Op 31 januari begon de Duitse metaalvakbond IG Metall een reeks van 24 – urenstakingen om de onderhandelingen met de tot nog toe onwillige ondernemers kracht bij te zetten. Van woensdag tot en met vrijdag wordt iedere dag in een tachtigtal bedrijven verspreid over de Bondsrepubliek het werk neergelegd, waaronder Siemens, Airbus, Volkswagen, Miele…

De belangrijkste eisen zijn loonsverhoging en arbeidsduurverkorting. Het is het sterkste conflict sinds 2003, want de grootste nationale industriebond (2,3 miljoen leden) ter wereld ondernam weinig tegen de ergerlijke Hartz – hervormingen van de SPD – Grünen regering en het bezuinigingsbeleid onder CDU-SPD regering. Het patronaat was deze makheid blijkbaar al zo gewoon dat Nordmetall, een bazenbond in Noord-Duitsland, spreekt van ‘illegale’ acties, waar ze gerechtelijke stappen tegen wil ondernemen.

Het resultaat van jaren inschikkelijkheid door de werknemers en hun bonden is een loonniveau dat steeds meer achterop loopt bij de productiviteit (Grafiek 1) en een loonontwikkeling die de hekkensluiter is in de Europese Unie (Grafiek 2).

Grafiek 1: evolutie van de productiviteit (rode curve) en de lonen (blauwe curve) in Duitsland, periode 2001-2014

 

Grafiek 2: evolutie van de lonen (2000=100) in diverse Europese landen (2000-2013). Exportkampioen Duitsland bengelt onderaan.

Als IG Metall nu een loonsverhoging van 6% eist, is dat zelfs niet genoeg om het historisch verlies van de voorbije twee decennia enigszins goed te maken. Loonsverhogingen in Duitsland zijn trouwens ook van belang voor de loonstrijd elders in Europa, omdat regeringen en werkgeversorganisaties het steeds hebben over de ‘loonhandicap’ tegenover omliggende landen.

Men moet zich echter geen illusies maken: ook als de Duitse bonden een aanzienlijke loonsverhoging in de wacht kunnen slepen zal dit onze werkgevers er geenszins toe aanzetten om dit ook hier automatisch toe te staan. Consequente stakingen en bedrijfsacties die het patronaat in de beurs tasten, zijn de enige taal die begrepen wordt.

De looneisen van IG Metall zullen echter niet het grootste bezwaar zijn van het metaalpatronaat. Er is ook een vraag naar arbeidsduurvermindering, al heeft deze maar een beperkt karakter, en beantwoordt ze niet aan de reële nood van een veralgemeende arbeidsduurvermindering voor iedereen met behoud van loon en compenserende aanwervingen. De formule van IG Metall is een individuele mogelijkheid om over te gaan naar een 28-urenweek, voor maximaal 2 jaar, en met gedeeltelijke looncompensatie (dus met effectief loonverlies).

De ondernemers vinden dit natuurlijk ‘onbetaalbaar’, maar schuiven ook een argument naar voren dat een prijs verdient op een humorfestival. De heren ondernemers spreken namelijk van een discriminerende maatregel, want deze zou onrechtvaardig zijn tegenover mensen die parttime werken… Is het misschien ook niet wat discriminerend dat de CEO van een sjoemelbedrijf als Volkswagen meer dan 10 miljoen € verdient?

Wie deze opgang van klassenstrijd in Duitsland kan missen als kiespijn is ongetwijfeld SPD-voorzitter Martin Schulz, vanuit een zwakke positie aan het onderhandelen met Merkels CDU-CSU over een nieuwe Große Koalition. We zullen zien hoeveel wrijving er ontstaat tussen de meestal goed geoliede onderdelen van de Duitse overlegmachine, waarin bedrijfsleiders, partij- en vakbondsbureaucratieën samen zorgen voor een “goed arbeidsklimaat”.

Dit artikel verscheen oorspronkelijk op Ander Europa.