De huidige massale scholierenprotesten om echt iets te doen voor het klimaat, roept herinneringen op.

In 1973 was Paul Van Den Boeynants (CVP) minister van landsverdediging ( hij bleef dat tot in 1979). In februari maakte VDB (zoals hij overal genoemd werd) plannen bekend om de legerdienst te hervormen. Het uitstel tot na het einde van hogere studies zou worden afgeschaft. Gevolg: alle mannelijke scholieren zouden direct na hun middelbare studies voor één jaar het leger in moeten!

Je zou pas een jaar na de middelbare school kunnen verder studeren en dat zou ongetwijfeld een rem zetten op de mogelijkheden voor velen om verder te studeren.

Hierop kwamen de scholieren massaal op straat tot in de kleinste stadjes toe. Ik was toen beginnende leerkracht in het stadje Veurne. En ook hier roerden de scholieren zich. Eerst gingen de studenten van het Atheneum de straat op, richting katholieke scholen, college en nonnenschool. Ook daar kwam een grote meerderheid van de leerlingen naar buiten. Dat was het begin van een zeer breed gedragen protest: neen aan de plannen van VDB, VDB weg ermee! Zonder internet, zonder planning door enige politieke organisatie, was het protest een feit.

Het scholierenprotest werd door VDB afgeschilderd als het werk van “beroepsagitatoren”, maar dat kon de beweging niet afremmen. De acties gingen onverminderd verder, de eisen waren duidelijk: intrekking van de geplande hervorming. Zolang dat niet gebeurde, zou men op straat blijven komen.

We leefden toen in andere tijden. De koude oorlog was volop actueel, VDB zou in 1975 ook nog met de Franse groep Dassault onderhandelen over de aankoop van nieuwe gevechtsvliegtuigen, kostprijs : 30 miljard frank.

Uiteindelijk won de scholierenbeweging, de hervorming werd ingetrokken. Die overwinning zou ook mee aan de basis liggen van hernieuwd anti-NATO protest en van het latere verzet tegen het plaatsen van kernraketten in België.

De pogingen in de rechtse pers om een complot van beroepsagitatoren aan te klagen waren natuurlijk belachelijk. De beweging was echt spontaan en massaal. De eisen waren duidelijk, neen aan de geplande hervorming.

Hierin ligt een groot verschil met de huidige scholierenacties. “Echt iets doen aan de klimaatsopwarming” is een eis die niet onmiddellijk in concrete matregelen kan worden vertaald. Daarom is het protest vandaag ook zo indrukwekkend: van een gevoel van machteloosheid zijn we overgegaan naar directe acties overal op straat. Het zijn die acties (Spijbelen! Foei!) die nu al een politieke impact hebben.

Het komt er nu op aan een radicale vleugel van het klimaatverzet uit te bouwen en te verstevigen, tegen de pogingen tot recuperatie vanwege academici en politici. De uitstoot van broeikasgassen moet naar beneden, er moet een sociaal rechtvaardig klimaatbeleid worden uitgewerkt, de landen van de Derde Wereld (die zelf het minste uitstoten) moeten echt geholpen worden met het beloofde klimaatfonds enz.

Het perspectief van een mondiale staking op 15 maart samen met een oproep naar de arbeidersbeweging om hieraan deel te nemen, is een hoopgevend teken.

Om het met een slogan uit de jaren’70 te zeggen: “ ’t Is maar een begin, wij gaan voort met de strijd!”.