Donald Trump schreeuwt het van de daken: de ommekeer in de situatie in Korea is zijn werk, en alleen zijn werk. Het onophoudelijk verharden van de economische sancties tegen het Noorden en de ongebreidelde dreiging met een militaire interventie hebben vanzelfsprekend gewogen op de keuzes van Seoul en Pyongyang. Toch heeft de opening die nu wordt gemaakt en waarmee in januari-februari een begin werd gemaakt ter gelegenheid van de Olympische Winterspelen, de politiek van Washington en Tokyo een hak gezet. Beide laatsten verborgen hun onstemming dan ook niet.

Een keerpunt

De spectaculaire ontmoeting tussen de twee Koreaanse presidenten bij de demarcatielijn die beide landen scheidt, vormde een voorlopig hoogtepunt op het proces dat toen werd ingezet. De ontmoeting werd integraal gefilmd en live uitgezonden in het Zuiden. We zagen de twee leiders hand in hand de grens oversteken. De impact van hun topontmoeting was groot. De verklaring van Panmunjon, die bij deze gelegenheid werd bekend gemaakt, bevestigt dat het wel degelijk om een keerpunt handelt: ze luidt een overgangsfase in die zou moeten uitlopen op het ondertekenen van een vredesverdrag, meer dan 65 jaar na het einde van de Koreaanse oorlog.

Om de opluchting van de Zuid-Koreaanse bevolking te begrijpen (die van de Noord-Koreaanse bevolking is moeilijker te meten), moet men zich herinneren dat ze vorig jaar nog vreesde slachtoffer te worden van een verwoestend conflict ten gevolge van de nucleaire armworsteling tussen Kim Jong-un en Donald Trump. De Zuid-Koreaanse president Moon Jae-in was nooit eerder zo populair (bijna 80 % positieve waarderingen volgens de opiniepeilingen).

Vooruitzicht op een vredesakkoord

De inter-Koreaanse top bereidt een volgende ontmoeting voor, dit maal tussen de Noord-Koreaanse president Kim Jong-un en Donald Trump. Washington schijnt zich in de dynamiek te willen inschakelen. Trump had uiteindelijk geen andere keuze dan het voldongen feit van de Olympische Winterspelen te erkennen. De prioriteiten van het presidentschap veranderen. Het conflict met China vindt vooral op het economische terrein plaats, de Amerikaanse militaire hegemonie in Noordoost Azië werd herbevestigd. Peking is momenteel in terugtocht in deze regio, de militaire spanningen verplaatsen zich meer naar het zuiden, vooral rond Taïwan waar de Chinese vloot grootschalige oefeningen uitvoerde. Buiten Tokyo oefenen alle westerse hoofdsteden druk uit op de VS om het huidige proces niet te kelderen. Intussen heeft Trump ook zijn handen vol op het diplomatieke terrein met de kwestie van het Iraanse nucleaire akkoord.

Kim Jong-un dacht er goed aan te doen naar Peking af te reizen voor de inter-Koreaanse top om zich zeker te stellen van meer medewerkende verhoudingen met zijn grote buur. De Chinese leiding vreest bovenal gemarginaliseerd te raken tegenover een Amerikaans initiatief, en het vooruitzicht van een vredesakkoord kan haar toelaten opnieuw betrokken te raken bij de zaak. Een vredesakkoord zal immers moeten gegarandeerd worden door de betrokken grootmachten, te beginnen bij Rusland, China en Japan.

Een lange weg te gaan

Het oorlogszuchtige geopolitieke spel van afgelopen jaar is geëindigd (laat ons hopen voor altijd), eerder in het voordeel van Kim Jong-un en Moon Jae-in. Een andere wedstrijd is begonnen. De inzet is groot (het einde van een staat van oorlog). Maar de weg zal nog moeilijk zijn. Trump wil de vernietiging van het Noord-Koreaanse nucleaire potentieel. Kim stelt de kwestie van de denuclearisering van het Koreaanse schiereiland. Dat is niet hetzelfde.

In een verklaring neemt de Zuid-Koreaanse vakbond van de openbare diensten en het transport KPTU, aangesloten bij de confederatie KCTU (Korean Confederation of Trade Unions), deze kwestie op. Zij eist in de eerste plaats de ontmanteling in het Zuiden van de antiraket-raketbatterijen THAAD die recent werden geplaatst door de VS en die een heropname van de nucleaire wapenwedloop uitlokten. Helaas blijven op enkele uitzonderingen na de bevolking en de linkse krachten in Zuid-Korea passieve toeschouwers…

Dit artikel verscheen oorspronkelijk op de website van de NPA. Nederlandse vertaling: Thomas Weyts.