De criminalisering van afwijkende meningen in Hongkong vindt plaats binnen een wereldwijde golf van nationale militarisering en repressie.

Op 30 juni werden nieuwe landelijke veiligheidswetten unaniem goedgekeurd door het parlement in Beijing die naast het ijveren voor afscheiding, subversie, buitenlandse inmenging en terrorisme in Hongkong strafbaar stellen. De wetten werden ‘verkocht’ als een manier om vrede in Hongkong te brengen en de stad weer op de rails te zetten en zodoende haar plaats als economische krachtpatser terug te winnen. Maar voor iedereen die er nauwkeurig naar kijkt, betekenen de wetten niet alleen criminalisering van allerlei vormen van politiek protest, maar betekent ze ook het einde van de hoge mate van autonomie van Hongkong en daarmee van de ‘Een land, twee systemen’-overeenkomst.

Door zowel de Hongkongse wetgever als de rechterlijke macht te omzeilen met de uitvoering van dergelijke wetten en mogelijk zelfs een door Beijing geleide handhavingsinstantie in te stellen om ze te handhaven, is het duidelijk dat president Xi Jinping zijn geduld met de anti-establishment beweging van Hongkong heeft verloren. De Hongkongse wetgevers waren van geen enkel detail op de hoogte voordat de wetten werden aangenomen (maar dit weerhield de pro-Beijing-politici er niet van hun steun aan de wet te betuigen).

Deze grootschalige aanval op de mogelijkheden van Hongkongers om zich te verzetten maakt het voor de Chinese Communistische Partij (CCP) nog makkelijker de Basiswet van Hongkong te overtreden, en dit al te doen voor deze wet officieel afloopt in 2047. De demonstranten in Hongkong, die onvermoeibaar hebben gevochten voor de democratie die hen was beloofd, lopen nu nog grotere risico’s als ze de straat op gaan. Hoewel andersdenkenden die worden gepakt niet zullen worden uitgeleverd aan het vasteland, zullen ze ter plaatse worden onderworpen aan het ondoorzichtige rechtssysteem van Beijing. Hier zullen ze worden geconfronteerd met straffen van minimaal drie, vijf en tien jaar. In het ergste geval zullen ze levenslang worden opgesloten.

De angst die deze wet met zich meebrengt, was al een barrière voor de digitale vrijheid van Hongkongers. Op Twitter hebben gebruikers in Hongkong hun profiel op ‘privé’ gezet. Veel van hen hebben zelfs het platform verlaten en hun profiel, uit angst voor represailles van de overheid, geheel verwijderd. Degenen die actief blijven op Twitter, zijn gedwongen om zich af te vragen of hun online aliassen wel of niet naar hun echte identiteit zullen leiden; elke beweging is potentieel onderhevig aan controle en dus met onzekerheid omgeven.

Voor enkele van de meest prominente activisten in Hongkong zijn de gevolgen van de wet al duidelijk. Nog voordat de wet van kracht werd, hebben Joshua Wong, Agnes Chow en Nathan Law, die allemaal een hoofdrol speelden in de Paraplu-beweging in 2014, de door studenten geleide politieke partij Demosisto, die ze in 2016 hebben opgericht, verlaten.

Bovendien hebben de aanhoudende protesten naast de pandemie ook een zware tol geëist van de economische groei van China, wat voor Beijing onaanvaardbaar is. De nieuwe wetten zijn Xi’s manier om de weg vrij te maken voor stabiel en onbelemmerd winstmaken.

De goedkeuring van de nationale veiligheidswetten is ook een harde klap voor de activisten van het Chinese vasteland die al decennialang naar Hongkong komen. Vanaf de tijd van Dr. Sun Yat Sen was Hong Kong een veilige haven voor dissidenten. Hong Kong heeft een lange traditie in het ondersteunen van vakbonden en sociale bewegingen op het vasteland van China. Naast het feit dat het de locatie is van de grote jaarlijkse herdenking van het bloedbad op het Tiananmenplein in Beijing, is de stad een oude thuisbasis van organisaties die onvermoeibaar de organisatie van arbeiders in China documenteren en steunen, en daarmee is het een cruciale schakel tussen de Chinese arbeidersbeweging en de rest van de wereld.

We nog moeten zien hoe de veiligheidswetten deze bewegingen zullen beïnvloeden, maar het is duidelijk dat de wetten zo breed van opzet zijn dat het werk van deze organisaties makkelijk doelwit kan worden. Hun activisme loopt acuut gevaar als opruiend bestempeld te worden. Volgens de nieuwe wetten kan financiële steun worden beschouwd als opruiend of zelfs als terrorisme. Dit zou kunnen betekenen dat de rest van de wereld wordt afgesneden van de strijd van de arbeiders op het vasteland van China, misschien wel de grootste groep arbeiders ter wereld, en de groep die met hun goedkope arbeid de motor van het wereldwijde kapitalisme vormt.

Hevige onderdrukking door de CCP is voor andersdenkenden op het vasteland niet nieuw. Op het vasteland van China worden organizers van vakbonden en activisten van sociale bewegingen al jaren geconfronteerd met dit soort repressie. Ze worden zonder voorafgaande kennisgeving en zonder rechtszitting gevangen gezet, en in sommige gevallen zelfs gemarteld. Hoewel deze wetten het einde van het huidige Hong Kong kunnen betekenen, zullen activisten en demonstranten in Hongkong moeten accepteren dat hun lot nu nauw verweven is met dat van hun bondgenoten op het vasteland. Hoewel dit nu nog gevaarlijker is, zal bevrijding meer dan ooit afhangen van de vraag of Hongkongers de strijd tegen het establishment op het Chinese vasteland kunnen zien als deel van hun eigen strijd.

De criminalisering van afwijkende meningen in Hongkong vindt plaats binnen een grotere golf van militarisering en veiligheidsmaatregelen. Over de hele wereld hebben de afgelopen anderhalf jaar protesten en opstanden gewoed. De ‘War on Terror’ van de Verenigde Staten heeft de blauwdruk geleverd voor de ‘People’s War on Terror’ van China en de massale opsluiting van en genocide op Oeigoeren. Deze samenwerking in de wereldwijde ‘antiterreur’ is nauw verweven met de samenwerking tussen veiligheidsapparaten van imperialisten die de ononderbroken uitwisseling van goederen en het genereren van kapitaal moet garanderen. In de Filipijnen, Singapore, Pakistan en de Verenigde Staten hebben regeringen de aanhoudende pandemie en de legitieme publieke onrust die wordt veroorzaakt door het falen van de staat om een einde te maken aan het geweld tegen zwarte en andere mensen van kleur, gebruikt om de anti-protestwetgeving in te voeren.

Of het nu gaat om verdediging van democratie op de Filipijnen, de Black Lives Matter-beweging in de Verenigde Staten of het decennialange arbeidsactivisme op het vasteland van China, deze nieuwste aanval op de politieke vrijheid van Hongkong is onlosmakelijk verbonden met de strijd tegen het establishment in de hele wereld. Hoewel Hongkongers zich nu misschien alleen voelen staan in een hopeloze strijd, is het belangrijk om transnationaal te opereren, net zoals de machthebbers dat doen. Een noodzakelijke stap hierin is het erkennen van dergelijke wereldwijde connecties, zodat we de juiste coalities kunnen vormen met de juiste bondgenoten. Het is nu tijd om tactieken van verzet uit te wisselen – zoals Hongkongers onlangs hebben gedaan met kameraden in de Verenigde Staten – en om collectieve macht op te bouwen aan de frontlinie van vakbonds- en basisorganisaties, zodat we ons kunnen verenigen tegen de onderdrukking van de staat overal, gezamenlijk.

Dit artikel verscheen oorspronkelijk op Lausan. Nederlandse vertaling: redactie Grenzeloos.