Hoe vaak horen we niet dat het marxisme uit misschien wel aardige ideeën bestaat, maar dat het niet meer toepasbaar is in het hier en nu? Aan de hand van populaire misvattingen neemt de Engelse literatuurhoogleraar Terry Eagleton (1943) ons op bijzondere, onderhoudende en overtuigende wijze mee langs het gedachtegoed van Karl Marx.

Het reeds in 2011 in het Engels gepubliceerde boek Waarom Marx gelijk heeft, heeft niets aan actualiteit ingeboet. Reden te meer voor de nieuwe uitgeverij Grondwerk om in november dit jaar een Nederlandse vertaling ervan te publiceren. Eagleton behandelt tien opvattingen die Marx en zijn vriend Friedrich Engels volgens politieke tegenstanders van revolutionair socialisten zouden vertegenwoordigen. Hij legt uit wat hun werkelijke gedachtengoed was en hoe we deze inzichten kunnen toepassen in de eenentwintigste eeuw om een dieper begrip van de wereld om ons heen te verkrijgen. Dit begrip kan vervolgens leiden tot bepaalde inzichten die op hun beurt weer kunnen aanzetten tot actie.

Misvattingen

Het gaat hierbij om uiteenlopende opvattingen als ‘marxisme is een mooie theorie, maar in de praktijk leidt het tot terreur, massamoord, gebrek en onvrijheid.’ Veelgehoorde misvattingen over het marxisme komen vaak op het volgende neer: marxisme reduceert alles tot economie en klassenstrijd, verwacht alles van een almachtige staat en heeft geen interesse in het geestelijke; Marx geloofde in ijzeren (ontwikkelings)wetten en niet in menselijke vrijheid en waardigheid; Marx zijn naïeve dromen van een utopie gaan voorbij aan hebzucht en competitie; en feminisme, milieuactivisme, homobevrijding, antiracistische strijd en de antikapitalistische beweging zijn ontstaan buiten het marxisme om en daaraan dan ook niet schatplichtig.

Deze misvattingen kregen vooral de wind in de zeilen door het inzakken van de naoorlogse economische hausse, waarna de weg werd vrijgemaakt voor de westerse leiders Ronald Reagan en Margaret Thatcher, die de arbeidersbeweging aanpakten en de markt ongehinderd zijn gang wilden laten gaan. De sociaaldemocratie, traditioneel een middel om verzet af te kopen, was te duur en te radicaal geworden. De val van de Berlijnse Muur zorgde ervoor dat sommigen ter linkerzijde nog verder ontgoocheld raakten.

Historische rechtzetting

Nauwgezet en geduldig pakt Eagleton de handschoen op. Hierbij ontrafelt hij niet alleen de argumentatie van de tegenstanders van het marxisme, maar weet hij op vaak humoristische wijze duidelijk te maken waarom zij het niet bij het juiste eind hebben. Omdat het meestal om een onjuiste voorstelling van zaken gaat, biedt het Eagleton de gelegenheid om de tijd waarin Marx en Engels leefden op een heldere wijze te schetsen voor een hedendaags publiek.

In die zin is dit boek een heel fijne inleiding tot hun ideeën en hoe die zich, naarmate zij ouder werden en niet alleen analyseerden maar ook politiek actief werden, verder ontwikkelden. Hierbij gaat hij tegenstrijdigheden, min of meer blinde vlekken en niet verder ontwikkelde opvattingen van Marx over hoe bijvoorbeeld het socialisme eruit zou zien, niet uit de weg.

Wat betreft de ontwikkelingswetten was het voor Marx helemaal geen uitgemaakte zaak dat alle maatschappijen noodgedwongen een kapitalistische fase moesten doorlopen. Hij zag zelfs mogelijkheden om positieve collectieve elementen uit de traditionele Russische boerengemeenschappen te integreren in het socialisme. Marx was vrijheidslievend en wilde de idealen van de Franse Revolutie vervolmaken door op alle vlakken van de maatschappij de zeggenschap van de heterogene werkende klasse te vergroten. Met een aanzienlijke arbeidstijdverkorting zou dat gefaciliteerd kunnen worden.

Het boek is doorspekt met humor en anekdotes die helpen om de opvattingen van Marx voor het voetlicht te krijgen. Zo haalt Eagleton de utopische denker Charles Fourier aan, die geloofde dat in een toekomstige maatschappij de zee in limonade veranderd kon worden, waar Marx volgens hem waarschijnlijk de voorkeur zou hebben gegeven aan goede rieslingwijn.

Ook schrijft Eagleton dat ’s werelds grootste kapitalistische natie de VS eigenlijk een hoog werkloosheidsniveau heeft, maar dat de ‘oplossing’ daar is dat een miljoen mensen in de gevangenis zitten in plaats van werkzoekend te zijn. Daarnaast kom je te weten hoezeer Marx van literatuur hield. Hij droeg graag poëzie voor en kende de meeste hoofdstukken van Shakespeare in zowel het Duits als in het Engels.

Die verdraaide Marx

Weinig moderne denkers zijn zo verdraaid als Marx, ook door zijn zelfverklaarde aanhangers. Zoals Eagleton schrijft: ‘Alleen marxistische fundamentalisten beschouwen zijn werk als een soort Heilig Schrift en daar zijn er tegenwoordig veel minder van dan van de christelijke variant.’ Marx geloofde niet dat alles te herleiden was tot economie, niet in een sterke overheid of dat iedereen in een socialistische wereld volstrekt gelijk zou zijn. Hij geloofde dat de overgang naar het socialisme onder bepaalde omstandigheden, in bijvoorbeeld Nederland, vreedzaam zou kunnen verlopen.

Hij beweerde niet dat alles uit materie bestond en was zich er terdege van bewust dat de Britse arbeidersklasse van zijn tijd voor het grootste deel niet uit fabrieksarbeiders bestond, maar uit vrouwelijke huisbedienden. Hij was al ecoloog voordat dit concept werd uitgevonden en ging ervan uit dat individuen, omdat ze allesbehalve gelijkvormig zijn, zich vrij moesten kunnen ontwikkelen. Waarom Marx gelijk heeft is een geslaagde poging om Marx te ontdoen van de mythes die zich rond hem hebben verzameld en doet dat zo vermakelijk mogelijk.

Terry Eagleton, Waarom Marx gelijk heeft, Uitgeverij Grondwerk, Amsterdam 2023, 196 pagina’s, 24,95€.

Dit artikel verscheen oorspronkelijk op socialisme.nu