Het is alweer hard drummen om een plaats te bemachtigen in de koers naar het Elysée. De Franse presidentsverkiezingen zijn pas over acht maanden, maar je kan niet zomaar deelnemen. Zelfs Jean-Luc Mélenchon van La France insoumise (LFI), vorige keer 19 %, heeft het niet makkelijk om de handtekening van 500 burgemeesters bij elkaar te sprokkelen. En dan is er ook het geld nodig voor een campagne. De rechtse partij Les Républicains (LR) gebruikt haar spaarpot om kandidaten onder druk te zetten.

Links

Bij breed links, van trotskisten tot en met groen, is de ‘operatie hopeloos’ ingezet. Want hopeloos lijkt het wel om een linkse kandidaat volgend jaar de tweede ronde te laten halen. Om de eenvoudige reden dat er heel veel gegadigden zijn, van wie er toch pakweg minimum zes aan de start zullen staan.

Een zogenaamde poging om tot eenheid te komen, faalde natuurlijk. Want iedereen is wel voor eenheid, maar dan eenheid rond de eigen persoon. Mélenchon, die als eerste officieel zijn deelname meldde, vindt het vanzelfsprekend dat hij de eenheid best vertegenwoordigt, want in de peilingen scoort hij best.

Dat argument is aan het slijten, niet alle peilingen plaatsen hem voorop bij links. Bovendien is zijn LFI ook in de ogen van talrijke medestanders, de pedalen kwijt. LFI neemt bij voorbeeld actief deel aan de wekelijkse betogingen tegen de verplichtingen rond de gezondheidspas – terwijl veruit de meeste Fransen daar geen probleem mee hebben.

Veel volk

Mélenchon kan deze keer niet rekenen op de handtekeningen van de toch nog talrijke communistische burgemeesters. Want de PCF heeft een eigen kandidaat, Fabien Roussel. Die vindt dat zijn partij deze keer haar eigen stem moet laten horen, daar waar ze de twee vorige keren Mélenchon steunde. Maar niet de ganse PCF staat achter Roussel. En als die onder de 2 percent blijft, wat goed mogelijk is, zou wel eens de doodsklok kunnen luiden voor de net honderdjarige PCF.

Mélenchon, Roussel. Verder hebben we de PS die de catastrofe van 2017, net boven 6 % met steun van het groene EELV, wil doen vergeten. Dat wordt dan Anne Hidalgo, burgemeester van Parijs. Zij vindt dat haar groen imago een grote troef is, maar haar groene medebestuurders in Parijs lusten haar rauw.

Bovendien hebben de groenen, dat zijn EELV en co, zeker een eigen kandidaat, want zij vinden dat zij veruit het best geplaatst zijn om een tweede ronde te halen, namelijk door de groene tijdsgeest. Edoch, welke kandidaat. De groenen zijn naar traditie weer erg onderling verdeeld, de interne verkiezing van een kandidaat verloopt niet zonder strubbelingen.

Bij de Nouveau Parti Anticapitaliste (NPA) maakt Philippe Poutou aanstalten om weer mee te doen. Net als Lutte Ouvrière dat wellicht ook zijn trouw kiezerspubliek van bijna één percent niet in de steek wil laten.

Ah ja, er is ook nog Arnaud Montebourg die zijn deelname aankondigt. Deze ex-minister van PS, nu imker, biedt zich aan  als ‘la France’. Zonder partij, zonder echt netwerk, maar als de promotor van ‘made in France’. Weinig waarschijnlijk dat dit meer wordt dan een roep om aandacht.

Open veld

De linkse veelheid laat het veld open voor rechts en uiterst-rechts. Maar ook daar is eenheid ver te zoeken, zelfs bij uiterst-rechts.

Rechts, dat is vooral LR. En La République en Marche, LRM, de beweging van president Emmanuel Macron die links en rechts zou overstijgen, maar rechts op de grond kwam. Zodanig zelfs, dat een belangrijk deel van rechts dat bij LR zat, vindt dat er voor rechts geen betere kandidaat is dan Macron.

Zo dienden de meeste ministers op sleutelposten de rechtse president Nicolas Sarkozy: Gérald Darmanin op Binnenlandse Zaken, Bruno Le Maire op Economie-Financiën, Jean Castex als premier. Oud-premier Edouard Philippe, ex-LR, is in het kader van Macrons meerderheid een nieuwe groep aan het oprichten om het terrein verder naar rechts te verruimen.

Bij de LR zitten ze met een zwaar probleem: de statuten. Die schrijven voor dat de kandidaat wordt aangeduid in een primaire. In 2017 stond die ‘primaire’ open voor ieder die zich rechts situeert. Het werd, na een hevige campagne, ex-premier François Fillon die de tweede ronde niet haalde. LR bleef verscheurd en verzwakt achter.

Wat nu? Een deel van de partijleiding wil liever geen primaire die weer tot felle interne ruzies zal leiden. Ze hebben de peilingen afgewacht, maar die zijn niet duidelijk. De kandidaat die daar meestal best uitkomt, is Xavier Bertrand, president voor de regio Hauts-de-France (noorden). Bijkomend probleem: hij heeft LR twee jaar geleden verlaten en wil zeker aan geen primaire deelnemen.

Valérie Pécresse dan, presidente van Ile de France? Die is ook al twee jaar geen partijlid meer, maar wil wel eenb primaire. Om Bertrand onder druk te zetten, wijst LR erop dat ze om te beginnen 12 miljoen euro heeft om de campagne te starten. In de hoop dat Bertrand dan toch aan een of andere ‘primaire’ – een beperktere deze keer – deelneemt.

Anderen zoals de burgemeesters van Nice en Toulon, zijn dit jaar uit LR gestapt en zullen met ex-premier Philippot achter Macron staan.

Macron zelf voelt zich wat zekerder nu zijn maatregelen rond o.m. de gezondheidspas zijn imago als beslisser hebben versterkt. Macron voert al weken een intensieve campagne naar de jonge kiezers. Hij wendt zich tot hen via jeugdzenders en allerlei sociale media om het imago te versterken, dat hij ook wat had in 2017, dat hij de kandidaat van de jeugd is.

Mélenchon en zijn ploeg gebruiken die middelen ook om ruimere toegang te hebben tot een jonger publiek. Het probleem is dat die jongeren zo weinig gaan stemmen.

Duel?

Stevenen we hoe dan ook af op een herhaling van het duel Macron-Le Pen zoals in 2017?

Die kans blijft erg groot. Maar Le Pen toont tekenen van nervositeit om diverse redenen. De partijkas worstelt met een schuldenberg en er dagen teveel concurrenten op ter rechterzijde van haar Rassemblement National. Zelfs minister Darmanin zei haar te soft te vinden.

Als concurrent is er alweer Nicolas Dupont-Aignan van La France Debout. Maar ook haar vroegere luitenant, Florian Philippot. Die is als een van de eerste op de kar gesprongen van de anti-passers, hij is zelf betogingen gaan organiseren tegen de verplichtingen rond de gezondheidspas en kreeg daardoor grote media-aandacht. Philippot richtte na zijn uitsluiting uit het Front National in 2017, Les Patriottes op. Hij kondigde eerder aan kandidaat te zullen zijn, al heeft hij het wellicht niet makkelijk 500 handtekeningen te halen.

De belangrijkste potentiële concurrent voor Le Pen is Eric Zemmour, de haatprediker met een tribune bij o.m. Le Figaro en CNews. Zemmour heeft alles in gereedheid gezet om mee te doen, maar laat de suspens nog wat duren. Robert Ménard, de uiterst-rechtse burgemeester van Béziers, heeft beide uitgenodigd voor een diner.

Indien Zemmour doorzet, wordt een heruitgave van het duel van 2017 wel onzekerder. Maar of een linkse kandidaat dan kans maakt op een tweede ronde, blijft even onwaarschijnlijk.

Dit artikel verscheen oorspronkelijk op Uitpers.