In Tunesië kregen zelfs de somberste onheilsprofeten ongelijk voor de opkomst voor de parlementsverkiezingen op 17 december: 8,8 %, ze hadden hooguit 30 % voorspeld, zoals in buurland Algerije waar die cijfers vorig jaar wel werden opgeblazen. Wat moet president Kaïs Saied met zo een cijfer? In maart toch nog een tweede ronde houden? Of aftreden, zoals de oppositie – die de verkiezingen boycotte – hem vraagt?

Wat een kater elf jaar nadat de Tunesiërs autocraat Ben Ali en zijn kleptomane kliek van de macht verdreven en de Arabische Lente inluidden. Kaïs Saied werd in oktober 2019 met een grote meerderheid tot president gekozen. En hij kon op brede steun rekenen toen hij op 25 juli 2021 het parlement buitenspel zette, de regering wegstuurde en alle macht naar zich trok.

De meeste Tunesiërs waren erg ontgoocheld door tien jaar parlementaire politiek, de sociale crisis was er alleen maar erger op geworden. Figuren die ooit met Ben Ali waren, wonnen aan populariteit. Maar na drie jaar met de eertijds gerespecteerde jurist Kaïs Saied aan het hoofd, zijn de meeste Tunesiërs alweer erg ontgoocheld.

De cijfers van de kiescommissie liegen er niet om: ca 800.000 kiezers van de 9 miljoen gingen stemmen voor een parlement dat hoe dan ook weinig te zeggen heeft. Deze zomer werd immers een grondwet goedgekeurd die de macht van het parlement drastisch beperkt.

Aftreden?

Ahmed Nejib Chebbi van het Front de Salut National vindt dat de president zo zwaar is afgestraft, dat hij onmiddellijk ontslag moet nemen. In dat Front zit vooral de islamistische Ennahdha dat na 2011 regeerde of meeregeerde en er weinig van gebakken heeft. Ennahdha wordt zwaar gewantrouwd door de diverse partijen die het democratische lekenkarakter van Tunesië verdedigen. Chebbi riep op tot een verenigd oppositiefront dat een magistraat aanstelt om nieuwe presidentsverkiezingen uit te schrijven.

Tunesië worstelt met zware economische en sociale problemen. Hoge inflatie, hoge werkloosheid, een derde van de bevolking in diepe armoede, schaarste aan voedingsmiddelen. Het IMF heeft onlangs de beslissing over een krediet van 2 miljard dollar, tot volgende maand uitgesteld.

Voor de president is het ook uitkijken wat de invloedrijke vakbond UGTT gaat doen. Die hield zich tot nog toe eerder afzijdig. Nu opposanten oproepen tot manifestaties, is de kans groot dat de UGTT mee in actie komt met sociale eisen.(1)Voor een eerste reactie van de UGTT zie: Tunisia’s Powerful Union Steps up President’s Criticism After Low Election Turnout

Dit artikel verscheen oorspronkelijk op Uitpers.be.

Voetnoten