In november zette het bestuur van de Nederlandse SP zes mensen uit de partij omdat ze lid zouden zijn van het Communistisch Platform (CP) en/of het Marxistisch Forum (MF). Het SP-bestuur spreekt over hen als ”geradicaliseerde zolderkamercommunisten”. De uitsluitingen zouden later leiden tot een breuk tussen de SP en haar jongerenorganisatie ROOD. Wat zeggen supporters van CP en MF zelf over hun meningsverschillen met de partijleiding? En wat zou er volgens hen moeten veranderen in de partij?

Namens onze Nederlandse zusterorganisatie Grenzeloos sprak Alex de Jong met twee mensen die betrokken zijn bij het CP en het MF. Gus Ootjers (24) is vanaf het begin, zo’n zes jaar geleden, betrokken bij het CP en een van de geroyeerde leden. Het Communistisch Platform omschrijft zichzelf als een organisatie die binnen de bestaande arbeidersbeweging opkomt voor communistische politiek. Lotte van der Horst (24) is betrokken bij het MF, dat  zichzelf omschrijft als een discussieplatform voor marxisten in de SP.

Hoe zijn jullie betrokken geraakt bij de SP?

Lotte: Ik ben eigenlijk via de vakbond actief geworden binnen links, in de campagne tegen het jeugdloon. In de vakbond kwam ik vooral leden van de SP en ROOD tegen en raakte met hen in gesprek over politiek. Ik werd lid van de SP vanwege die discussies, en omdat we samen acties deden waarvan ik het idee had daarmee concreet iets bij te dragen aan een betere wereld. De SP was het beste wat we hebben op links, vond ik. Het was lange tijd de kracht van de SP dat ze allerlei verschillende linkse mensen aan wist te trekken – ik denk dat dit trouwens voor veel mensen nog steeds zo is. Het was in de SP dat ik aanraking kwam met marxistische ideeën. Marx werd ook in scholingen veel aangehaald. Het is ook wel makkelijk om Marx als een soort icoon aan te halen, zonder echt in te gaan op wat hij allemaal schreef. Het was op scholingen van de SP dat ik dingen hoorde als ‘socialisme is de beweging ernaartoe, communisme is het eindpunt’.

Gus: Voor mij was het een politieke keuze, ik wilde niet opgesloten zijn in een kleine, linkse groep, maar juist contact hebben met de bestaande arbeidersbeweging. Ik had al grote meningsverschillen met de SP, maar ik zag de SP als de uitdrukking van het hoogste niveau van georganiseerd klassenbewustzijn. Die mening ben ik nog steeds wel toegedaan.

Zo’n twintig jaar geleden heeft de SP het marxisme officieel losgelaten als ideologische basis. Het is opvallend dat nog steeds, als leden op zoek gaan naar meer uitgewerkte theorie, ze daar toch weer bij uitkomen. 

Lotte: Ik denk dat dit in ROOD nog meer gebeurt dan in de rest van de partij. Het verschilt ook wel per afdeling.
Gus: Je ziet dat het scholingsmateriaal wat betreft meer algemene ideeën nog sterk beïnvloed is door het soort stalinistische handboeken die in de vroege SP gebruikt werden. Het is een sterk versimpelde versie van wat marxisme zou zijn, een die je makkelijk kunt gebruiken voor allerlei verschillende conclusies. Als je bijvoorbeeld stelt dat de ideeën van mensen bepaald worden door hun omstandigheden, dan kun je dat ook gebruiken als argument voor actie in de buurt.

Lotte: Vernieuwing in de scholing betreft vaak vooral organisatorische kwesties; ‘Hoe pakken we het aan?’ Dan wordt Saul Alinsky erbij gehaald, of juist weer Chantal Mouffe. Maar de ideologie van de partij zelf wordt niet echt besproken, en dat is een van de dingen die we juist aankaarten. Daar zouden we het meer over moeten hebben in de partij.

Waar denken jullie dan aan? Wat voor soort discussies zouden er volgens jullie gevoerd moeten worden? 

Gus: Mensen zijn ontevreden over verschillende dingen, een gemeenschappelijke factor is onvrede over het gebrek aan democratie in de SP. Maar er zijn ook andere bronnen van onvrede, ook al jaren terug, zaken waar kritische SP-ers zich om georganiseerd hebben. Zo was er bijvoorbeeld oppositie tegen de migratie-standpunten van de partij. Meer recent ging het om politiegeweld. Het leiderschap van Lilian Marijnissen persoonlijk wekt ook onvrede, dat zag je aan de uitslag van de stemming op het recente congres. Van alle mensen op de kandidatenlijst voor de Tweede Kamer kreeg zij de minste stemmen. Er borrelt veel. Het standpunt in de stikstofdiscussie is nog een voorbeeld.

Lotte: En natuurlijk het standpunt over regeringsdeelname. Zonder dat er discussie over is geweest, wordt uitgesproken dat dit een wens is van de partij.

Gus: In 2019 was er een motie om daar een discussie over te voeren. Die motie werd toen afgewezen. De programmacommissie van de partij had de leden geadviseerd om tegen te stemmen met het argument dat het te vroeg zou zijn voor een dergelijke discussie. Een half jaar later wordt er dan opeens gezegd dat de SP ook wel met de VVD zou willen regeren. Zeker in ROOD leidde dat tot onvrede.

Maar dit is op zich niet nieuw – waarom zou de onvrede nu groter zijn dan bijvoorbeeld tien jaar geleden? 

Gus: Ik moet zeggen dat ik niet precies weet waarom, ik kan niet alle krediet geven aan het werk van het Communistisch Platform, hoe graag ik dat misschien ook zou willen. Maar het maakt natuurlijk verschil dat er georganiseerde oppositiegroepen zijn.

Lotte: Er zijn nu meer mensen die hun onvrede uiten, meer mensen zijn zich bewust dat er überhaupt iets aan de hand is in de SP. Zolang het  goed ging met de partij, werd een gebrek aan democratie makkelijker geaccepteerd.

Onvrede over een gebrek aan democratie kan op verschillende manieren vorm krijgen, het hoeft niet tot een duidelijke links versus rechts tegenstelling te leiden. Je kunt mensen hebben die een meer democratische partij willen, en ook voorstander zijn van een meer sociaaldemocratische koers.

Gus: Ja, dat zag je bijvoorbeeld met Sharon Gersthuizen in 2015. Die had bepaalde ideeën over democratisering maar haar voorstellen kwamen in veel opzichten neer op een verrechtsing. De kritiek op het migratiestandpunt was wel een duidelijke linkse kritiek, ook al bleef deze erg geformuleerd in de taal van internationale verdragen en de Verenigde Naties over vluchtelingen en migratie. In het geval van ROOD zie je duidelijk een links – rechts tegenstelling. In ieder geval kun je proberen op concrete punten samen te werken.

Lotte: Juist door het gebrek aan discussie en democratie weten veel mensen ook niet echt waar ze staan. Met het Forum proberen we een plek te bieden aan SP-ers uit verschillende afdelingen om met elkaar in gesprek te komen. Het is een vrij brede groep, en niet iedereen is het met elkaar eens.

De SP doet het niet alleen in de verkiezingen slecht – in de afgelopen tien jaar heeft de partij ook veel leden verloren. Hoe worden dat soort problemen besproken in het Marxistisch Forum en het Communistisch Platform?

Lotte: Wat mij betreft is de voornaamste factor een gebrek aan een langetermijnvisie van de SP. Ik moet zeggen dat het voor mij onduidelijk is waar de partijtop nu eigenlijk voor staat.

Gus: Ik denk niet er één specifieke reden is die de problemen van de SP kan verklaren. In de jaren zeventig, tachtig, en ook nog in de jaren negentig was de SP nogal sekte-achtig. Toeval heeft er een rol in gespeeld dat de SP een massapartij werd, een massa-sekte zou je het bijna kunnen noemen. Wat betreft de structuur van de partij is die nog sterk beïnvloed door het maoïstische, stalinistische verleden. Eind jaren negentig tot 2006 leek het erop dat de ramen wat verder open gingen, maar blijkbaar werden juist de verkeerde lessen getrokken uit die periode. Er werd nogal angstig gereageerd op alle nieuwe mensen die zich toen aansloten. De conclusie leek te zijn dat SP weer de rijen moest sluiten. Veel mensen hadden daar geen zin in, en die haakten af. Ideologisch zit de partij in een identiteitscrisis. Er bestaat een tegenstelling tussen het activisme van de partij en het streven naar regeringsdeelname. Als je zo sterk streeft naar deelname aan besturen, waarin onderscheidt je je dan nog als SP? Ook wat betreft migratie, waarom zou de SP een soort PVV-light moeten zijn wat dit betreft? Mensen met dat soort ideeën stemmen wel op het origineel. De SP onderscheidt zich niet duidelijk genoeg.

Wat je ziet is dat het partijbestuur vermijdt om duidelijk zichtbaar een standpunt in te nemen waarvan ze denken dat het bij de bestaande of potentiële achterban controversieel zou zijn. Over racisme bijvoorbeeld, maar ook klimaatverandering is daar een voorbeeld van. 

Gus: Dat speelt een rol. Maar de SP was op haar hoogtepunt toen de partij zich mengde in sociale bewegingen, zoals de anti-oorlogsbeweging. Nu zondert de SP zich af juist van opkomende sociale bewegingen. Je hoeft er niet op te rekenen dat de SP deelneemt aan een Black Lives Matter demonstratie. Naar klimaatdemonstraties komen ze wel, maar ze mengen zich niet echt in de beweging. Vergelijkbaar is de houding tegenover de FNV campagne ‘Voor 14’ – het congres neemt een motie aan om dat te steunen, maar dan zet de SP weer een eigen campagne op.

Lotte: Ik zie ook dat we ons afzonderen van bewegingen. Toen ik actief was in de FNV kreeg ik in de partij vaak te horen dat ik mijn tijd beter kon besteden aan ROOD en de SP. Ook wat betreft de klimaatbeweging zie je een huivering om samen te werken. Samenwerken wordt in de SP al snel gezien als het inleveren op de eigen idealen; ‘de FNV is rechtser dan wij, waarom wil je daarmee samenwerken?’ Vaak is het niet eens waar dat die bewegingen rechtser zijn, en je zou in ieder geval  in zo’n beweging je eigen verhaal moeten vertellen. Veel mensen in de SP willen dat en vinden die bewegingen wel belangrijk. De SP is nu erg gericht op bepaalde groepen die ze tot haar achterban rekent, en gaat juist op die groepen af. Op die manier is de partij voortdurend bezig met zichzelf te bevestigen, want als je mensen spreekt die een andere mening hebben, dan zijn dit dus eigenlijk de ‘verkeerde’ mensen.

Hoe ziet die SP-achterban er dan uit volgens het bestuur? 

Lotte: Dat is nogal ingewikkeld, maar het gaat vaak om een bepaald beeld van een arbeider die in een volksbuurt woont, een type dat eigenlijk al niet meer zo vaak voorkomt.

En die specifiek in een witte volksbuurt woont? 

Lotte: Dat denk ik wel.

Gus: Het is een soort identiteitspolitiek, maar dan gebaseerd op wat een arbeider zou zijn. In mijn afdeling werd er vaak gesproken over dat we juist de niet-stemmer in volkswijken wilden bereiken, dat is een wel heel specifieke groep.

Het is een nogal karikaturale opvatting van wat een arbeider zou zijn, namelijk wit en ook sociaal conservatief. En kwesties waarvan aangenomen wordt dat die controversieel zullen zijn bij die achterban, zoals antiracisme en klimaat, worden vermeden. 

Gus: Een minder nauwe, op het parlementaire werk gerichte visie op partij-opbouw zou een deel van de oplossing zijn. Het is mooi om iemand te overtuigen op de partij te stemmen, maar dat zegt nog niet heel veel. In bredere zin zou er een beweging opgebouwd moeten worden die oppositie voert, door middel van de vakbeweging, sociale initiatieven en in het parlement. Op die manier kun je mensen aan je partij binden en kunnen mensen politieke ervaring opdoen. Dat is wel een lange termijn visie – daar win je niet meteen 50.000 leden mee.

In zo’n visie heeft de vakbeweging een belangrijke rol. Hoe zien jullie de rol van socialisten daarin? 

Lotte: Als socialisten willen we mensen bewust maken van hun positie, en klassenbewustzijn bijbrengen. De vakbond is belangrijk omdat die mensen op basis van hun positie organiseert. Socialisten zouden daarom gecoördineerd en collectief actief moeten zijn in de FNV en proberen mensen op de lange termijn te organiseren, zodat ze niet enkel een campagne meedraaien en dan weer afhaken. Toen ik actief was bij Young and United en FNV Jong zagen we dat na campagnes een paar plekken wat beter georganiseerd waren, maar dat dit vaak slechts tijdelijk was. Het ontbreekt aan training voor de lange termijn. We zijn op het moment heel slecht georganiseerd, en het zal werk kosten om dat te boven komen.

Gus: Er zijn best veel SP-leden actief in de bond, maar de partijleiding heeft niet de wil een vakbondsstrategie op te zetten. De partij bemoeit zich niet met ontwikkelingen en discussies in de FNV, en dan wordt er achteraf weer geklaagd dat de FNV zo rechts is.

Een punt waar de SP wel tegen de stroom in gaat is de EU. 

Gus: Ja, maar van dat EU-verhaal wordt de inschatting gemaakt dat dit het verhaal is dat past bij die karikatuur van arbeiders. Dat blijkt eigenlijk uit niks, de afgelopen verkiezingen zijn zeker geen bevestiging van deze aanpak. En er wordt nog steeds vermeden om over bepaalde dingen te spreken – er wordt niet gesproken over een links alternatief voor de EU op Europees niveau. In plaats daarvan trekt de partij zich terug achter de dijken in de veronderstelling dat dit een populaire opstelling zal zijn onder het doelpubliek.

Eind jaren negentig, begin jaren 2000 presenteerde SP zich graag als de ‘betere PvdA’ en werd er ook geprobeerd om voormalige PvdA-stemmers aan te spreken. Daar had de SP ook wel enig succes mee..

Lotte: In mijn ervaring is het verhaal eigenlijk dat we ons niet richten op kiezers van andere linkse partijen, maar juist op niet-stemmers, en ook op PVV-stemmers.

Gus: Die sterke oriëntatie op niet-stemmers is meer iets van de laatste jaren. In eerste instantie vulde de SP het gat dat achtergelaten door het wegvallen van CPN en PSP, en daarnaast snoepte de SP iets af van de basis van de PvdA.

Een van de meest controversiële punten is regeringsdeelname. Het conflict tussen de partijleiding en ROOD begon te escaleren nadat ROOD had verklaard tegen regeringsdeelname met de VVD te zijn. Je kunt de retoriek van de partijleiding over regeringsdeelname op verschillende manieren interpreteren. Een mogelijkheid is dat ze zelf geloven dat dit een mogelijkheid is – een andere interpretatie is dat ze doen alsof, in de veronderstelling dat dit is wat kiezers willen horen. 

Gus: Mensen als Ron Meyer en Lilian Marijnissen hebben wel enigszins verschillende opvattingen over de koers van de partij. Het is geen toeval dat Ron Meyer is opgestapt. Hij was voorstander van meer activisme, terwijl de groep rond Lilian Marijnissen meer op regeringsdeelname gericht is. Het lastige is dat de discussies in het bestuur nooit naar buiten komen. Als de partijleiding echt denkt dat ze na de verkiezingen misschien in de regering kunnen gaan zitten zou dat enigszins wereldvreemd zijn. Maar heel nieuw is het niet. Onder Roemer werd er vaak op gewezen dat de SP op allerlei manieren al deelnam aan besturen. De royementen van mijzelf en de anderen zijn gedeeltelijk ook om de partij meer respectabel te maken.

Lotte: Wat de SP-leiding nu doet is laten zien dat ze in principe willen besturen. Ik denk niet dat ze in de regering komen, maar allicht gelooft de partijleiding daar wel in.

De laatste keer dat er in Europa een breed proces van linkse radicalisering plaats vond, in de nasleep van Mei 68, vond dit vaak plaats buiten de gevestigde linkse partijen, in bijvoorbeeld de vrouwenbeweging of antiracistische bewegingen. Er bestaat nu niks dat vergelijkbaar is, maar het is nog steeds zo dat als mensen radicale ideeën oppikken, ze dit vaak doen buiten de linkse partijen, in bijvoorbeeld de klimaatbeweging en Black Lives Matter. Welke rol zien jullie voor socialisten in dat soort bewegingen? 

Gus: Het zou een fout zijn om blind die bewegingen achterna te lopen, en enkel de eisen van zo’n beweging over te nemen. In de jaren zeventig waren er ook marxistische groepen actief in die bewegingen, en speelden een rol in de radicalisering ervan. Voor marxisten is de taak niet om achter bewegingen aan te lopen, maar om politieke leiding te bieden, en mensen te winnen voor socialistische ideeën en een bredere partij.

Lotte: De SP zou minder bang moeten zijn om zich in bewegingen te mengen. Het is onze taak om ons aan te sluiten, om leiderschap te tonen maar vooral ook om de noodzaak van lange-termijn organisatie en een lange-termijn visie te benadrukken.

Opkomende bewegingen hebben hun eigen dynamiek. Om een leidende rol te vervullen, moet je eerst een bepaalde legitimiteit verwerven. Links heeft vaak de fout begaan op nogal arrogante bewegingen tegemoet te treden, met de pretentie de antwoorden te hebben. 

Gus: Dat is zeker niet wat je moet doen. Er is vaak op nogal sektarische wijze opgetreden. Door samenwerking met andere organisaties kun je leiderschap verdienen door een politieke visie uit te dragen.

Lotte: Je wilt ook dat mensen zelfstandig gaan nadenken, wij hebben ook geen hapklare antwoorden.

Als regeringsdeelname op de korte termijn geen perspectief is, wat voor vooruitzichten zien jullie dan wel voor de SP?

Lotte: Op dit moment lijkt de SP zichzelf behoorlijk in de weg te zitten, die discussie over vooruitzichten wordt niet gevoerd. De eerste prioriteit is nu meer democratie in de partij. Ik zie dat nogal wat partijleden bang zijn om geroyeerd te worden, dat moet veranderen voordat we überhaupt een gezonde discussie aan kunnen gaan. Fractie-recht zou een stap in de goede richting zijn omdat het dan niet meer mogelijk is om geroyeerd te worden enkel omdat je met een club mensen bij elkaar komt voor politieke discussies.

Gus: De SP bevindt zich nu denk ik op een kruispunt. Wat ik vrees is dat er een langzaam proces van aftakeling plaats gaat vinden, kijk maar naar de dalende ledentallen. En aftakeling van de SP zou niet automatisch ten goede komen aan meer radicale groepen. Ik denk dat kritische leden in de partij zich moeten organiseren om te vechten voor veranderingen, onder andere voor het recht op fractievorming. Dat is nog iets anders dan de wens dat er daadwerkelijk fracties gevormd worden. Ik ben niet per se voor fracties, maar wel voor het recht er op. Het streven is om uiteindelijk een partij te hebben waarin verschillende groepen een thuis kunnen vinden, ook groepen die zich nu niet thuis voelen bij de SP.

Ik had niet verwacht dat het SP-bestuur het conflict zo ver zou laten escaleren. Maar dat is nu gebeurd, en het heeft in de media veel aandacht getrokken. Het is onwaarschijnlijk dat het partijbestuur terug gaat komen op bijvoorbeeld de royementen. 

Gus: Dat zie ik dit bestuur ook niet snel doen, toegeven dat ze fouten gemaakt hebben zit niet echt in hun natuur. Ze hebben de kwestie groter gemaakt dan deze eigenlijk was. Die motie van ROOD had in eerste instantie nauwelijks impact, die had het partijbestuur gewoon kunnen negeren. Met de royementen, het aanleggen van lijsten van zogenaamd verdachte leden, en beschuldigingen in de media heeft het partijbestuur de boel verder opgeblazen. Wij roepen mensen op om in de SP te blijven, maar alleen als de huidige leiding er niet meer is kan er terug worden gekomen op recente besluiten zoals de royementen.

Lotte: Nadat ze eenmaal in de media mensen ervan beticht hebben gewelddadig te zijn, is het voor het bestuur wel heel moeilijk om die personen weer terug te laten in de partij. De vraag is wat er wel mogelijk is. Het blijft noodzakelijk dat het besluit dat het Marxistisch Forum en het Communistisch Platform partijen zouden zijn wordt teruggedraaid, zodat niet nog meer mensen op basis daarvan worden geroyeerd. Ik ben zelf wel overtuigd dat we in de SP door moeten gaan, maar we moeten ook contact houden met alle mensen die boos of teleurgesteld de partij verlaten hebben. Ik heb er zelf nog geen gevolgen van ondervonden dat ik betrokken ben bij het Marxistisch Forum. Ik was al voor de royementen er open over dat ik daar bij betrokken was. Het dagelijkse bestuur had tegenover het partijbestuur gesuggereerd dat de royementen een manier zouden zijn om weer rust in de partij te brengen, maar het had juist het tegenovergestelde effect. Ik ben benieuwd wat er nu gaat gebeuren.

Dit artikel verscheen oorspronkelijk op Grenzeloos.