In Groot Brittannië worden de messen geslepen voor de grootste constitutionele crisis in de moderne tijd die uitbreekt als het parlement volgende maand terugkomt van zomerreces, schrijft Alan Davies. Met zijn ‘oorlogskabinet’, vol harde Brexiteers en met Nigel Farage die over zijn schouder meekijkt, is Johnson op een doelbewuste missie om Groot-Brittannië op 31 oktober uit de EU te laten knallen.

Johnson heeft elke schijn van het zoeken naar een nieuwe overeenkomst met de EU als zijn voorkeursoptie opgegeven. Een crash-Brexit op de (zelf opgelegde) deadline van 31 oktober, dat is waar hij nu naartoe werkt – hoewel hij met onoprechte retoriek de schuld nog steeds naar anderen blijft schuiven. Zoals Philip Hammond terecht heeft opgemerkt, heeft Johnson de onderhandelingen met de EU geblokkeerd door de introductie van een onhaalbare voorwaarde in de vorm van het volledig schrappen van de Ierse Backstop – waaraan de EU, zoals hij weet, niet kan en wil toegeven.

Als resultaat daarvan zien we een ongekende confrontatie tussen de regering, het parlement en de bevolking. Gordon Brown en Dominic Grieve hebben het allebei beschreven als niet minder dan de grootste constitutionele crisis sinds de Engelse burgeroorlog in 1642, die volgende maand, voorafgaand aan de deadline van 31 oktober, uit zal breken.

Labour versterkt positie

In antwoord hierop heeft Jeremy Corbyn nu een brief geschreven aan de andere oppositiepartijen en pro-Remain Tories waarin hij schrijft dat Labour een motie van wantrouwen tegen de regering zal indienen zodra duidelijk is dat zo’n motie een meerderheid haalt en Labour in dat geval zal streven naar de vorming van een interim-regering met als doel het uitschrijven van algemene verkiezingen. In die verkiezingen, zo staat in de brief, ‘zal Labour zich inzetten voor een referendum over de voorwaarden om de EU te verlaten, met inbegrip van een optie om te blijven.’

De Liberaal-Democraten, de pro onafhankelijkheidspartij van Wales Plaid Cymru, de Groenen en de pro-Remain Tories worden hiermee uitgedaagd, terwijl er nog steeds pro-Remain parlementsleden zijn die over een regering van nationale eenheid onder leiding van de conservatieve Ken Clarke of Yvette Cooper (van de rechtervleugel van labour) discussiëren. De duidelijke inzet van de brief voor een tweede referendum in het kader van de algemene verkiezingen is een belangrijke stap voorwaarts in de opstelling van Labour en zet duidelijke lijnen uit in de het gevecht met Brexiteers en uiterst rechts.

De reactie van de Liberaal-Democraten op de brief van Corbyn is werkelijk schandalig. We hebben een situatie waarin nationalisme en isolationistisch populisme de boventoon voeren in wat de meest rechtse regering sinds de Tweede Wereldoorlog is. De Tory Party is in feite de Brexit Partij 2.0 en Johnson is de Britse Donald Trump – een groteske toevoeging aan de groeiende groep van uiterst rechtse regeringen in Europa en de wereld.

Het hele Liberaal-Democratische verkooppraatje van de afgelopen twee jaar is dat zij de leiders zijn van de pro-Remain beweging en dat in het belang van het stoppen van Brexit alle andere politieke meningsverschillen terzijde geschoven moeten worden. Het voorstel van Corbyn zou precies dàt kunnen doen – Johnson ten val brengen en algemene verkiezingen uitschrijven, waarbij Labour zich verplicht tot een tweede referendum. Maar Swinson (de partijleider van de Liberaal-democraten) reageert hierop door Corbyn te beschuldigen van een op de persoon gerichte politiek – terwijl het in feite haar partij is die haar vijandschap tegen een radicale anti-bezuinigingspartij (als Labour) gebruikt om mogelijk het momentum terug te geven aan de belegerde Tories.

De Liberaal-Democraten waren meer dan blij om een bezuinigingscoalitie met de Tories aan te gaan, maar zijn niet bereid om steun te geven aan een tijdelijke, door Labour geleide, regering die erop gericht is de Tories ten val te brengen en Brexit tegen te houden. Zelfs een aantal opstandige Tories was vriendelijker over de voorstellen van Corbyn dan de partij van Swinson – maar ze staat duidelijk onder grote druk van zowel de media als de publieke opinie. Ze werd gedwongen toe te geven dat ze Corbyn zal ontmoeten, terwijl ze momenteel nog steeds vasthoudt aan haar ongerechtvaardigde antwoord op de brief van Corbyn.

Het strekt de Schotse Nationale Partij (SNP) tot eer dat ze heeft gezegd dat ze met Labour zal  samenwerken om de regering van de Tories te verslaan. Carolyn Lucas van de Green Party, die eerder helaas had opgeroepen tot een regering van nationale eenheid met een volledig vrouwelijke leiding, en die Jeremy Corbyn en zelfs oudere zwarte vrouwen zoals Dianne Abbot uitsloot, heeft ook gezegd dat ze deze stap zal steunen. De SNP, de Groenen en Plaid Cymru vinden allemaal dat een tweede referendum vooraf moet gaan aan algemene verkiezingen.

Ondertussen verkondigt algemeen secretaris Len Mc Cluskey van de vakbond Unite  nogmaals de mythe dat er zoiets bestaat als een Brexit die banen en diensten beschermt. De achterwaarts gerichte dynamiek van zijn benadering ondermijnt de positieve stap van de brief van Corbyn en moet krachtig worden weerlegd zowel binnen Unite als de arbeidersbeweging in bredere zin. Geen enkele Brexit beschermt gemeenschappen die door jaren van bezuinigingen worden geteisterd – alleen een radicale Labourregering kan de misstanden van vele decennia van verwaarlozing rechtzetten.

Eerdere stappen

Het initiatief dat Corbyn met zijn brief nam is niet zijn eerste poging om de constitutionele crisis en de capriolen van de regering-Johnson aan te pakken.

Volgens de ‘Fixed Term Parliaments Act’ leidt een motie van wantrouwen tegen de regering na twee weken tot algemene verkiezingen als er geen alternatieve regering is gevormd. Een vertrouwensstemming is problematischer geworden voor de regering, aangezien het aantal Tory-parlementsleden dat bereid is om tegen de regering te stemmen inmiddels is aangevuld met enkele van de ontslagen ministers na Johnson’s herschikking van de regering. Er blijft slechts een evenwicht omdat, schandalig genoeg, een aantal Labour-parlementsleden, onder leiding van Caroline Flint, bereid lijkt de regering bij een dergelijke stemming te steunen. Elk Labour-parlementslid dat dit doet, zou onmiddellijk uit de partij gezet moeten worden.

Ondertussen blijft de rol die het overgrote deel van radicaal-links speelt triest. De nieuwe linkse campagne, onlangs gelanceerd door de Morning Star (de krant van de Britse Communistische partij) en gesteund door anderen ter linkerzijde – zoals Costas Lapavitsas, Kevin Ovenden en Alex Gordon – is erop gericht om ervoor te zorgen dat Groot-Brittannië de EU op 31 oktober verlaat en is volstrekt onkritisch over het feit dat de no-deal Brexit door Johnson wordt voorbereid  en is zich blijkbaar niet bewust van de racistische, extreemrechtse, neoliberale aard van het vertrek dat zij steunen. Ze hebben er (gelukkig zonder succes) bij Jeremy Corbyn  op aangedrongen om een einde te maken aan de steun voor een tweede referendum.

Schandalige Cummings

Aangezien een succesvolle motie van wantrouwen vóór 31 oktober zou leiden tot verkiezingen die de Tories denken te verliezen, heeft Dominic Cummings, de speciale adviseur van Johnson, een andere en volledig schandalige lezing van de wet voorgesteld. Hij stelt dat, aangezien de datum van zo’n verkiezing het voorrecht van de premier is, Johnson een motie van wantrouwen moet negeren, in functie moet blijven en algemene verkiezingen moet uitschrijven met een datum die ervoor zorgt dat deze na 31 oktober worden gehouden, zodat de Tories een betere kans hebben om te winnen door te claimen dat ze de referendumstemming van 2016 hebben uitgevoerd.

Elke poging van Johnson om het parlement en de bevolking te omzeilen zal niet gemakkelijk of zelfs niet haalbaar zijn, hoe glad de Downing Street-operatie ook is. Een meerderheid van zowel de bevolking als de parlementsleden is ertegen en de oppositie groeit naarmate de implicaties steeds duidelijker worden. De Lagerhuis Speaker John Bercow heeft in Edinburgh gezegd dat het voor parlementsleden mogelijk is om een Brexit op 31 oktober te blokkeren en hij zal er met iedere vezel in zijn lijf voor te zorgen dat de stem van het parlement wordt gehoord.

Jeremy Corbyn bestempelde Cummings lezing van de wet in een brief op 8 augustus aan Mark Sedwill, de secretaris van het kabinet, terecht als ‘een ongekend, ongrondwettelijk en antidemocratisch machtsmisbruik’. Hij eiste van Sedwill opheldering over de regels rond ‘purdah‘ (de periode tussen de aankondiging van algmene verkiezingen en de uitslag daarvan) die bedoeld zijn om te voorkomen dat een zittende regering tijdens een verkiezingscampagne belangrijke beleidsbeslissingen neemt ten nadele van oppositiepartijen.

Hij vroeg Sedwill ook te bevestigen dat, als Groot-Brittannië tijdens een verkiezingscampagne de EU moet verlaten op grond van de Europese Unie (Intrekkings) Wet, de regering dit zou vermijden door te streven naar een verlenging van artikel 50 om een nieuwe regering in staat te stellen een besluit over Brexit te nemen op basis van de uitslag van de verkiezingen.

‘Een no-deal Brexit forceren tegen een besluit van het parlement in’, zei hij, ‘en de keuze van kiezers bij algemene verkiezingen die al aan de gang zijn negeren, zou een ongekend, ongrondwettelijk en antidemocratisch machtsmisbruik zijn door een minister-president die niet door het volk, maar door een klein aantal leden van de conservatieve partij is gekozen’. Het antwoord dat Corbyn kreeg van Sedwill was vrijblijvend en Corbyn stuurde vervolgens zijn brief van 14 augustus.

Het uiteenvallen van de Britse staat

Hoewel het geen verrassing is dat de harde Brexit-ijveraars rond Johnson bereid zijn om  te spelen met de banen, levens en levensstandaard van de arbeidersklasse in Groot-Brittannië, is het verrassender dat ze bereid zijn om hetzelfde te doen met het uiteenvallen van de Britse staat, die nu direct wordt veroorzaakt door een no-deal Brexit. Johnson lijkt zich niet bewust van de gevolgen hiervan voor Schotland en Ierland en negeert de opvattingen van Ruth Davison (Politiek leider van de Schotse tak van de Conservative Party) toen hij Schotland bezocht en de pro-Remain partijen toen hij Belfast bezocht.

De Labour-leiding heeft echter in de persoon van parlementslid John McDonnell (wat Schotland betreft) op deze situatie gereageerd met een belangrijke beleidswijziging. McDonnell sprak tijdens het Edinburgh Fringe Festival waar hij zei dat Labour het recht van het Schotse volk op een tweede referendum over de onafhankelijkheid zou steunen, als dat is wat de meerderheid wil. McDonnell bleef deze democratische benadering consequent naar voren brengen toen er verzet kwam van binnenuit Labour – vooral van de Schotse Labour Party – die vastbesloten is om zich te houden aan een tribale benadering waardoor de partij de afgelopen jaren is afgebrokkeld.

Recente opiniepeilingen in Schotland laten een meerderheid van 52% zien voor een tweede referendum over onafhankelijkheid, wat de marge is waarmee Leave het referendum in 2016 won. Het was al duidelijk dat McDonnell die uitspraak  niet zou hebben gedaan zonder eerst met Corbyn te overleggen, maar het feit dat de twee het eens waren, werd expliciet bevestigd.

Hoewel deze stap op zich niet breekt met het traditionele Unionisme van Labour, is het een belangrijke uitdaging. Het belangrijkste is dat het de weg vrijmaakt voor een nieuwe relatie tussen Labour en de SNP en met name de mogelijkheid versterkt om met de steun van de SNP een regering te vormen in het geval van een parlement waarin de stemmen staken.

McDonnell’s opschuiven naar een nieuw referendum over Schotse onafhankelijkheid is in overeenstemming met de benadering die Jeremy Corbyn koos voor een peiling over de grens in Ierland, die is voorzien in het Goede Vrijdagakkoord, toen hij op 24 mei vorig jaar aan de Queen’s University in Belfast sprak om te beargumenteren dat Brexit niet mag leiden tot een harde grens.

Hij zei dat terwijl hij niet vroeg om, of pleitte voor, een peiling over de grens, maar ervoor zou zorgen dat het Goede Vrijdagakkoord ‘tot op de letter’ ten uitvoer wordt gebracht. Toen hem door de BBC werd gevraagd hoe een regering-Corbyn zou reageren op de kwestie zei hij: ‘Binnen de voorwaarden van het Goede Vrijdagakkoord zou zo’n opiniepeiling gehouden kunnen worden als er behoefte was om dit te doen. Op zo’n moment moet je dat niet tegenhouden, maar het is binnen de voorwaarden van het Goede Vrijdagakkoord en ik denk dat de Britse regering in dat opzicht neutraal zou moeten zijn.’

Dit alles is in overeenstemming met de standpunten van de leden van Labour. Uit een opiniepeiling waarvan de resultaten op 23 juli in The Times werden gepubliceerd, bleek dat tweederde van de leden van Labour voorstander is van een referendum over Ierse hereniging en dat slechts 41% van de leden tegen het vertrek van Schotland uit het Verenigd Koninkrijk is.

Johnson’s houding ten opzichte van Ierland is even onwetend als reactionair. Tenzij er een succesvolle peiling over de grens komt, zullen zowel Noord- als Zuid Ierland de grootste verliezers van dit alles zijn, aangezien Brexit de buitengrens van de EU tussen de twee landen plaatst, wat een harde grens en douanecontroles betekent.

Ondertussen besteedt de regering-Johnson grote sommen geld in een poging deze volledig zelf veroorzaakte crisis op te lossen, zoals het treffen van voorbereidingen om voedsel en geneesmiddelen het land in te vliegen, of grote hoeveelheden rundvlees en lamsvlees op te kopen en te vernietigen die onverkoopbaar zullen worden na Brexit. Ze beweert dat ze nu klaar is voor een no-deal Brexit. Dat is onzin. Het is onmogelijk om klaar te zijn voor zo’n gebeurtenis, die ons in onbekend en uiterst gevaarlijk water zou brengen.

Dit artikel verscheen oorspronkelijk op Socialist Resistance. Nederlandse vertaling: redactie Grenzeloos.