Degenen die de door de mens veroorzaakte klimaatverandering ontkennen, hebben de neiging om de zogenaamde ‘kleine ijstijd’ aan te halen als een van hun argumenten om de hypothese van de natuurlijke oorsprong van de klimaatverandering te verdedigen. De kleine ijstijd, zoals die bekend staat, om hem te onderscheiden van de grote ijstijden, beslaat de periode van ongeveer 1350 tot 1850, toen er een aanzienlijke daling van de gemiddelde temperatuur op aarde was ten opzichte van de vijf voorgaande eeuwen. De planeet kwam uit een periode die bekend staat als het ‘middeleeuws klimaatoptimum’ en beide processen hebben ertoe geleid dat de zogenaamde klimaat ‘sceptici’ of klimaat ‘ontkenners’ hieruit concluderen dat de huidige klimaatverandering een natuurlijke oorsprong heeft. De opwarming die we vandaag de dag meemaken, zo concluderen ze, komt voort uit een nieuwe cyclus van zonneactiviteit en niet uit menselijke activiteiten.

Tot nu toe wezen de hypothesen om de kleine ijstijd te verklaren op een vermindering van de zonneactiviteit en een toename van de vulkaanuitbarstingen, die aswolken veroorzaakten die de instraling van de straling van de zon beperkten. Maar op 1 maart 2019 werd een onderzoek gepubliceerd door het University College of London dat verklaart dat de kleine ijstijd ook het resultaat was van menselijke activiteiten, meedogenlozer dan de verbranding van fossiele brandstoffen of ontbossing.

Alexader Koch, de hoofdauteur van de studie, was eigenlijk bezig met het bepalen van het begin van het Antropoceen, de naam die de wetenschappelijke gemeenschap heeft voorgesteld als de opvolger van het Holoceen (het huidige tijdperk van het Quartair in de aardse geschiedenis) vanwege de aanzienlijke wereldwijde impact die menselijke activiteiten hebben gehad op de ecosystemen op aarde. Koch was betrokken bij onderzoek dat een reductie van atmosferische koolstofdioxide in de afgelopen eeuwen koppelde aan de toename van koolstofvastlegging in de aarde. Als de kolonisatie van Amerika verantwoordelijk zou zijn voor dit proces, zoals anderen hebben gesuggereerd, dan zou deze gebeurtenis een goede kandidaat zijn om het begin van het Antropoceen vast te stellen.

De auteurs vonden in hun onderzoek dat het de ‘grote sterfte van de inheemse volkeren van Amerika’ was die aanzienlijk bijdroeg aan de afkoeling van de planeet in deze periode. Er waren eerdere vergelijkbare hypothesen, die de invloed van de Zwarte Dood en de daaruit voortvloeiende ontvolking van Eurazië in verband brachten met dit fenomeen en de onderzoekers van de universiteit vroegen zich af welke invloed de ontvolking in Amerika gehad zou kunnen hebben.

De komst van Columbus naar de Bahama’s in 1492 markeert het begin van een van de grootste genociden uit de geschiedenis. Naast de sterfgevallen door het zwaard, de donderbus en marteling, waren er de epidemieën en ziekten die de uitroeiing van de meerderheid van de inheemse bevolking van Amerika hebben veroorzaakt en van hen die in de volgende eeuw zouden hebben geleefd.

Het gebruik van de grond door de inheemse bevolking was wijdverbreid vóór de komst van de Europeanen, vooral in Mexico, Midden-Amerika, Bolivia en de Andes, waar ze terrassen bewerkten en irrigatielandbouw beoefenden, en in bijna het hele Amazonegebied, waar het pre-Columbiaanse gebruik van het land hun sporen hebben achtergelaten in de samenstelling van de bossen van de Amazone. De uitroeiing van de Amerikaanse inheemse volken leidde dan ook tot een vermindering van het agrarisch gebruik van het land. De braakliggende velden en gebieden begroeiden weer wat de koolstofreserves deed toenemen. Vandaag de dag is herbebossing van aangetaste gebieden een van de maatregelen die in de hele wereld worden genomen om de opwarming van de aarde tegen te gaan.

De opvang van koolstof in de gebieden die na de Europese verovering zijn verlaten, was mogelijk voldoende om het gehalte aan CO2 in de atmosfeer te verminderen. De hoeveelheden CO2-concentratie in de atmosfeer waargenomen in de ijskern op Antarctica wijzen op een abnormaal grote vermindering van 7-10 ppm (delen per miljoen) vanaf begin 1500. De analyse van de gegevens geeft aan dat deze anomalie te wijten is aan een toename van de hoeveelheid koolstofputten op land. Het afvangen van koolstof, waarvan wordt aangenomen dat het is geproduceerd na de komst van de Spanjaarden in Amerika, kan dus de CO2-niveaus in de atmosfeer hebben verminderd en hebben bijgedragen tot de kleine ijstijd.

De vermindering van de wereldwijde atmosferische concentratie van CO2 aan het eind van de 16e en het begin van de 17e eeuw verminderde de globale temperatuur van de lucht aan het aardoppervlak met 0,15º C. De wetenschappers die aan dit onderzoek deelnamen, wilden dus nagaan of deze temperatuursverandering het gevolg was van natuurlijke oorzaken of van de ontvolking op grote schaal in Amerika.

Volgens de studie stierven 55 miljoen autochtonen tijdens de eerste jaren van de Spaanse verovering na 1492. Dit leidde tot het verlaten van ongeveer 56 miljoen hectare land waarop een regeneratie van de vegetatie plaatsvond en waardoor 7,4 GtC (gigaton koolstof) uit de atmosfeer werd geabsorbeerd. Rekening houdend met de terugkoppelingsprocessen, concludeerden de onderzoekers dat dit tussen 1520 en 1610 tussen de 47% en 67% vermindering van de CO2-uitstoot in de atmosfeer heeft geleid. Zoals we hebben aangegeven, werd deze vermindering geschat op 7 tot 10 ppm CO2, volgens de gegevens uitgevoerd op basis van onderzoek van Antarctisch ijs en komt ze overeen met een waarde tussen 15 en 22 GtC in de atmosfeer.

Deze veranderingen geven volgens de studie aan dat de ‘grote sterfte van inheemse volkeren van Amerika’ (zoals de auteurs de genocide noemen) beschouwd moet worden als een fundamenteel element voor een volledige verklaring van de abnormale vermindering van de CO2-uitstoot in de atmosfeer op dat moment en de daaruit voortvloeiende daling van de globale temperatuur van de oppervlaktelucht.

Het lijdt geen twijfel dat dit niet de grootste impact van de komst van de Europeanen naar Amerika en ook niet het ergste gevolgen van de verwoestende periode van de verovering is. Maar uit dit onderzoek blijkt dat het menselijk handelen ook een wereldwijde impact heeft gehad op de klimaatverandering, lang voor de industriële revolutie. De slachting van de Amerikaanse inheemse volkeren had een waarneembare invloed op zowel de hoeveelheid CO2 in de atmosfeer als op de mondiale temperaturen, twee eeuwen voor de eerste stoommachine in de Engelse mijnen.

Dit artikel verscheen eerder op alai. Nederlandse vertaling: redactie Grenzeloos.