Venezuela is een land dat belegerd wordt door het VS-imperialisme, de lakeienregeringen van Latijns-Amerika en de imperialistische Europese naties. We hebben het Bolivariaanse proces verdedigd in zijn streven naar radicale transformatie en de dwangmaatregelen tegen deze natie aan de kaak gesteld.

We zijn echter bezorgd over de neoliberale restauratie die de regering van Nicolás Maduro en de leiders van de Verenigde Socialistische Partij van Venezuela (PSUV) de laatste jaren hebben doorgevoerd. De arbeidersklasse is het hardst getroffen: de lonen zijn verpulverd tot een niveau dat in de geschiedenis van dit land nog nooit is vertoond. Terwijl het benodigde budget voor voedsel in september opliep tot 306,67 euro, bedraagt het maandelijkse minimumloon 7 Bolívares, wat overeenkomt met 1,45 euro, in een situatie waarin geen enkel arbeiderssalaris meer dan 25,96 euro bedraagt. Salarisaanvullingen, die door de regering naar eigen goeddunken aan werknemers worden toegekend wat betreft hoogte en tijdstip, bieden geen compensatie voor deze verschrikkelijke situatie.

De regering beweert dat deze situatie te wijten is aan de blokkade, maar in feite hebben de meest woeste theorieën over de monetaire situatie, die voorkomen dat de lonen van werknemers worden aangepast, terrein gewonnen door fiscale en financiële faciliteiten te verlenen aan de Venezolaanse bourgeoisie en het multinationale kapitaal. Het is ondenkbaar dat landen met een lager inkomen per hoofd van de bevolking dan Venezuela, zoals El Salvador of Haïti, vandaag de dag lonen hebben die in de drie cijfers liggen, of dat de arbeidersklasse in Cuba, dat al 60 jaar met een blokkade te maken heeft, aanzienlijk hogere inkomens heeft dan we in Venezuela zien.

Dit heeft geleid tot een langzame maar aanhoudende bewustwording van de arbeidersklasse. Verklaringen, protesten aan de fabriekspoorten, oproepen tot stakingen en kleine mobilisaties hebben geleid tot een buitensporig niveau van repressie door de regering van Nicolás Maduro. Sommige vakbondsleiders die sinds de Chávez-periode zijn opgepakt, hebben lange straffen gekregen. De arrestatie van vakbondsleiders heeft geleid tot beschuldigingen en rechtszaken, soms van het leger tegen arbeiders. Elk falen van de openbare diensten genereert een beschuldiging van terrorisme door de staat tegen gewone arbeiders. Aangezien niet bekend is wat de politieke aard van de detentie is en/of wanneer de processen tegen arbeiders en vakbondsleiders zullen plaatsvinden, maakt dit de situatie van de detentie en de garanties voor juridische verdediging precair. Dit alles, ondanks de  de publiciteit van een arbeiderspresident als staatshoofd van het land.

Met dezelfde felheid waarmee we het Bolivariaanse proces hebben verdedigd tegen imperialistische aanvallen, eisen we van de Venezolaanse regering dat ze een einde maakt aan de vervolging van de arbeidersklasse, een klasse die op legitieme wijze strijdt voor de vrijheid van vereniging en voor een salaris dat haar in staat stelt te overleven. Nu de regering in dialoog is met de coupplegende rechtervleugel, die haar van haar verantwoordelijkheden ontslaat, eisen we algemene amnestie voor de gevangengenomen arbeiders en vakbondsleiders:

Rodney Antonio Álvarez Rodríguez. C.I. 19.184.464, zaak: 12J-795-14; Guillermo Manuel González. C.I.: 24.982.037, zaak: 1-CT-041-20; Derbys Rodríguez Sánchez. C.I.: 12.866.502, zaak: 1-CT-041-20; Eudis Felipe Girot. C.I. 8635180, zaak: 01JT-034-21; Aryenis Torrealba. C.I.  15.228.578, zaak: 5821-21; Alfredo Chirinos. C.I. 18.263.686, zaak: 5821-21; Neptalí Duno. C.I. 9.810.552, zaak: 01CP-S-023-20; Rafael Enrique Nelo García C.I. 12.528.689; Gustavo Enrique Juárez Torres C.I. 10.638.726; Pedro Alexander Montilla Pérez C.I. 13.501.684, zaak: PP11P-2020-000190; Roger González C.I. 16.795.931; Luis Rivas C. I. 20.188.686; Eugenio Montes C.I. 13.603.047; Miguel Álvarez C.I. 16.137.990, zaak: KP01-P-2019-002868; Dar o Antonio Salcedo C.I. V-12.258.676, zaak: MP 73410-2020; Marcos Sabariego, V- 11.745.799, zaak: GP 11-P-2020-000055; Gil Mujica. V- 7.477.454, zaak: GP 11-P-2020-000055; Bartolo Jos  Guerra Rojas V- 5.907.329, zaak: BPOL-P-2020; Wilmen José Amaya González; Divo Garrido; Lenin Martínez; Neylander Colmenarez; Juan Mukarsset; Luis Angel García; en Franklin Álvarez naast vele andere arbeiders en vakbondsleiders van wie we de dossiers aan het samenstellen zijn.

Deze verklaring verscheen oorspronkelijk op Fourth International. Nederlandse vertaling: redactie Grenzeloos.