Al jaren wordt voorspeld dat de Chinese economie een crisis staat te wachten. Te oordelen naar de bescheiden toon en inhoud van premier Li’s toespraak tot het Nationaal Volkscongres, is het nog lang niet zover. De toestand is niet dramatisch, maar toch zorgwekkend. Een dalende groei en allerlei internationale struikelblokken zetten een domper op de ambities van president Xi Jinping die vorig jaar “de gedachte Xi” in steen liet beitelen.

Gemor

Premier Li Keqiang bracht geen triomfalistische boodschap op de jaarlijkse zitting van het Nationaal Volkscongres. We zijn nog lang geen grootmacht wat betreft technologische innovatie. We hebben in de steden een werkloosheid van 4.9 %. We zijn het grootste ontwikkelingsland van de wereld, luidden enkele ontnuchterende vaststellingen. En vooral “Het volk heeft heel wat reden tot ontevredenheid wat betreft onderwijs, gezondheidszorg, ouderenzorg, woningen, voedselveiligheid, inkomensverdeling enzovoort”, aldus de premier.

Hij voorspelde voor dit jaar een groei van iets meer dan zes procent. Er bestaat wel twijfel over de jaarlijkse Chinese groeicijfers omdat die volgens sommige analisten niet overeenstemmen met andere gegevens. De meest recente cijfers, die van februari, weerspiegelen toch een ernstige dip: de uitvoer is 20 % lager dan een jaar eerder, de invoer 5 % lager. Die cijfers duwden de beuren van Shanghai en Hongkong alvast naar beneden.

De erkenning dat er ruime ontevredenheid is, baart de leiders uiteraard zorgen. De Communistische Partij haalt haar legitimiteit al 40 jaar uit de spectaculaire economische vooruitgang en aan de centrale plaats die China nu in de wereld bekleedt. Haperingen kunnen dat aantasten.

Schaduwzijden

De afgelopen 40 jaar hebben de Chinezen ongetwijfeld een enorme welvaartsgroei gebracht, maar zoals Li het schetste, zijn er talrijke schaduwzijden. De gespannen relatie met de VS heeft voorlopig geen grote weerslag, maar zorgt wel voor onzekerheid. Die werkt op haar beurt de delocalisaties van bedrijven in de hand, want zij zouden zo aan hogere douanetarieven kunnen ontsnappen; bij voorbeeld door uit te voeren vanuit Vietnam in plaats vanuit China.

Delocalisaties zijn om andere redenen al een tijdje bezig. Ondernemers in sectoren als textiel vinden goedkopere lonen in landen als Vietnam, Cambodja, Myanmar enz. en verhuizen. Daarnaast zorgen verregaande automatiseringen en afdankingen bij bedrijven in financiële moeilijkheden, in sommige regio’s voor grotere werkloosheid. Niet dat die nationaal zo hoog ligt, maar dat schept onzekerheid. En onzekerheid ondermijnt stabiliteit, het kernwoord onder zowel voorzitter Xi Jinping als onder zijn voorgangers.

Marxisten

De grootse plannen van Xi, zoals Made in China 2025 waarbij China op technologisch vlak op eigen benen moet staan, en zijn Belt and Road Initiative (de nieuwe zijderoutes) moeten de indruk wekken dat de nieuwe Grote Leider het land onverstoorbaar naar een glorieuze toekomst leidt.

Maar intussen nemen ook onder zijn beleid (sinds 2012) de sociale en geografische ongelijkheden toe, en ook dat tast de legitimiteit aan van een partij, de Communistische, die zo gesteld is op sociale emancipatie. Wat is de geloofwaardigheid van Xi’s ‘socialisme met Chinese trekken’ als de maatschappij zo ongelijk is. Xi laat geen plaats voor marxistische groepen die proberen dat te ontleden.

Maar ook gepriviligieerden voelen zich niet op hun gemak. Meer en meer rijken trekken tijdelijk of definitief naar het buitenland. Ze vinden de toestand te onzeker, ze zeggen te willen ontsnappen aan de luchtvervuiling, ze klagen over te hoge vastgoedprijzen, over Internet dat niet vrij genoeg is.

Zijdelings

Het andere grote project van Xi, de ‘nieuwe zijderoutes’ – Belt and Road Initiative BRI), krijgt de jongste tijd ook meer tegenwind. Nadat Mahathir Mohamed vorig jaar opnieuw premier van Maleisië was geworden, zegde hij bijna onmiddellijk enkele megaprojecten, zoals een peperdure spoorlijn, af. We willen het risico niet lopen op een nieuwe versie van kolonialisme, zei hij.

De Maldiven raakten door de Chinese projecten bedolven onder de schulden. Op Sri Lanka was er o.m. het project voor een diepzeehaven dat voor een enorme schuldenlast zorgde. Sri Lanka gaf China een concessie voor 99 jaar om de put deels te delven. In Myanmar werd een grootscheeps project van wegen en haven drastisch teruggeschroefd om erger te voorkomen. En in Pakistan zijn er klachten over de financiële lasten van de Chinees-Pakistaanse Economische Corridor en over het feit dat de werken tegen zeer hoge prijs worden uitgevoerd door Chinese firma’s met Chinese arbeiders.

Ook in Europa krijgt China meer tegenwind, de EU waarschuwt mede onder druk uit de VS voor Chinese projecten en investeringen. Maar Europa is gelukkig voor Xi erg verdeeld over die kwestie. Veel landen uit Centraal-Europa en de Balkan en Italië ontvangen de zijderouteprojecten met open armen. De Italiaanse premier Conte kondigde net aan dat hij eind april naar het tweede forum van de BRI zal gaan. Enkele EU-landen, zoals Italië en Griekenland, houden China in internationale organisaties uit de wind als het gaat om niet-eerbiediging van mensenrechten.

Geen debat

Maar de zijderoute loopt niet helemaal zoals gepland, met de VS wringt het, de concurrentieslag rond Huawei schept onzekerheid, er is – aldus Li – ontevredenheid onder de bevolking. En dat alles werpt een schaduw op het imago van Xi als de leider die alles onder controle heeft. Het is uiteraard koren op de molen van rivalen.

Xi mag dan de media, de ‘sociale’ incluis, onder controle hebben, blijkbaar heeft hij minder vertrouwen in het centraal comité van de Communistische Partij. Want dat is sinds begin vorig jaar niet meer bijeen geweest. Op die manier worden debatten binnen het partijparlement uit de weg gegaan en blijft de superstatus van Xi voorlopig onaangetast. Voorlopig.

Dit artikel verscheen oorspronkelijk op Uitpers.