In de Verenigde Staten woedde afgelopen maanden de grootste stakingsgolf sinds decennia. Naast groepen leraren, legde personeel van Starbucks, Amazon, de apotheken, de filmindustrie en de grote autofabrikanten het werk neer. Meer dan 323.000 arbeiders staakten in 2023 en behaalden flinke overwinningen.

In november wonnen arbeiders bij de drie grote Amerikaanse autoproducenten de grootste loonsverhoging in decennia. Deze ‘Big Three’ – General Motors, Ford en Stellantis – maakten de afgelopen tien jaar een recordwinst van 250 miljard dollar.

Het basisloon voor de bestbetaalde autoconstructeurs stijgt in 4,5 jaar met 25 procent. Er worden stappen gezet om de loonniveaus (tiers) af te schaffen die de autobedrijven hebben ingevoerd sinds de recessie van 2008. Ook wordt de destijds geschrapte inflatiecorrectie heringevoerd en arbeiders in sommige toeleveringsbedrijven zullen onder dezelfde cao vallen.

De tiers betekende voor een deel van de autowerkers 20 procent minder inkomen, waardoor ze een extra baan erbij moesten nemen. Sommigen werkten 18 uur per dag en zagen hun gezin kapotgaan. De sfeer tussen vakbondsleden onderling was ronduit toxisch geworden. Met deze overwinning krijgen arbeiders een deel van hun leven terug.

De staking tegen de Big Three begon op 15 september, toen 13.000 arbeiders van drie vestigingen het werk neerlegden. Met 25.000 stakers in de derde week bleef de UAW – een vakbond voor auto-arbeiders met 150.000 leden – nog steeds zeer voorzichtig. Mede daarom voelden de autobazen zich niet gedwongen om alle eisen in te willigen, zoals een fatsoenlijk (defined benefit) pensioen en vergoeding van ziektekosten voor ‘tweedeklas’ arbeiders.

Na een historische staking van 118 dagen hebben ook acteurs betere voorwaarden bereikt. Hun loon stijgt dit jaar minstens 11,3 procent en de bijdragen voor pensioen en ziektekosten gaan omhoog. Daarnaast worden acteurs beschermd tegen het gebruik van kunstmatige intelligentie en zijn er maatregelen tegen seksuele intimidatie en voor diversiteit op de set.

Inhaalslag

Sinds de jaren 1970 is het niveau van vakbondsstrijd in de VS erg laag. Tussen 1945 en 1980 staakten jaarlijks 1 tot 4 miljoen Amerikanen. Het keerpunt daarin was een staking van de vluchtleiders in 1981. Toenmalig president Ronald Reagan brak hun staking door de inzet van militairen en het intrekken van de erkenning van hun vakbond PATCO. Dit was het startsein voor een harde aanval op alle vakbonden.

Van 1948 tot 1973 liepen de lonen ‘in de pas’ met de productiviteitsstijging. Maar door de nederlagen begon het aantal vakbondsleden te dalen. Terwijl in de 40 jaar sinds 1973 de productiviteit toenam met 75 procent, stegen de lonen met slechts 9 procent.

De vakbonden zijn nog steeds relatief zwak, met een lidmaatschap van slechts 10 procent van de arbeiders. Maar het aantal werklozen per vacature is sinds de COVID-pandemie gedaald. Daarnaast zijn arbeiders razend over hun verlies in koopkracht terwijl bedrijven ondertussen megawinsten maken en hoge dividenden uitkeren aan aandeelhouders.

Nieuwe sectoren

Bedrijven als Starbucks en Amazon zijn vrij jong en opgekomen in het neoliberale tijdperk. Sinds midden jaren 1990 zijn ze uitgegroeid van enkele vestigingen tot multinationals met een miljardenomzet. Amazon is de op een na grootste werkgever in de VS. Starbucks staat in de Fortune 500, met 15.000 vestigingen en een vermogen van 29 miljard dollar.

De megawinsten van deze bedrijven gaan hand in hand met een felle antivakbondspolitiek, schandalige lonen en een hoge werkdruk. Een Amazon-chauffeur werkt voor 16 dollar per uur, ’s winters in de vrieskou én ’s zomers bij 38 graden zonder airco.

Maar bij beide bedrijven slagen vakbonden er nu in om het personeel te organiseren. In de VS moet personeel van elk filiaal stemmen voor vakbondslidmaatschap. Starbucks Workers United heeft inmiddels 220 vestigingen georganiseerd. Bij Amazon zijn de Teamsters een offensief gestart. Daarbij gaan bijvoorbeeld 84 chauffeurs die deze zomer ontslagen werden naar picket lines bij meer dan 20 Amazondistributiecentra om solidariteit te organiseren.

Zwakte en kracht

Een belangrijke vraag is of de Amerikaanse vakbonden de opleving van strijd kunnen doorzetten. Daarbij is het een handicap dat de meeste bonden zichzelf politiek verbinden met de Democratische Partij. Dit maakte ze vleugellam toen, in december 2022, de Senaat onder leiding van president Joe Biden stemde voor een verbod op de geplande spoorwegstaking.

Tegelijkertijd kent het land op veel plekken een strijdbare traditie van solidariteit. In maart staakten 30.000 leraren in Los Angeles in solidariteit met het ondersteunend personeel. De organisatie voor zwarte burgerrechten NAACP verklaarde zich solidair met de staking van de UAW en de scriptschrijvers. En ondanks Bidens miljardensteun voor Israël, blokkeerden demonstranten op vrijdagochtend 3 november de haven van Oakland tegen wapenleveranties – met de steun van de vakbondsafdeling ILWU Local 10.

Buiten de Big Three proberen de andere autoproducenten de vakbond buiten de deur te houden. Maar na de overeenkomst met de UAW zagen Toyota, Honda, Hyundai en Volkswagen zich allen gedwongen om de lonen per januari met 9 tot 11 procent te verhogen. De UAW heeft Tesla al aangewezen als een volgend doelwit. De bond zegt: ‘Als we in 2028 terugkeren naar de onderhandelingstafel, zal dat niet alleen met de Big Three zijn, maar met de Big Five of Big Six.’

Internationale solidariteit kan de multinationals hard raken. Op Zwarte Vrijdag, 24 november, staakten arbeiders van Amazon tegelijkertijd in meer dan 30 landen, waaronder de VS, Duitsland, Frankrijk, Groot-Brittannië en Italië. Terwijl Tesla in Californë en Nevada het recht van arbeiders aanvecht om vakbondsshirts te dragen, zag Zweden eind november de eerste staking ooit bij een Tesla-vestiging.

De opkomst van grassroots vakbonden zoals Starbucks Workers United en de Amazon Labor Union geven arbeiders meer direct initiatief in hun strijd. De kleine groepen socialisten die actief zijn in de VS hebben de zware taak om solidariteit concreet te maken en individuen binnen die beweging te overtuigen van het belang van socialisme van onderaf.

Dit artikel verscheen oorspronkelijk op Socialisme.nu.