Twee doeken die René Magritte aan zijn nieuwe kameraden presenteerde. Ze konden er niet om lachen. Links: L’intelligence (1946). — Rechts: Le survivant (1950).

In 1945 kondigde de Drapeau Rouge aan dat René Magritte zich aansloot bij de Communistische Partij van België (PCB). Dat Magritte communistische sympathieën had, was niet nieuw, toch was zijn keuze merkwaardig. De Franse surrealisten rond André Breton hadden tegen die tijd al lang gebroken met de Moskougezinde communisten; ze prefereerden trotskisten en anarchisten, daar schreef ik eerder al over in surrealisten op de barricaden. Niet zo René Magritte. Hij voelde zich gedwongen om dat te doen, vertelde hij de gelijkgestemde Léo Mallet, als een bolwerk tegen de krachten van de reactie.

“De reactie is ook in Frankrijk sterk, lijkt het. We moeten meer dan ooit op onze hoede zijn. Het lijkt erop dat de regering trotskistische publicaties financiert om verdeeldheid te zaaien onder de linkse partijen.(1)N.v.d.r.: in werkelijkheid bleef de Franse Parti Communiste Internationaliste nog tot eind 1945 verboden, vooral op aandringen van de PCF Wat mezelf betreft ben ik lid geworden van de Belgische C.P. om de rangen te versterken van de “intellectuelen” die zich aansluiten. Ik denk dat we in geen geval de georganiseerde verdediging tegen het fascistische gevaar moeten verzwakken.”(2)Alle citaten komen uit  Alex Danchev, afgewerkt door Sarah Whitfield. Magritte. Een leven. Vertaald door Alex van Ginneken. 558 p. Uitg. Unieboek / Het spectrum A’dam. 2022.

Dat een partij die teerde op het socialistisch realisme maar weinig ruimte zou laten voor het werk van Magritte zou hijzelf moeten ondervinden. Lang hoefde hij trouwens niet te wachten. In 1947 voegde hij twee schilderijen toe aan de grote internationale, door L’Amicale des Artistes Communistes de Belgique georganiseerde expo in het Maison de la Presse Communiste in Brussel, thuishaven van de Drapeau Rouge. Hij selecteerde L’intelligence, doek dat hij als volgt omschreef: ‘Twee gemaskerde werklieden converseren onder de tedere blik van een kroonluchter met drie vrouwenhoofden. In de verte werken fabrieken in de zonneschijn.’

Neen, de organisatoren waren er niet blij mee. Magritte was evenmin blij toen hij in de Drapeau Rouge het dweperige verslag las van het bezoek van de koningin-moeder aan het gebeuren. Hij schreef een woedende brief aan de partijleiding, over een tentoonstelling:

“(…) waarin communistische kunstenaars en flaneurs in een halve cirkel staan opgesteld en prima gratis reclame wordt gemaakt voor een bepaald automerk. Dergelijke waanzin zal arbeiders niet het idee geven van de ernst van de te voeren strijd, als hun krant een vijand van het communisme presenteert als een verrukkelijk persoon die door de Partij gevierd dient te worden.”

Het ging van kwaad naar erger. In 1950 toonde Magritte het schilderij Le survivant, op L’Art et la Paix, georganiseerd door een mantelorganisatie van de partij. Marcel Mariën bracht verslag uit.

“En zo werd, na een korte blik op elk werk, alle tijd besteed aan felle kritiek op Magrittes schilderij, waardoor na twee uur steriele woordenwisselingen Magritte, Nougé en ik er alleen maar konden op wijzen hoe effectief Le survivant kennelijk was […] aangezien het van alle werken het enige was dat de meningen verdeelde en gepassioneerd commentaar opriep.”

Magritte had al gauw de buik vol van de partij.

“We hadden te maken met een stel doven. Ik werd gevraagd een of twee voorstellen in te dienen voor posters. Ze werden allemaal afgekeurd. Conformisme was in dit milieu even duidelijk de standaard als in de meest bekrompen delen van de bourgeoisie. Na een paar maanden ging ik er niet meer naartoe, en vanaf dat moment had ik verder geen band meer met de Partij. Er was geen uitsluiting of breuk, maar, van mijn kant, complete onvrede en permanente vervreemding.”

René Magritte had de PCB de rug toegekeerd, zijn communistische overtuiging bleef intact.

Voetnoten

Voetnoten
1 N.v.d.r.: in werkelijkheid bleef de Franse Parti Communiste Internationaliste nog tot eind 1945 verboden, vooral op aandringen van de PCF
2 Alle citaten komen uit  Alex Danchev, afgewerkt door Sarah Whitfield. Magritte. Een leven. Vertaald door Alex van Ginneken. 558 p. Uitg. Unieboek / Het spectrum A’dam. 2022.