Op 5 april 2024 verklaarde het Kremlin de Russische Socialistische Beweging (RSD), zusterorganisatie van SAP-Antikapitalisten, tot ‘buitenlandse agent’. Wat was haar rol in de linkse politiek in Rusland? Hoezo de status van ‘buitenlandse agent’? Drie leden spreken over de geschiedenis van de beweging de afgelopen tien jaar.

Op 5 april 2024 werd de Russische Socialistische Beweging (RSD) tot ‘buitenlandse agent’ verklaard. Voor de eerste keer verboden de Russische autoriteiten een linkse organisatie. Overduidelijk elimineert Poetins onderdrukkende, antidemocratische wet elke mogelijkheid tot politieke activiteit onder die naam. Bezien we de status van ‘buitenlandse agent’ echter als een soort erkenning door het regime, dan is die welverdiend. In de 13 jaar van haar bestaan heeft de RSB zich consequent verzet tegen militaire agressie, dictatuur en het rechteloos maken van de werkende meerderheid. Posle.media sprak met drie leden van de organisatie over haar evolutie. Die weerspiegelt in veel opzichten de politieke geschiedenis van Rusland de afgelopen tien jaar.

Ilja Boedraitskis, politiek filosoof en historicus

Het oprichtingscongres van de Russische Socialistische Beweging vond plaats in de lente van 2011. Het was net vóór de beslissende gebeurtenissen die de loop van de geschiedenis van het land zouden veranderen: Poetin kondigde in september zijn terugkeer als president aan en in december begonnen de protesten op het Bolotnajaplein in Moskou. Typerend is dat het congres van de nieuwe organisatie – een samenvoeging van verschillende socialistische groepen – werd georganiseerd door het Sacharov Centrum en uiteindelijk werd gesloten door de autoriteiten.

In het manifest van de RSD stond het volgende: ‘Russisch links bevindt zich in een situatie (…) van een dieper wordende crisis van het politieke systeem, een groeiende vraag naar een politiek alternatief in de hele samenleving.’ De nieuwe beweging claimde dus niet het exclusieve bezit van een echt revolutionair programma, noch beschouwde ze haar eigen organisatorische opbouw als een doel op zich. Ons doel was het op gang brengen van het proces van het creëren van een brede linkse coalitie, die in de toekomst een onafhankelijke socialistische pool van een brede oppositiebeweging zou worden. Die analyse werd bevestigd door wat snel volgde.

De RSB was met een grote groep vertegenwoordigd bij het eerste massale protest op het Bolotnaya Plein op 10 december 2011 en een speciale editie van onze krant ging binnen enkele minuten de deur uit. In de maanden daarna nam de RSD actief deel aan alle belangrijke gebeurtenissen van de zich ontwikkelende protestbeweging: leden van de organisatie spraken op bijeenkomsten in Moskou en Sint Petersburg; we drukten een dagblad tijdens de twee weken van de beroemde ‘Occupy Abai’, namen deel aan de verkiezingen voor de Coördinatieraad van de oppositie en deden zelfs activistische invallen bij bijeenkomsten ter ondersteuning van Poetin (die toen, net als nu, grotendeels onder dwang werden bijgewoond door werknemers in de publieke sector).

De samenstelling van onze organisatie veranderde nogal in die tijd: in de nasleep van de protesten kwamen er veel nieuwe kameraden bij, terwijl sommige oude kameraden afhaakten, niet overtuigd door de tactiek van actieve deelname aan de democratische massabeweging. Ons standpunt dat de strijd voor sociale verandering onlosmakelijk verbonden is met de strijd voor democratische grondrechten stak al schril af tegen de achtergrond van stalinistische en dogmatische groepen die het risico onderschatten om te vervallen in regelrechte dictatuur.

Na de annexatie van de Krim en de Russische betrokkenheid in de Donbas, verzette de RSB zich ondubbelzinnig tegen het imperialistisch gegok van Poetins regime, waarvan niet alleen Oekraïners maar ook gewone Russen het slachtoffer werden. Tijdens de anti-oorlogsdemonstratie in Moskou in het voorjaar van 2014 liep de RSD-groep onder een spandoek met de tekst ‘Het volk betaalt altijd voor oorlog’. Een slogan die nu nog meer opgeld doet, in het derde jaar van een grootschalige oorlog die honderdduizenden levens heeft geëist. In 2014-2015, terwijl de autoriteiten chauvinistische hysterie opwekten, was de RSD niet bang om tegen de stroom in te gaan en bleef haar boodschap herhalen: ‘De grootste vijand zit in het Kremlin.’

Kirill Medvedev, dichter, vertaler en muzikant

Het jaar 2017 markeerde een gemeentelijke en electorale wending voor de RSD. We namen deel aan de gemeenteraadsverkiezingen in Moskou en sloten aan bij de campagne van Sergei Tsukasov voor de Moskouse Doema. Tsukasov is democratisch-links met meerdere jaren ervaring in de lokale politiek en was op dat moment voorzitter van de door de oppositie gecontroleerde gemeenteraad van Ostankino. Sergei werd gesteund door de Communistische Partij van de Russische Federatie (CPRF) en had een goede kans om te winnen.

Daarom werd hij vlak voor de verkiezingsdag op verzonnen gronden uit de race gehaald. We hielden grote bijeenkomsten in Moskou om te eisen dat hij en andere teruggetrokken oppositiekandidaten weer in de race zouden komen. Uiteindelijk steunde Sergei’s campagne de kandidaat van de Yabloko Partij, wat leidde tot een overwinning op zijn door de regering gesteunde tegenstander. Dat was een goed voorbeeld van samenwerking binnen de oppositie in het district. Sindsdien nemen we deel aan lokale acties in Ostankino.

In 2021 sloten we aan bij de campagne van Mikhail Lobanov voor de Moskouse Doema. Onze activisten waren betrokken bij allerlei zaken, van het opstellen van de agenda en het redigeren van lokale kranten tot veldwerk. Lobanovs campagne bewees dat een socialist die verschillende gelijkgestemden in zijn campagne verzamelt, een leider kan worden die de oppositie verenigt in een enorm district met een miljoen inwoners. We werkten samen met andere linkse politici, bijvoorbeeld Vitaly Bovar in Sint-Petersburg, en nomineerden onze eigen kandidaten, bijvoorbeeld Kirill Shumikhin in Izhevsk. In 2022 steunden we het initiatief Vydvizhenie (‘Nominatie’).

Verkiezingen zijn een kans om te werken aan een project met een tijdschema en haalbare resultaten. Dat is een noodzakelijke ervaring voor linkse groepen, die meestal op een noodsituatie reageren en/of dat proberen op goed geplande initiatieven van de autoriteiten. Bovendien zijn verkiezingen een kans om in contact te komen met inwoners die, ondanks de massale depolitisering, veel meer vertrouwen en interesse hebben in iemand die zich verkiesbaar stelt en zijn of haar campagne, dan in activisten van buitenaf wiens doelen en motieven meestal als onduidelijk en verdacht worden gezien.

Een publiek politicus worden, zich verkiesbaar stellen en strijden om het volk te vertegenwoordigen is een persoonlijke beslissing, een serieuze levenskeuze die meestal onomkeerbaar is. Russische linkse organisaties brengen bijna nooit politici voort. Mensen sluiten zich bij hen aan op zoek naar iets anders: een groepsidentiteit of een collectieve strijd voor een groot revolutionair programma. Hoge inzet bij gebrek aan adequate middelen leidt vaak tot burn-out en teleurstelling.

Daarom is het zo belangrijk dat linkse politici, die praktische ervaring hebben met verkiezingen en de media, samenwerken met activistische groepen die een theoretische, historische of ideologische horizon hebben. Verkiezingen zijn het belangrijkste platform voor een dergelijke samenwerking en iets wat we op de een of andere manier zullen moeten blijven doen. Maar het is natuurlijk geen doel op zich. Het resultaat zou de vorming van een gedeelde omgeving moeten zijn en uiteindelijk een organisatie die politici, activisten en experts verenigt; degenen die hebben geprofiteerd van de samenwerking met de CPRF en degenen die altijd vastbesloten waren om een alternatieve linkse infrastructuur te creëren. De grootschalige oorlog verstoorde veel plannen, maar versnelde ook de consolidatie van gezonde – anti-oorlog en democratische – linkse krachten. De RSD heeft altijd voorop gelopen in dat proces en speelt er nu een bijzondere rol in.

Sasja Davydova, activiste van de RSD

Op de dag dat de grootschalige invasie van Oekraïne begon, gingen leden van de RSD de straat op om tegen de oorlog te protesteren. Ik herinner me hoe we inderhaast folders drukten om ze op straat te verspreiden en in eenzame picketlines stonden. Sommigen werden gearresteerd. De protesten zijn nu voorbij, maar zelfs op die dag was het al duidelijk dat de oorlog een radicale verandering was. Politieke veranderingen in het systeem plaatsten elke georganiseerde politieke actie in een repressiever kader dan ooit tevoren.

We werden gedwongen ons aan te passen aan de nieuwe realiteit van oorlogswetgeving. Sinds 24 februari zijn onze prioriteiten verschoven naar het waarborgen van de veiligheid, het niet in gevaar brengen van onze kameraden en het behoud van de organisatie. De vraag rees hoe te handelen, maar de RSD bleef trouw aan zichzelf tijdens de oorlog. Leden en deelnemers van de beweging maakten de keuze om Rusland al dan niet te verlaten, maar de meesten bleven actief.

Sinds 2022 is de RSB gegroeid als een links medium en onze agenda is uitgebreid. We zijn vaker gaan nadenken en praten over dekolonialisme in een poging om het discours binnen de oppositie als geheel naar links te verschuiven. We hebben onze inspanningen op het gebied van vakbonden voortgezet en onafhankelijke vakbonden gesteund. Onze activisten hebben zich sterk gemaakt voor de sociaal-feministische agenda: we hebben een tijdschrift over moederschap gemaakt, acties tegen gendergeweld georganiseerd en campagne gevoerd tegen conservatieve aanvallen op de lichamelijke zelfbeschikking van vrouwen. Op educatief gebied organiseerde de RSD vormingen voor sympathisanten en leesgroepen. We hebben ons best gedaan om niet geïsoleerd en op onszelf gericht te blijven, maar om het oppositionele discours te verleggen naar linkse democratische posities. Zo spraken we ons uit over grove ongelijkheid, schreven we over stakingen en schendingen van arbeidsrechten, voerden we campagne tegen ultrarechts geweld, enzovoort.

Er waren ook horizontale allianties in verschillende steden met andere initiatieven en organisaties voor zaken als geld inzamelen voor vrouwen en Russische gevangenen of brieven schrijven naar politieke gevangenen. In Sint-Petersburg bleven we deelnemen aan campagnes tegen gentrificatie en vastgoedontwikkeling in groene zones.

De RSB heeft internationale solidariteitsbanden opgebouwd met linkse organisaties in het buitenland. Buiten Rusland konden activisten het zich veroorloven om openlijk te demonstreren met leuzen tegen het imperialisme, om op 1 mei samen met vakbonden op te trekken en om antifascistische demonstraties en solidariteitsacties met Russische politieke gevangenen te organiseren.

Maar het was de Rechtvaardige Wereld-campagne tijdens de presidentiële ‘verkiezingen’ die wraak bracht in de vorm van de status van ‘buitenlandse agent’. Die campagne tegen alle kandidaten en vóór een socialistisch minimumprogramma verenigde links in een coalitie – en links verenigen is al een succes op zich. De campagne voor een Rechtvaardige Wereld combineerde legale politieke actie met een actieve veldcampagne die de fout vermeed om de volledig geënsceneerde ‘verkiezingen’ te legitimeren. Ik denk dat de uitkomst ervan aantoont dat onze positie de best denkbare bleek, omdat een gok op een van de nepkandidaten (met name Davankov) nooit een uiting van protest kon zijn. De Rechtvaardige Wereld-campagne ging over het verenigen en politiseren van de stemmen van degenen die vrede, gelijkheid en rechtvaardigheid eisen. Dat potentieel zal niet verloren gaan.

Dit artikel verscheen oorspronkelijk op Posle.media. Nederlandse vertaling: redactie Grenzeloos.