Welk land helpt mensen op zee in nood, bijvoorbeeld wanneer een koopvaardijschip in moeilijkheden raakt? Daar worden afspraken over gemaakt in de Internationale Maritieme Organisatie (IMO), een orgaan van de Verenigde Naties. Landen krijgen een SAR-zone toegewezen.  SAR staat voor Search and Rescue, in het Nederlands Opsporing en Redding. Wanneer een land toezegt een bepaalde zone te willen dekken, en geen ander land maakt bezwaar, dan is dat geregeld. Dat land zal dan optreden wanneer in haar zone mensen op zee in nood raken.

Nu heeft Libië in 2017 ook een SAR-zone geclaimd, en aangezien geen land bezwaar maakte toegewezen gekregen. Maar wat de Libische kustwachten met migranten en vluchtelingen in die zone doen, valt niet echt onder de noemer ‘opsporen en redden’. De verhalen zijn bekend.

Omdat de Verenigde Naties via de IMO die SAR-zone hebben erkend kunnen andere landen, bijvoorbeeld lidstaten van de EU in de buurt zoals Malta en Italië, deze erkenning gebruiken als voorwendsel om zelf niet op te treden. Ngo’s die bootvluchtelingen willen redden worden op deze basis zelfs gecriminaliseerd.

Italiaanse ngo’s hebben de IMO hierover aangeschreven, maar kregen geen antwoord. Daarom is nu een internationale petitie gestart met de vraag de erkenning van deze SAR-zone in te trekken. De petitie werd ook getekend door een aantal europarlementairen, vooral van de GUE/NGL, maar ook door het Nederlandse Europarlementslid Tineke Ceelen van GroenLinks, die zoals bekend een hart heeft voor vluchtelingen.

De brief aan de IMO, die je nog steeds kan tekenen, vind je hier.

Dit artikel verscheen oorspronkelijk op Ander Europa.