De BoerBurgerBeweging (BBB) van Caroline van der Plas heeft  in Nederland de verkiezingen voor de Provinciale Staten gewonnen. Dat staat wel vast.

Op 30 mei verkiezen de nieuwe Provinciale Staten (de provincies) vervolgens de 75 leden van de Eerste Kamer. Volgens de prognoses (nog niet alle stemmen zijn geteld) gaat de BBB in die Eerste Kamer van 0 naar 15 zetels, en wordt er meteen de grootste.

Wat betekent deze overwinning? Waar komt de zetelwinst van BBB vandaan? Het fascistoïde Forum voor Democratie (FvD), de grote winnaar van dezelfde verkiezingen vier jaar geleden, stort electoraal in, van 12 naar 2 zetels. JA21, een nieuwkomer en afsplitsing van het FvD, haalt er 3. Per saldo bleven hier 7 zetels te verdelen. De christendemocraten van het CDA, een partij met wortels in de landbouw, worden bijna gehalveerd, van 9 naar 5 zetels in de Eerste Kamer. Ook de PVV zou (verrassend) een zetel verliezen, van 5 naar 4. Kortom: het ziet ernaar uit dat de BBB een stevig stuk van de plattelandskiezers van het CDA heeft overgenomen, en daarnaast de grote vergaarbak is geworden van (ranzige) proteststemmen. Het is afwachten of grondiger analyses van de kiesverrichtingen dit bevestigen. Het plaatje wordt dan allicht genuanceerder.

En links?

De coalitie van GroenLinks en PvdA gaat in de Eerste Kamer voor het eerst een gezamenlijke fractie vormen. Zij zouden er groeien van samen 14 naar 15 zetels, net zoveel als de BBB. De fusie heeft niet zoals verhoopt een 1+1=3 effect gehad, maar waar iedereen verliest is een kleine overwinning niet te versmaden. De nieuwe fractie wordt in elk geval groter dan de VVD van premier Mark Rutte.

De SP zakt een zetel, van 4 naar 3, en lijkt er niet echt toe te doen. De Partij voor de Dieren (PvdD) wint omgekeerd een zetel, van 3 naar 4. De PvdD wint gestaag elke verkiezing opnieuw, met een radicaal maatschappelijk verhaal dat steeds nieuwe kiezers lijkt te winnen (ook al valt op de onderliggende strategie van de PvdD een en ander af te dingen, maar dat is een ander onderwerp). BIJ1 deed aan deze verkiezingen niet mee.

Aan de linkerzijde viel de schade mee, als je even abstractie maakt van de doorbraak van de BBB…

Wat nu Rutte?

Het valt even af te wachten wat dit betekent voor de regering van Mark Rutte.
De regerende coalitie van de liberale VVD, het ‘links-liberale’ D66, de ChristenUnie (CU) en het CDA, verliest zetels: de VVD zakt in de nieuwe Eerste Kamer van 12 naar 10, D66 van 7 naar 6, de CU van 4 naar 3, en het CDA, de grote klapper, van 9 naar 5. De regering houdt in de Eerste Kamer zo nog 24 zetels over.

De Eerste Kamer werd lang beschouwd als een ‘reflectiekamer’, die enkel toezicht hield op de kwaliteit van de wetgeving. Dat is de laatste tijd echter veranderd, en je hebt nu ook in de Eerste Kamer een meerderheid nodig om wetgeving erdoor te krijgen. De laatste jaren is dat Mark Rutte wonderwel gelukt, door wet per wet afspraken te maken met oppositiepartijen in de Eerste Kamer, waarbij vooral de PvdA en GroenLinks hem regelmatig uit de brand hielpen. Mark Rutte zou dus getalsmatig “over links” verder kunnen regeren, want met de 15 zetels van GroenLinks/PvdA erbij heeft hij 39 zetels, een zetel meer dan de 38 die hij nodig heeft voor een meerderheid van de 75 zetels in de Eerste Kamer.

Maar politiek gezien is het een ander verhaal. De VVD en het CDA zijn niet bepaald linkse partijen, en een flink deel van de eigen achterban mort over het te linkse klimaatbeleid, stikstofbeleid, asielbeleid, en noem maar op. Na het ‘signaal van de kiezer’ over links doorgaan lijkt politiek een moeilijk begaanbare weg.

Maar ook ‘over rechts’ lijkt er geen uitweg: tenzij coalitiepartner D66 zelfmoordneigingen zou hebben zit een akkoord met de BBB over stikstof of klimaat er niet in.

Mark Rutte moet zich niet alleen zorgen maken over de Eerste Kamer. De provincies spelen een belangrijke rol in de uitvoering van het kabinetsbeleid in dossiers zoals de stikstofcrisis en de wooncrisis. Zo moeten de provincies voor 1 juli met plannen komen om de stikstofdoelen van het kabinet te halen. In een reeks provincies is de BBB als sterkste partij uit de verkiezingen gekomen, en is dus aan zet om coalities te vormen. Het ziet er niet goed uit voor de samenwerking met het kabinet, nadat in de provincies ook hele stukken van de VVD en het CDA eerder al in verzet gingen tegen de coalitieplannen.

Onvrede

Het lijkt onwaarschijnlijk dat de regering over deze verkiezingen gaat vallen. Mark Rutte wil vast niet opgevolgd worden door Caroline van der Plas.

Het wordt dus tijdrekken, en proberen de BBB uit elkaar te spelen. De welgemeende felicitaties aan het adres van de BBB waren gisteren niet uit de lucht. Ook werd de BBB opgeroepen haar verantwoordelijkheid te nemen, want er moet wel iets gebeuren met dat stikstof…
Het is een gevaarlijk spel.

Sinds 2010 is Mark Rutte premier, en gedurende al die tijd heeft hij dossiers vooral voor zich uitgeschoven. Het resultaat is dat Nederland nu met een opeenhoping van crises zit: de belastingdienst, de zorg, de arbeidsmarkt, Groningen, de asielcrisis, de wooncrisis, de stikstofcrisis, … Behalve de crisis op de sportredactie van de NOS zijn het allemaal crises van eigen makelij.

Het stikstofdossier, waar deze verkiezingen grotendeels om draaiden, is een karakteristiek voorbeeld. Jarenlang werd het probleem onder druk van het agrokapitaal aan het zicht onttrokken via het Programma Aanpak Stikstof (PAS). Dat kwam erop neer dat natuurherstelplannen in de toekomst ingezet werden om nu alvast nieuwe stikstofvergunningen uit de delen. Dat ging goed tot in mei 2019 de Raad van State een streep haalde door deze truc. Het was in strijd met Europese regels. Per direct werden 18.000 projecten van woningbouw tot wegverbreding stilgelegd. Nederland ging op slot. Dus draaide de regering het stuur radicaal om: de uitstoot van stikstof moet niet zoals wettelijk vastgelegd in 2035 gehalveerd, maar al in 2030, want Nederland moet van het slot.

De landbouw is verantwoordelijk voor 60 procent van de uitstoot. Aangespoord door het agrokapitaal sprongen boze boeren op hun tractor. Onder druk van haar aanhang op het platteland vond het CDA daarop de datum van 2030 ‘niet heilig’. Er moest een bemiddelaar aan te pas komen, die 2030 vasthield, maar ijkmomenten voorstelde in 2025 en 2028 om te zien of 2030 echt haalbaar is. Pappen en nathouden. Piekbelasters zouden eerst worden aangepakt, maar van dwang wil de regering niet weten, dus dat werkt niet. Momenteel is het aan de provincies om plannen uit te werken…

Wat gaat de regering doen? Europese regels zijn bindend. Dan toch maar dwang? Jarenlang werden de boeren en het platteland door het beleid de verkeerde kant opgestuurd. In die zin snap je het verzet tegen de plotse koerswijziging wel. Maar de onvrede heeft ook ranzige kanten: van machistische dorpse haat tegen de stadse D66-leider Sigrid Kaag tot racisme en xenofobie die altijd weer de kop opsteken. Boeren kunnen best vertwijfeld zijn, maar het gemak waarmee relativerende verhalen over natuur en klimaat erin gaan is opvallend. Om van der Plas op de verkiezingsavond te citeren: de mensen op het platteland “willen al die gekkigheid uit de stad niet”. Tja…

Wat gaan dwingende maatregelen door een overheid die (terecht) veel krediet verloren is, doen met deze onderbuik van Nederland?

Jesse Klaver van GroenLinks was blij met de ‘overwinning’ van zijn coalitie. Hij staat nu via de Eerste Kamer sterk in confrontaties met Rutte. Maar misschien eerst toch eens goed nadenken over wat er echt aan de hand is in Nederland.

Dit artikel verscheen oorspronkelijk op Uitpers.