Sinds eind november zijn meer dan 5.000 jonge Iraanse vrouwen vergiftigd door luchtweginfecties op lagere-, middelbare- en hogescholen en in een studentenhuis.

De slachtoffers leden aan misselijkheid, duizeligheid, flauwvallen, hoofdpijn, gevoelloosheid vooral in de ledematen, enkele dagen lang moeite met lopen, hartkloppingen en tijdelijk verlies van gezichts- en reukvermogen. Honderden werden korte tijd in het ziekenhuis opgenomen, velen moesten zuurstofmaskers op.

De hand van het regime

Deze vergiftigingen worden veroorzaakt door gassen uit kleine spuitbussen. Een van de gebruikte stoffen zou afkomstig zijn van producten die in de industrie of als meststof in de landbouw worden gebruikt.

Deze golf van aanvallen is heel goed geoganiseerd: op 5 maart ging het om 230 instellingen in 25 van de 31 provincies van het land. Gezien de alomtegenwoordigheid van de inlichtingendiensten is het ondenkbaar dat deze aanslagen zonder hun medeweten zouden zijn gepleegd.

Steeds meer Iraniërs zien deze aanslagen als het werk van het regime, of van enkele van zijn clans. Het regime kan verschillende samenvallende doelen hebben:

– Onderdrukking van het protest van meisjes en jonge vrouwen op school door hen en hun ouders angst aan te jagen. Deze aanvallen kunnen worden gezien als een collectieve bestraffing van de jonge Iraanse vrouwen in de frontlinie van de protesten tegen het regime. Er zijn veel video’s en foto’s gepubliceerd waarop te zien is hoe ze hun hoofddoeken en het portret van de Opperste Leider verbranden. De huidige aanvallen zouden een vorm van wraak zijn.

– Het terugdraaien van een deel van de vrijheden die de afgelopen maanden zijn verworven, waaronder het begin van de door de mobilisaties opgelegde kledingvrijheid: momenteel bedekken steeds meer meisjes en vrouwen hun haar niet meer in openbare ruimten.

– Jonge vrouwen ontmoedigen om naar studieplaatsen te komen. Op korte termijn zou dat een van de bronnen van protest verzwakken. Een verder gelegen doel zou kunnen zijn de capaciteit van het verzet tegen een gedeeltelijke heroverweging van het onderwijs voor vrouwen te testen en dichter bij de geldende regels in Afghanistan te komen, waar onderwijs voor vrouwen na de leeftijd van 12 jaar verboden is. Tien jaar geleden werden scholen voor Afghaanse meisjes op soortgelijke wijze aangevallen.

– Een stap naar het herstel van de ‘patriarchale orde’ die nu ernstig wordt ondermijnd. Het is veelzeggend dat de meisjes van de middelbare school niet alleen werden bedwelmd, maar ook werden gedwongen naar sexfilms te kijken, met scènes van bestialiteit en verkrachting, gebracht door mannen van buitenaf, gekleed in militie-uniformen. Volgens de website Iranwire was het doel hen te laten zien wat hen te wachten staat als ze seksuele vrijheid eisen.(1)Jean-Pierre Perrin, Iran: terreur chimique contre les collégiennes, lycéennes et étudiantes, Mediapart, 3 maart 2023.

Een boemerangeffect?

Ondanks de censuur circuleerden video’s van deze aanvallen onmiddellijk op sociale netwerken en vervolgens in de pers. Een golf van woede en verontwaardiging verspreidde zich over het land. Paniekerige, boze ouders verzamelden zich voor de getroffen scholen en overheidsgebouwen. Een nieuwe slogan wordt nu van daken en uit ramen geschreeuwd: ‘Dood aan de meisjesdodende staat!’

Maar deze aanvallen zouden een boemerangeffect kunnen hebben. Dat zou welkom zijn in een situatie waar grote straatdemonstraties voorlopig zijn verdwenen, behalve in Sistan-Baluchistan, en waar stakingen van een vergelijkbaar niveau als die van 1979, die de dictatuur ten val brachten, nog niet in het verschiet liggen.

Dit artikel verscheen oorspronkelijk op l’Anticapitaliste. Nederlandse vertaling: redactie Grenzeloos.

Voetnoten

Voetnoten
1 Jean-Pierre Perrin, Iran: terreur chimique contre les collégiennes, lycéennes et étudiantes, Mediapart, 3 maart 2023.