan voor Socialisme Zonder Grenzen tal van magazines in elkaar bokste. Tegelijk maakte Jan ook deel uit van de redactie van Rood (blad van de SAP). Volgens David had Jan “voor de trotskisten een wat atypische schrijfstijl: erg journalistiek en ook wat badinerend. Je merkte al snel dat het redactiewerk hem in de vingers zat en dat hij daar al heel wat ervaring mee had, onder meer bij Radio Centraal maar ook bij het Vlaams Marxistisch Tijdschrift. In 2002 maakte Jan ook deel uit van de Belgische delegatie op het Internationaal Jongerenkamp van de Vierde Internationale in Brioude, Centraal Massief, Frankrijk. Hoewel hij toen bijna veertig jaar oud was, paste hij als gegoten in die jongerengroep en hij speelde er ook een actieve rol om die groep jongeren blijvend te engageren voor het revolutionaire socialisme. Tegelijkertijd verliep zijn passage op het SAP-hoofdkwartier (‘Het Rood Bolwerk’) niet helemaal vlekkeloos. De organisatie verkeerde destijds in een crisis en we vochten een beetje om te overleven. Maar Jan had ook zijn eigen opvattingen over hoe het werk moest georganiseerd worden. Kort gesteld, geloofde hij naar eigen zeggen niet in gedisciplineerde arbeid. Wat niet altijd eenvoudig is als je in een team tracht te werken. Het leidde wel eens tot discussies: “Jan, of je nu ’s nachts of overdag wil werken, in de kelder of op zolder, het maakt ons niet uit, zolang die magazines maar gemaakt worden.” Maar – het moet wel gezegd: Uiteindelijk heeft hij die job wel tot een goed einde gebracht en heeft hij geproduceerd wat we met hem afgesproken hadden.” Helaas moest de financiering van Socialisme Zonder Grenzen na korte tijd stopgezet worden, waardoor er een einde kwam aan de samenwerking met Jan.

Purperen lippen

Even terug naar Radio Centraal, want die zond ook live uit vanop de verschillende locaties van het helaas ter ziele gegane boekenfestival Het Andere Boek, waar Jan samen met anderen meer dan eens indringende interviews afnam.

Een deel van de toenmalige medewerkers van Radio Centraal tijdens Het Andere Boek in Antwerpen. Van links naar rechts: Fred Stroobants, Jan Ploem, Peter De Ceulaer en Johan De Ceulaer.

Volgens een tekst op de website van Radio Centraal zal “Jan Ploem met of zonder purperen lippen proberen te zien door zijn bril, om dan enkele vragen te stellen.” De verwijzing naar de ‘purperen lippen’ slaat uiteraard op Jans bij momenten meer dan matige verbruik van rode wijn. Dat alcoholverbruik speelde Jan op den duur parten. Onder invloed verloor hij soms zijn gevoel voor nuance (dat bij de interviews wel degelijk aanwezig was). Hij was op zulke momenten minder voor rede vatbaar en kon dan plots uitbarsten. Die uitbarstingen leiden tot conflicten met andere leden van de redactieploeg. Op een zeker moment maakte hij zich los van de ploeg (of… de ploeg maakte zich los van hem – daarover lopen de meningen uiteen) en hij begon uit reactie zijn… ‘Reactietijd’; zijn eigen programma, waar hij zich zonder inmenging van anderen kon uitleven met het interviewen van mensen die hij interessant vond.

Ironie

Jan wist zelf ook wel dat zulke gebeurlijke uitbarstingen er wat over waren. Hij trachtte dit dan te ironiseren. Dat blijkt bijvoorbeeld uit de titel van zijn persoonlijke blog: ‘Jan Ploem Boosmansblog’. Daar schreef hij ironisch (of was het sarcastisch dan wel cynisch?) over zaken die hem ergerden. Denk daarbij aan de teloorgang van het uitgaansleven in de Antwerpse binnenstad, de steeds dwingender rookverboden (Jan was een verstokt sigarettenroker), de (in zijn ogen) overdreven ‘groene regelneverij’, enz.

Terug naar Dylan

Van 2004 tot 2005 besloot Jan dan toch zijn licentiaatsverhandeling (nu masterthesis genoemd) af te werken. Hij deed dat wel niet in Gent, maar aan de KUL in Leuven. Profiterend, zowel van zijn psychologische vorming, als van zijn kennis van het werk van Bob Dylan, schreef hij zijn thesis ‘Psychobiografie: een exploratie in theorie en methode; leven en werken van Robert Allen Zimmerman alias Bob Dylan’. Na het succesvol afronden van deze thesis (waardoor hij zich dus een gediplomeerd theoretisch psycholoog mocht noemen) ontmoette Jan in 2010 in de marge van de Dag van het Socialisme  Jenny Louise Vdaa, die toen samenwerkte met de ondertussen eveneens betreurde professor Jan Blommaert. In de woorden van Jenny: “Achter een lekkere Orval zat een ietwat luidruchtige, zij het in kostuumjas en de haartjes netjes in de plooi, man met bril van middelbare leeftijd. Er was weinig plaats op het terras en ietwat teleurgesteld over de organisatie nestelde ik me naast hem. Ik stelde me voor en hij was meteen erg geïnteresseerd in mijn werk op de universiteit van Tilburg en mijn samenwerking met Blommaert. Dat Blommaert een grote was, betwijfelde hij niet, maar hij zat wel fout op de volgende achtendertig punten. Jan was theoretisch psycholoog en had zijn masterthesis gewijd aan Bob Dylan, waarover hij ook een radioprogramma had op de Antwerpse progressieve radiozender Radio Centraal. Al snel zat ik mee in de uitzending, vaak samen met Johan de Ceulaer (eveneens recent overleden) en groeide het idee om zijn masterthesis om te werken tot doctoraat aan de universiteit van Tilburg (UvT). Ik leurde met Jan langs enkele academische deuren en al snel ging de poort open, Jan werd ingeschreven aan de UvT. Hoewel dit project nooit een voltooiing kende, o.a. door de kleine window die Jan had om aan dingen te werken wegens verschillende omstandigheden, toonde het wel zijn erudiete en opmerkzame linkse geest, die mij meermaals inspireerde om ‘specials’ in de vorm van radio-uitzendingen en podcasts op te nemen over gender (‘What about gender?’) of gesprekken met politici bij enkele glazen wijn (Jans befaamde ‘purperen lippen’). Ook met Johan de Ceulaer stoeide Jan jarenlang op Centraal in het vrijdagochtendprogramma ‘Op retour’, een schetsmatige weergave van de absurditeit van mens en samenleving. Voor TV Centraal maakte hij tevens een paar uitzendingen van ‘Ploem!’, een gezapig politiek programma waarin bekende figuren als Blommaert en Stephen Bouquin (ook recent overleden) de dans niet ontsprongen. Met zijn diepe, zacht-fluwelen radiostem was de Ploem kritisch, geïntrigeerd en soms zelfs een beetje melancholisch. Het was waarlijk een plezier om te bekijken en te beluisteren.”

Iets groot

Jan bleef tegelijk verder zoeken naar ‘iets groot’ om bij te horen. Het isolement van de SAP kon hem niet lang bekoren, terwijl hij een afkeer bleef hebben van de PVDA, die volgens hem “nog altijd dezelfde oude stalinisten zijn”. Hij sloot zich aan bij de sp.a. Dat wil wel niet zeggen dat hij kritiekloos alle bochten van de sociaaldemocratie goedkeurde. Zo behoorde hij tot de sp.a-leden, die zich verzetten tegen een bestuurscoalitie met de N-VA van Bart De Wever. Tegelijk was hij, zoals hij het zelf zou zeggen, “een trouw partijsoldaat”, die naar de vergaderingen ging en die bij verkiezingen ook propaganda voerde (weliswaar eerder voor individuele kandidaten dan voor de partij an sich). Er zat wel een zekere ironie in Jans keuze, want terwijl hij hoopte zich aan te sluiten bij ‘iets groot’, was de sp.a (nu Vooruit) feitelijk kleiner geworden dan het voormalige ‘klein links’.

De tijd die ik heb mogen doorbrengen met Jan – op vergaderingen, bij Radio Centraal of in de kroeg – was altijd interessant, meestal heel aangenaam, hoewel ook gelardeerd met soms felle discussies. Ik hoop dat Jan uiteindelijk toch de weg gevonden heeft naar een plaats voor zichzelf, een weg naar thuis, zonder Dylans tollende stenen. Ik zal zondagskind Jan missen. Mijn medeleven aan Vera, Jans levenspartner, aan zijn familieleden en aan zijn talrijke vrienden en kameraden. Vaarwel Jan, vriend en kameraad!