Politiek bedrijven doen ze in Frankrijk een beetje anders. Bij algemene verkiezingen gaan tienduizenden mensen naar politieke bijeenkomsten. Sommige politieke bijeenkomsten trekken tussen de 50.000 en 100.000 mensen.

Tijdens de officiële campagne krijgt elke kandidaat, ook al is haar of zijn partij niet in het parlement vertegenwoordigd, evenveel aandacht in de media. Hun verkiezingsprogramma’s worden gratis in heel Frankrijk huis aan huis verspreid. Alle verkiezingskosten worden vergoed als je 5 procent of meer van de stemmen haalt. Activisten voor de verschillende kandidaten besteden ontelbare uren aan het plakken van hun affiches, vaak over die van hun tegenstanders. Activisten zijn actief op markten en sommige werkplekken, maar van deur naar deur gaan, zoals we dat in veel landen kennen, is niet zo gebruikelijk. Er wordt in twee ronden gestemd, tenzij één kandidaat in de eerste ronde 50 procent of meer haalt. Op 10 april is de eerste ronde van de Franse presidentsverkiezingen van dit jaar. Het zijn de belangrijkste verkiezingen in Frankrijk, waar de president alle belangrijke bevoegdheden heeft.

Eerste ronde op 10 april 2022

Dit jaar is de gebruikelijke hectiek enigszins gedempt door de covid-pandemie en de gevolgen van de Russische invasie in Oekraïne. Naar verwachting zal het aantal niet-stemmers met ongeveer 30 procent van de kiezers het hoogste ooit zijn. Het gevoel dat het politieke establishment niet echt iets fundamenteels verandert ten gunste van de werkende bevolking, dat al bestond vóór de pandemie, is nog steeds erg sterk. Het kwam enigszins tot uiting in de spontane opstand van de gele hesjes die buiten alle politieke partijen om en vaak buiten de grote steden opkwamen.

Tegelijkertijd heeft de schijnbare onvermijdelijkheid van een herhaling van de tweede ronde van de vorige keer tussen Macron en de extreem-rechtse Marine Le Pen een deel van de politieke energie weggenomen en niet-stemmen aangemoedigd. Veel partijen richten zich meer op de waarschijnlijke politieke herverdeling die na de verkiezingen zowel ter rechter- als ter linkerzijde zal plaatsvinden. Je partij positioneren om je zetels te behouden of het aantal te vergroten bij de parlementsverkiezingen in juni staat hoog op ieders politieke agenda.

Gaat Macron voor een tweede termijn?

In de opiniepeilingen staat mainstream-rechts (Pecresse, Les Républicains, LR) in combinatie met hard-rechts en de neo-fascisten (respectievelijk Le Pen en Zemmour) op ongeveer 43 procent. Daarvan wint mainstream-rechts slechts een kwart. Op papier zou rechts in een goede positie moeten zitten om de tweede ronde te winnen, maar de neoliberale centrist Macron kan erop rekenen dat zowel gematigd als radicaler links zijn neus dichtknijpt om hard rechts tegen te houden en hem aan de macht te houden. Hij zou de eerste president worden die twee termijnen uitzit sinds Chirac in 1995 werd gekozen.

Macron heeft geprofiteerd van het feit dat hij tegelijkertijd president en presidentskandidaat is, dat hij meedoet maar ook boven het spel staat en hij heeft zich geprofileerd als internationale bemiddelaar in de oorlog in Oekraïne. Zijn populariteit was tanende omdat hij er niet in is geslaagd veel van zijn belangrijke hervormingen door te voeren en weinig heeft gedaan om de werkende bevolking te helpen. Hij heeft in de peilingen een voorsprong van 7 procent op Le Pen, maar de kloof is kleiner geworden. Grote betalingen aan het adviesbureau McKinsey voor diensten tijdens de pandemie zijn een gespreksonderwerp geworden. Volgens sommige prognoses voor de tweede ronde staat Le Pen op 47 procent, de vorige keer won Macron 66 procent van de stemmen.

Macrons bondgenoten, zoals ex-premier Phillipe, hebben nu gewezen op de groeiende dreiging van Le Pen, maar het zou tactisch gezien net zo goed kunnen gaan om het mobiliseren van de stemmen uit de eerste ronde, in plaats van te accepteren dat er een reëel risico is dat Macron zal verliezen. Paradoxaal genoeg heeft de kandiatuur van Zemmour Le Pen misschien wel geholpen. Hij heeft haar beweging verre van verpletterd, maar wankelde op ongeveer 10 procent. Zijn extremere beleid, zoals een ministerie van ‘re-migratie’ om migranten terug te sturen of het verbieden van moslimnamen, maakt Le Pen een beetje respectabeler. Zijn partij zou Le Pen in de tweede ronde wat extra stemmen kunnen opleveren.

De gestage opmars van de schildpad

We willen ons hier concentreren op de linkse politieke krachten. Het grote gespreksonderwerp van de afgelopen dagen is de gestage opmars van Melenchon, die in de peilingen op de derde plaats eindigt met 14,7 procent, slechts 6 punten achter Le Pen. In een poging om zijn enigszins explosieve imago af te schudden heeft hij zijn campagne vergeleken met de schildpad tegen de haas. Hij moet stemmen zien af te snoepen van de Groenen en andere linkse kandidaten en stemmen zien te winnen van degenen die overwegen niet te gaan stemmen. Naar verluidt heeft zijn team Jadot, de leider van de Groenen, al een deal aangeboden waarbij de Groenen een derde van de zetels op een gemeenschappelijke lijst voor de parlementsverkiezingen in juni zouden krijgen als ze zich open zouden stellen om hem te steunen. Het verkiezingsprogramma van Melenchon heeft een betere ecologische inhoud dan bij vorige verkiezingen.

Een lastiger probleem is Roussel, de kandidaat van de Communistische Partij die Melenchon in 2017 vanaf het begin steunde. Partijactivisten kwamen in opstand tegen een herhaling van het partnerschap, terecht erkenden ze dat de rol van een ondergeschikte partner hun electorale basis uitholt. Roussel staat in de peilingen op 3,3 procent, beter dan verwacht, en heeft elk idee van niet-meedoen resoluut van de hand gewezen. Hij heeft een soort blauweboorden campagne gevoerd – meedemonstreren met reactionaire politie-organisaties, grappen maken tegen zogenaamde ‘woke politics’, bestaande jachtwetten verdedigen en het traditionele Franse dieet van goed rundvlees, wijn en kaas verdedigen tegen de vermeende aanvallen van de Groenen.

De Communistische Partij staat voor een existentiële crisis en moet haar slinkende aantal parlementsleden en raadsleden verdedigen. Haar identiteit in deze verkiezingen uitdragen wordt gezien als de beste voorbereiding op de parlementsverkiezingen, waar ze evenveel met de Socialistische Partij (PS) als met Melenchon te maken zal krijgen.

Het zoeken naar stemmen van aanhangers van PS-kandidaat Hidalgo zal niet veel opleveren, aangezien haar score niet veel hoger is dan die van de revolutionair-marxistische kandidaten Poutou en Arthaud van de Nieuwe Antikapitalistische Partij (NPA) en Lutte Ouvriere (LO, Arbeidersstrijd) samen. Zowel Jadot (de Groenen) als Hidalgo hebben een venijnige aanval gelanceerd op Melenchon vanwege zijn houding tegenover Poetin. Hij is voor het verlaten van de NAVO – hoewel hij de Franse nucleaire afschrikking steunt – en hij neigt naar de kampistische visie op de internationale politiek, waarbij hij in grote lijnen de interventie van Poetin in Syrië steunt. Dit kan enige desertie van de kiezer van de Groenen en de PS tegenhouden.

Moet links zich in de eerste ronde achter Melenchon scharen?

Het relatieve succes van de campagne tot nu toe betekent echter dat de oproep van Melenchon om tactisch op hem te stemmen als ‘leider’ van links, enige aantrekkingskracht zal hebben. Het zou coherenter zijn als zijn hele aanpak sinds 2017, waar hij de tweede ronde met slechts een paar procentpunten miste, gebaseerd was geweest op een democratische constructie van een linkse electorale coalitie die uitgaat van revolutionair links, de Communistische Partij en sectoren die zich afsplitsen van de PS. Door aanhangers van de PS, NPA of LO op te roepen ‘nuttig’ of tactisch  te stemmen vanaf de eerste ronde, neigt men ertoe de eigen projecten en toezeggingen van deze partijen te miskennen. Poutou van de NPA zegt dat een stem op hem dat deel van links zal versterken dat de noodzaak inziet van het opbouwen van strijd, het ontwikkelen van zelforganisatie van de arbeidersklasse en het verder gaan dan electorale politiek.

Als Melenchon denkt dat hij uiteindelijk de steun kan krijgen om president te worden, moet hij het beter doen dan de 20 procent die de hard-rechtse Le Pen volgens de prognoses zal halen. Hoe dan ook, zelfs als hij de tweede ronde zou halen, geeft niemand hem een kans om Macron te verslaan, dus de andere linkse stromingen kunnen er niet van worden beschuldigd een links presidentschap tegen te houden. Zeker, de NPA en de PC zouden oproepen tot een duidelijke stem voor Melenchon tegen Macron in een hypothetische confrontatie in de tweede ronde.

Als we de rekensom maken, zou Melenchon, met 25 procent voor links in de breedste zin van het woord, gematigde progressieve kiezers van Macron moeten winnen en grote aantallen deserteurs van rechts. Een bijkomend probleem voor hem is dat er tekenen zijn dat de aantrekkingskracht van Zemmour minder is dan gedacht. Als het erop zou lijken dat een sterke stijging van Melenchon Le Pen naar de tweede ronde zou leiden, zou het kunnen zijn dat extreem-rechtse en zelfs mainstream-rechtse aanhangers tactisch op Le Pen stemmen om Melenchon uit de tweede ronde te houden.

Melenchon en de andere nieuwe linkse partijen

La France Insoumise (LFI, het Frankrijk dat zich niet onderwerpt) is de laatste incarnatie van de beweging die door Melenchon werd geleid nadat hij zich in 2008 van de PS had afgesplitst. Net als Syriza in Griekenland, Podemos in Spanje, Rifondazione in Italië, het Bloco in Portugal of zelfs het Corbynisme in Engeland, werd zijn afsplitsing veroorzaakt door de crisis van de hervormingsgezinde sociaaldemocratische of communistische partijen in de context van de val van de Berlijnse muur en het einde van de naoorlogse periode.

Sociaaldemocratische partijen die geconfronteerd werden met bezuinigingsmaatregelen of de economische crash van 2008, schaarden zich achter neoliberale oplossingen. In sommige gevallen kwamen de nieuwe partijen of bewegingen voort uit een splitsing binnen reformistische partijen, zoals in Frankrijk en Italië, of uit een ‘interne’ breuk die de leiding in handen kreeg, zoals in Groot-Brittannië. In andere gevallen speelden revolutionaire marxisten een rol bij de oprichting van dergelijke stromingen, zoals in Portugal en Spanje.

In het algemeen hebben deze stromingen een positieve invloed gehad op de klassenstrijd en de strijd voor een socialistisch alternatief. Sommige zijn ontaard (Syrizia), hebben zich aangesloten bij het reformisme (Podemos) of hebben het toneel verlaten (Rifondazione). Nu is het in Frankrijk een goede zaak dat mogelijk tussen 15 en 20 procent van de kiezers zal stemmen voor een radicaal programma dat de kapitalistische belangen rechtstreeks aanvecht. Het beleid inzake het minimumloon en de verlaging van de pensioenleeftijd zijn radicale alternatieven voor Macron en verdedigen de levensstandaard van de werkende bevolking. Een oproep tot een grondwetgevende vergadering om een veel democratischer Zesde Republiek op te richten in tegenstelling tot de autoritaire presidentiële Republiek, is ook een radicale stap die alle linkse partijen zouden moeten steunen.

Enthousiaste menigten van tienduizenden hebben de bijeenkomsten bijgewoond. Jongeren, etnische minderheden en mensen uit de arbeidersklasse steunen zijn campagne. Wat er ook gebeurt bij de verkiezingen, dit is een troef om een oppositie op te bouwen tegen de waarschijnlijke regering Macron, die zal doorgaan met een neoliberale herstructurering van de economie en de samenleving. Het verhogen van de pensioenleeftijd en het verhogen van de premies voor uitkeringen zijn slechts twee van zijn regressieve beleidsmaatregelen.

Kritiek van links op Melenchon

De kritiek van links – zowel van de NPA als van de LO kandidaten – gaat niet zozeer over het beleid dat naar voren wordt gebracht, hoewel er wel verschillen zijn, maar vooral over de methode en de strategie. Zoals we bij de andere nieuwe linkse partijen hebben gezien, is men afgegleden naar een populistische strategie, waarbij klassenverschillen worden gebagatelliseerd ten gunste van slogans als ‘burgers tegen de kaste’ of ‘noch rechts, noch links’. Verkiezingscampagnes werden de dominante activiteit in plaats van het opbouwen van een lokaal netwerk van activisten gericht op het tot stand brengen van zelforganisatie in de werkplaatsen en gemeenschappen. Dat werd vaak gekoppeld aan de projectie van een nationale leider die de idealen van de beweging belichaamde – zoals Iglesias in de Spaanse staat of Melenchon in Frankrijk.

Gezien de wijze waarop de massamedia in onze samenlevingen functioneren, zou dat niet zo erg zijn als de leider ter verantwoording wordt geroepen en de beweging democratisch is georganiseerd. Maar sociale medianetwerken komen vaak in de plaats van de opbouw van een levendige partijdemocratie, waardoor een leider als Melenchon of Iglesias raadplegingen of referenda kan organiseren in plaats van zijn politieke lijn via intern debat te bepleiten. Dergelijke ontwikkelingen hebben ertoe geleid dat de relatie tussen revolutionair links en deze partijen in de loop der tijd is geëvolueerd naarmate hun aanvankelijke radicalisme veranderde. De PC en de NPA hebben een tijd lang enkele gemeenschappelijke initiatieven met Melenchon gedeeld, maar deze zijn grotendeels beëindigd.

Zelfs met deze kritiek heeft een partij als de NPA het niet gemakkelijk gevonden zich te verhouden tot de beweging van Melenchon. De aanvankelijke groei van de NPA tot meer dan 9.000 leden stuitte vervolgens op de aantrekkingskracht van de Linkse Partij, zoals de beweging van Melenchon toen  heette. Een minderheid van de NPA-leiding splitste zich af en nam een deel van de leden mee naar het Links Front.

Latere ontwikkelingen leveren argumenten voor beide zijden van het debat. Volgens Poutou bedraagt het aantal leden van de NPA momenteel minder dan 2000. De voormalige NPA kameraden die Ensemble hebben gevormd en de Linkse Partij hebben gesteund, hebben kritiek geuit op sommige delen van Melenchon’s beleid – bijvoorbeeld zijn ommezwaai naar het wapperen van de nationale vlag op bijeenkomsten, het zingen van het volkslied, anti-Duitse tirades en zijn beruchte opmerkingen over buitenlandse arbeiders die de Fransen het brood uit de mond stoten. Hun stroming lijkt het niet beter gedaan te hebben dan de NPA in termen van rekrutering of invloed.

Hoe links op te bouwen na de verkiezingen

Na zijn laatste campagne is het aantal stemmen van Melenchon bij de parlementsverkiezingen bijna gehalveerd tot 11 procent en 17 parlementsleden. In die zin is hij er niet in geslaagd om een verenigde linkse oppositie tegen Macron samen te brengen, ook al was de LFI actief in campagnes tegen het beleid van Macron. De vraag die de NPA opwerpt is of het deze keer anders zal zijn. Hoe kan de stem in de eerste ronde voor Melenchon – en de andere linkse kandidaten – worden gebruikt om een effectieve oppositie tegen Macron te creëren. Hoe kan links het voortouw nemen in de oppositie tegen bijvoorbeeld het verhogen van de pensioenleeftijd of het verhogen van de militaire uitgaven?

Het debacle van de PS-campagne en het falen van de Groenen om voort te bouwen op lokale verkiezingssuccessen zal betekenen dat er volop nieuwe politieke initiatieven en nieuwe hergroeperingen op stapel staan. Links moet met een gedurfd project komen dat zowel antikapitalistisch als ecologisch radicaal is. Het organiseren van de strijd gaat hand in hand met het politieke debat. Het is een vergissing om de strijd tegenover de politieke processen te stellen.

Zijn derde campagne, vooral als hij de tweede ronde niet haalt, zal misschien betekenen dat de positie van Melenchon in de leiding van LFI verandert – hetzij door een stap terug, hetzij door een eventuele uitdager. De resultaten van de parlementsverkiezingen kunnen hierbij een rol spelen. Zou dat kunnen bijdragen tot nieuwe politieke herschikking of zal de LFI tevreden zijn met het bevestigen van haar leiderschap van links op dezelfde manier als voorheen?

Voor de NPA betekent deelname aan de verkiezingen dat de stem van links dat voor de klassenstrijd gaat, gehoord wordt, tegenover die van institutioneel links, zoals ze de LFI bestempelt. Poutou, de kandidaat van de NPA, heeft het hele land doorkruist en veel mensen naar zijn bijeenkomsten gelokt, vooral jongeren en plaatselijke activisten. Zijn campagne is een gelegenheid om de NPA te versterken en het publiek voor anti-kapitalistische ideeën te vergroten. Het enthousiasme dat tijdens zijn bijeenkomsten wordt getoond, kan worden gekoppeld aan de steun voor Melenchon en helpen de strijd op te bouwen tegen de regering die uit deze verkiezingen voortkomt.

Dit artikel verscheen oorspronkelijk op Anti Capitalist Resistance. Nederlandse vertaling: redactie Grenzeloos.