Foto: Ekrem Imamoglu (CHP), herverkozen tot burgemeester van Istanboel

De Turkse gemeenteraadsverkiezingen van 31 maart waren, in tegenstelling tot alle voorspellingen, een echte politieke aardverschuiving waarbij het blok dat verbonden is met president Recep Tayyip Erdogan, zijn eerste nederlaag sinds 2002 leed. Erdogans overwinning in de verkiezingen in 2023 was, ondanks alle hoop van de oppositie, een bron van demoralisatie en verlies van interesse in de politiek.

Terwijl alle verkiezingen sindsdien een soort volksraadpleging waren over het ‘voortbestaan’ van het regime en deelname aan het tellen van de stemmen werd gezien als een burgerplicht om elke poging tot fraude tegen te gaan, leek deze verkiezing te worden gekenmerkt door een groot gebrek aan interesse.

Een historisch keerpunt voor de oppositie

Zo behaalde de belangrijkste oppositiepartij, de Cumhuriyet Halk Partisi (CHP) – Republikeinse Volkspartij, centrum-links-republikeins-secularistisch, met een lagere opkomst dan bij de vorige verkiezingen (78,5 procent tegenover 87 procent bij de parlementsverkiezingen in 2023) een onverwachte overwinning door 37,8 procent van de stemmen te behalen tegenover 35,5 procent voor de partij van Erdogan, de Adalet ve Kalkınma Partisi (AKP) – Partij voor Gerechtigheid en Ontwikkeling. De CHP haalde daarmee bijna 4 miljoen stemmen meer dan bij de parlementsverkiezingen in 2023. De CHP won deze verkiezingen echter niet alleen in termen van het totale percentage, maar wist ook de burgemeesterschappen te winnen, in echte AKP bolwerken, zowel in steden als op districtsniveau.

Istanbul en Ankara, de steden waar het in deze verkiezingen om draaide, werden ook door de oppositie behouden. Ekrem Imamoglu won 51,14 procent in Istanbul, meer dan tien punten meer dan zijn AKP-tegenstander Murat Kurum; terwijl zijn partij 26 van de 39 districten in Istanbul won, 12 meer dan bij de vorige gemeenteraadsverkiezingen. De aftredende burgemeester van Ankara Mansur Yavas (een overloper van extreem rechts) won met 60,5 procent bijna 30 punten meer dan de kandidaat van het regime. Maar op het niveau van de publieke opinie ontpopt Imamoglu zich als een politiek leider die krachten kan bundelen buiten de traditionele basis van de CHP (ongeveer 25 procent) en hij wordt gezien als een potentiële kandidaat voor de volgende presidentsverkiezingen.

Routine van het regime

De AKP en haar extreemrechtse bondgenoot, de Milliyetçi Hareket Partisi (MHP) – Nationalistische Actiepartij, hebben in totaal meer dan 6 miljoen stemmen verloren. Onder de factoren van deze nederlaag van de AKP moeten we vooral de inflatie en de stijging van de kosten van levensonderhoud rekenen, die ondraaglijk zijn geworden voor een grote meerderheid van de bevolking. Maar corruptie en vriendjespolitiek binnen de AKP is ook een belangrijke bron van het verlies aan legitimiteit van de partij. Door de hypercentralisatie van de politieke macht via de figuur van Erdogan heeft de partij ook de banden met haar electorale basis verloren. Deze resultaten betekenen echter niet dat Erdogan niet langer de onbetwiste leider is voor de helft van de bevolking. Er moet worden opgemerkt dat de dynamiek van lokale verkiezingen heel anders blijft dan die van parlementaire- en vooral presidentsverkiezingen.

Hoewel het feit dat sommige AKP-kiezers niet naar de stembus gingen om hun partij te straffen een belangrijk element is in deze tegenslag, valt niet te ontkennen dat de islamistische, homofobe, antivaccinistische Yeniden Refah Partisi (YRP) – Nieuwe Welvaartspartij ook sterk heeft geprofiteerd van de ontevredenheid over Erdogans partij en zijn regering. Door van 4 procent in de parlementsverkiezingen in 2023 naar 6 procent te gaan (en tientallen gemeenten te winnen, waaronder een metropool, Urfa), laat de YRP zich gelden als de pool van protest binnen rechts, terwijl de andere conservatief-islamistische alternatieven bijna tot niets zijn gereduceerd.

Fatih Erbakan (zoon van de stichter van de islamitische politieke stroming in Turkije), leider van de YRP, weigerde deel uit te maken van het politieke blok rond Erdogan, zoals het geval was bij de parlementsverkiezingen, en voerde consequent oppositie met betrekking tot economische kwesties (met name de situatie van gepensioneerden, die een van de belangrijke factoren lijkt te zijn in de nederlaag van de AKP) en financiële overeenkomsten met Israël.

Gerechtelijke staatsgreep in de Koerdische regio

Wat de Koerdische beweging betreft, heeft de Halkların Eşitlik ve Demokrasi Partisi (DEM) – Volkspartij voor Gelijkheid en Democratie met 5,7 procent 3 procentpunten verloren in vergelijking met de parlementsverkiezingen in 2023, maar het zou verkeerd zijn om dit resultaat als een verzwakking van de partij te beschouwen. In het westen van het land voerde de DEM weliswaar eigen kandidaten op, maar voerde ze nauwelijks campagne en steunde ze vooral CHP-kandidaten om het islamitisch-nationalistische blok van Erdogan te verslaan. Ondertussen won de DEM in de Koerdische zone opnieuw de meerderheid van de steden ondanks het feit dat haar burgemeesters systematisch werden afgezet (en vastgehouden) op beschuldiging van banden met ’terrorisme’.

Deze keer probeerde het regime eerst tienduizenden soldaten, politieagenten en andere ‘vervoerde’ kiezers te laten stemmen in Koerdische steden om de resultaten te beïnvloeden. Maar daarnaast weigerde de verkiezingscommissie via een ‘gerechtelijke coup’ om de aftredende burgemeester van Van, Abdullah Zeydan, zijn ambt te laten aanvaarden door zijn verkiesbaarheid te betwisten (ondanks het feit dat die vóór de verkiezingen was gevalideerd) en gaf het mandaat aan de AKP-kandidaat die bijna 30 procentpunten minder had behaald dan Zeydan. Maar na massamobilisaties en botsingen in verschillende steden bekrachtigde de Hoge Kiesraad uiteindelijk zijn mandaat. Dat is een tweede grote overwinning, waarbij het regime voor het eerst in vele jaren is teruggekrabbeld als gevolg van een protestbeweging. Dat getuigt ook van een verschuiving in de krachtsverhoudingen op moreel en politiek niveau.

Deze terugtrekking naar de CHP kwam echter niet ten goede aan radicaal links, met name de Türkiye İşçi Partisi (TIP) – Arbeiderspartij van Turkije die 1,7 procent van de stemmen won bij de parlementsverkiezingen, waarvan een groot deel afkomstig was van CHP-kiezers. Als je bedenkt dat de partij in slechts 14 steden (afgezien van Istanbul, Ankara en Izmir) kandidaten heeft voorgesteld, heeft de TIP slechts een kwart van de stemmen in 2023 gehaald (en twee gemeenten, waaronder Samandağ, het Arabisch-Alevi district in Hatay, dat getroffen is door de aardbeving).

Maar hoe dan ook, deze overwinning van de oppositie opent duidelijk een belangrijke bres in de hegemonie van het reactionaire regime van Erdogan. Revolutionair links zal deze kans moeten grijpen, de opbloeiende hoop van miljoenen arbeiders moeten mobiliseren, zichzelf opnieuw moeten opbouwen in sociale bewegingen en klassenstrijd om niet alleen democratie maar ook sociale rechtvaardigheid te veroveren.

Dit artikel verscheen oorspronkelijk op International Viewpoint. Nederlandse vertaling: redactie Grenzeloos.