Al jaren beweert links dat Duitsland beheerst wordt door een kapitalistische eenheidspartij. En toch slagen de partijen van dit blok er paradoxaal niet in een regeringsmeerderheid te vormen.

Die kapitalistische eenheid wordt het best belichaamd door Angela Merkel. Wat ontbrak aan het eenheidssocialisme waarin zij haar halve leven doorbracht, verleende zij aan de kapitalistische eenheid: een menselijk gelaat. Het door de nazidictatuur en de Koude Oorlog getekende volk moest wijken voor een kanselier die open staat voor de wereld.

Haar SPD-voorganger Schröder had zich daarmee al bemoeit maar was halverwege blijven steken. De bombardementen op Belgrado en Hartz IV braken de betovering van het roodgroene project gericht op de verzoening van culturele verdraagzaamheid, sociale harmonie en ecologische duurzaamheid met de eisen van het concurrentievermogen op de internationale markt.

Merkel bleef de roodgroene koers in haar grote trekken volgen. In tegenstelling tot de brutaal gebekte Schröder kwam zij altijd vriendelijk uit de hoek. Een tijd lang voelden zelfs zij die afgewezen werden als sociaal afval, zich veilig onder de vleugels van Moedertje Merkel.

Maar dat veranderde. Niet alleen onder aan maar precies in het midden. De welkomstwoorden waarmee Merkel in de zomer van de grote stroom vluchtelingen onthaalde, deed de emmer overlopen. “Wij spelen dat klaar” was wel het laatste dat de arbeidende bevolking en de bezorgde middenklassen wilden horen. “Mutti” had uitgediend, Merkel diensttijd als kanselier liep naar zijn einde.

Nieuwe, hoofdzakelijk mannelijke gezichten, maakten hun wensen duidelijk, lieden zoals Alexander Gauland (AfD), Björn Höcke (AfD) of Christian Lindner (liberale FDP). Hun manieren van doen, landheerlijk, populistisch of hipsterlike, maakt het vormen van een meerderheid moeilijk en veroorzaakt onzekerheid in het politieke systeem.

Gespeelde verscheidenheid

De opgang van een nieuwe rechterzijde bemoeilijkt de vorming van een regeringsmeerderheid, en dat niet alleen in Duitsland. Sinds lang waren centrumlinkse of centrumrechtse meerderheden normaliteit. Volgens de eerste prognose waren de respectieve rollen van regering en oppositie verdeeld. Na de laatste verkiezingen in Nederland duurde het vijf maanden om een regering te vormen.

Toch zijn alle betrokken partijen het eens over een ding: accumulatie van kapitaal boven alles. Van hervormingen kan dus amper spraken zijn. De sociaaldemocratische partijen zijn gedoemd om zichzelf permanent te verloochenen. Maar ze mogen meezoeken naar de meest doelmatige weg om de winstvorming te optimaliseren.

Het zijn de details niet die de vorming van een regeringsmeerderheid zo moeilijk maken. Hoe minder de aan de winst gebonden politici te zeggen hebben, des te meer concurreren ze onder elkaar om zichzelf als de beste kandidaat voor te stellen. Zij zetten karaktermaskers op die blijk moeten geven van verscheidenheid, daar waar eenheid heerst. Als zij zich te veel identificeren met hun voorgespeelde rol, worden compromissen moeilijk en mislukken de onderhandelingen.

In deze situatie beantwoordt de ongeschiktheid van het politieke systeem aan de manier waarop zijn politieke tegenstanders het voorstellen. De onzekerheid van het politieke middenveld versterkt de nieuw rechts, wat op zijn beurt de onzekerheid van het middenveld versterkt. Moet men zich dan aanpassen aan nieuw rechts of er zich van afbakenen? Die vraag geeft nog meer ruimte aan uiterst rechts. Een vicieuze cirkel.

Verdrongen realiteit

De moeilijkheden bij de regeringsvorming en de verschuiving naar rechts van het politieke systeem zijn het gevolg van het gebrek aan vooruitzichten. Na de ineenstorting van het “sovjetcommunisme” kon de verzorgingsstaat afgebouwd worden. De democratie diende om de klassentegenstellingen weg te schaven en ze werd omgevormd in een technocratisch beheer en een massaspektakel. De investeerders vonden dat ze meer kostte dan ze nuttig was.

Maar erg gelukkig zijn de kapitalisten niet met hun overwinning. De snelle geldbelegging brengt weliswaar even snelle winsten op, maar die zijn eerder imaginair dan reëel. Zonder de eisen gesteld door de arbeidersbeweging en de andere sociale bewegingen kan er geen sprake zijn van grote doorbraken in de ontwikkeling van de productiekrachten en de manier van leven, zoals dat gebeurde in de 20ste eeuw toen het kapitalisme uit een levensgevaarlijke situatie werd gered.

Onder druk van de concurrentie wordt voort gerationaliseerd, wordt het gevecht voor jobs harder. De financiële crises, die de ingebeelde winsten naar een meer realistisch peil terugduwden, dienen al hevel voor een verdere ontwaarding van de arbeidskracht en de privatisering van de publieke eigendom.

De kapitalisten kunnen voortbestaan doorheen een stagnerende conjunctuur onderbroken door kleine conjunctuurschommelingen en grote financiële crises – tot op het ogenblik dat het ecologisch systeem van de Aarde in elkaar stort. Het bestaan van de ondergeschikte klassen wordt echter eerder in de tijd bedreigd. Hierbij stemt de reële positie in de inkomens- en statuspiramide over het algemeen niet overeen met de aangevoelde bestaansonzekerheid. Het is eerder zo dat de angst voor het bestaan stijgt naarmate de sociale valhoogte groter wordt. Helemaal onderaan heersen gelatenheid en berusting. Pogingen om de angsten in te tomen of hun oorzaken weg te nemen, staan voor het probleem van de als natuurwet voorgestelde accumulatiedwang en het winstbejag.

Vlucht uit de werkelijkheid en het aanroepen van een op natuurlijke verschillen stoelende ordening beloven leniging. Zolang we te maken hebben met het kapitalisme dat als natuurlijk wordt opgevat, is het begrijpelijk dat men de ellende toeschrijft aan natuurlijke verschillen qua geslacht en ras. De aangetaste eigenwaarde wordt gecompenseerd door de idee dat mensen van een ander geslacht of met een andere huidskleur weinig of niets waard zijn.

Sinds de biologie zich heeft losgemaakt van haar historische verstrengeling met de idee van de natuurlijke ongelijkheid tussen de mensen, kan zij niet meer dienen als ideologische rechtvaardiging van een door blanke mannen geleide ordening. Als gevolg hiervan verwerpt deze rechtvaardiging niet alleen de biologie als wetenschap maar de wetenschappelijke kennis als zodanig.

Nieuw rechts een ongeschikte medestander is voor het kapitalisme precies omdat de stelling van de natuurlijke indruist tegen de kapitalistische omgangsvormen. De warenruil, met inbegrip van de aankoop van de meerwaardevormde arbeidskracht, stelt de juridische gelijkheid van de koper en verkoper voorop. Daarom betwisten zij die verwikkeld zijn in een geslachts- en rassenstrijd op leven en dood, niet alleen de democratie en de wetenschap maar ook het burgerlijke wetboek.

Maar het aanroepen van natuurlijke ongelijkheden helpt de oorzaken van de angst voor het bestaan en de aantasting van het gevoel van eigenwaarde, niet uit de wereld. Het vereist scherpere reacties. Vandaar het omslaan van de verering van Mutti Merkel in haat voor haar bevoordeling van de vrouw in de economie en haar vriendelijkheid tegenover vreemdelingen. De vicieuze cirkel van de legitimiteitverlies van de kapitalistische realiteit en de vlucht in het seksisme en het racisme gaat steeds sneller draaien.

Smartvolle herinneringen

Maar niet alleen de kapitalistische realiteit wordt vergrongen, maar ook de herinnering aan de pogingen om een betere wereld in te richten. De “Wij zijn het volk”-geroep van de Pegida-demonstranten zijn een belediging aan het adres van de burgerbewegingen die in 1989 de bazen van de SED leerden bang te zijn. Maar ook de herinnering aan dat verzet is verloren gegaan. Zo bijvoorbeeld Angela Merkels deelname aan Demokratische Aufbruch (democratische bewustwording), een van de vele groeperingen van de toenmalige burgerbeweging in de DDR. Deze bewustwording eindigde met onderwerping aan de wetten van de markt. Na tientallen jaren opgelegd zwijgen verscheen in de herfst van 1989 de hoop in de straten en pleinen, maar werd vervolgens begraven onder de teleurstellingen en opgelost in toenemende frustraties, ergernis en agressiviteit.

De luister van de heerschappij van het kapitaal is inmiddels vergaan. Het onbehagen aan het globale kapitalisme wordt niet alleen in de voormalige DDR in nieuw rechts en in toenemende mate in oud-fascistische klanken vertaald. Niet in het laatst omdat de herinnering aan de mislukte revolte in de herfst van 1989 mislukte (of het “meer democratie durven” in de BRD in de vroege zeventiger jaren) zo pijnlijk is. Het is moeilijk om weer aan te knopen met deze ervaringen.

Maar het is mogelijk, naarmate ze duidelijker wordt, dat de rechtse agressie tegen de democratie en de wetenschap, tegen de vrouwen en de buitenlanders, de oorzaken van de agressie in leven houdt. Dit kan enkel de uitzichtloze vertwijfeling versterken.

We kunnen lering trekken uit het mislukken van de vorige van de revoltes voor meer democratie. Zij werden en worden zo bitter bestreden en neergeslagen omdat de idee van volksheerschappij, of zij nu gericht is tegen de heerschappij van adel, kapitalisten of bureaucraten, steeds verwijst naar gelijkheid van allen. In een gerealiseerde democratie is heerschappij overbodig. Dat zal het staatscommunisme, het liberale middenveld en nieuw rechts in gelijke mate haten. Zelfs dan als het spook nog nauwelijks rondwaart.