We publiceren hieronder het standpunt van de Coördinatie van de Internationale Sozialistische Organisation (ISO), onze Duitse zusterorganisatie, over de resultaten van de Duitse Bondsdagverkiezingen.

Grote Coalitie weggestemd

De Grote Coalitie werd weggestemd, zoveel is duidelijk. CDU/CSU en SPD behaalden hun slechtste resultaat sinds het bestaan van de Bondsrepubliek, terwijl de FDP (liberalen) en AfD een spectaculair resultaat boeken die de politiek-parlementaire krachtsverhoudingen sterk naar rechts rukt.

Het sociale element in de Jamaica-coalitie (Zwart-Groen-Geel, voor CDU/CSU, Groenen en FDF) die al een tijd in het vooruitzicht werd gesteld, wordt nu nog alleen vertegenwoordigd door de comités voor sociale zaken van de CDU/CSU Union, en die leggen geen politiek gewicht in de schaal. We mogen ons eraan verwachten dat de onweerlegbare noodtoestand in onze infrastructuur (onderwijs, gezondheid, verkeer, enz.) met nog hardere maatregelen dan de vorige zal worden aangepakt: meer privatisering en toename van de sociale ongelijkheid.

De racistische rechterzijde is versterkt uit de verkiezingen gekomen. Zij zal proberen op diverse terreinen racistische en fascistoïde oplossingen nog populairder te maken en “sociaal aanvaardbaar” te maken, zodat de AfD in de volgende verkiezingen nog meer aan invloed wint.

Zonder deel te nemen aan de regering heeft zij reeds een aanzienlijke druk op de CSU uitgeoefend om haar opvattingen over te nemen; in de nieuwe coalitie kunnen we ons dus verwachten aan een wedloop wie in de rechterzijde het beste gebruik zal maken van een verdere verscherping van de asielwetten en meer “Duitsland eerst!”. Met betrekking tot het buitenland zal de leidende rol van Duitsland in de EU eerder verzwakt en de crisis van de EU versterkt worden, omdat de opvattingen over Europa in de Jamaica-coalitie sterk uiteen lopen.

SPD niet in staat tot koersverandering

Afgezien van enige, maar daarom niet onbeduidende correcties zoals de invoering van het maatschappelijk minimumloon, heeft de SPD met goedkeuring van de bestuursinstanties van de vakbeweging, mee het neoliberale beheer van de crisis bepaald. De SPD is structureel – wegens de sterke verankering van heel haar partijapparaat in de neoliberale politiek – niet in staat, resp. niet bereid om een andere politieke koers te volgen dan die welke zij al tientallen jaren volgt. Dit wordt niet in het laatst bevestigd door de nominatie van Andrea Nahles als voorzitter van de partijfractie.

Een nieuwe oriëntering in de oppositie binnen de SPD hoeven we niet te verwachten. Daarbij komt dat er links van de SPD al een reformistische partij bestaat: Die Linke. De aanhoudende crisis van de SPD zal zich voortzetten.

Uiterstrechtse doorbraak

Met 12,6% heeft de AfD het hoogste stemmenaantal gekregen dat een rechts-radicale partij in de verkiezingen voor de Bondsdag ooit heeft .behaald. Het geheim van haar succes ligt in haar vermogen om enerzijds de nadruk te leggen op de afscherming tegenover het buitenland en anderzijds de moslims tot zondebokken te maken: zo kon ze twee verschillende lagen in de maatschappij aanspreken die tegengestelde belangen hebben.

De AfD kreeg een hoog kiespercentage in stadsdelen en regio’s die getroffen worden door de afbouw van de industrie, maar ook in kringen die over een gewaarborgd loon beschikken en bang zijn voor de toekomst en met hulp van de AfD een agressieve strijd voor de verdeling inzetten – zowel binnen als buiten.

De beste resultaten behaalde de AfD niet in het armere Mecklenburg-Vorpommern, maar in het sterker geïndustrialiseerde Saksen en Thüringen, en zelfs in Beieren en Baden-Wurtenberg. Het gaat ongetwijfeld om de uitdrukking van een diepe onzekerheid, verwaarlozing en angst voor neergang.

Maar ze is ook de uitdrukking van de illusie dat Duitsland een eiland van welvaart kan blijven zonder dat er diepgaande veranderingen moeten worden komen in de productie- en consumptiewijze – wanneer men zich concentreert op de kleiner wordende middelen van bestaan gaan naar diegenen die al wat bezitten.

Zij maakt gebruik van een ellenbogenmentaliteit die onder antisociale omstandigheden kan uitmonden in racisme en nationalisme. Dat maakt haar aantrekkelijk voor vele rechts-radicale groepen. Die laatsten hebben in de AfD duidelijk de bovenhand gekregen waardoor hun mars in het burgerlijke middenveld bedreigd wordt.

In de publieke debatten komen de echte redenen van de opgang van de AfD nauwelijks aan bod. Zij blijven nevelig omdat de debatten zich focusseren op de kwestie van de vluchtelingen en migranten. Zo onttrekken de regering én de neoliberale partijen (CDU/CSU, FDP, SPD, Grünen) zich van hun verantwoordelijkheid

Een politieke beweging tegen rechts kan deze ontwikkeling enigermate indammen zoals in Münster, Keulen, Bremen etc. Die Linke staat niet hulpeloos tegenover zulke processen en kan weerstand bieden, ook als deze voorbeelden niet voldoende kracht verlenen aan een gemeenschappelijke tegenbeweging vanuit de samenleving. Een kracht uitgaande van de klassenstrijd die de hele overheersende politiek betwist moet nog worden opgebouwd.

Of de AfD verder zal kunnen groeien en of vooral de regeringspolitiek nog meer op kosten van de lagere groepen van de bevolking en de precaire arbeidskrachten zal worden gevoerd, hangt essentieel af van de actievermogen en de overtuigingskracht van de progressieve en antikapitalistische krachten. We hoeven geen ommezwaai te verwachten van de burgerlijke partijen.

Als de linkerzijde – essentieel de buitenparlementaire krachten en bewegingen – daar niets tegenover kan stellen, mogen we ons verwachten aan nog hardere aanvallen tegen de werkende bevolking, in de eerste plaats tegen de onderste lagen en precaire werknemers. Er is dus nood aan brede eenheidsactie die een sociaal klimaat scheppen waarin de AfD als een rechts-radicale partij beschouwd wordt. Maar dat volstaat niet om haar aanhang klein te krijgen. Die Linke moet ze op het terrein van het verzet tegen het systeem bestrijden.

De taken van Die Linke

Die Linke heeft zich aanzienlijk afzijdig gehouden van de oppositie tegen het systeem, in de eerste plaats omdat zij zich vastklampt aan verkiezingen en omdat zij in de bondsstaten waarin ze meeregeert een louter crisismanagement bedrijft. Dat heeft ze in deze verkiezingen betaald met een aanzienlijk stemmenverlies in de oostelijke Länder (met Berlijn als uitzondering), en dat slechts ten dele gecompenseerd wordt door haar goede resultaten in het westen. Hierdoor verliest Die Linke haar status als “Ost-Partei” die zich bekommert om de verliezers van de Duitse eenheid.

De opgang van de AfD en de verscherping van de symptomen van de kapitalistische crisis waartegen de neoliberaal ingestelde partijen niets kunnen doen, versterken de noodzaak van een breuk met de neoliberale orde en een maatschappelijk alternatief dat tegelijk een alternatief tegen de schijnoplossingen van extreem rechts is.

Die Linke heeft als taak om te strijden voor een antikapitalistisch alternatief en daarvoor collectieve en solidaire acties te organiseren.Het feit dat zij na de verkiezingen nieuwe en vooral jonge leden werft toont aan dat de evolutie niet alleen rechts bevordert, maar dat we te maken krijgen met een toenemende polarisatie. Die Linke wint duidelijk aan stemmen in het westen. MLPD (Marxistisch Leninistische Partei Deutschland, maoisten), DKP (Deutsche Kommunistische Partei) enz. speelden geen waarneembare rol.

Wie ontevreden is over de heersende politiek en tenminste een proteststem wilde uitbrengen (of nog duidelijker wilde zijn) en niet rechts wilde stemmen, koos in deze situatie eerder voor Die Linke. Dit is een van de weinige positieve aspecten van deze verkiezingen.

Maar het feit dat zowat.400.000 stemmen van Die Linke naar de AfD gingen, toont aan duidelijk aan dat (vooral in Oost-Duitsland) de voormalige Die Linke-kiezers tegen de heersende politiek van Die Linke stemden en niet uit socialistische overtuiging. Het rood-rood-groene perspectief was en is wegens het karakter van de SPD en de Grünen, niet alleen rekenkundig onrealistisch maar ook in politiek opzicht een verkeerde oriëntering voor Die Linke.

De partij moet, als zij hoger vermelde ontwikkeling wil corrigeren, haar politieke identiteit en haar strategisch lijn opnieuw definiëren: het zwaartepunt van haar activiteiten moet liggen in de opbouw en het bevorderen van de buitenparlementaire bewegingen en een politiek van strijd in de bedrijven en vakbonden.

Zij moet een totaal andere argumentatie ontwikkelen, die niet gericht is op een neo-keynesiaanse hervorming van het bestaande systeem; op dit ogenblik verschijnt ze – en niet geheel ten onrechte – als een min of meer als een gevestigde partij van het systeem; zij moet ophouden te redekavelen over democratie en het bestaande systeem, maar moet begrijpelijke perspectieven aanbieden voor mobilisatie en overgangseisen. Pas dan kan ze beduidend bijdragen tot een strijdbare weerstand.

Zij moet de medeverantwoordelijkheid aan de heersende politiek de rug toedraaien en uit de Länder-regeringen treden; houdt ze daarentegen vast aan haar huidige politiek zal dat noodgedwongen linkse politiek discrediteren.