In Israël hebben de twee grootste partijen, Likoed van uittredend premier Benjamin Netanyahu en ‘Blauw en Wit’ van rivaal Benny Gantz, besloten om samen met enkele kleinere partijen een regeringscoalitie te vormen.

Op 20 april 2020 kondigden Gantz en Netanyahu aan dat er een akkoord bereikt was over de vorming van een regering van nationale eenheid. Met de beëdiging van deze nieuwe regering op 17 mei 2020 kwam er een einde aan een impasse die 500 dagen duurde. Daar waren maar liefst drie verkiezingen voor nodig (in april en september 2019 en op 2 maart 2020). Twee zaken springen onmiddellijk in het oog. Ten eerste, wordt de nieuwe regering opnieuw geleid door Netanyahu, hoewel Gantz het verdwijnen van de likoed-leider juist naar voor had geschoven als de inzet van zijn verkiezingscampagne. Ten tweede, is het meest controversiële punt in het nieuwe regeerakkoord de geplande annexatie van grote gebiedsdelen van de bezette Palestijnse Westelijke Jordaanoever.

Akkoord

Benjamin Netanyahu begint aan zijn vijfde termijn. Nu al is hij de langstzittende premier in de Israëlische geschiedenis. Het regeerakkoord bepaalt dat Netanyahu 18 maanden premier zal blijven, waarna oud-generaal Benny Gantz de leiding over de regering zal overnemen voor de volgende 18 maanden. Tot zolang is Gantz minister van Defensie en vicepremier, posten die hij na 18 maanden automatisch overdraagt aan Netanyahu. De regering kan rekenen op de steun van 72 van de in totaal 120 verkozen leden van de Knesset (Israëlisch parlement), waaronder de fracties van de conservatieve religieuze partijen Shas en het Verenigd Torah Judaïsme. De eens zo machtige Arbeiderspartij is volledig gedecimeerd en heeft slechts 3 verkozenen in de nieuwe Knesset. Twee van hen -waaronder voorzitter Amir Peretz- steunen de eenheidsregering en krijgen er ook een ministerpost in toebedeeld. Het derde verkozen lid van de Arbeiderspartij, Merav Michaeli, kiest voor de oppositie in de Knesset. Het nieuwe kabinet zal 34 ministerposten tellen (en voorziet nog 2 extra ministers later in de regeerperiode), een recordaantal dat noodzakelijk is om elke partij van de coalitie voldoende te kunnen bedienen.

Door een deal te sluiten met zijn gedoodverfde rivaal Netanyahu neemt Benny Gantz in ieder geval een bocht van 180 graden. Hij ging de opeenvolgende verkiezingen in met de expliciete belofte niet in een regering te zullen stappen met Netanyahu en schoof zichzelf naar voor als hét alternatief. Zijn geloofwaardigheid bij het publiek kreeg bijgevolg een ferme deuk. Gantz verdedigde zich door te stellen dat de urgentie van de coronaviruspandemie hem ertoe gebracht heeft om in te stemmen met een ‘noodregering’. Zijn beslissing leidde er toe dat 2 ontevreden partners zich afsplitsten van zijn Blauw en Wit-alliantie om een aparte fractie te vormen in de Knesset. Het gaat om de partij ‘Yesh Atid’ (Er is een Toekomst) van Yair Lapid en ‘Telem’ van voormalig stafchef van het Israëlisch leger, Moshe Ya’alon. Beide oppositiepartijen kregen al ruim de gelegenheid om hun voormalige bondgenoot Gantz het vuur na aan de schenen te leggen.

Rechtszaak

Netanyahu zit momenteel in een strafrechtelijke procedure verwikkeld. De Israëlische politie startte een onderzoek naar hem op in december 2016. Op 21 november 2019 werd de Israëlische premier officieel aangeklaagd wegens schending van het vertrouwen, het aannemen van steekpenningen en fraude in 3 verschillende corruptiezaken. Na verschillende pogingen van Netanyahu om eronderuit te geraken en uitstel wegens de coronacrisis, ging zijn proces uiteindelijk van start op 24 mei 2020 voor de districtsrechtbank van Jeruzalem.

Het Israëlisch Hooggerechtshof boog zich begin mei ondertussen eerst over de vragen of Netayahu wel kan dienen als eerste minister terwijl hij strafrechtelijk aangeklaagd wordt, evenals over de wettelijkheid van zijn coalitieregering met Ganz. Opvallend is dat het nieuwe regeerakkoord stipuleert dat als het Hooggerechtshof binnen de 6 maanden beslist dat Netanyahu niet in aanmerking kan komen voor het premierschap, niemand hem dan kan vervangen en er dus nieuwe verkiezingen moeten worden uitgeschreven. De hoorzitting in het Hooggerechtshof was een laatste poging van 8 eisers, zowel middenveldorganisaties als oppositiefiguren, om te voorkomen dat Netanyahu -die zich halsstarrig vastklampt aan de macht- opnieuw ingezworen zou worden als eerste minister van Israël ondanks zijn strafrechtelijke problemen.

Benny Gantz die zich heeft laten overtuigen door de gewiekste Netayahu om zich bij hem aan te sluiten, bevond zich voor de hoorzitting van het Hooggerechtshof plots in het kamp van zijn voormalige rivaal. Een advocaat die zijn Blauw en Wit-alliantie vertegenwoordigde argumenteerde voor het Hof dat het ‘ongepast en uiterst onredelijk zou zijn’ om in het voordeel van de eisers te oordelen nadat er een coalitiedeal bereikt was. De hoorzitting werd, heel uitzonderlijk, live uitgezonden en de 11 rechters die zich over de kwestie bogen droegen mondmaskers. Reeds op 7 mei volgde hun unanieme besluit. Ondanks de sterke oppositie die de rechters uitdrukten tegenover zowel de aanhoudende heerschappij van Netanyahu als de coalitiedeal, zouden ze geen van beide in de weg staan. ‘We hebben geen wettelijke reden gevonden om Netanyahu ervan te weerhouden een regering te vormen’, aldus het Hof. ‘Het juridisch besluit dat we vormden doet niets af aan de ernst van de hangende aanklachten tegen Netanyahu wegens schendingen van de morele integriteit en aan de moeilijkheid die voortvloeit uit de termijn van een premier die beschuldigd wordt van criminele activiteit’, voegde het Hof toe.

Gegijzeld

Op zondag 24 mei moest Netanyahu voor de eerste keer voor de districtsrechtbank van Jeruzalem verschijnen. In plaats van zijn verdediging te bepleiten, draaide hij de rollen om. Hij duwde het gerechtelijk apparaat, de politiediensten en de media in de beklaagdenbank door ze ervan te beschuldigen een ‘politieke staatsgreep’ te willen plegen. Hoewel Netanyahu al jaren volhoudt dat hij het slachtoffer is van een ‘heksenjacht’, was zijn belangrijkste coalitiepartner niet voorbereid op een dergelijk scenario. ‘We zeiden: Netanyahu zal zich naar het gerechtshof begeven, er zullen camera’s zijn en veel lawaai, OK, maar plots vuurde hij zijn salvo’s af en wij konden niets doen’, zo verwoordde een regeringslid van ‘Blauw en Wit’ zijn verbazing.

Ook Gantz zelf moest de uithalen van Netanyahu ondergaan en kon niet anders dan zwijgen. Voor velen van zijn ontgoochelde achterban is de politiek minder ervaren Gantz in een val getrapt die hem zuur kan opbreken. Niet alleen is zijn alliantie uit elkaar gevallen, maar door met Netanyahu samen te werken doet hij exact het omgekeerde van wat hij beloofd had, nl. het onafhankelijk rechtssysteem verdedigen. Uit opiniepeilingen begin juni blijkt dat zijn ster sterk aan het tanen is. Moesten er toen verkiezingen zijn doorgegaan, dan zou wat overschiet van zijn verkiezingsalliantie nog maar 12 zetels behalen. Dat is een verlies van 21 zetels in vergelijking met de stembusgang van 2 maart 2020. Netanyahu daarentegen lijkt compleet immuun te zijn voor het strafrechtelijk proces dat tegen hem loopt. Het mediagebeuren dat hij maakte van de openingszitting legde hem geen windeieren. Volgens de opiniepeilingen een paar weken later, wint zijn partij zelfs aan populariteit (van 36 naar 40 zetels).

Gantz is ondertussen gegijzeld. Als hij te veel ingaat tegen Netanyahu kan die de regering laten vallen om versterkt uit nieuwe verkiezingen te komen en zijn voormalige tegenstander knock-out te slaan. Netanyahu is bovendien best in staat om de rotatie van het premierschap voorzien voor november 2021 aan zich te laten voorbijgaan – ondanks de in het regeerakkoord uitgewerkte garanties daartegen. Ook dan zou hij nieuwe verkiezingen kunnen uitlokken in plaats van Gantz het premierschap te gunnen. De huidige minister van Defensie kan dus geen kant uit en moet zich schikken naar de wil van Netanyahu.

Annexatieplan

Een van de belangrijkste punten in het regeerakkoord is de afspraak dat vanaf 1 juli een voorstel over de annexatie van belangrijke gebiedsdelen van de bezette Westelijke Jordaanoever, ter stemming voorgelegd kan worden aan de Knesset. Netanyahu verklaarde eind mei dat hij deze ‘historische kans’ om ‘de Israëlische soevereiniteit uit te breiden’ niet aan zich voorbij zal laten gaan en bestempelde het een prioritaire taak van de eenheidsregering.

Concreet wil hij verschillende joodse nederzettingen op de Westelijke Jordaanoever en de volledige Jordaanvallei unilateraal annexeren. De vallei, een zone van 2400 km², omvat ongeveer een derde van de volledige Westelijke Jordaanoever en loopt langs de grens met Jordanië. Er liggen zo’n 30 Israëlische landbouwnederzettingen waar ongeveer 11.000 joodse kolonisten wonen. De vallei is rijk aan mineralen en landbouwgrond en wordt door Israël beschouwd als een strategische zone voor de veiligheid van de joodse staat. In de Jordaanvallei leven ook ongeveer 60.000 Palestijnen -onder meer in de stad Jericho- wiens dagelijks leven zwaar getekend wordt door de Israëlische bezettingspolitiek. Een annexatie van dit gebied zou betekenen dat een potentiële Palestijnse ‘staat’ geen grens meer zou hebben met Jordanië. De oprichting van een levensvatbare aaneengesloten Palestijnse staat zou er eigenlijk volledig onmogelijk door gemaakt worden (rekening houdend met het feit dat de hoop op een definitieve resolutie van het conflict bij de ‘internationale gemeenschap’ officieel nog altijd ligt bij een twee-staten-oplossing).

De annexatieplannen van Netanyahu liggen volledig in de lijn van het zogenaamde ‘vredesplan’ van Trump. Laatstgenoemde stelde zijn visie afgelopen januari, geflankeerd door de Israëlische premier en met de gebruikelijke superlatieven, voor aan de pers als de ultieme oplossing voor het Israëlisch-Palestijns conflict. In Trumps zelfverklaarde ‘plan van de eeuw’, worden bijna alle wensen van de rechtse Israëlische regering ingewilligd. De Palestijnen werden bovendien op geen enkele wijze betrokken bij de totstandkoming ervan. Ze veroordeelden het als een ‘kolonialistisch project’, wat het ook effectief is. Dat is niet verwonderlijk gezien Trumps acties in de aanloop naar de onthulling van zijn plan. Als geen enkele president voor hem trok hij overduidelijk partij voor Israël door onder meer de annexatie van de Syrische Golanhoogte goed te keuren, Jeruzalem als de ondeelbare hoofdstad van Israël te erkennen (waarnaar Washington inmiddels zijn diplomatieke vertegenwoordiging heeft verhuisd) en alle VS-steun aan het VN-agentschap voor Palestijnse vluchtelingen (UNRWA) in te trekken.

Trumps plan voorziet in de annexatie door Israël van bijna alle nederzettingen op de Westelijke Jordaanoever en Jeruzalem, waar samen meer dan 600.000 joods-Israëlische kolonisten wonen. Verschillende resoluties van de VN-Veiligheidsraad veroordelen deze nederzettingen omdat ze illegaal zijn onder het internationaal recht en in strijd met de Vierde Conventie van Genève die de transfer verbiedt van delen van de bevolking van een bezettende macht naar de gebieden die ze bezet.

Het is dus logisch dat Netanyahu voor zijn plannen rekent op de steun van zijn bondgenoot in het Witte Huis. Van de vermoedelijke Democratische presidentskandidaat voor de volgende verkiezingen, Joe Biden, is hij minder zeker. In zijn lange politieke carrière sprak Biden zich nochtans herhaaldelijk uit als pro-Israëlisch en smeedde hij nauwe banden met AIPAC, de grootste rechts-zionistische pro-Israël lobbygroep in de VS. Als vicepresident onder Obama (2009-2017) verklaarde hij wel meermaals dat hij gekant is tegen het nederzettingenbeleid van Israël, maar Biden staat bekend om zijn neiging de mantel naar de wind te hangen. In de aanloop naar de novemberverkiezingen liet de Democratische presidentskandidaat verstaan dat de VS-ambassade wat hem betreft in Jeruzalem moet blijven, maar sprak hij zich ook al voorzichtig uit tegen Netayahu’s annexatieplannen en de verdere uitbreiding van het grondgebied van Israël omdat ze ‘elke hoop op vrede zullen verstikken’ en de mogelijkheid van een ‘twee-staten-oplossing zullen eroderen’.

Netanyahu beseft dat er -zeker met de recente felle opflakkering van de Black Lives Matter-beweging in de VS en de kritiek op het corona-beleid van Trump- een reële kans is dat zijn onvoorwaardelijke supporter in het Witte Huis niet herverkozen wordt later dit jaar. Hij wil daarom het zekere voor het onzekere nemen en vaart zetten achter zijn annexatieplannen.

Maar dat lijkt niet zo vanzelfsprekend. Washington heeft inmiddels al laten verstaan dat Netanyahu ‘het proces moet vertragen’ en het ‘enthousiasme moet afzwakken’. Volgens het zogenaamde ‘vredesplan’ van Trump -waar zowel Netanyahu als Gantz hun steun aan betuigden- moet er in ruil voor de annexatie immers een Palestijnse staat komen – ook al zou het in de praktijk gaan over een uitgeholde staat zonder eenheid van grondgebied, zonder controle over de buitengrenzen en het luchtruim, en zonder eigen leger.

Dat is allerminst naar de zin van een deel van de steeds machtiger wordende kolonistenbeweging, die vindt dat Israël zijn soevereiniteit onvoorwaardelijk over heel Samaria en Judea (de zionistische omschrijving voor de Westelijke Jordaanoever) moet laten gelden. Nadat Trump zijn vredesplan had voorgesteld zei kolonistenleider, David Elhayani, zelfs over de VS-president dat hij ‘geen vriend’ meer was van Israël. Deze druk vanuit uiterst rechtse hoek -een deel van Netayahu’s electoraat- plaatst de premier voor een dilemma. Annexatie (zelf spreekt hij systematisch over ‘het uitbreiden van de Israëlische soevereiniteit’) zou in zijn ogen een ‘historische’ daad zijn, maar dan gaat hij tevens de geschiedenis in als de man die een Palestijnse ‘staat’ mogelijk heeft gemaakt, een totaal onaanvaardbaar gegeven voor een aanzienlijk deel van de joodse kolonisten.

Sceptici

De kersverse regeringspartner van Netanyahu, oud-generaal Benny Gantz, heeft zich in het verleden meermaals uitgesproken tegen de unilaterale annexatie van bezet gebied. Hij zou liever op basis van het Trump-plan tot een met de internationale gemeenschap en de Palestijnen onderhandeld akkoord komen, dat Israël in staat stelt geleidelijk zijn soevereiniteit uit te breiden over 30% van de Westelijke Jordaanoever en dat de creatie van een gedemilitariseerde ‘Palestijnse staat’ op de overige 70% voorziet. Blauw en Wit wil het gehaaste annexatieproject van Netayahu dan ook een stok in de wielen steken door de strikte uitvoering van Trumps vredesplan op alle punten te eisen – een stapsgewijs proces dat overleg met de Palestijnen omvat.

Gantz en de nieuwe Blauw en Wit-minister van Buitenlandse Zaken, Gabi Ashkenazi, pogen op die manier Netanyahu’s plannen te vertragen, met de kans dat ze definitief begraven worden als Biden president wordt. Ashkenazi maakte zich sterk in de media dat Blauw en Wit met een even groot aantal ministerposten als Likud, de annexatie-beslissing van Netanyahu kan beïnvloeden van binnenuit. ‘Gantz en ikzelf zullen deel uitmaken van het Veiligheidskabinet. We zullen contact hebben met de internationale gemeenschap, met de Amerikanen, met de staten in de regio. Netanyahu is een zeer ervaren man, en we zullen hem de grote risico’s helpen inzien van een unilaterale annexatie. We zullen ook diepgaande discussies voeren over deze kwestie in de relevante fora. Als er een manier is om dit proces te blokkeren zullen we die vinden’.

Netanyahu anticipeert door eveneens een geleidelijker project uit te werken. Volgens niet nader genoemde ‘hogere Amerikaanse bronnen’ zou een beperkte annexatie van 3 grote nederzettingenblokken (Maale Adumim, Etzion en Ariel) kunnen rekenen op VS-goedkeuring zonder dat gewacht moet worden op ‘onderhandelingen’ met de Palestijnen. Volgens het regeerakkoord dat Gantz met hem sloot hoeft Netanyahu overigens helemaal geen rekening te houden met diens positie over de annexatie. Als minister van Defensie droeg Gantz het Israëlisch leger en de binnenlandse veiligheidsdienst Shin Beit begin juni alvast op om zich te beginnen voorbereiden op de gevolgen in het geval de annexatie realiteit wordt.

Heel wat Israëlische militaire en veiligheidsexperts zijn evenmin enthousiast over de plannen om bijkomend Palestijns gebied in te palmen. Ze vrezen dat dit tot een nieuwe Palestijnse opstand (derde intifada) kan leiden. Een groep die zichzelf de Commandanten voor Israëls Veiligheid noemt, bestaande uit honderden voormalige hoge functionarissen van het leger en de veiligheidsdiensten, plaatste advertenties in heel het land waarin de regering opgeroepen werd om af te zien van unilaterale annexatie. Op 23 april publiceerde het tijdschrift ‘Foreign Policy’ een opiniestuk van 3 vertegenwoordigers van deze groep, waaronder voormalige topmannen van de Mossad en Shin Beit, waarin ze Netayahu’s plannen als een bedreiging voor de nationale veiligheid van Israël bestempelden. Het zal zaak zijn om genoeg bondgenoten te vinden onder de huidige militaire en veiligheidsbevelhebbers om spilfiguren binnen Netanyahu’s alliantie ervan te overtuigen dat een haastige eenzijdige annexatie een slecht idee is.

Amos Gilad, een voormalige generaal en hoge medewerker op het ministerie van Defensie die niet meteen bekend staat als een vredesduif, spreekt zelfs over een ‘gruwelijk’ annexatieplan dat best zo vlug mogelijk wordt opgedoekt zodat het de aandacht niet afleidt van de ‘veiligheidsdreiging van Iran’. Hij stelt: ‘We hebben een zeer gunstig klimaat in de Westelijke Jordaanoever op vlak van veiligheid’. De Palestijnse president Mahmoud Abbas reageerde op 20 mei met de aankondiging dat de Palestijnse Autoriteit zich niet meer gebonden acht door de akkoorden die ze in het verleden met Israël tekende. Israëlische officieren waarschuwden meteen voor de gevolgen van de eventuele opschorting van de coördinatie tussen Israëlische en Palestijnse veiligheidsdiensten. Netanyahu zelf gokt erop dat Abbas de veiligheidscoördinatie met Israël even hard nodig heeft als Israël zelf om zijn Palestijnse rivalen zoals de Islamitische Jihad en Hamas te kunnen blijven beteugelen.

Vredesbeweging

Op 6 juni ging er een gezamenlijke joods-Arabische betoging door in Tel Aviv tegen de annexatieplannen van Netayahu. Met een opkomst in deze corona-tijden van bijna 10.000 demonstranten was deze actie een opsteker voor de kleine linkse vredesbeweging in een alsmaar verder naar zionistisch, populistisch-rechts afglijdend Israël. Bernie Sanders, de senator van de Amerikaanse staat Vermont, die onlangs de strijd om de nominatie van Democratisch presidentskandidaat moest staken, sprak de menigte toe via videolink. Tal van aanwezige sprekers -politici en sociale bewegingsleiders- hadden een boodschap voor Benny Gantz die ze schuldig achten aan het mogelijk maken van Netanyahu’s gevaarlijke plannen.

De Israëlische vredesorganisatie Peace Now verklaarde eerder al: ‘Verkoop ons geen verhaaltjes over een noodregering om corona te bestrijden, terwijl u in feite een partner bent bij het oprichten van een annexatieregering. Iedereen die extreemrechts nu ondersteunt, zal in de toekomst verantwoordelijk zijn als de annexatie wordt doorgevoerd en de democratische toekomst van Israël in gevaar wordt gebracht’. Ook de voorzitter van de linkse partij Meretz, Nitzan Horowitz, richtte zich tot Gantz en zijn partij: ‘Jullie zijn volledige partners. Jullie ondersteunen en autoriseren deze tragedie.’ Hij voegde daaraan toe: ‘Annexatie is een oorlogsmisdaad. Een misdaad tegen de vrede, een misdaad tegen de democratie, een misdaad die ons bloed zal kosten’. Ayman Odeh, de voorzitter van de Gezamenlijk Lijst van Arabische partijen, stelde: ‘We staan op een kruispunt. Eén pad leidt naar een gezamenlijke samenleving met een echte democratie, burgerlijke en nationale gelijkheid voor Arabische burgers. Het tweede pad leidt naar haat, geweld, annexatie en apartheid. We zijn hier op het Rabinplein om het eerste pad te kiezen. Er bestaat niet zoiets als democratie voor joden alleen. Net als Martin Luther King en zijn aanhangers in de Verenigde Staten, moeten we ons realiseren dat er zonder rechtvaardigheid geen vrede kan zijn. En er zal geen sociale rechtvaardigheid zijn als we de bezetting niet beëindigen’.

Dit opmerkelijke verzet ten spijt, lijkt de zeker de helft van de Israëlische bevolking voorstander te zijn van de uitbreiding van de Israëlische soevereiniteit over de nederzettingsblokken en de Jordaanvallei. Volgens een onderzoek van ‘The Israel Democracy Institute’ begin juni vindt zowaar 25% van de bevolking dat de annexatie zelfs zonder steun van de Amerikaanse regering moet doorgaan. Opvallend is ook dat 20% van de Israëli’s geen duidelijke mening lijkt te hebben over het onderwerp.

Internationale context

Buiten Israël zijn er meer obstakels. Zo hangen de strategische banden van Israël met Egypte en Jordanië, als een zwaard van Damocles boven de annexatieplannen. De Palestijnen zijn zeer teleurgesteld in de tot nu toe lauwe respons van de Arabische leiders in de regio, maar vanuit Jordanië kwamen er wel felle reacties. In een interview met het Duitse weekblad ‘Der Spiegel’ (15 mei 2020) waarschuwde de Jordaanse koning Abdullah voor een ‘enorm conflict’ tussen Israël en Jordanië. ‘We zijn het eens met veel landen in Europa en de internationale gemeenschap dat de wet van de sterkste niet mag gelden in het Midden-Oosten’.

Een unilaterale annexatie van de Westelijke Jordaanoever wordt in Jordanië gezien als een veiligheidsdreiging. Niet alleen omdat ze een twee-staten-oplossing in de praktijk onmogelijk zou maken, maar ook omdat dit scenario tegemoet komt aan de bewering van radicale zionisten dat Jordanië de facto een ‘Palestijnse staat’ is, waardoor de idee om de Palestijnen een staat te gunnen op de Westelijke Jordaanoever totaal overbodig wordt. Daarnaast zou een annexatie tot onrust leiden onder de meer dan 2 miljoen Palestijnse vluchtelingen die in Jordanië leven en zou ze een instroom van nieuwe vluchtelingen op gang kunnen brengen.

‘Ik wil geen bedreigingen uiten, maar we overwegen alle opties’, verklaarde de Jordaanse koning aan Der Spiegel. In eerste instantie zouden de diplomatieke relaties tussen Israël en Jordanië opgeschort kunnen worden, met name de terugtrekking van de Jordaanse ambassadeur uit Tel Aviv en het vertrek van de Israëlische vertegenwoordiging uit Amman. Jordanië overweegt ook de gehele of gedeeltelijke opzegging van het vredesverdrag dat het in 1994 met Israël sloot. In dit verdrag zitten naast veiligheids- ook economische afspraken vervat. Een opschorting zou in ieder geval een grote geopolitieke verschuiving betekenen. De vraag is of het allemaal zo’n vaart zal lopen. Jordanië gaat door een economische crisis en moet ook belangen zoals de toegang tot water, energiebronnen (beide via Israël) en financiële hulp in consideratie nemen. Het land is zeer afhankelijk van de jaarlijkse Amerikaanse hulp ter waarde van 1,3 miljard dollar. Hetzelfde geldt voor Egypte, dat andere Arabische buurland waarmee Israël al in 1979 een vredesakkoord bereikte.

Josep Borrell, de Hoge Vertegenwoordiger van de Europese Unie voor Buitenlandse Zaken en Veiligheidsbeleid verklaarde dat de Unie elke annexatie beschouwt als een ernstige overtreding van het internationaal recht en navenant zal reageren. Borrell en een aantal Europese lidstaten, waaronder België, zijn voorstander van sancties, maar verschillende landen (waaronder Hongarije, Tsjechië, Oostenrijk en Roemenië) verzetten zich daartegen. Het is een terugkerend patroon. Hoewel de EU Israël geregeld op de vingers tikt voor schendingen van het internationaal recht, verhinderen verschillende lidstaten systematisch sancties. De EU zou nochtans heel wat gewicht in de schaal kunnen werpen als het op politieke druk op Israël aankomt. Met een handelsvolume van 36 miljard euro is de EU veruit de belangrijkste handelspartner van Israël. De opschorting van de Associatieovereenkomst tussen Israël en de EU, die het land een bevoorrechte positie geeft op de Europese markt, wordt al jaren gevraagd door mensenrechten- en vredesorganisaties en veel Europarlementsleden. In 2002 stemde het Europees Parlement zelfs voor een resolutie om dit verdrag op te schorten, maar het werd daarin niet gevolgd door de Europese Raad. Het Associatieakkoord dat sinds 2000 van kracht is, regelt de vrijhandelsrelaties tussen de EU en Israël voor industriële goederen en de gedeeltelijke liberalisering van de handel in landbouwproducten. Het vormt ook de basis voor de wetenschappelijke en culturele samenwerking tussen beide entiteiten. Israël is al jaren een van de belangrijkste niet-Europese partners in de onderzoeksprogramma’s van de EU. Hoewel Europa duidelijk stelt dat de illegale nederzettingen een bedreiging vormen voor de twee-staten-oplossing, werden de relaties met Israël onder het Associatieakkoord stelselmatig uitgediept. De consensus ontbreekt om Israël via sancties te proberen dwingen om zich te schikken naar het internationaal recht. Israël concentreert zijn lobbywerk bewust op de Europese staten die als ‘Israël-vriendelijk’ beschouwd worden, om te verhinderen dat die Europese consensus er komt.

Ondertussen kan juli een potentieel zeer gevaarlijke maand worden voor de veiligheid in de regio.

Dit artikel verscheen oorspronkelijk op Uitpers.