Op 8 februari 2024 zijn er verkiezingen in Pakistan, maar bij de arbeiders valt er voorlopig niet veel enthousiasme te bespeuren. Dit heeft deels te maken met de onzekerheid of de verkiezingen er ook echt zullen komen. Velen denken dat ze worden uitgesteld. Voor anderen echter gaat het er om toch iets meer te bereiken en ze willen daarom hun stem laten horen met een vraag voor meer welzijn op het werk.

De harde politieke realiteit is hoe dan ook een grote apathie bij de arbeidersklasse. De hoop is vervlogen dat de mainstream partijen nog een beleid in het voordeel van werkende mensen willen voeren. Alle partijen worden gewoon over één kam geschoren. De mensen werden veel te vaak bedrogen en verraden, ze verwachten echt niet dat hun leven na de verkiezingen zal veranderen.

De context is belangrijk. Het arbeidsrecht wordt gewoon niet toegepast in Pakistan. Veel fabrieken zijn virtuele slavenkampen geworden en het Ministerie van Arbeid treedt maar zeer zelden op.

Ambtenaren, zo wordt gezegd, komen slechts buiten om losgeld te vragen om dan geen inspecties te doen. De wet die het vaakst wordt overtreden is die op het minimumloon, 32.000 Roepies per maand voor een werkweek van 44 uur (105 Euro!). Vooral in Lahore en Karachi is dat het geval.

Er zijn dit keer ook geen specifieke beloften gedaan voor de werkende mensen. Althans, niet tot hiertoe. De enige uitzondering is Bilawal Bhutto die op 27 december het woord nam naar aanleiding van de 16de verjaardag van de moord op Benazir Bhutto. “Wij willen, de lonen op vijf jaar tijd verdubbelen”, zo zei ze. Maar die belofte geldt enkel voor overheidspersoneel en het is niet eens zeker dat die beloofde verhoging voldoende is om de stijgende prijzen in te halen.

Van de Pakistaanse Moslim Liga-Nawaz, voorlopig niets, evenmin van de Pakistaanse Tehreek-i-Insaaf.

De meeste vakbonden vragen dat het minimumloon wordt opgetrokken tot 50.000 Rs, maar geen enkel partijprogramma gaat daar op in. Er zijn ook nauwelijks politici die aandacht hebben voor thema’s zoals veiligheid en gezondheid op het werk, verhoogde pensioenfondsen, acties tegen dwang- en kinderarbeid, arbeidsrechten voor de informele sector of sociale zekerheid voor iedereen, inclusief voor thuiswerkende vrouwen. De waarschijnlijke winnaars van de verkiezingen hebben meer belangstelling voor privatiseringen en voor een neoliberale agenda. En dat betekent meer werkloosheid, meer ongelijkheid en een diepere kloof tussen arm en rijk.

Het belangrijkste doel lijkt te zijn dat er een stabiele regering komt die de ‘economische hervormingen’ kan doorvoeren, inclusief de overdracht van grond, industrie en overheidsinstellingen naar de particuliere sector. De overdracht van grond zal zware gevolgen hebben voor de landbouwsector. Boeren hebben geen enkele bescherming binnen het arbeidsrecht.

De grote meerderheid van arbeiders en boeren die werden getroffen door de overstromingen van 2022 hebben geen vergoeding ontvangen en er is geen enkele politieke partij die hen iets belooft. Eén maand vóór de verkiezingen had slechts één partij een programma voorgesteld. Ook daarin staat niets over de 20 miljoen ‘nieuwe armen’ die er de afgelopen vier jaar zijn bijgekomen.

De leiders van de grote partijen hebben meer belangstelling voor de Kamers van Koophandel dan voor vakbonden of voor het arbeidsrecht. Sinds 2009 is er geen enkele tripartiete arbeidsconferentie meer geweest. Sinds 1970 zijn er totaal trouwens maar vier geweest (1980, 1988, 2001 en 2009). De vertegenwoordigers van de arbeiders worden dus niet langer gehoord.

Het Europese GSP+ preferentieprogramma biedt ontwikkelingslanden als Pakistan stimulansen om duurzame ontwikkeling en goed bestuur te promoten, maar toch gaat de industriële groei achteruit. In oktober 2023 is de industriële productie met 4,1 % gedaald. Dat komt vooral door de negatieve houding tegenover de vakbonden.

De situatie kan slechts veranderen als ook de houding van de partijen jegens de arbeiders verandert. De meeste politici komen uit de feodale klasse en voor hen staat eigenbelang voorop.

Als de industrie achteruit gaat zijn de arbeiders de eerste slachtoffers. De verkiezingen zullen daar niets aan veranderen, aangezien er geen arbeiderspartij is die een groot aantal zetels kan winnen. De Haqooq-i-Khalq partij heeft wel een programma maar kan slechts een klein aantal zetels binnen halen.

Zelfs wanneer alle kandidaten van die partij worden verkozen wordt het een grote uitdaging om er voor te zorgen dat de grote partijen anders gaan denken en handelen en zich gaan bezig houden met de werkloosheid, het minimumloon, betere regels voor veiligheid en gezondheid, het afschaffen van dwang- en kinderarbeid en arbeidsrechten voor boeren en mensen in de informele sector.

Nederlandse vertaling: redactie Uitpers.