In Herzele roept de SAP op om op 14 oktober voor het linkse en ecologische LEEF! te stemmen. Onze vriend David Baele, zelf ook kandidaat op de lijst, interviewde Filip De Bodt, gemeenteraadslid en lijsttrekker van LEEF! & Groen.

We zijn het verlengstuk van iedereen die zich op een of andere manier organiseert

DB: Op de website van LEEF! lees je als eerste zin ergens bij een tekst van een aantal jaren geleden het volgende: “al twintig jaar lokaal ecosocialisme”. Wat moeten we ons daarbij voorstellen?

FDB: Twintig jaar, dat zal dan een tekst geweest zijn van 2014. Ondertussen is dat bijna 25 jaar dat er in Herzele een roodgroene lijst is in de originele betekenis. Dat wil zeggen dat je ecologie en concrete maatregelen koppelt aan sociale rechtvaardigheid en dat je nieuwe vormen van socialisme zoekt met een ecologische, groene inslag. Die op haar beurt gebaseerd is op iets oudere vormen van basissocialisme. Die weinig te maken heeft met politieke partijen maar met het idee dat je een aantal mensen samenbrengt uit basisbewegingen die proberen de realiteit te veranderen, de macht te beantwoorden of delen daarvan in te pikken om een ecologische en socialistische maatschappij, of althans iets in die richting, te verwezenlijken.

DB: Lukt dit dan op het lokale niveau? Want sommige socialisten beweren dat als het over beleid gaat alles op het federale niveau beslist wordt en dat je lokaal weinig invloed hebt op het beleid.

FDB: Dat is zeker niet simpel en mensen die zeggen dat veel dingen vastzitten in een nationaal of zelfs internationaal Europees carcan hebben daar gelijk in. Om een voorbeeld te geven, een gemeentebestuur krijgt steeds meer taken opgelegd vanuit een Vlaamse, Federale of andere overheid en krijgt tegelijkertijd steeds meer budgettaire beperkingen, ofwel doordat ze minder toelagen krijgen ofwel omdat ze ook moeten voldoen aan de Europese stabiliteitsnormen waarbij het indienen van begrotingen niet in het rood mogen staan. Dus dat betekent inderdaad dat uw marge zeer klein is. Als je daarbij rekent dat een gemeente vaste kosten heeft, dan heb je eigenlijk maar 10% van uw gemeentelijke marge om een aantal zaken te realiseren indien je in het bestuur zit. Maar dat wil natuurlijk niet zeggen dat je geen andere klemtonen kunt leggen binnen dat budget. Je kunt bijvoorbeeld voor prestigeprojecten gaan zoals bij ons nu gebeurt of je kunt 750.000 tot 1 miljoen euro investeren in sport. Maar je kunt dat ook investeren in de sociale en ecologische noden van de mensen.

Dus ja, je hebt een aantal dwangbuizen waar je in zit. Maar twee, je hebt daarbinnen nog altijd een gemeentelijke autonomie en een keuze. En drie, ook vanuit een oppositie kun je wel voor een stuk de toon aangeven en een aantal projecten laten realiseren. Tenminste als je steunt op brede lagen van de bevolking die zich rond één of ander probleem organiseren. Ofwel moet je die zelf organiseren, ofwel kun je spreekbuis spelen voor een aantal groepen binnen die burgerlijke instellingen. Maar het belangrijkste is dat je daar ook veel informatie naar buiten kunt brengen waarbij je mensen helpt om tegen de stroom in te roeien.

Maar dan heb je zowel het Europese, het federale als het lokale niveau nodig. Want als je dat lokale wegcijfert en u alleen bezig houdt met de grote nationale of internationale theorieën, dan ga je ook nooit bondgenootschappen vinden om die andere theorieën te beïnvloeden, te doen omschakelen of te verwerpen. In die zin staan we wel voor het idee van ‘think global’ – denk en heb een theorie in uw hoofd, denk aan wat er internationaal gebeurt – maar ‘act local’: zorg dat je vanuit gemeentebesturen concrete alternatieven kunt aanreiken en dat je mensen kunt organiseren die niet akkoord zijn met dit systeem.

DB: Je hebt het over ‘tegen de stroom in gaan’. Hoe typeert die stroom, dus het rechts beleid van Open VLD – NV-A, zich in Herzele?

Ik bekijk het liever op lange termijn. Toen we in 1994 voor de eerste keer in een gemeenteraad kwamen, zaten we nog in een periode waarin meer vrijheid was. Waarbij waarden zoals solidariteit, vrijdenken, oppositie voeren etc. nog ruimte kregen in deze maatschappij. Toen kon je ook een aantal ouderwetse toestanden veranderen. In die periode gooiden we bijvoorbeeld politici uit de adviesraden vanuit het idee van autonomie en vanuit het idee dat je niet twee keer het beleid moet organiseren. Wij trokken een aantal dingen recht die zeer oud en ingeburgerd waren. Schandaaldossiers zoals politici die gaan eten met aannemers of met projectontwikkelaars. Je kon dat eigenlijk op een vrij schalkse manier blokkeren als je daarover tussenkwam op een gemeenteraad en je koppelde daar een actie aan. Of je kon dat op een ludieke manier in de pers brengen. Dan zag je die maatschappij veranderen en zag je ook dat inspraak en betrokkenheid van bewoners effectief konden zijn.

Wij voelden in die periode ook het plezier om te zien dat acties waarmee basisbewegingen zoals ’t Uilekot en anderen 40 jaar geleden begonnen zijn succes hadden en nagevolgd werden. Nagevolgd in die zin dat we zelf soms verwonderd waren dat wanneer we naar een gemeenteraad gingen, er burgers voor de deur stonden met de één of andere eis.

DB: Ligt de oorsprong van LEEF! niet net in die sociale bewegingen?

We zijn daar inderdaad het verlengstuk van en onder sociale bewegingen versta ik alles, gaande van vakbonden tot wijkcomités, tot noord-zuid initiatieven enz. We zijn het verlengstuk van iedereen die zich op één of andere manier organiseert.

Alleen zie je bijna 25 jaar later dat die maatschappij een stuk veranderd is. Je hebt na de eeuwwisseling een opbloei van verzet gekregen tegen globalisering. Bijvoorbeeld de internationale toppen zoals Porto Alegre waar veel volk naartoe trok, waar initiatieven in mekaar gestoken werden. Maar op één of andere manier heeft die globalisering toch gewonnen. De kern daarvan bestaat er uit dat je economisch alles verhandelt wat maar mogelijk is en eigenlijk uw uitbuiting globaliseert over de ganse wereld.

De sociaaldemocratie heeft enorm gefaald in het aanvoelen van het verzet daartegen. En op een bepaald moment zag je ook dat de sociale bewegingen die je vertegenwoordigt zichzelf meer redelijk of conformerend gaan opstellen. Heel wat van die basisbewegingen zijn bijna zelf uitvoerder geworden van beleidsstukken in plaats van uitvoerder van alternatieven; van een tegenmacht. De situatie is dus omgekeerd geworden. De val van de sociaaldemocratie, het inschakelen van basisbewegingen in het beleid heeft er ook voor gezorgd dat er in de hoofden van de mensen ideologisch wat verandert. Maar ook omdat veel mensen langer moeten werken en geen centen hebben enz. De druk in de maatschappij wordt enorm hoog. Je zit nu in een andere situatie waarbij ik het gevoel heb dat het gevecht van 40 jaar geleden opnieuw herbegint.

We hebben in Herzele een aantal dingen kunnen tegenhouden. We hebben er een aantal kleine principes kunnen doorjagen. Maar globaal gezien moet je toch wel zeggen dat we vanuit het menselijk kader van rechtvaardigheid, solidariteit een aantal stappen terug aan het zetten zijn. Of dat het gevecht herbegint. Waarbij de linkerzijde minder wapens in handen heeft.

DB: Maar dus evengoed terug aan zet kan geraken als het consequent blijft?

FDB: En als het een zekere vorm van populair handelen blijft hebben. Ik wil het woord populisme niet gebruiken want dat is te verbrand. Maar je moet een zekere vorm van populair handelen blijven houden waarbij mensen ten eerste verstaan wat je wil zeggen en waarbij je niet in clichés belandt. Ik spreek soms niet graag meer over socialisme als containerwoord omdat je het moet heruitvinden, en aan mensen terug moet leren wat dat eigenlijk is.

Je hebt een kans als je open bewegingen krijgt die ervaring accumuleren en die samen met andere basisbewegingen een nieuw project kunnen voorstellen. We hebben momenteel een aantal solo initiatieven, waarmee ik bedoel een aantal linkse partijen in West-Europa gaande van de PVDA over Melenchon, roodgroen in Portugal, de restanten van Syriza en andere bewegingen zoals die van Corbyn, maar ik zie toch geen globale linkse heropstanding.

DB: Wat denk je van de kritiek die soms ter linkerzijde geuit wordt over het voeren van een consequent linkse politiek binnen de instellingen? Hoe rijmen jullie met andere woorden jullie radicalere traditie binnen de linkerzijde die de nadruk legt op actie, beweging, mobilisatie met het respecteren van burgerlijke instellingen zoals een gemeenteraad?

FDB: Kort gezegd, het is niet omdat je aan verkiezingen meedoet dat je die instellingen respecteert. Als je niet op de één of andere manier aan de voetbalmatch mee doet, dan heb je ten eerste ook de ervaring niet die je moet opdoen, bestuurlijk, om een aantal projecten op te zetten. Ten tweede mis je de informatie die daarbinnen zit en dat is eigenlijk het belangrijkste. En ten derde, als je het niet doet is er van u ook geen sprake. Maar het belangrijkste is die informatie. Ik denk dat ik al tonnen papier naar buiten gebracht heb, gewoon omdat ik als verkozene inzage heb in een aantal dingen. We hadden anders niet geweten dat het fout gaat met de ruimtelijke ordening in Herzele. We hadden anders nooit de N42 kunnen – voorlopig – tegenhouden. We hadden nooit kunnen wegen op sociale discussies, we hadden nooit kunnen wegen op armoede.

Maar dat is natuurlijk een verhaal met twee kanten: als je daar alleen zit voor jezelf, je hebt geen achterban en je koppelt niet terug met andere mensen, dan lukt dat ook niet. Maar als je informatie kunt naar buiten brengen die een tegenbeweging of een alternatief dringend nodig heeft, dan heb je een schone wisselwerking waarbij je wel kunt wegen op de agenda. Er zijn heel wat verkozenen ter linkerzijde die op dat vlak hun job niet doen. Ofwel is dit omdat ze niet gelieerd zijn aan basisbewegingen, ofwel is het omdat ze daar een gemakkelijke positie willen in innemen en uit zijn op het vergroten van de eigen macht. Maar ik zie veel mensen die schrik hebben om tegen iets te stemmen; om zich te organiseren. Of die tegen iets stemmen, maar die dan geen actie ondernemen om iets definitief juridisch of via mobilisatie te gaan stoppen. Maar dat zijn dan meestal mensen die daar zitten voor zichzelf, of die de illusie hebben dat als ze zich in dat systeem conformerend gedragen of een beetje meelopen, dat ze dan gaan gerespecteerd worden en misschien kunnen deelnemen aan een volgende uitoefening van de macht enz. Maar daar gaat het niet om. Het gaat er om dat je mensen moet organiseren, en dat een gemeente bijvoorbeeld in gans dat Europees of globalistisch spel nog een buffer kan zijn. Met de verantwoordelijkheid om het leven van zijn eigen inwoners enigszins treffelijk te organiseren, en dingen te compenseren die je nationaal kwijt bent.

DB: Dus de informatie waarover je via een gemeenteraad beschikt dient ervoor de tegenstander te ontmaskeren en tegelijkertijd de sociale beweging op te bouwen?

FDB: En vooral uit oog van respect en menselijkheid voor uw inwoners en hun recht op informatie. Een schoon dossier dat we gewonnen hebben gaat bijvoorbeeld over waterzuivering. Tegenwoordig moet je afvalwater en regenwater scheiden of al onze grotendeels verkeerd ingeplante zuiveringsstations door Aquafin marcheren niet. Het is goed dat dat gebeurd. Het is spijtig dat het zo geëvolueerd is maar je kunt moeilijk al die zuiveringsstations opbreken of de lucht in blazen. Dus dan moet je dat afvalwater scheiden. Trouwens hier in ons dorp in Sint-Antelinks staat er eentje dat nog altijd nul bijdraagt tot de waterkwaliteit. Op een bepaald moment worden mensen verplicht om dat zelf te doen. We betalen allemaal belastingen om een zekere service te krijgen van de overheid. Het is niet omdat de overheid iets geprivatiseerd heeft via Aquafin destijds dat mensen nu extra kosten moeten krijgen. Maar we zijn er in geslaagd om mensen die onder die verplichting vallen toch een toelage te geven. Dat is niet alles, want eigenlijk had het er beter niest geweest. Maar die toelage dekt grotendeels de kosten. De betrokken inwoners wisten niet hoe dat systeem in mekaar zit. Dat kom je te weten als je in een gemeenteraad zit. Wij hebben de informatie naar buiten gebracht, een aantal pamfletten uitgedeeld in de buurt. Mensen zijn beginnen brieven schrijven naar het gemeentebestuur, zijn naar de gemeenteraad komen kijken, hebben zich georganiseerd en uiteindelijk is dat dossier thuis gehaald.

Dit is een voorbeeld van een mooie wisselwerking. Als je niemand hebt die daar een zetel heeft en de verdediging opneemt bezig je volgens mij een soort van verelendung politiek waarbij je zegt dat we niet deel gaan nemen aan de instellingen, dus crepeer maar allemaal in afwachting van de revolutie. En dat kun je ook niet maken.

DB: wat denk je van het standpunt dat progressieve bewegingen zich voornamelijk in steden in plaats van op het platteland ontwikkelen?

FDB: Vrienden zoals Eric Corijn die ik bijzonder respecteer zeggen bijvoorbeeld: de stad is het hedendaags laboratorium, wat waar is maar het platteland is soms eenvoudiger qua structuur. Het feit dat op het platteland mensen mekaar goed kennen; dat er nog sociale verbanden zijn; dat een lokaal blad nog gelezen wordt, tegenover de anonimiteit van de stad zorgt er soms ook voor dat je mensen sneller kunt organiseren en samen met hen alternatieven maken. Ook de SP in Nederland is in Oss begonnen, een boerengat.

Maar niets op tegen dat die ervaring op termijn in de steden moet zitten. Niets op tegen ook dat de krachtsverhoudingen daar dikwijls beter uitvallen ter linkerzijde dan op het platteland maar ondertussen moeten we ervaringen opdoen. Want het echec van links in België heeft niet alleen te maken met het klimaat van demobilisatie. Het heeft ook te maken met het feit dat er geen ervaring is in het analyseren van concrete dossiers en het formuleren van alternatieven. Ook de PVDA is eigenlijk maar vrij recent in Zelzate begonnen met ervaring op te doen. In het begin kwamen ze tussen met algemene moties voor arbeidsduurverkorting enz. maar zo werkt het niet. Je moet concreet kunnen bezig zijn, snappen wat de mensen bedoelen en je moet die kleine bezorgdheden over riolering of een trottoir kunnen koppelen aan een groot alternatief dat zich verzet tegen een vrije markt.

DB: Nu je over die kleine problemen begint. Wat zijn de speerpunten van het programma van LEEF! of wat zijn de dossiers waarrond jullie momenteel actief zijn? Je hebt het reeds gehad over Aquafin, de rechttrekking van de N42. Waar leggen jullie verder de focus op?

FDB: De vernoemde dossiers zijn eerder de oude dossiers die we blijven opvolgen. Wat we de laatste jaren vastgesteld hebben is dat er een acuut probleem is rond mobiliteit in gans de gemeente. Dat moet je dan linken aan uw eigen theorie en daar iets aan doen want dat zijn de bezorgdheden. Dit is één. Nummer twee: we zijn een gemeente waar altijd meer mensen bij komen. Omwille van een bewuste bouwpolitiek van de vorige meerderheden. Vanuit de ingeving: hoe kunnen we meer belastingen ontvangen. Maar de service vermindert terzelfdertijd. Het ambtenarenkorps wordt kleiner. Er is minder horeca, er zijn minder winkels in jouw centrum. Zaken gaan toe, dus moet je daar als overheid een rol in spelen door die te gaan ondersteunen, en niet zoals ze hier geprobeerd hebben met het idiote idee om zelf café te houden maar met de gepaste stimulansen.

DB: En beschikt de gemeente over de financiële middelen hiervoor?

FDB: Er bestaan middelen maar het is wel rijkelijk laat. Dat is het probleem. Men is hier volledig meegegaan in het idee van de baanwinkels, waarbij je op de Provincieweg tussen Zottegem en Aalst het ene grootwarenhuis naast het ander hebt, en waarbij je eigenlijk klanten aan uw centrum onttrekt, zorgt dat uw centrum vervalt en een mobiliteit creëert op de grote wegen die onoverzichtelijk is.

Nu, dat is te laat maar je kunt nog altijd proberen om daar geen verdere vergunningen voor te geven; om het die warenhuizen wat lastig te maken door te zeggen dat ze veiligheidsvoorzieningen rond verkeer moeten voorzien in hun eigen zone in plaats van de kosten op de gemeenschap te schuiven; door originele initiatieven te steunen.

Verder is er bij ons een compleet gebrek aan sociale economie. We hadden vroeger een strijkwinkel, die ze nu gesloten hebben. Je hebt een heel aantal dienstencheques bedrijven, compleet in de liberale filosofie: wij doen niets en de privé doet het allemaal. In een tijd waarbij mensen steeds meer verplicht worden tot werk en waarbij de druk steeds groter wordt om met twee te gaan werken moet je zorgen dat je een aangepast arsenaal van kinderopvang hebt, sociale voorzieningen voor mensen die ouder worden, en dat je een sociale economie hebt voor diegenen die niet mee kunnen in de huidige stroom op te vangen. Maar men heeft dit allemaal afgestoten.

Tenslotte willen we er dus voor zorgen dat de publieke dienstverlening en de sociale zorg betaalbaar blijft en kwaliteitsvol blijft. En dat ga je niet realiseren met wat de meerderheid hier gedaan heeft: een samenwerking aangaan met de privé, waarbij je uiteindelijk de prijzen in uw eigen rusthuis moet opslaan omdat je in een slecht contract met de privépartner hebt afgesproken dat de leegstaande huizen die zij niet verhuurd krijgen ter uwer laste zijn. Dus ons OCMW betaalt de zorgappartementen die niet verhuurd zijn aan De Zilvertorens, en moet dat dan compenseren door de prijzen in het openbaar rusthuis op te slaan. Dan heb je dus een slecht contract getekend, en dan moet je dat durven herzien. En daarvoor moet je mensen organiseren om druk uit te oefenen. En zelfs ook liefst met zo veel mogelijk zetels want uw tegenstander beweegt alleen als hij de hete lucht in zijn nek voelt.

DB: De sociaaldemocratie komt apart op in Herzele. De sp.a komt zelfs op onder de naam Roodgroen. Is er enige samenwerking mogelijk volgens jou?

FDB: Het probleem is dat we hier eigenlijk geen sociaaldemocratie hebben. We hebben een samenraapsel van allerhande mensen met een zeer goede basis, dus delegees of activisten. Maar op één of andere manier is de top van die partij verknocht aan de macht; beslist die alleen; is daarbinnen geen democratisch proces gaande. En dat maakt de situatie zeer moeilijk. Ten tweede zijn er mensen die vanuit een opportunistische overweging nogal dikwijls achter de rug met anderen proberen afspraken te maken maar niet met links. Maar in theorie kun je de liberalen alleen van de macht verdrijven als je inderdaad een samenwerking hebt tussen de meest linkse fracties in het politieke arena. En in onze gemeente zijn dat de CD&V met zijn ACV-vleugel, de sp.a en LEEF! Alleen is de CD&V geïmplodeerd en zijn een aantal sociaal voelende mensen daar weg, en is de sp.a een karikatuur van zichzelf.

Ik heb vrij veel vrienden in ongeveer al de sociaaldemocratische partijen hier in de omgeving. En ik zou veel liever aan een tafel zitten met de sp.a van Zottegem, van Erpe-Mere, van Aalst en van Geraardsbergen dan met de mensen die zich hier sp.a noemen.

DB: Maar stel dat dit anders zou zijn. Zou LEEF! dan bereid zijn mee te besturen, ondanks haar jarenlange politiek vanuit de oppositie?

FDB: De discussie tussen meerderheid en oppositie vind ik vals, omdat het gaat over het vertegenwoordigen van mensen en het concreet vervullen van het sociaal, ecologisch en collectief belang dat zijn hebben. Ik kan me voorstellen dat je op bepaalde plaatsen daarvoor in een meerderheid gaat zitten, maar op andere plaatsen beter in de oppositie blijft zitten. Maar je kiest niet voor een meerderheid. Dat is de fout die veel klassieke partijen maken: sowieso de meerderheid of sowieso voor de oppositie kiezen. Terwijl als je een belangrijk deel van uw programma kunt realiseren en tegelijkertijd liberalen van de macht kunt houden, moet je dat doen. Alleen zie ik dat niet meteen gebeuren.

Deelname aan een meerderheid mag niet ten koste van alles gaan. Mensen moeten niet per se willen dat je in een meerderheid gaat zitten, ze moeten ook niet per se willen dat je in een oppositie gaat zitten. Wat belangrijk is, is uw participatief samengesteld programma. En dan moet je zelf gaan bekijken op welke manier je de mensen – niet uw partij of uw eigen machtsstreven – best kan vertegenwoordigen; op welke manier kan ik mijn slag thuis halen. Je moet daar ook niet flauw over doen. Ik vind een linkse meerderheid nog altijd beter dan een rechtse meerderheid, in Gent bijvoorbeeld. En natuurlijk zijn er tekortkomingen en heb je eigenlijk ter linkerzijde daarvan nog een zweep nodig die druk zet op diegenen die in het bestuur gaan. Maar je moet niet vertrekken van het gedacht “wij zijn principieel, wij doen helemaal niets”. Als dat zo is laat je hier de VLD nog twintig jaar aan de macht en verander je ook niets.

Eigenlijk moet je niet per se willen meedoen aan een meerderheid en daar ook niet per se tegen zijn. Je moet gewoon blijven uw eigen functie vervullen in de plaats van blind te geloven in één of andere strategie want die maak je maar op basis van het lot van de mensen waar je mee handelt.

DB: hoeveel zetels hopen jullie te halen?

FDB: We hebben vroeger twee zetels gehad tijdens twee legislaturen. We zijn die de laatste keer verloren op 17 stemmen na. Het was de eerste keer dat de NV-A in deze gemeente een lijst neerlegde en daar hebben we tot onze schade en schande ook gezien dat een aantal mensen die sociale risico’s lopen daar in getuimeld zijn. Mensen die een leefloon hebben, hebben omwille van de drang voor de verandering NV-A gestemd. Maar ik denk dat ondertussen heel wat mensen door hebben wat de echte agenda van de NV-A is, zodanig dat we die twee zetels terug moeten bereiken en als het even kan zou een derde nog comfortabeler zijn.