Het Centraal Comité van de Chinese Communistische Partij (CCP) kwam van 8 tot 11 november in plenaire zitting bijeen. Het was voor Xi Jinping de gelegenheid om luid en duidelijk zijn eigen lof te zingen en de opposities binnen de partij verder te marginaliseren, een jaar voor het twintigste congres.

Volgens de resolutie die door het centraal comité werd aangenomen, vertegenwoordigen de huidige tijden ‘het prachtigste epos in de geschiedenis van de Chinese natie sinds duizenden jaren’, ‘het socialisme met Chinese kenmerken [is] een nieuw tijdperk binnengegaan’ sinds 2012 (de machtsovername van Xi Jinping), wiens ‘gedachtegoed de kwintessens is van de Chinese cultuur en ziel’ en wiens aanwezigheid in het ‘hart’ van de partij ‘van doorslaggevend belang is (…) om het historische proces van de grote verjonging van de Chinese natie te bevorderen.'(1)Citaten uit een AFP-bericht.

Ongekende concentratie van macht

Xi bekleedt de functies van algemeen secretaris van de CCP, president van de republiek en voorzitter van de centrale militaire commissie. Hij wijzigde de grondwet zodat hij levenslang in functie kan blijven als hij dat wil. Hij dwong een homogeen leiderschapsteam af, bestaande uit leden van zijn eigen kliek, iets dat tegen elke collegiale werkwijze ingaat. Op het Negentiende Congres van de CCP (in 2017) had hij de wijze van besturen van het land, die voorheen verdeeld was tussen de partij, de regering en het leger, veranderd. Hoewel de partij, in het hart van de staat, het monopolie van de politieke controle behield, zorgde dit systeem voor een zekere flexibiliteit in de gang van zaken in het land-continent. Zijn persoonlijkheidscultus maakt gebruik van alle middelen van sociale controle die moderne technieken mogelijk maken (en waarvan China niet de enige is die er gebruik van maakt).

Om een dergelijke machtsconcentratie door één man te voorkomen, had Deng Xiaoping een benoemingsmethode voor het politieke bureau ingevoerd die het mogelijk maakte dat er verschillende fracties en generaties in vertegenwoordigd waren, zodat de leidende organen om de vijf tot tien jaar vernieuwd konden worden. Dat is niet langer het geval onder Xi.

De greep van Xi Jinping op de macht is niet geconsolideerd zonder gewelddadige afrekeningen, zuiveringen en liquidaties en ging gepaard met een ideologische campagne met feodale connotaties die verwijzen naar het keizerlijke China. Men kan geen toegang krijgen tot de hoogste functies zonder tot een belangrijk geslacht te behoren, zonder van ‘rood bloed’ te zijn, de zoon van een ‘rode prins’, een van de historische leiders van de Chinese revolutie. De overgrote meerderheid van de partijkaderleden ziet zichzelf dus bij voorbaat al uit de macht buitengesloten.

Daarmee heeft Xi Jinping veel vijanden gemaakt die hij niet heeft kunnen uitschakelen of neutraliseren in een partij die zo’n 80 miljoen leden telt. Hij is veroordeeld tot voortdurende waakzaamheid om te voorkomen dat zijn tegenstanders zich hergroeperen en om hen te isoleren van de bevolking. Zo overweegt hij blijkbaar om op het twintigste congres de post van voorzitter van de partij, die was afgeschaft, opnieuw in te voeren.

​​​​​​​Xi, een nieuwe Mao?

Xi Jinping vergelijkt zichzelf met Mao Zedong (in die zin dat hij beter is dan hem) en de media nemen over het algemeen de analogie over, vergetend dat tussen de regeerperiodes van de twee mannen de geschiedenis voort is gegaan, met zijn opeenvolging van revoluties en sociale en politieke tegenrevoluties.(2)Zie Pierre Rousset, 18 november 2021 ‘China, het nieuwe opkomende imperialisme‘. Ze behoren tot twee verschillende tijdperken: de lange revolutionaire golf, begonnen met de Russische Revolutie van 1917 en in Azië eindigend aan het eind van de jaren zeventig, die culmineerde in de Chinese (1949) en Vietnamese (1975) overwinningen; en vervolgens de lange contrarevolutionaire golf, die veralgemeend werd in de jaren tachtig en waarvan we vandaag de dag nog steeds de prijs betalen, in Azië culminerend in het Chinees-Vietnamese conflict (1979) en, voor China, de verplettering van de volksbewegingen in 1989 (bloedbaden in vele steden van het land en niet alleen in Peking rond het Plein van de Hemelse Vrede).

Zoals Au Loong Yu schrijft (3)Au Loong-Yu, 22 september 2021, ‘China and Xi Jinping: Reaction, not Revolution‘, Borderless Movement.:

Het is duidelijk dat Xi heeft geprobeerd voorzitter Mao in veel opzichten te imiteren, in de eerste plaats om zijn persoonlijke cultus te evenaren in die mate dat zelfs fans van filmsterren en kinderen die online spelletjes spelen nu worden behandeld als schadelijk voor de staatsgodsdienst van ‘De Gedachte van Xi’. Maar de gelijkenis van de twee die als onfeilbare leiders worden opgevoerd, gaat niet verder dan dit punt.

Mao’s China is nooit gevorderd tot ‘socialisme’ of ‘communisme’, en zijn ‘Culturele Revolutie’ was een vernietiging van de cultuur. Zijn regime was toen echter wel degelijk anti-kapitalistisch, of zelfs anti-markt in die mate dat zelfs kleine en eenmanszaken verboden werden. […] Xi is een voorvechter van de kapitalistische weg die voorzitter Mao zich in zijn graf zou doen omdraaien.

Een artikel in de zakenmedia Bloomberg zegt het volgende over Xi’s vermeende harde optreden tegen de kapitalistische klasse (4)Andrew Browne, Bloomberg, 4 september 2021 ‘Could China’s Crackdown Be a Second Cultural Revolution?: ‘Het bewijs…. suggereert dat Xi op economisch gebied geen Mao is, in die zin dat hij de energie van ondernemers wil heroriënteren en niet als klasse wil elimineren…… Evenmin omarmt Xi volledig Mao’s egalitarisme. Wat de sociale voorzieningen betreft, staan zijn topmensen dichter bij de neoliberalen dan bij de socialisten; in hun ogen bevorderen aalmoezen aan de armen alleen maar de luiheid.’

[…] De kern van de zaak is echter dat terwijl Mao charisma had, Xi slechts een dwerg is.

Xi is slechts een dwerg. Mao’s idee en praxis van ‘revolutie’ bevatte sterke doses van het klassieke Chinese idee van Yixing geming, of ‘een revolutie die als enig doel heeft een oude dynastie te vervangen door een nieuwe’. Dat was de reden waarom hij geobsedeerd was door het grijpen van absolute persoonlijke macht. Toch was hij een revolutionair met grote visie en talent en hij genoot grote populariteit vanwege zijn prestaties. Xi daarentegen is niet meer dan een hoofd van de staatsbureaucratie en iemand die fantasieloos is. Het lezen van zijn werk is een marteling. Dit enorme verschil in talent en temperament onthult ook een grote kloof in hun respectieve daden. Mao was ervan overtuigd dat toen hij in de tweede helft van de jaren zestig de jongeren opriep tot een ‘revolutie’ tegen zijn eigen partij, deze zich niet tegen hem zouden keren. Xi zou het nooit wagen om zelfs maar een dergelijke manoeuvre uit te voeren. Het staatsapparaat is de enige kracht waar Xi zich prettig bij voelt. Demonstraties op straat zijn wel het laatste dat hij wil. Met dit schrille contrast lijkt elke vergelijking tussen Xi’s beleid en Mao’s Culturele Revolutie absurd.

Men kan de term kliek gebruiken om te verwijzen naar het leiderschap van Xi Jinping, omdat het bestaat uit ja-knikkers. Dat was niet het geval voor het nieuwe maoïstische leiderschap toen het tijdens de Lange Mars (1934-1935) het overwicht over de partij kreeg. Mao was de dominante figuur, maar hij was in staat zich te omringen met sterke persoonlijkheden met zeer uiteenlopende politieke achtergronden binnen de CCP (sommigen van hen hadden zich eerder tegen hem gekeerd) en met uiteenlopende ervaring: Chen Yi, Chen Yun, Deng Xiaoping, Dong Biwu, Lin Biao, Liu Bocheng, Liu Shaoqi, Peng Dehuai, Zhou Enlai, Zhu De (allemaal mannen).(5)Pierre Rousset, ESSF, 18 augustus 2008, ‘La Chine du XXe siècle en révolution – III – Annexe 1: six coups de projecteur‘.

Zo’n groepering van belangrijke kaderleden vond plaats, omdat het een reactie was op een centrale kwestie: het doorbreken van de ondergeschiktheid van de CCP aan Moskou – een ondergeschiktheid die in 1927 en de daaropvolgende jaren tot een ramp had geleid. De Communistische Internationale was het kanaal van Moskou geworden en de cultus van Stalin het ideologische cement. Binnen de CCP was de Wang Ming factie haar agent. Aan de oorsprong van wat Mao Zedongs persoonlijkheidscultus werd, lag de wens om een autoriteit van Chinees denken en handelen tegenover de ‘grote broer’ van de Sovjet-Unie te stellen. Deze cultus kreeg uiteindelijk ‘waanzinnige aspecten’ toen, in het midden van de jaren zestig, de partijleiding uiteenviel en Mao de jeugd opriep zich tegen zijn tegenstanders te keren.

Instabiliteitsfactor

De Xi Jinping-kliek vertegenwoordigt slechts een fractie van de heersende klasse in China. Haar bewind is broos. Zolang de levensstandaard van de bevolking stijgt, zolang ouders denken dat hun kinderen een beter leven zullen hebben, zal ze waarschijnlijk niet ter discussie worden gesteld. Er is echter geen garantie dat het land nog veel langer aan een recessie zal ontsnappen. De vastgoedcrisis is op haar hoogtepunt, met een dreigende algemene schuldencrisis op de achtergrond. Tot dusver is het gelukt om het uiteenspatten van de schuldenzeepbel te voorkomen, maar zal dat altijd zo blijven?

Terwijl ze goede punten uitdeelt aan verdienstelijke burgers en het Grootmachtnationalisme tot een van de belangrijkste bindmiddelen van het regime maakt, voert de CCP repressiecampagnes tegen doelwitten die soms meer symbolisch dan gevaarlijk zijn: LHBT+, feministische figuren, zogenaamde verraders van het vaderland, die zich te veel ironie hebben veroorloofd op sociale netwerken … Onder Xi verkeert de partij dus in een permanente status van preventieve aanval, om elke beweging voor democratie en gelijkheid in de kiem te smoren. Dat is een extreem conservatieve reactie, uit angst voor een plebejische opstand van onderaf.

Zoals het politbureau voorafgaand aan het plenum van het CC had aangekondigd, had de door het Centraal Comité goedgekeurde herschrijving van de officiële geschiedenis slechts één doel: het versterken van de positie van de sterke man van het regime: ‘[het is] noodzakelijk om de centrale positie van secretaris-generaal Xi Jinping te ondersteunen. (…) De hele partij moet proberen te begrijpen wat de redenen zijn voor het succes van de CCP in de afgelopen honderd jaar en hoe ze succes in de toekomst kan verzekeren, volgens het principe van historisch materialisme en door een correct perspectief op de geschiedenis van de CCP.(6)Geciteerd door Frédéric Lemaître, Le Monde, 8 november 2021.

Voor Chloé Froissart [The Conversation] ‘is de uitdaging om ‘het volk, de partij en het leger’ te verenigen achter de nationale mythe, die tot het niveau van een religie is verheven. De resolutie maakt deel uit van de voortdurende inspanningen van de CCP om een orthodoxie te vestigen die sinds 2013 is gebaseerd op het veroordelen van elke alternatieve interpretatie van de geschiedenis, aangeduid als ‘historisch nihilisme’.(7)Chloé Froissart, The Conversation, 16 november 2021, ‘Parti communiste chinois: une nouvelle ère?‘.

Xi Jinping’s positie lijkt echter nog niet geconsolideerd te zijn. Chloé Froissart schrijft dat deze resolutie ‘niet met zoveel enthousiasme lijkt te worden ontvangen als binnen de partij werd verwacht: vier dagen na het einde van het plenum is ze nog niet gepubliceerd’. Bovendien, hoewel ‘Xi Jinping’s statuur duidelijk is versterkt en naar voren is gehaald, maakt dit plenum hem niet tot gelijke van Mao’. Volgens de verklaring heeft de eerste partijsecretaris ‘een nieuwe sprong gemaakt naar de sinificatie van het marxisme’, wat  zijn ambitie ondermijnt om te worden erkend als de theoretische gelijke van de stichter van het regime. In feite wordt zijn denken nog steeds aangeduid met de ingewikkelde zinsnede ‘De Gedachte van Xi Jinping over een socialisme in Chinese stijl in een nieuw tijdperk’. Het feit dat het niet is afgekort tot ‘De Gedachte van Xi Jinping’ geeft aan dat het nog niet de legitimiteit van ‘De Gedachte van Mao Zedong’ heeft bereikt.[…] Het ontbreken van de afkorting van het denken van de president en de vertragingen bij het vrijgeven van de definitieve tekst van de resolutie wijzen er zeer zeker op dat Xi nog steeds te maken heeft met enige weerstand aan de top tegen het opleggen van zijn volledige macht.

Dit artikel verscheen oorspronkelijk op International Viewpoint. Nederlandse vertaling: redactie Grenzeloos.

Voetnoten

Voetnoten
1 Citaten uit een AFP-bericht.
2 Zie Pierre Rousset, 18 november 2021 ‘China, het nieuwe opkomende imperialisme‘.
3 Au Loong-Yu, 22 september 2021, ‘China and Xi Jinping: Reaction, not Revolution‘, Borderless Movement.
4 Andrew Browne, Bloomberg, 4 september 2021 ‘Could China’s Crackdown Be a Second Cultural Revolution?
5 Pierre Rousset, ESSF, 18 augustus 2008, ‘La Chine du XXe siècle en révolution – III – Annexe 1: six coups de projecteur‘.
6 Geciteerd door Frédéric Lemaître, Le Monde, 8 november 2021.
7 Chloé Froissart, The Conversation, 16 november 2021, ‘Parti communiste chinois: une nouvelle ère?‘.