Eind 2021 liepen de politieke en economische leiders bijna over van geluk: de pandemie leek op haar retour en de grote economieën leken de verloren groei in te halen, terwijl grote bedrijven recordwinsten boekten.

Natuurlijk waren er enkele elementen van onzekerheid: stijgende prijzen en moeilijkheden in sommige sectoren om de voor de productie benodigde onderdelen te bemachtigen. Dit alles werd als van voorbijgaande aard beschouwd en grotendeels toegeschreven aan de snelheid van het economisch herstel. Ook al werd de autoproductie zwaar getroffen door bevoorradingsproblemen.

Nu blijkt echter dat de problemen alleen maar groter zijn geworden. De Russische invasie in Oekraïne heeft de problemen nog verergerd. Het Internationaal Monetair Fonds (IMF) heeft onlangs de alarmbel geluid: zoals de krant Les Echos kopt, voorspelt het een ‘explosieve cocktail’ van lage groei en inflatie.

Lage groei

Het IMF heeft de prognose voor de stijging van het mondiale bruto binnenlands product (BBP) dit jaar teruggebracht tot 3,6% (tegen 4,4% in zijn prognoses aan het begin van het jaar en 4,9% afgelopen najaar). De economieën van Oekraïne (waar de productie naar verwachting met ten minste 35% zal dalen en de armoede sterk toeneemt) en, in veel mindere mate, Rusland (als gevolg van de sancties) zullen het meest onder de oorlog te lijden hebben, maar de repercussies zullen, in verschillende mate, voelbaar zijn in de gehele wereldeconomie en in de eerste plaats in veel arme landen. Wat Oekraïne betreft, zij erop gewezen dat dezelfde Navo-landen die het land momenteel wapens leveren en een aanzienlijke financiële hulp aankondigen (voornamelijk in de vorm van leningen), weigeren een kwijtschelding van schulden in overweging te nemen, waardoor Oekraïne in 2022 ongeveer 6,2 miljard aan rente zal moeten betalen. Op 8 maart hebben linkse organisaties uit Oekraïne en Europa een gezamenlijke verklaring gepubliceerd waarin ze de ‘destructieve neoliberale druk’ aan de kaak stellen die het IMF en andere schuldeisers op Oekraïne uitoefenen.

De landen van de Europese Unie die aan de conflictzone grenzen en afhankelijk zijn van Russische energieproducten, zullen hun groei waarschijnlijk sterk zien vertragen: de stijging van het BBP in de eurozone zal in 2022 slechts 2,8% bedragen en niet 3,9% zoals in januari nog werd verwacht. De vertraging is minder uitgesproken in de Verenigde Staten. In China drukken de opleving van de pandemie en de strenge lokale beheersingsmaatregelen op de groei.

​​​​​​​Stijgende voedselprijzen en ellende

Lagere groei maar stijgende prijzen: volgens het IMF zullen de prijsstijgingen in de rijke landen bijna verdubbelen tot een gemiddelde van 5,7%, na 3,1% vorig jaar. Terwijl in deze landen de explosie van de energieprijzen het meest zichtbaar is (maar ook andere prijzen stijgen), zijn het in arme landen vooral de voedselprijzen die zorgen baren. Het IMF voorspelt een gemiddelde inflatie van 8,7% in de ontwikkelingslanden, na 5,9% in 2021. Rusland en Oekraïne zijn belangrijke producenten en exporteurs van graan. Een deel van de Oekraïense productie kan niet worden geoogst en de Oekraïense export via de havens aan de Zwarte Zee is geblokkeerd: de afgelopen twee maanden hebben ongeveer 100 schepen, naar verluidt met 1,2 miljoen ton graan en oliehoudende zaden, niet kunnen uitvaren. Vooral Afrikaanse landen zijn afhankelijk van de invoer van graan: Egypte, Algerije, West-Afrika en de Sahel, waar de voedselonzekerheid bijzonder groot is. In deze landen zijn de stijgende voedselprijzen een ramp. Internationale organisaties waarschuwen voor het gevaar van ‘voedselrellen’. Vooral omdat de last van de buitenlandse schuld steeds ondraaglijker wordt.

​​​​​​​Groeiende kapitalistische anarchie

Die schuld zal waarschijnlijk nog toenemen door de stijging van de rentevoeten. De centrale banken van de rijke landen (Amerikaanse Federal Reserve, Europese Centrale Bank, enzovoort) hebben zich er immers toe verbonden hun beleid ter ondersteuning van de financiële markten af te bouwen en hun rentetarieven geleidelijk te verhogen en zijn van plan in die richting verder te gaan. Het verklaarde doel is de inflatie terug te dringen, maar daarmee lopen de centrale banken het risico de groei nog wat verder te verstikken en onrust te veroorzaken op de financiële markten, die jarenlang zijn gestimuleerd door een beleid van zeer lage rentetarieven. Het is nog te vroeg om te zien of economische sancties een blijvend effect zullen hebben op de globalisering (die een diepgewortelde logica van het kapitalisme is), maar het IMF waarschuwt ook voor een risico van versnippering van de wereldeconomie in geopolitieke blokken.

De internationale economie bevindt zich dus in een mist en ook al blijven de vooruitzichten heel onzeker, twee dingen zijn duidelijk. Ten eerste zullen de heersende klassen overal ter wereld de lasten afwentelen op de werkende klassen in de vorm van verlies van koopkracht en besparingen op sociale uitkeringen en openbare diensten. Ten tweede staat, afgezien van de oorlog in Oekraïne, de groeiende anarchie van de kapitalistische wereldeconomie op het spel, waarvan de confrontatie tussen de machten slechts één aspect is.

Dit artikel verscheen oorspronkelijk op l’Anticapitaliste. Nederlandse vertaling: redactie Grenzeloos.